1892 N". 4.
Zaterdag 9 Januari.
79ste jaargang.
FEUILLETON.
Uit het dagboek van een Koloniaal.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmau te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending van advertentiën voor S uren op den dag der uitgave.
Aangenaam voor de vrienden.
De geestverwantschap, welke er tusschen antire
volutionairen en radicalen bestaat, blijkt dikwijls
daghelder uit de aandoenlijke eenstemmigheid tus
schen het radicale blad de Amsterdammer en de
antirev. pers.
Is het genoemde blad er veelal op uit de antire
volutionairen te bewierooken, de antirev. pers neemt
dankbaar dien lof aan en natuurlijk
verbreidt hem verder.
Logica en voorzichtigheid laten echter beiden dan
wel eens in den steek.
In zake de verwei'pzng van het Billiton-con-
tract acht de Amsterdammer zich geroepen inzon
derheid den heer Keuchenius een pluimpje te geven.
Niemand zal beweren, dat, wanneer werkelijk de
verwerping van dat contract in 's lands belang blijkt,
den heer Keuchenius niet een woord van lof toe
komt voor zijne krachtige bestrijding daarvan. Maar
is het logisch om daaraan nu, ten pleiziere van de
antirevolutionairen, de tirade te verbinden dat deze
man door de liberale Eerste Kamer niet goed genoeg
werd geacht voor Minister van Koloniën De be
grooting van mr. Keuchenius toch werd niet ver
worpen om zijne houding in de Billiton-zaak, maar
voornamelijk omdat hij vergat dat hij mede regeerde
over Mohamedanen en dat hij als Minister niet tegen
den godsdienstvorm van dezen optreden mocht. En
wij betwijfelen het zeer, of de Amsterdammer in dat
opzicht den heer Keuchenius in bescherming neemt.
Maar inderdaad vermakelijk is de onvoorzichtig
heid, waartoe de Zeeuw zich door het loflied van
haren geestverwant op mr. Keuchenius laat verleiden.
In hare vreugde over deze ophemeling van den
Goeschen afgevaardigde roept de Zeeuw triomfante
lijk uit
«De man, dien zij van godsdienstwaanzin beschul
digden, blijkt thans nuchterder adviezen gegeven
te hebben dan zij die de verrijkte Billiton-maat-
schappij uit vrees voor een proces nog langer ten
koste van 's rijks schatkist wilden vetmesten
Willen nu onze lezers eens weten wie die vet
mesters" der verrijkte Billiton-maatschappij zijn
Ie. Het afgetreden anti-liberale ministerie Mackay,
dat het contract voorloopig sloot;
2e. Het antirevolutionaire lid der Tweede Kamer
jhr. mr. Beelaerts van Blokland, die de aanneming
van het contract ten sterkste aanraadde en dan nog
3e. tien van de zestien overige bij de stemming
aanwezige anti-revolutionaire Kamerleden die hunne
stem voor het contract uitbrachten, nl. dhrn. Van den
Borch v. Verwolde, Van Velzen, Noordtzij, Have-
laar, Donner, Brantsen Van de Zijp, Van de Velde,
Schimmelpenninck V. d. Oye, Mackay en Van Bij-
landt. (mr. Lucasse was afwezig).
Voorts slechts 13 van de 51 aanwezige liberalen
en op 3 na alle katholieken.
Buitendien werd bij de behandeling van het con
tract dit ook grondig bestreden niet alleen door den
tegenwoordigen Minister van Koloniën, maar ook
door de liberale afgevaardigden LevySanders
Goeman BorgesiusVeegensVan der Kaay en
Rutgers.
Men ziet hieruit, dat mr. Keuchenius in nuchter
heid wel uitmuntte boven zijne pêrtijgenooten, maar
volstrekt niet boven de liberalen, hunne adviezen
waren even nuchter als de zijne.
En voorts blijkt dat de Zeeuw door hare onvoor-
9)
9 Juli. We zijn nu de groote Bittermeren gena
derd hier loopt het zoetwaterkanaal uit, dat door
het dal van Gosen loopt. De kust is hier weer laag
in het begin ten minste, later wordt ze heuvelachtig.
