1892 N°. 12.
Donderdag 28 Januari.
79ste jaargang.
16> FEUILLETON.
Uit het dagboek van een Koloniaal.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en "Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs*per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiën voor 23 uren op den dag der uitgave
De prijs 'der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelyks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—8 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
COURANT.
Bij opening der briefjes kwamen 2 blanco's, 72
met voor en 65 met tegen te voorschijn.
Deze uitslag viel het bestuur min of meer tegen
en gaf den aanwezigen bestuursleden aanleiding om
ook namens de afwezige bestuursleden mee te deelen,
dat het bestuur eenparig zijn ontslag moest nemen
en zoo spoedig mogelijk eene vergadering zou uit
schrijven tot het kiezen van een nieuw bestuur.
In de Zondagavond door het bestuur van de
St. Jozefs-vereeniging alhier gehouden
vergadering is besloten het tienjarig bestaan, dat op
5 Pebr. valt, op Zondag 7 Febr. feestelijk te her
denken. De gewone vergaderzaal in het koffiehuis
»De Vriendschap" zal voor deze gelegenheid een
feestelijk aanzien krijgen, terwijl der vereeniging een
prachtig vaandel zal aangeboden worden.
Kapelle. Gisteravond werd alhier vergadering
gehouden door de liberale kiesvereeniging
^Vrijheid en Ord e", die bijgewoond werd door
22 leden en het bestuur.
In de eerste plaats werd besloten zich niet bij de
Liberale Unie aan te sluiten. In de tweede plaats
deed de penningmeester rekening van zijn gehouden
beheer over 1892, waaruit bleek dat een kassaldo
van 20,98 aanwezig was.
Vervolgens werd overgegaan tot het benoemen van
een bestuur, aangezien dit jaarlijks geheel aftreedt.
Tot voorzitter werd, in de plaats van den heer V an
der Brugge, die niet meer wenschte in aanmerking
te komen, gekozen dhr. Joh. De Jonge; tot bestuurs
leden werden herbenoemd de heeren D. J. Van dei-
Have en A. Gallis Merens, en werden benoemd, in
de plaats van dhrn. A. Visser en M. De Jager, die
eveneens niet meer wenschten in aanmerking te
komen, de heeren D. Schipper Az. en W. K. C.
Schrier.
Kapelle. Maandagavond vergaderden de aan
deelhouders in de weegbrug alhier, ten einde
rekening en verantwoording te doen van de opbreng
sten enz. dier weegbrug over het jaar 1891.
Er kon aan elk lid 5 percent als dividend worden
uitbetaald waarna nog een kas-saldo van 8,991/2
overbleef. Tot voorzitter werd in plaats van dhr.
A. Nijssen, die als zoodanig bedankte, gekozen dhr.
M. De Jager en tot secretaris in plaats van dhr.
W. Van Dam, die eveneens niet meer in aanmerking
wenschte te komen, dhr. A. Van der Brugge.
Ingelanden van den polder Oud-Noord-
Beveland maakten heden de volgende voordracht
op, ter benoeming van een dijkgraaf, in plaats van
wijlen dhr. J. Swemerle. dhr. P. Tazelaar, 2e. dhr.
P. C. W. Swemer, 8e. Marinus De Regt Jz.
De regeering heeft bepaald, dat dr. F. Leo
De Leeuw, bestuurslid van het bestuur der vis-
scherijen op de Schelde en Zeeuwscke stroomen voor
het district Goes, wonende te Bergen-op-Zoom, met
ingang van 1 Februari a. s. in genoemde hoedanig
heid zal zitting hebben voor het district Bergen-
op-Zoom.
Schore. Maandag hielden de aandeelhouders der
weegbrug alhier hunne algemeene vergadering.
Uit de rekening en verantwoording bleek, dat ge
wogen waren: 1.265355 IC.G. suikerbieten 216079
K.G. pulp38573 K.G. hooi en stroo 17844 K.G.
uien; 22758 K.G. steenkolen; 5576 K.G. granen;
40790 K.G. vlas; 3 vaten petroleum; 14 stuks vee
en 876 K.G. wol.
