1892 N°. 8. Donderdag 7 Januari. 79sle jaargang. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgii Van Ditmar te Botterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. coinwï. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending; van advertentiën voor 3 uren op den dag der uitgave. Brieven uit de Ganzestad. XXXVIII. 't Was 's avonds half tien. De laatste nieuwjaars bezoeker had mijne woning verlaten en onder het slaken van een diepen zucht trok ik mijn chamber- cloak aan, vleide mij in een gemakkelijken stoel en stak de ouderwetsche gouwenaar aan, die mjjne vrouw intusschen gestopt had niemand die het haar verbetert. »Ik ben blij, dat die dag zoover voorbij is", zeide ik, na een oogenblik te hebben gezeten. »'t Istoch eigenlijk al te dwaas, om elk jaar weêr diezelfde kool te verkoopen van elkatlr te feiiciteeren." »Zeg dat niet" luidde het antwoord van mijne vrouw. »Ik vind het waarachtig wel de moeite waard elkander geluktewenschen, dat men weder een jaar heeft mogen beleven en een volgend bin nentreden." >Och watElk oogenblik breekt immers een nieuw jaar aan. Wat is een jaar anders dan een tijdmaat, groot 365 dagen, zooveel uren, zooveel minuten en zooveel secondenwat anders dan een middel om den tijd te meten en te kunnen sprekon van vóór en over zoo en zooveel jaren. Daarom ook heeft men verschillende tijdrekeningen gehad en heeft men ze nog, evenals de landbouwers nog liefst spre ken van een Blooisch gemet of een Schouwsch gemet, al naar gelang van de streek waarin ze wonen." »Maar man! een jaar is toch een afgesloten tijd perk »Dat weet ik ook wel!" antwoordde ik, »maar het is mij nog altijd een raadsel, waarom nu juist het jaar, dat met de eerste seconde van het uur tusschen 12 en 1 in den nacht van 31 December op 1 Januari begint, zoo bijzonder moet herdacht worden. Is er op dat oogenblik iets merkwaardigs gebeurd Eenig teit, dat der herdenking waard is Ik kan me begrijpen, dat iemand zijn verjaardag herdenktdat is tenminste een dag waarop een voor hem belangrijk feit is voorgevallen, in het midden gelaten of het in sommige gevallen voor hem of zijne medemenschen niet gelukkiger ware geweest, indien het feit niet had plaats gehad. Maar een nieuwjaars dag, ik vind het een gruwel en onzin daarbij". »Maar man heb je dan volstrekt geen gevoel voor het schoone, dat er in ligt, wanneer de menschen elkander eenmaal in het jaar ten minste eens van harte heil en zegen wenschen »Om elkander verder een geheel jaar te plagen en onaangenaam te zijn, gezwegen nog van laster, hatelijkheid, nijd, afgunst en andere schoone deugden. En dan, welk een hartelijkheid steekt er in dat zenden van kaartjes, eene mode, die hoe langer hoe alge- meener, en daarom hoe langer hoe dwazer en onbe- teekenender wordt. Er is geen dag in het geheele jaar waarop zooveel gehuicheld wordt als die eerste dag. Het is een gelukgewensch vice versa, zonder eenige beteekenis. Het is een ambtenaar aan zijn patroon, een leverancier aan zijn klant, maar heel zelden een vriend aan een vriend. Men ontvangt kaartjes met een kruis er op ten teeken dat ze dagen te voren reeds verzonden zijn, alsof de afzender in een verloren oogenblik al zuchtend heeft gedacht »koin, dat werkje kan ik alvast wel beginnen". »Ja, zoo kun je nu alles wel bespottelijk voor stellen". »Maar is het dan niet zoo? Vroeg je mij van middag zelf niet»Man, kijk eens even of er al een kaartje is van mijnheer en mevrouw X., want dan dienen we er hun ook éen te zenden Hartelijk gemeend, die felicitatie van ons, vindt je niet »0, maar die vervelende menschen nu ook." »Daar heb je het al. Nog