Waar we onzen blik heenwenden, overal zand, alles
kaal en dor, behalve enkele groene plekjes. Verschei
dene drijvende houten woningen treft men hieraan.
Die woningen zijn netjes ingericht. Hier woont een
Europeaan, met het opzicht over bakens, vuurtorens,
enz. belast. In de verte zien we een bergketen, die
in de richting van 't Zuiden naar 't Noorden loopt
en aan de zandvlakte eenige afwisseling geeft. Mid
den in het meer treft men een paar ijzeren vuur
torens aan. Het kanaal, dat dwars door de meren
heenloopt, is aangeduid door bakens en tonnen.
Ginds zien we een trein rijden, van Suez komende,
met bestemming naar Caïro of Alexandria. Van af
liet groote Bittermeer tot Suez zijn aan weerszijden
v m het kanaal de zandheuvels zoo hoog dat ze ons
beletten iets van de streek te zien. Dat het hier
tnsschen die hooge oevers erg warm is, zal ieder
w°l kunnen begrijpen. Geen windje voelt men hier.
liet dek brandt onder onze voeten. De hitte bedraagt
zichtige uitlating het ministerie barer eigene partij,
het «kostelijk kabinet", en tal van hare eigene geest -
verwanten uitmaakt voor «vetmesters eener maat
schappij ten koste van 's Rijks schatkist".
Van zijne vrienden moet men het hebben
De ex-gouverneur Lohman.
Men weet, zegt de Nederlander, hoe de heer
Mackay als Minister van Koloniën den Gouver
neur van Suriname, de Savornin Loh
man, door dik en dun verdedigde. Zijne tactiek
daarbij was o. a. dien Gouverneur voor te stellen
als een man, die met ijzeren wil de misbruiken op
het gebied der belastingen aantastte en daardoor
zich den haat van velen, die op dat punt niet zui
ver waren, op den hals haalde.
Zoo deelde de Minister in de vergadering der
Tweede Kamer van 16 Januari 1891 met ophef
mede, dat de Gouverneur nu had weten gedaan te
krijgen, dat betere aanslagen voor de personeele be
lasting werden vastgesteld. «Eerst kort geleden,"
zeide de heer Mackay, «heb ik de opgaven ontvan
gen en het heeft mij getroffen, dat de aanslag voor
allen 90 en 100 pet. hooger is dan vroeger het
geval was. Daarmede heeft de Gouverneur dan ook
de Corde Sensible aangeraakt; doch ik breng hem
hulde voor hetgeen hij in die richting gedaan heeft."
Welk een man, die Gouverneur van Suriname
zou men na zulk eene mededeeling geneigd zijn uit
te roepen, en men verwachtte nu natuurlijk, dat
de opbrengst in het dienstjaar 1890, hetwelk de
Minister bij zijne mededeeling op het oog had, 90
a 100 pet. hooger zou blijken te zijn dan het vorige
jaar. En ziet, uit de mededeeling van den Gouver
neur van Suriname bij de begrooting voor 1892
bleek integendeel, dat de personeele belasting nooit
zoo weinig had opgebracht als juist in dat beroemde
jaar 1890.
Opheldering van dit verwonderingwekkende feit
werd bij de mondelinge behandeling der begrooting
voor 1892 in de Koloniale Staten gevraagd, en dooi
den administrateur van Financiën verstrekt. Het
bleek nu dat de Gouverneur aan den Minister had
medegedeeld, dat door de commissie voor de per
soneele belasting 439 personen verhoogd waren en
dat de verhooging gemiddeld 91.7 pet. van het aan
gegeven bedrag was geweest.
Men had hier dus te doen met een gewoon ver
schijnsel, dat telken jare voorkomteen aanslag tot
een hooger bedrag dan door sommige belastingschul
digen zeiven was aangegeven. Hoe de Minister Mackay
er echter toe gekomen is, vooreerst om mede te
deelen, dat de aanslag 90 en 100 pet. hooger was,
dan vroeger het geval was, en ten tweede om te
zeggen, dat dit voor allen zoo was, blijft een raadsel,
ook al noemde de administrateur van Financiën het
een zeer goed verklaarbaar en verschoonbaar mis
verstand.
