1892 N°. 8. Dinsdag 19 Januari. 79sle jaargang. FEUILLETON. Uit het dagboek van een Koloniaal. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke noinmers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending: van advertentiën vóór 3 uren op den dag der uitgave. GOES, 18 Januari 1892. De regelings-commissie der hoofdafdeeling Vis- scherij- en paardententoonstelling van Juni-October 1892, onder beschermvrouwschap van H. M. de Koningin-Regentes te houden, is aldus samengesteld A. N. J. M. baron van Brienen van de Groote Lindt, regelings-commissarismr. W. O. F. van Oudheus- den van Achttienhoven, presidentJ. Noordhoek Hegt, Secretaris, en uit de navolgende leden voor Scheveningen, de heeren W. Groen, A. Hoogenraad, M. De Niet Az., H. A. Van de Roovaartvoor Vlaardingen, de heeren G. Vriens, A. IJzermans, H. Kikkertvoor Maassluisde heer M. Dirkzwa ger Gz.voor Bergen-op-Zoomde heeren J. J. Ochtman en dr. Leo De Leeuw en voor het uitvoerend comité der tentoonstelling, de heeren mr. H. J. A. Mulder en W. Travaglimo. Het programma voor deze hoofd-afdeeling is thans aldus vastgesteld1. in het water levende dieren 2. vischtuig; 3. kunstmatige vischteelt; 4 geschie denis der visscherij. Men schrijft ons uit Stefnkenszand Bij de algemeen heerschende ziekte is het begrijpe lijk, dat wij het bezit van een telephoonkantoor zeer op prijs stellen en wordt de waarde daarvan nog verhoogd, wanneer de telephonisten zoo welwillend zijn om zoowel buiten als op de kantooruren en zelfs Zondags den geheelen dag berichten op te nemen, te doen bezorgen en te verzenden. Dit laatste ge schiedt door de dames Vermande, telephonisten alhier, en wij kunnen haar daarvoor niet genoeg dankbaar zijn. Ik acht bet van belang hiervan open lijk mededeeling te doen in de hoop, dat dit loffelijk voorbeeld, door telephonisten van andere kantoren, moge gevolgd worden. De voorraad van leverbare oesters begint, volgens de Iersclie en Thoolsche courantzeer scbaarsch te worden, zelfs de voornaamste kweekers raken uitgeput. Geen wonder dus, dat de prijzen stijgende zijn. De zwaarste soorten gelden van ƒ80 tot 85, tweede soort van f 55 tot 60. Tenge volge daarvan heerscht er onder de handelaars een opgewekter stemming. Onder de handelaars onderling heeft een levendige handel plaats. Verleden week Vrijdag werden bij een verkoop bij inschrijving en bij opbod haast onmogelijke prijzen besteed, die den oningewijden raadselachtig moeten voorgekomen zijn. Buiten de beurs werd voor België een koop gesloten voor 80. Jammer, dat de schaarschte van voorraad naar men zegt, aanleiding geeft tot min eerlijke praktijken. Zoo zegt men, dat de Zeeuwsche oesters vermengd worden met Fransche, en dat zulks zelfs geschiedt bij den onderlingen handel. Daaromtrent zou zelfs een proces dreigen. De heer A. J. C e n s eassistent aan de ge meente-gasfabriek en duinwaterleiding te Middel burg, is te 's-Gravenhage benoemd tot 3en opzichter aan de gemeente-gasfabriek. H. M. de Koningin-Regentes heeft door .den schilder De Josselin de Jong een levensgroot por tret in olieverf van Koning Willem III in marine-uniform doen vervaardigen, dat bijzonder goed gelijkt. 