maar enkele uren ge leden hebben wij ze met een retour-kaartje harte lijk" geluk gewenscht, en nu noem jij ze al vervelend." »Ochluidde het antwoord van mijne in het nauw gebrachte wederhelft. »Kijkriep ik triumfantelijk uit, »dat zou nu een reden voor mij kunnen zijn om voortaan den lsten Januari dankbaar te herdenken, het feit, dat het mij voor het eerst van mijn leven gelukt is, bij verschil van meening met jou, gelijk te hebben ge kregen. Maar" ging ik voort, toen ik bemerkte, dat mijne laatste woorden niet geschikt waren om mijne vrouw in een goed humeur te doen blijven, »zeg nu eens, kindgeloof je nu heusch zelf nog aan eenige hartelijkheid bij al die felicitaties Is het nu werke lijk je meening, dat het hart er in de meeste gevallen iets mede te maken heeft V Of zou niet veeleer eene koele berekening van het verstand de aanleidende oorzaak zijn van dat zenden van kaartjes, terwijl dan nog velen een algemeenen gelukwensch in de courant onderteekenen om toch vooral niemand te vergeten, evenals ik weet niet meer welk volk dei- oud heid, dat voor elke godheid een beeld schiep en dan bovendien nog éen uit vrees dat het een god mocht hebben vergeten." »Ach ja!" sprak mqne vrouw, »er is wel veel waars in wat ge beweert, maar op die manier ont neemt men toch langzamerhand aan alle goede ge bruiken him waarde." Volkomen waar" antwoordde ik, »maar die waarde ontneem niet ik er aan, maar dat doen wij allen, omdat het goede gebruik geheel ontaard is. Ik kan me voorstellen maar dat moet dan toch heel lang geleden zijn dat er uitsluitend hartelijkheid bij het nieuwjaar wenschen voorzat, zooals wanneer kin deren zich verheugen hunne ouders weder een jaar te hebben mogen bezitten en omgekeerd deze, dat hun hunne kinderen gespaard bleven wanneer be dienden en kantoorpersoneel uit gehechtheid voor hun patroon dankbaar herdenken, hoe ook in het afgeloopen jaar de harmonie tusschen hen niet werd verstoord en ze elkander hebben weten te waar- deeren om hunne toewijding of vriendschapwan neer goede bekenden elkander bezoeken en van heeler harte geluk en voorspoed wenschen voor de toekomst van een jaar, in de hoop het na verloop daarvan te mogen herhalen. Maar nu het nieuwjaar wenschen eene mode is geworden, waaraan niemand zich durft ont trekken en het in de meeste gevallen is ontaard in een kouden vorm van kaartjes zenden, of in het prevelen van een heilwensch met de lippen zonder dat het hart daarin medespreekt, nu heeft de geheele plech tigheid van dezen dag hare waarde verloren, en zijn het meer vrees, winstbejag of begeerlijkheid die den menschen den zegenwensch op de tong brengen, dan welgemeende en diepgevoelde hartelijkheid. En daarom zou ik dan liever al dat wenschen" willen afgeschaft zien. Mij althans mag men een volgend jaar gerust overslaan". »Nu, maar zij, die om een fooitje komen, zullen het zeker wel niet met u eens zijn" hernam mijne vrouw nog een heel, heel klein beetje schamper. »Dat geloof ik ook niet, maar daarentegen de postbeambten, zoo hoog- als laaggeplaatsten, zeker wel. Want die hebben dezer dagen een hondenbaantje, dat verzeker ik je. In een kantoor, waar langzamer hand een bedenkelijke atmosfeer begint te heerschen, tot laat in den nacht werkzaam te moeten zijn, zooveel mogelijk zorg te dragen, dat alles, tot zelfs de bestellingen, op tijd plaats heeft en dat schier zonder eene enkele vergissing te begaan, niettegen staande millioenen en millioenen brieven, kaartjes enz. moeten worden gesorteerd, verzonden en bezorgd daarvoor moet ieder weldenkende eerbied hebben." En dit zeggende ledigde ik het glaasje, dat mijne