De gunstigste verklaring voor den Minister Mackay
is deze, dat hij op buitengewoon vluchtige wijze
van het schrijven van den Gouverneur van Suriname
heeft kennis genomen. Maar dan treft dien Minister
toch de blaam, dat hij, zoo luchtig en vluchtig te
werk gaande, er geen bezwaar in zag eene ernstige
beschuldiging tegen de ingezetenen van Suriname
uit te spreken, om den Gouverneur Lohman te kunnen
verheffen.
Zoo is dan gebleken, dat, terwijl van de zwarte
debetzijde van het bestuur van den Gouverneur
op 't dek 100° en in de hut 91° We transpireeren
erg, zelfs in onze lichte Indische kleeding en op
bloote voeten.
Om half drie zijn we recht voofl^Suez doch nog
in 't kanaal, maar we hebben hier aan weerskanten
een vrij uitzicht. De stad ligt geheel open en bloot
en op een zandige vlakte. Ze is grootendeels door
water omgeven, aan de andere zijde verheft zich
een gebergte. Ze is van hier gezien een tamelijk
nette stad. Flinke groote gebouwen onderscheiden
we, een paar torens en kerken. De stad heeft een
uitmuntende haven. Er is dan ook een verbazend
drukke scheepvaart. Ook het schip der woestijn (de
kameel) ontlaadt en laadt hier koopwaren. Juist
nadert een karavaan om hier overgezet te worden
en zijn reis door de woestijn te vervolgen. Het
kanaal uitvarende zien we voor ons een eilandje en
te oordeelen naar de nette woningen, de met zorg
onderhouden plantsoenen en tuintjes, moeten hier
gegoede lui wonenook zien we een paar groote
café's en een Roomsch-Katholieke kerk met toren.
Alle huizen zijn nog nieuw. Een eind verder en we
liggen stil. Er wordt hier voor 't laatst nog een
en ander ingekocht, brieven worden afgegeven, de
machinisten (van het electrische licht) en de Ara
bische roeiers gaan hier van boord af.
Inmiddels zijn aan stuurboord weer een paar bootjes
aangeklampt, met fruit geladen. De verkoopers komen
Lohman niets afgaat, de creditzijde, die zijne vrien
den er tegenover stelden, haar belangrijksten post
heeft verloren.
GOES, 8 Januari 1892.
De bevolking van Goes bestond op 1
Januari 1891 uit 3052 m., 3553 vr., totaal 6605.
Zij vermeerderde door;
Geboorte met 113 m. 108 vr. totaal 221
Vestiging 180 232 412
Ambtshalve inschrijving 10 2 12
Totaal 303 m. 342 vr. totaal 645
Zij verminderde door
Sterfte met 72 m. 76 vr. totaal 148
Vertrek 216 272 488
Ambtshalve afschrijving 1 0 1
Totaal 289 m. 348 vr. totaal 637
De bevolking vermeerderde dus met 14 m., ver
minderde met 6 vr., en bedroeg op 31 December
1891 3066 m., 3547 vrtotaal 6613.
Er werden 39 huwelijken gesloten. Eene echt
scheiding werd ingeschreven.
Jl. Woensdagavond hield de vereeniging «Help
u zeiven" alhier eene huishoudelijke bijeenkomst
harer leden ter herdenking van haar vijf-en-twintig
jarig bestaan. In die bijeenkomst, die een besloten
karakter droeg, en waarvan dus overigens niet veel
kan worden medegedeeld, werd door den secreta
ris een verslag uitgebracht, dat een kort over
zicht bevat van de werking der vereeniging, waarin
in de eerste plaats hulde wordt gebracht aan de
oprichters, die in 1866 het initiatief namen tot het
stichten der vereeniging en tot wie ook behoort de
tegenwoordige voorzitter, de heer A. De Beste, aan
wien dank wordt gebracht voor het vele goede, dat
hij gedurende die 25 jaren aan de vereeniging heeft
bewezen.