13) Die Maleiscbe woning is een ruim en luchtig gebouw en netjes ingericht. Rond het geheele huis staan bloe men en heesters in potten of in den grond. Ook onze Hollandsche rozen zien we staan, ze bloeien juist en we kunnen niet nalaten er even aan te ruiken. Het zien ervan doet ons aan het vaderland denken. Tegen over het huis staat de keuken, eveneens van bamboe gebouwd. Voor het huis liggen een paar aapjes aan kettingen vast. Een vrouw zit in een luierstoel te naaien, een oude Maleier zit er naast zijn cigarette te rooken, eene geliefkoosde bezigheid der inlanders. Na een paar woorden met hem gewisseld te hebben, gaan we verder en komen nu langs een tuin, waar allerhande groenten en vruchten gekweekt worden, vooral pisang. De aanleg, omheining, enz. getuigen van den smaak des bezitters. Overal waar we langs komen, is alles even dicht begroeid, is de planten groei even weelderig, we zien bier groote dikke boomen van minstens 5 M. omtrek, waaronder ook waringmboonjen. Uit de takken schieten wortels in den grond, die ook weer stammen worden, zoodat men na verloop van tijd een geheele verzameling van dikke en dunne stammen krijgt. Overal liggen op den grond afgevallen vruchten te rotten, vooral kokosnoten. Nu en dan zien we een paai groote zwarte vlinders en torren tusschen het groen flad- De ongesteldheid van het Kamerlid den heer F a r n c o m b e Sanders is zoo goed als geweken. In het belang der gediplomeerde ambtena ren ter secretarie is een commissie in wording, die zich ten doel stelt, het nu door een Vereeniging afgenomen examen tot een verplicht Staatsexamen te maken en van het goed afleggen daarvan het be noemen tot secretaris afhankelijk te maken. De vereeniging van de betrekking van burgemeester en secretaris, die van burgemeester en secretaris in meer dan een gemeente, wil men beperken en een pensioenfonds oprichten. Het in de St.-Ct. verschenen rapport van den districts-veearts Van Staa over de inenting te gen vlekziekte in de gemeente Hennaardera- deel besluit met de volgende conclusieslo. inenting tegen vlekziekte is niet onschadelijk2o. de varkens die de inenting goed hebben doorstaan, zijn daar door genoegzaam geheel onvatbaar geworden voor vlekziekte3o. de inenting is aan te raden voor streken, die jaarlijks door vlekziekte worden bezocht. Blijkens door den Minister van Buitenlandsche Zaken van den tijdelijken zaakgelastigde te Bucha rest ontvangen bericht, vraagt het hoofdbestuur der Rumeensche spoorwegen aldaar 30 vreemde ingenieurs. De bezoldiging bedraagt 285 a 400 frank per maand, benevens 2 i/g maal het maandelijksch salaris per jaar voor huisvesting. De kosten der heen- en terugreis worden vergoed, terwijl bij overplaatsing geldelijke tegemoetkoming wordt verleend. Gega digden kunnen zich tot bet bekomen van meerdere inlichtingen wenden tot de Nederlandsche legatie te Bucharest. Het Vad. schrijft over de benoeming van deu nieuwen gouverneur van Atjeh: Eene onverkwikkelijke episode te meer in deze onver kwikkelijke Atjeh-geschiedenis Kolonel Pompe, lang vooruit aangewezen als opvolger van generaal Van Teijn, met dat doel buitengewoon bevorderd, begroet als de eenige man om de pacificatie te leiden, treedt enkele maanden na zijn optreden terug, wegens ver schil van gevoelen met het Indisch bestuur Een van beide schijnt het geval te zijn öf men heeft zeer lichtvaardig hem tot deze hooge betrekking geroepen, zonder zich goed rekenschap te hebben ge geven van het beleid, dat hij zou wenschen te volgen, óf men is, toen men den nieuwen gouverneur aan 't werk zag, teruggedeinsd voor de mede-verantwoor delijkheid voor zijn beleid en heeft hem 't volgen daarvan onmogelijk gemaakt. In beide gevallen zijn fouten begaan, waarvan het ernstig karakter niet te miskennen valt. Het zal noodig zijn, dat hier wat meer licht opga, opdat niet het vertrouwen in het Atjeh-beleid der Indische regeering ten eenenmale wordt geschokl. Wat is van den opvolger van kolonel Pompe te wachten Elke voorspelling zou gevaarlijk zijn. Kolo nel