Hoewel de min goede oogst der suikerbieten ook
van invloed bleek te zijn op de ontvangsten, toch
kon den leden, na aftrek van noodzakelijke onkosten
en reservefonds, nog ruim 7 pet aangeboden worden.
Algemeen was men dan ook tevreden over de wer
king der fairbank en niemand zal het dan ook kwalijk
nemen aan de leden, dat zij, na zóóveel geweegs,
zich ten slotte vereenigden aan eene gemeenschap
pelijke tafel, waarop een kostelijke maaltijd hen
wachtte, wat zeer zeker bijdroeg tot verkooging van
den op dien avond heerschenden prettigen geest.
Waarde. De heer J. V ereeke, burgemeester
dezer gemeente, is door de zang vereeniging Vooruit"
alhier tot eerelid benoemd. Onder levendige teekenen
van goedkeuring van de zijde der vereeniging ver
klaarde ZEA. deze onderscheiding aan te nemen.
Ierseke. Maandagavond hield de kolenbond
»V oordeel" zijn jaarvergadering. Volgens het
daarop uitgebrachte jaarverslag bedroegen de ont
vangsten ƒ6929,55, de uitgaven ƒ6877,80. Aange
kocht werden 8287 H.L. steenkolen, waarvan de
prijs met inbegrip van alle onkosten op 80 cent per
H.L. bepaald werd, dat is ongeveer 15 cent minder
dan de gemiddelde prijs bij de kolenhandelaars.
Aan niet-leden verkoopt de bond niet. Het aantal
leden bedraagt 30839 zijn uit- en 12 nieuwe toe
getreden. Het salaris van den secretaris-penning
meester, de eenige van het bestuur die iets geniet,
is weer bepaald op ƒ100. De aftredende bestuurs
leden, de heeren Z. Bouwens en M. De Korte, wer
den bij acclamatie herbenoemd.
De percentsgewijze belooning van het ont-
vang-kantoor der directe belastingen
en accijnzen te Kolijns plaat heeft voor zoo
veel tot dusver bekend over 1891 bedragen ƒ1901,20.
Het kantoor blijft mitsdien gerangschikt in de zevende
klasse.
Tot terechtwijzing van de onjuiste mededeeling
van het Venloosch Weekblad van mr. Haffmans, dat
dr. A. L. Poelman een wetsontwerp tot land
nationalisatie uitgewerkt en aan alle leden
der Tweede Kamer toegezonden zou hebben, schrijft
dr. P. aan de Pr. Gr on. Ct.
»In 1889 heb ik bij den heer W. Versluys te
Amsterdam eene brochure uitgegeven onder den titel
Ontwerp van wet tot regeling van het grondbezit met
toelichting. Sedert heb ik dat onderwerp niet aange
roerd. Op dit geschrift moet dus de redacteur van
het Venloosch Weekblad het oog hebben. In dit stuk
is echter van landnationalisatie geen sprakede hier
door mij voorgeslagen regeling staat lijnrecht tegen
dit stelsel over. Het is algemeen bekend, dat de
landnationalisten het privaat grondbezit willen af
schaffen, om het te verwisselen voor communaal be
zit, hetzij door de gemeente, hetzij door den staat.
Het door mij in bedoeld geschrift ontwikkelde plan
strekt daarentegen tot bevestiging en uitbreiding van
het privaat bezit. Hoe het V. W. hier landnationa
lisatie kan hebben gezien, is voor mij en zal ook
wel voor hen, die van het boeksken kennis genomen
hebben, een raadsel zpn. Bij het begrootingsdebat
meende ik van dit geschrift met een enkel woord
melding te moeten makendaarna heb ik er aan
enkele leden der Kamer op hun verlangen een exem
plaar van toegezonden. Hebben ook andere leden er
een ontvangen, dan is dit gebeurd zonder mijn toe
doen of medeweten".