vrouw al pratende vóór mij gezet had, als wijdde ik in stilte een dronk aan onze trouwe en jjverige postambtenaren. »Maar", vervolgde ik daarna, »ik heb je nog niet verteld, welk een kolossale domheid ik hedenmorgen heb begaan. Verbeeld je, er wordt gescheld en daar ik toch in de gang ben, doe ik meteen maar open. Ik sta tegenover een man, die even zijn pet aanraakt en daarna zegt: »Ikwensch je veel zegen in het nieuwe jaar voor den straatveger." Kerel", riep ik kwaadaardig, »denk je, dat ik een straatveger ben en meteen smijt ik de voordeur voor zijn neus dicht. Hij riep nog iets, vermoedelijk nog een zegenwensch, maar wat hij zeide kon ik niet verstaan. Later zeide Bet mij, toen ik haar het geval vertelde, dat die man zelf straatveger van beroep is en dat hij een fooitje had moeten hebben. Ik heb haar permissie gegeven de eerste keer, dat ze den man ziet, hem het dubbele te scheuken, de eene helft voor den eersten, de andere voor den tweeden wensch." Mijne vrouw schudde lachend het hoofd en begaf zich daarop ter ruste, na mij goeden nacht gewenscht te hebben met veel meer hartelijkheid dan die van al de heilwenschen te zamen, die ik dien dag had ontvangen en aangeboden. Op dat oogenblik huichelden noch zij, noch ik, Goddank Adspirant 2. Benoemingen. De heer mr. Geradts, die dezer dagen tot burge meester van Roermond is benoemd, is een liberaal Katholiek, die meermalen candidaat voor 't lidmaat schap der Tweede Kamer is geweest. In de stad Roermond ontwikkelen de liberalen een groote kracht, zoodat zij reeds, behalve den heer Geradts, verschil lende vertegenwoordigersin den Gemeenteraad hadden. Het is dus volstrekt niet vreemd, dat de keus der Regeering op een liberaal is gevallen, ook al kwam die, naar men zegt, niet op de aanbevelingslijst van den Commissaris voor. Dat de heer Geradts te Roer mond zeer gezien is, blijkt uit hetgeen de fel ultra- montaansche aldaar verschijnende Nieuwe Koerier schrijft »Als burger en rechtskundig Raadsman heeft de heer mr. Geradts veel achting verworven. Hij was steeds zeer humaan, beleefd in den omgang. Als president der Kon. Harmonie en der Zangvereeniging »Caecilia" heeft hij zeer veel tot den bloei der socië teiten bijgedragen. »Wij hebben een te vast vertrouwen in het recht vaardigheidsgevoel, den goeden wil en de humaniteit van den nieuwbenoemde, om niet te mogen verwachten, dat hij evenals zijn waardige voorganger, de heer Diepen, voor allen gelijk, voor allen een waar burger vader zal zijn. »De heer Diepen heeft getoond der burgeren rechten en denkwijzen zonder uitzondering te eer biedigen, en wij verwachten van den heer mr. Geradts hetzelfde. »Zijn wij het in beginselen ook niet eens met den nieuwbenoemde, wij w6nscheD, dat hij aan den bloei van Roermond met hart en ziel werke." De andere katholieke bladen houden zich over het geheel over deze benoeming stil, maar de Schaep- manniaansche Zuid-Hollander gaat op de volgende wijze te keer (en de antirevol. pers neemt dit na tuurlijk met ingenomenheid over) »Dit schandaal een anderen naam kunnen wij aan deze Regeeringsdaad niet geven spelt een droeve toekomst. >De liberalen schijnen wraak te willen nemen over de rechtvaardigheid, waarvan het afgetreden Kabinet bij benoemingen steeds deed blijken en bitter spel van het noodlot Limburg wordt uitgekozen om het eerst de wraak van onze nieuwe meesters te voelen. »Het is niet genoeg dat Limburg met goed ver trouwen de nieuwe meesters tegentrad en blij van hart hun het welkom toeriep, Limburg moet liberaal worden en de vriendjes, die hierbij een handje hel pen, moeten beloond worden. De liberale