Deykerhoff staat zeer hoog aangeschreven om zijne kunde en doortastend karakter. Om zijne zelf standigheid heeft hij 't nogal eens te kwaad gehad met zijne superieuren, en de mail-couranten der laatste tijden hadden allerlei verhalen, dat de leger commandant den ongemakkelijken overste bij de deren en een enkele vogel, andere dieren zien we nieteen enkele krekel hooren we een eentonig lied zingen. Wanneer we rechts van ons het bosch ingingen zouden we misschien wel een paar slangen ontmoeten. Doch dit is ondoenlijk, we zouden ons voet voor voet een weg moeten banen. Men zou, als men er binnen wilde dringen, licht het spoor kwijt raken, want bet zonlicht dringt ni8t door dit bladerengewelf heen. Het hakmes zou hier uitste kende diensten bewijzen. We wenden een poging aan om er door been te gaan om des te spoediger aan den zeekant te zijn, doch keeren na een paar minuten weer op het pad terug. We zien nergens een uitgang en alles gelijkt op elkander. Overal versperren wortels en slingerplanten ons den weg en doen ons struikelen. We zijn hier aan den linkerkant van het pad, de grond is week en drassig, zoodat we tot over de schoenen erin zakken. Een muffe lucht dringt ons in den neus, zoowel afkomstig van de dampen, die uit den slijkerigen bodem opstijgen als van de half vergane vruchten en bladeren, die hier bij hoopen liggen. Droog is de grond hier nooit, daar de zonne stralen er niet bij kunnen. We keeren dus terug en volgen maar wéér het pad, dat aan onze rechterhand ligt en dat door steile rotsen begrensd is, vol spleten en scheuren, waarin een menigte vleermuizen zich genesteld hebben, die op onze nadering met groot geraas hunne schuilhoeken verlaten. We dalen nu naar het strand af om ons een weinig te verkoelen in het zilte nat, want het is gloeiend beet op bet kolonels-benoemingen wilde passeeren. Als grief werd hem o. a. aaugerekend, dat hij aan 't ministerie van koloniën een plan van reorganisatie der Indische krijgsmacht heeft aangeboden, zonder den leger-com- mandant daarin te kennen en als infanterist, bij den generalen staf werkzaam, eene andere inrichting der artillerie heeft trachten te bevorderen. In elk geval heeft generaal Van Zijll de Jong eene overwinning op zichzelf behaald, door thans juist hem voor te dragen. Kolonel C. Deykerhoff behoort tot de infanterie, werd in 1861 tweede, in 1865 eerste luitenant, in 1873 kapitein, in 1881 majoor, in 1885 overste ea nu onlangs kolonel. Hij is 51 jaar oud. Met het opschrift »E x a m e n -z o 11 e r n ij e n" schrijft het Nbl. v. Ned. Onder de officiëele berichten namen wij de mede deeling op, dat in October of November het aan- vullings-examen zal plaats hebben voor de surnu- m en airs bij de posterijen, die commies willen worden. Zij zullen dan geëxamineerd worden in Nu ja, men heeft het gelezen, maar anders raadde men liet niet in tienen, in algebra, in meetkunde en in natuurkunde Als men nu met alle geweld wil examineeren, valt er dan niets praktischer te vragen Wat ter wereld heeft een posteommies met algebra te maken Vraag van een ambtenaar, wiens vak uitgebreide administratieve kennis vordert, boekhouden, bekend heid met de inrichting en het doel der verschillende registers, die hij moet invullen laat hem desnoods de duizend-en-een koninklijke besluiten, die zijn dienst beheerschen, achter elkaar opzeggen, ofschoon het meer nut zou hebben,, hem te examineeren op het punt van omgang met het publiek, maar er is niet meer reden om hem algebra te vragen dan bijv. om hem een hoefijzer te laten smeden. Er is geen postambtenaar, die niet zakken zou, als men