Eene volksvoorlezing in November 1866 gehouden
door mr. M. J. De Witt Hamer, thans te Middel
burg woonachtig, was de eerste aanleiding tot de
stichting van «Help u zei ven". Een viertal heei-en:
Jacs. De Blok, A. De Beste, C. Hootsmans en J. Van
Aerde vormden het plan tot oprichting eener «bouw-
vereeniging", uithoofde van het toenmalig gebrek
aan arbeiderswoningen hier ter stede statuten wer
den vastgesteld en op 1 Januari 1867 trad de ver
eeniging op met 16 leden onder den naam van
«Arbeidersvereeniging". Weldra klom het ledental,
vooral omdat toen hier geen spaarbank bestond en
de ingebrachte gelden bij de vereeniging rentegevend
werden belegd.
Rechtspersoonlijkheid kon de vereeniging echter
op hare aanvrage niet erlangen en dientengevolge
kon er ook niet tot het bouwen van woningen wor
den overgegaan. Hierbij kwam, dat sommigen een
vooroordeel tegen de vereeniging hadden en twee
jaren later, toen men recht had uitkeering te vra
gen van de ingebrachte gelden, traden weder vele
leden uit. In 1869 verminderde dan ook het ledental
met 24 en moest f 377,60 worden uitgekeerd. Men
gaf echter den moed niet op, besloot aan de leden
voorschotten te geven a 5 pet. en tot het einde
van 1871 werd 1366,54 aan voorschotten uitge
geven. Het kapitaal was verder in effecten belegd
en daardoor ondervond ook deze vereeniging nadeel
van den Fransch-Duitschen oorlog, en eerst nadat
einde 1871 de Koninklijke goedkeuring op de ge
zonder iets te vragen langs een touw aan boord, een
mand met druiven of ongekookte eieren met zich
voerende en beginnen op luiden toon hun waren aan
te prijzen. Prachtige trossen druiven zijn er bij, ze
zijn dan ook gauw aan den man gebracht. Andere
geldstukken dan kwartjes schijnen ze niet te kennen.
Ze weigeren bepaald b.v. 5 dubbeltjes voor een drui-
ventros. Ze moeten er twee kwartjes voor hebben.
Men behoeft hier van afdingen geen gewetenszaak
te maken, omdat zij het van overvragen niet doen.
Nadat alles afgeloopen is, lichten we het anker,
wenden den steven zuidwaarts en laten Suez achter
ons liggen. De golf is hier niet bijzonder breedbij
helder weer blijven zoowel de Afrikaanscbe als de
Arabische kusten in het oog men stuurt gewoonlijk
het dichtst langs die van Afrika.
Wanneer we onzen blik naar het land aan bak
boord wenden, d. i. naar het schiereiland Sinaï, dat
gevormd wordt door de golf van Suez en de Schelf
zee of de golf van Akabah, dan zien we op de zandige
kust een groen plekje liggen, een kleine oase. Het
zijn de zoogenaamde Mozesbronnen, die zich kier
bevinden en waaraan de oase haar ontstaan te danken
heeft. Hier was het waar de Joden, na het aan
schouwen van den ondergang van Pharao's leger,
een loflied aanhieven. We kunnen aan beide zijden
nog een tijd de kust waarnemen, tot de duisternis
ze aan ons oog onttrekt, terwijl we ons voortspoeden
wijzigde statuten was verkregen en de vereeniging
rechtspersoonlijkheid had verworven, bezat zij ge
noegzame stabiliteit om het oorspronkelijk plan
het bouwen van arbeiderswoningen, ten uitvoer te
leggen. Van dien tijd af draagt de vereeniging den
naam van «Help u zeiven." Grond werd in erfpacht
verkregen, gelden tot een bedrag van ƒ2000 wer
den opgenomen en 28 Mei 1872 had de eerste steen-
leggings plaats van vier woningen door den waar-
nemenden burgemeester, nu wijlen den heer G. H.
Kakebeeke. In 1875 werden aan de Cornelis Evers-
dijkstraat andermaal vier woningen gebouwd. In
1878 werden drie woningen aan het einde van de
Nieuwstraat aangekocht en in het volgend jaar
werden nog vijf woningen gesticht aan het zooge
naamde «Bekaf." Van de 16 woningen zijn twee in
eigendom aan de bewoners overgegaan.