Regeering geeft hun den invloed en de eerepostjes, die de Ka tholieke Limburgers aan de ongeloovigen weigeren. Liberale burgemeesters, hoewel ziek en voor den dienst ongeschikt, hebben gewacht om hun ontslag te nemen totdat dit Kabinet optrad. Mocht de heer Diepen zich hebben laten inspireeren door gelijke gevoelens en liever zijn afgetreden onder het Christe lijk bewind, dan zou deze kaakslag aan het Katho lieke Limburg zeker zijn gespaard. »Er zijn in die ongelukkige dagen zoovele ver gaderingen gehouden en zoovele motiën aangenomen, dat ons geheugen ons zeer wel parten kan spelen. Wij meenen ons echter te herinneren bedriegen wij ons, dan zullen onze Limburger confraters ons door een rectificatie verplichten dat in de dagen onzer twisten te Roermond een vergadering is ge houden van liberalen, waarin de persoonlijke dienst plicht o. a. een warm voorstander vond in den heer Geradts, den huidigen burgemeester. »Dit feit zegt meer dan duizend woorden. Het is dus wel noodig, dat wij, Katholieken, ons steeds nauwer aansluiten om eendrachtig den vijand te bekampen". Dit is meer dan kras, zegt het Vad. terecht. Men zal in een Katholieke stad geen voorstander van den persoonlijken dienstplicht tot burgemeester mogen benoemen, en het moet een schandaal heeten, dat een liberaal tot dit ambt geroepen wordt in een gemeente, waar een overgroote minderheid liberaal isWat dan te denken van de benoeming van den antirevolutionair mr. Yan Swinderen tot Commissaris in het liberale Drente en van den eveneens antirev. mr. Lobman tot Gouverneur van Suriname, waar de antirev. te tellen zijn Het ware althans kiesch en verstandig met een oordeel te wachten. Het zal wel blijken over eenige jaren, dat deze liberale be noeming heel wat beter is geweest dan met name de laatstbedoelde onder het christelijk Kabinet. GOES, 6 Januari 1892. Volgens aan het Sas van Goes gedane waar nemingen was de wind in het afgeloopen jaar ge durende 45 dagen Noord, 4 Noord-West, 38 West, 26 West-Zuid-West, 47 Zuid-West, 3 Zuid-Zuid- West, 96 Zuid, 1 Zuid-Zuid-Oost, 33 Zuid-Oost, 13 Oost, 30 Noord-Oost en 29 Noord-Noord-Oost. Aan het Sas van Goes had gedurende 1891 de volgende scheepvaart-beweging plaats. Er zijn ingevaren 729 schepen met 45611 tonnen inhoud, en uitgevaren 733 schepen met 44555 tonnen inhoud. De vaart was gestremdgedurende Januari wegens vorst; van 26 tot 28 April en van 7 tot 15 Juni, wegens herstel der havenboorden en <fle werken aan den mond der haven. Bij de springgetijden in 1891 was de water stand van het Sas van Goes boven A. P.12 Jan. 1.90 M.26 Jan. 1.50 M.10 Febr. 1.95 M.25 Febr. 1.45 M.12 Maart 2.15 M.27 Maart 1.80 M.10 April 1.70 M.25 April 1.60 M.9 Mei 1.80 M.; 25 Mei 1.70 M.8 Juni 1.48 M.9 Juni 2 M.23 Juni 1.60 M.7 Juli 1.65 M.23 Juli 1.60 M.6 Aug. 1.70 M.21 Aug. 2.10 M.4 Sept. 1.60 M.19 Sept. 1.85 M.4 Oct. 1.46 M. 19 Oct. 1.35 M.3 Nov. 1.55 M.17 Nov. 1.95 M. 3 Dec. 1.35 M.17 Dec. 1.55. De hoogste stand was dus den 12 Maart en wel 2.15 M. boven A. P., terwijl de laagste stand bij springgetij was den 3 December 1.35 M. boven A. P. lerseke. In de gisteravond gehouden raadsver gadering, die door 9 leden werd bijgewoond, waren o. a. de volgende stukken ingekomen, die, behalve een verzoek van A. Van Zweden Jz. om ontheffing van zijn aanslag in den H. O., voor zoover noodig i behandeld werden Kennisgeving van mej. Van Westen, dat zij hare benoeming tot gemeente-vroedvrouw aanneemt. De Voorzitter deelde mede, dat zij bereids den In Jan. hare betrekking heeft aanvaard, i Kennisgeving van het Burg. Armbestuur, dat de heer J. Sandee Pz. tot zijn voorzitter