Er liep in den Haag volgens den correspondent
der Zutph. Ct. te 's Gravenhage een gerucht, dat de
Tweede Kamer met het oog op het F r a n s c h e
traktaat schielijker zou terugkomen dan eerst
het plan was. »Uit goede bron verneem ik echter,
dat het niet het voornemen is de met Frankrijk te
maken schikking aan de geedkeuring der Staten-
Generaal te onderwerpen. Met de Grondwet in de
hand is dat te verdedigen. Artikel 59 bepaalt, dat
wel de Koning van alle verdragen mededeeling moet
doen aan de Staten-Generaal, zoodra Hij oordeelt,
dat het belang van den Staat dit toelaat, maar dat
slechts in drie gevallen de verdragen aan de be
krachtiging van de Staten-Generaal behooren te wor
den onderworpenvooreerst indien zij wijziging van
het grondgebied van den Staat inhouden, in de tweede
plaats indien geldelijke verplichtingen aan het Rijk
worden opgelegd, en in de derde plaats, indien zij
bepalingen inhouden, wettelijke rechten betreffende.
Bij de behandeling van dat artikel werd door den
heer Goeman Borgesius een amendement voorgesteld
om de bevoegdheid der Staten-Generaal met betrek
king tot de bekrachtiging van verdragen uit te breiden,
maar dat amendement werd met éen stem meerder
heid verworpen, zoodat de Regeering, evenals onder
de oude Grondwet, alleen in de boven omschreven
gevallen de medewerking der wetgevende macht be
hoeft. Wordt derhalve met Frankrijk eene schikking
aangegaan, waarbij onze tarieven niet worden vast
gelegd en waarbij wij ook geen andere verplichting
aangaan, dan dat wij tot nadere opzegging Frankrijk
als meest begunstigde natie zullen behandelen, dan
behoeft er volgens de letter der Grondwet geen wets
ontwerp tot nadere bekrachtiging bij de Tweede
Kamer intekomen. Of de Regeering echter verstandig
zou doen, een zoo ingrijpend belang af te doen zonder
zich van de goedkeuring der Staten-Generaal te ver
zekeren, is een andere vraag, die ik niet onmiddel
lijk bevestigend zou durven beantwoorden."
De benoeming van den commandant van
de grenadiers zegt de Haagsche corr. der Zutph.
Ct. laat nog steeds op zich wachten. H. M. de Ko
ningin-Regentes moet op den onlangs ten Hove ge
houden raout gezegd hebben, dat zij hoopte schielijk
in de vacature te kunnen voorzien, maar er zijn
reeds weer een paar weken verloopen en de Staats
courant blijft nog altijd zwijgen. Met zekerheid kan
ik er alleen van zeggen, dat de Minister van Oorlog
zijn eerste voordracht heeft teruggenomen, maar dat
H. M. gemeend heeft ook tegen de tweede door hem
ingediende voordracht bezwaar te moeten maken.
Na aanstaanden Dinsdag 2 Februari
wordt over de nog onbetaalde abonne-
ments- en advertentiegelden van 1891
per post-quitantie beschikt.
De Administt atie.
GOES, 27 Januari 1892.
Wij herinneren hen, van wie om op de
kiezerlijstente worden gebracht, eigen aan
gifte wordt vereischt, dat zij zich vóór 15 Februari
moeten aanmelden.
Tot die categorieën behooren lo. zij die over het
laatst verloopen dienstjaar in éene of meer gemeenten
zijn aangeslagen geweest en dien aanslag betaald
hebben in de personeele of in de grondbelasting;
in de eerstgenoemde belasting tot een bedrag, het
welk, gevoegd bij den overigen aanslag, voor de
huurwaarde een totalen aanslag oplevert, waarvan
volgons de wet in de gemeente der inwoning geene
remissie wordt toegekend; en in de grondbelasting
tot een bedrag van 10
2o. zij die van den inwonenden eigenaar of eersten
huurder eener woning, van minstens ƒ66 getaxeerde
huurwaarde, een afgezonderd gedeelte in huur hebben,
waarvan de huurwaarde, in verbnnd met die van
het geheel e woonhuis, voor Goes op minstens 33
wordt geschat, en
3o. zij die, als mede-eigenaars van onroerend
goed, in den aanslag voor de grondbelasting voor
hun hoofd voor een bedrag van minstens f 10 deelen.
Maandag avond hield de kolenvereeni-
ging »Uit Voorzorg" alhier eene buitenge
wone algemeene vergadering, ten einde te behan
delen het verzoek van een vijftig personen (leden)
om de contributie over het loopende boekjaar (waar
van 3/m. zijn verstreken) in kolen te ontvangen.