zijn slagen afhankelijk stelde van een goed antwoord op de vraag, hoe hem ooit in de verste verte algebra, meetkunde en natuurkunde bij zijn dienst te pas zouden kunnen komen. Niet in den haak Dr. Sanders behandelde eene dame lijdende aan ingewandziekte en wel, van 28 Mei tot 18 Juni 1890, waarna de patiënt naar alle regelen der kunst sterft. De dokter zendt eene nota van 245. De weduwnaar vindt die rekening te hoog. De rechtbank is van dezelfde meening en bepaalt het bedrag der rekening op ƒ180 met 5 pet. rente; en bepaalt de kosten van partijen op 165, waarvan de weduwnaar 110 zal te betalen hebben de doktersrekening, die de rechtbank te hoog achtte, bedraagt dus nu niet J 245 (wat te veel was) maar 290 en de rente. Nu weten we heel goed, dat het zoo verdedigd kan worden op grond van verordeningen, reglementen, wetten, bepalingen, enz., maar het is voor onbevoor oordeelde menschen niet te verdedigen in het belang van het algemeen zouden die verordeningen enz. dan veranderd moeten worden. (Tiib.J Een Amsterdamsch geneesheer schrijft het vol gende aan de redactie van De Tijd: Naar aanleiding van mijn waarnemingen zoowel eiland. Het is juist op den middag. Weldra hebben we op den hoek van het eiland een plaatsje gevon den ,een soort natuurlijke badkamer, gevormd door groote rotsblokken. Er om en er door spoelt het water. Achter die rotsblokken is het niet geraden te komen, want er staat een hevige branding, ze zou ons on verbiddelijk meeslepen zooals ze dat daar straks mijn schoenen gedaan heeft, die ik niet hoog genoeg op het strand had neergezet. Het strand bestaat bier grootendeels uit fijn zand, stukken verweerde steenen en millioenen schelpen van verschillende grootte en kleuren. Bij die stee nen of zeegewassen, ik denk dat het een soort koraal is, zijn er, die werkelijk mooi zijn. Ze hebben allerlei grillige vormen, doch meest taksgewijze, ze zijn broos als porselein en poreus als een spons. Ook onder de schelpen vindt men prachtige exemplaren, zoowel van kleur als van vorm. Een»blik op de rots blokken om ons been doet ons de vraag stellen hoe zijn die steenen gevaarten hier gekomen Waar schijnlijk zijn zij, daar het eiland van vulkanischen oorsprong is, door een hevige uitbarsting hier neer geworpen en blijven liggen. Het grootste is ongeveer 8 M. hoog en heeft bij een ronden vorm een mid dellijn van circa 7 M. Na een flink bad genomen te hebben, gaan we verder, we zijn nu bijna het eiland rond geweest. We zien voor ons de boot weer liggen. We zien hier een paar woningen staan op palen gebouwd, ze zijn van hout en bamboes. Het is een lommer rijke plaats, de soldaten hebben zich allen neer bij de vorige influenza-epidemie als bij de thans heer schende, waaruit blijktdat zij in verhoudingjveel meer voorkomt bij Katholieken dan bij andersdenkenden, dat de trouwste kerkbezoekers bet eerst aangetast werden en het grootste getal nieuwe gevallen zich na een Zon- of feestdag vertoonde, meen ik eenige opmerkingen te moeten maken ten opzichte van de ventilatie onzer kerken. Daar de H.H. Missen op Zon- en feestdagen meest kort op elkaar volgen, geschiedt die ventilatie slecht, soms in het geheel niet. Men wil de warmte (op koude dagen) in de kerk houden. Nu door de ontdekking der influenza-bacil blijkt dat één besmette door uitademing millioenen bacillen in zijn omgeving kan verspreiden, meen ik dat het een gewetenszaak is van heeren kerkmeesters, te zorgen dat na elke H. Mis minstens een halfuur ruim en flink geventileerd worde, en het niet meer voorkome, dat bij het binnentreden van een kerk de menschenwalm van