In het geheel is in 25 jaren door de vereeniging
een bedrag opgenomen van 21870, waarvan 21070
is afgelost. Voor de 16 woningen is uitgegeven
17699,541/2, waarvan door verkoop werd terug
ontvangen 2275. Gedurende de verloopen 25 jaren
zijn 270 leden toegetreden en hebben 168 de ver
eeniging verlaten aan contributiën werd ontvangen
een bedrag van f 44209,03. De zuivere winst, in
24 jaren uitbetaald, bedroeg f 7950,64 Y,. Aan aan dee
len der leden werd in 25 jaar uitbetaald ƒ38101,30*/2
en aan winst f 654,52. Het reserve-fonds (gevormd
uit 7s der winst) klom in 24 jaar tot 1967,73
terwijl de totale ontvangsten en uitgaven over de
kwart-eeuw, dat de vereeniging bestaat, respectieve
lijk bedroegen 110165,97'/2 en 110146,74, zoo
dat het kassaldo op uit. Dec. 1891 bedroeg f 19,231/2.
Uit dit verslag blijkt, gelooven we, duidelijk, dat
«Help u zei ven" onder de zeer nuttige vereenigingen
hier ter stede mag gerekend worden en gaarne spreken
we dan ook den wensch uit, dat zij onder haar ij verig
bestuur steeds in bloei moge toenemen.
De zangvereenigizig «E x c e 1 s i o r" alhier
hoopt op 19 Januari a. s. haar 10-jarig bestaan te
herdenken. Zij zal tegen dien dag een feestavond
voor de leden en invité's organiseeren.
De voorzitter der R. K. kies vereeniging alhier
deelt ons mede, dat de lezing van mr. B. M.
Bahlmann om bijzondere redenen is uitgesteld.
Later zal bekend gemaakt worden, wanneer die le
zing zal gehouden worden.
De toestand van de Koningin van Rumenië
(Carmen S y 1 v a) schijnt niet zoo hopeloos te
zijn als ons geseind werd, althans volgens de N. R.
Ct. haalde zij jl. Woensdag haar Koninklijken ge
maal af aan het station te Palanza, waar zij noo-
steeds verblijf houdt.
In eene Woensdag den 6en dezer te Oostburg
gehouden vergadering van landbouwers, die
suikerbieten verbouwen, is besloten eene
vereeniging op te richten, ten doel stellende, het
verbouwen van suikerbieten op gehalte. Reeds traden
27 leden toe.
Naar de Amst. Ct. verneemt, zal II. M. de
Koningin-Regentes binnen korten tijd een
buitenlandsche reis voor den tijd van twee maanden
ondernemen.
De nieuw in te voeren postzegels van
3 c e n t dragen de beeltenis der Koningin en zijn
geel gekleurd.
over diezelfde wateren, welke door Salomo's schepen
bevaren werden om bouwstoffen te halen of uit Indië
specerijen aanbrachten, die wateren, die de heiligste
plaatsen van twee wereldgodsdiensten besproeien,
namelijk Sinaï en Mekka.
10 Juli. Tusschen de kapen Ataka ten westen
en Messalak ten oosten bereiken we het zuidelijk
gedeelte der Golf van Suez en neemt aan bakboord het
voor ons zoo beteekenisvolle woeste granietgebergte
Sinaï steeds duidelijker en scherper omtrekken aan.
Aan stuurboord wijken de bergen voor de vallei
of vlakte terug, die zich tot kaap Draferana, waarop
een flinke vuurtoren, uitstrekt. Aan bakboord nemen
bij kaap Dj ik an de bergruggen af en verliezen zich
in de woestijnstrook, welke men van de in groen ver
scholen stad Toer langs twee wegen doorsnijden
kan om het daarachter liggende Sinaï te bereiken,
waar Mozes Gods wetten en geboden ontving en
waar het manna neder viel. We zijn reeds uit de
golf en nog ontwaren we achter ons de höoge
toppen der Sinaïgebergten, (waarvan de hoogste do
Djebel-Moesa, 2600 Meter hoog is), zich tegen den
horizon afteekenen. Aan stuurboord zien we de
toppen van het Ghariebgebergte.
We blijven ongeveer in zuidelijke richting koers
houdeniederen dag wordt het warmer en de In
dische toiletten komen meer en meer tot hun volle
waarde en beginnen algemeen© toepassing te vinden j