Uit de notulen der vorige vergadering, welke zon
der eenige aanmerking werden goedgekeurd, vernam
men, dat toen besloten was om in Januari wel uit
te keeren wat in die 3/m. boven de contributie was
gestort, doch niet de contributie.
De gronden waarom en waarop het verzoek was
gedaan uit samentrekking van het door verschil
lende personen gesprokene, kon men het opmaken
bestonden in de noodzakelijkheid waarin men ver
keerde wegens de weinige verdiensten en in het
vermeend recht op uitkeering, waarin velen door
den bode versterkt waren.
Als antwoord toonde het bestuur aandat de
contributie bij elke vereeniging slechts éénmaal per
jaar wordt vereffenddat bij elke vereeniging de
contributie aan de vereeniging vervalt bij uittreding
en eindelijk, door openhartige openlegging van den
financiëelen toestand der vereeniging, dat uitkeering
onmogelijk was, wilde de vereeniging aan hare ver
plichtingen voldoen.
Het verzoek der 50 leden zou men echter in rond
vraag brengen, maar vooraf wilde het bestuur er op
wijzen dat het eenparig was besloten, het besluit
der vorige vergadering te handhaven.
(Slot.)
Op 10 Augustus zullen we allen onze bestemming
volgen. De mijne is niet ver, n. 1. Weltevreden bij
Batavia. Weldra is die dag aangebroken en naar
alle windstreken worden we verstrooid. Onze koffers
worden op eene kar geladen en binnen een uur
tijds ben ik op de plaats mijner bestemming. Nadat
alle plichtplegingen, zooals presenteeren aan Korps
en Compagnie's Commandant, plus voorstellen aan
de collega's zijn afgeloopen, gaan we de kamer en
de kleeding in orde brengen en als alle diensten af
geloopen zijn een wandeling doen om de nieuwe
garnizoensplaats in oogenschouw te nemen. We gaan
het kampement uit en slaan links af, den grooten
weg volgende. Na een 100 M. geloopen te hebben,
zien we links van ons een groot plein, het Water-
looplein, aldus genoemd naar het gedenkteeken ter
herinnering aan 1815, (een naald met een leeuw er
boven op). Rondom het plein loopen breede wandel
wegen, waarop reusachtige tamarinde- en waringin-
boomen hun schaduw werpen. De woningen aan
beide zijden zijn meest bewoond door officieren. Op
het plein staat geen enkele boom. Het wordt dan
ook gebruikt voor excercitie, parade, inspectie enz.
Achter het plein, recht tegenover de naald van
Waterloo, staat een mooi bronzen gedenkteeken ter
eere van generaal Michiels. Aan onze rechterhand
hebben we het groote huis, onder dezen naam is
het algemeen bekend; het is het oude paleis van
den Gouverneur-Generaal Daendels. Nu dient het
voor bureau van een 300tal schrijvers. Hier berusten
alle stukken en documenten, hier vergadert de raad
van N.-Indië, in één woord, hier wordt alles beslist,
beschreven, besproken en onderzocht, wat door ge
heel Indië gebeurt of daarop betrekking heeft. Het
is een kolossaal wit gebouw, twee verdiepingen
hoog en voorzien van een groot aantal groene ven
sters. Het middenstuk rust op dikke pilaren. Onder
het gebouw zijn de waclit en de arrestantenkamers.
Het paleis staat ongeveer 60 M. van den weg af.
Voor het gebouw is alles beplant met boschjes en
heesters. In het midden daarvan staat in een rechte
lijn met de straks genoemde gedenkteekenen het
standbeeld van Jan Pieterszoon Koen. Het'is een
groot beeld. De rechterhand wijst naar den grond.
Op het voetstuk staan, op de vier zijden, zijn naam,
datum van geboorte en sterven, wanneer hij de
betrekking van Gouverneur-Generaal bekleedde, enz.
We gaan verder tot aan Passar Baroe (nieuwe markt).