vroegere uren ons te gemoet komt. Mogen deze opmerkingen strekken om den omvang dezer verraderlijke epidemie, die ons zooveel hoog geachte mannen en waardige geestelijken ontneemt, te beperken. De heer F. W. Van Eeden ondersteunt in een ingezonden stuk in de N. R. Ct. ten sterkste wat de heer G. Emants schreef in de Vragen des Tijds over »de bedelarij in Neder lan d". Hij stelt voor, ter opruiming van de gevaarlijke bedelaars, die in ons land rondzwerven en de bewoners van het platteland verontrusten, de oprichting van een korps in den geest der Italiaansche karibiniers. Een gedeelte onzer militairen, cavalerie en infanterie, zou hiervoor kunnen worden aangewezen. Zij zouden door de boeren gaarne ontvangen worden. Zoolang dergelijke maatregel, niet is genomen, zal men niet ontslagen zijn van die gevaarlijke personen, die soms onder den schijn van marskramers het land afloopen. De Paus vernam het doodsbericht van kar dinaal Manning tegelijk met dat des hertogs van Clarence en Avondale en werd er zeer diep door getroffen. Daags te voren had Z. H. door den staats secretaris Rampolla per telegraaf aan den kardinaal zijn zegen gezonden met de beste wenschen voor een spoedig herstel, en enkele oogenblikken te voren had hij gebeden gelast voor het herstel van den hertog En nog denzelfden dag werd de IJ. Vader door een nieuwe smartelijke tijding getroffeD, toen hem de dood van kardinaal Simeoni werd gemeld Ondanks al deze schokken en de ongunstige weers gesteldheid, bevindt de Paus zich zeer welmaar de influenza heerscht te Rome in zulke mate dat althans volgens een dépéche van het agentschap Dalziel bij schrijven van den kardinaal-vicaris voor de Vasten van dit jaar voorloopig weder ge dispenseerd is, gelijk in 1890. (De Tijd). Het stoffelijk overschot van kardinaal Man ning zal gedurende drie dagen worden ten toon gesteld. De begrafenis zal Dinsdag a. s. met indruk- wekkenden luister|plaats hebben. Tenzij de overledene dat in zijn testament anders heeft gelast, zal de be grafenis geschieden op het kerkhof te Kanselgreen, waarvan een groot gedeelte voor de katholieken be stemd is. Een onafzienbare menigte defileert voort gezet en profiteeren van de te koop aangeboden vruchten en sigaretten. Dit hier zijn de hutten] der dwangarbeiders, zoogenaamde kettingjongens, die op 't eiland moeten werken. Ze staan onder toe zicht van een Mandoer, een soort opzichter. Ze zitten zwijgend neergehurkt op den grond en kijken ons nu en dan van ter zijde aan, 't zijn echte galgen tronies. Een ervan onderscheidt zich door zijne kleur van de anderen, ze is niet bruin maar geel. 't Is een Chinees, de lange haarstaart hangt hein tot op de lendenen. Van boven is het hoofd geheel kaal geschoren. 't Is nu tijd om weer naar boord terug te gaan; we zijn vermoeid van bet loopen en zijn blij als we weer het dek onder onze voeten hebben. Laat ons nu even een blik slaan op de kust van Sumatra. Zoover we de kust langs kunnen zien, is alles groen, de bergen zijn zelfs van den voet tot den top be groeid, juist of er een groen tapijt over uitgespreid is. De toppen van het gebergte zijn in nevels ge huld. Een eind verder ligt de Goenong Monjet (apenberg), aldus genoemd omdat er zich vroeger vele apen ophielden. Langs het strand zien we een paar huisjes. 29 Juli. Om 8 uur lichten we het anker en stevenen in zuidelijke richting verder, we zien nog een massa eilanden om ons heen en houden steeds de kust in 't oog. 30 Juli. We hebben veel tegenwind en loopen niet zoo veel vaart als anders. (Wordt vervolgd] s

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 1