Voor we daar zijn zien we nog een mooi steenen
gebouw staan met breede trappen en galerijen. Het
is het Operagebouw. Daar achter staan het post
kantoor, een Roomsche kerk en andere groote ge
bouwen. Over de brug gaande, die over de kali
(rivier) ligt, zien we een hoop ploeterende, plassende,
wasschende en badende mannen, vrouwen en kin
deren. Tronwens dat ziet men in iedere kali, want
de Inlanders zitten graag in 't wateral is het wat
vuil en modderig, daar storen ze zich niet aan.
Minstens 3 of 4 keer per dag nemen zij een bad.
We zetten onzen weg voort naar de Passar geen
huis of het is een toko (winkel) of een werkplaats,
bijna alle bewoond door Chineezen, die van nature
kooplui zijn en van hier met veel duiten gaan
strijken. Ze oefenen allerlei ambachten uit en zijn
vooral als schrijnwerkers zeer gezocht, ook smeden,
kleör- en schoenmakers, horlogemakers, rijtuigmakers,
in éen woord, alle ambachten oefenen ze uit. Men
kan haast niets verzinnen of het is te koop in de
toko van een Chinees. Aan de voorzijde zien de
huizen er onooglijk uit, maar binnen veroorlooft een
rijke Chinees zich dezelfde weelderige levenswijze
als een Europeaan.
De wegen hier zijn buitengewoon breed, wat voor
het drukke verkeer gemakkelijk is. De huizen, be
woond door Europeanen, staan alle een eind van
den weg af en steken door hun witte kleur schilder
achtig af tegen het groen, waarmede elk huis om
ringd is. Bijna ieder huis heeft een tuin voor de
ramen en groote planten in potten staan er voor,
zoodat velen, achter dit groene gordjjn verborgen,
rustig kunnen zitten, zonder door nieuwsgierige
oogen gadegeslagen te worden.
Het ziet er hier niet uit als de voorstad van een
groote handelsplaats, want er zijn waarlijk prachtige
gebouwen. Ze hebben alle (op een paar na) maar
ééne verdieping, maar zijn smaakvol en netjes inge
richt en op Oostersche wijze gebouwd met zuilen,
gangen, breede trappen en galerijen en overschaduwd
door klapper-, pisang-, waringin- en tamarindeboo-
men. Hier woont de aristocratie van Bataviahier
wonen ook de groote kooplui en handelaars, die in
de stad hunne kantoren hebben. De wegen zijn hier
prachtige wandelplaatsen. Er wordt dan ook druk
gebruik van gemaakt. Men duizelt van het gerij en
het geros. Tusschen Meester Cornelis, Weltevreden
en Batavia rijden eiken dag gemiddeld 1500 rijtuigjes
heen en weder, behalve nog de talrijke equipages
der Europeanen en de vrachtkarren der Inlanders.
Als men niet wil, behoeft men dan ook niet te
loopen, men neemt een dos-a-dos, geeft den koetsier,
die inmiddels vraagt: »pigi di mana?" (waarheen?)
de plaats op, waar men heen wil en voor een sa-
tali (een kwartje) rijdt hij u waar gij zijn wilt.
De stad is op verscheidene plaatsen doorsneden
met kanalen, de Javaan noemt ze alle zonder onder
scheid rivieren. Ze zijn voorzien van gemetselde
kaden en hier en daar staat een plas modderig en
vuil water, sommige staan droog, vooral in dezen
tijd. Yoor dè gezondheid zijn ze niet erg bevorder
lijk, maar ze zijn noodzakelijk voor den afvoer van
het water. Groote hotels en café's zijn er niet veel
hier. De voornaamste zijn het Hotel des Indes en
het Hotel Java, beiden van den eersten rang en
meest voor doortrekkende personen. Voor de lagere
klassen ziet men geen café's, zooals in Holland.
Wil men wat drinken, men gaat naar de toko van
een of anderen Chinees. De officieren hebben hun
sociëteit en de mindere militairen hun cantine. Een
paar keer in de week hebben we in deze gebouwen
muziek. Aan ontspanning ontbreekt het ons dus niet.
En hiermede sluit ik mijn dagboek af. Was de
beschrijving niet zoo mooi als andere, ik gaf u mijne
indrukken van wat ik hoorde en zag op mijne rei6.
Van hier aan alle lezers en lezeressen mijne groete,
B,