is benoemd en dat deze die benoeming heeft aangenomen. Van Ged. Staten machtiging van het gemeente bestuur om te beschikken over de helft der inkom sten, op de gemeentebegrooting 1892 vermeld, en dat de behandeling dier begrooting tot 1 April is uitgesteld. Van het Burg. Armbestuur een staat van aanbe veling tot benoeming van 2 leden van dat bestuur. Herbenoemd werden d® heeren J. C. Van der Burght en J. Sandee Jz. Verzoek van den heer D. Spruit alhier om op heffing van het verband groot 2000 op de groot boeken der Ned. Werk. Schuld, indertijd door hem tot waarborg van zijn beheer als gemeente-ontvan ger gesteld. Toegestaan met algemeene stemmen. Een verzoek der zangvereeniging Ierseksch Man nenkoor" om kosteloos gebruik van een der lokalen van school 2, zoo noodig met e^ie vergoeding voor het gebruik van vuur en licht. B. en W. stelden voor dit verzoek in te willigen en eene jaarlijksche bijdrage van 5 vast. te stellen. Met algemeene stemmen aangenomen. Daarna deelde de Voorzitter mede, dat na her haalde oproepingen zich slechts één sollicant, en dus niet het vereischte getal, voor de betrekking van hoofdonderwijzer met Engelsche acte aan school 1 heeft aangemeld. Daar informatiën naar dien sol licitant uit Indië moeten betrokken worden en deze niet spoedig kunnen inkomen en zoowel het hoofd der school als de arrond.-schoolopziener tegen eene benoeming van den sollicitant hadden geadviseerd, stelden B. en W. na bespreking met den arrond.- schoolopziener voor dat de raad hen zal machtigen tijdelijk in de benoeming te voorzien. De heer Sauer vroeg, hoe oud die sollicitant was en of het de bedoeling is, dien sollicitant te be noemen. De Voorzitter antwoordde dat het laatste waar schijnlijk geschieden zal, dat de bedoelde sollicitant 52 jaar is en ongeveer 20 jaar in Indië is werk zaam geweest. De heer Sauer vond het wel wat vreemd, dat die onderwijzer geen stukken tot aanbeveling heeft in gezonden. Verder verklaarde hij zich in beginsel tegen eene tijdelijke benoeming, daar het hoofd der school, hoe waarheidslievend ook en hoezeer het belang der school den voorrang gevende, daarbij zoo licht in een tweestrijd geplaatst wordt tusschen plicht en menschelijkheid. Hoezeer ook belangstel lende in het onderwijs in het Engelsch, wilde hij dan toch nog liever de acte Engelsch laten varen en de jaarwedde voor een gewoon hoofdonderwijzer op 700 stellen. Ook achtte hij den ouderdom van den sollicitant wel wat hoog. De Voorzitter voerde daartegen aan, dat de beide hoofden der scholen alhier toch ook van de wet van 1857 zijn, dat de sollicitant werkzaam is ge weest als leeraar op een hoogere burgerschool en dat lijj onderwijs in het Engelsch eene behoefte acht voor velen in deze gemeente. De heeren Van Harmeien en Cupêrij wezen ook op de afwezigheid van aanbevelende stukken en van adviezen van den schoolopziener en het hoofd der school. Zonder de laatste kan de Raad niet benoemen. De Voorzitter merkte op, dat dit laatste ook niet ter sprake komt. 'tls slechts eene tijdelijke benoe ming en de sollicitant heeft zich gaarne bereid ver klaard voor een proeftijd. Hij verdedigde nog nader het voorstel van B. en W. evenals de heer Sinke, maar ten slotte werd het voorstel met 6 tegen 3 st. verworpen. De heer Van Harmeien stelde nu voor van de Engelsche akte af te zien en het salaris voor een onderwijzer met hoofdakte vast te stellen op f 700. Daar de Voorz. bleef hechten aan het onderwijs in het Engelsch voegde hij daarbij het denkbeeld om een som uit te loven voor den te benoemene, indien hij na eenigen tjjd in het bezit dier akte kwam. i De heer Sauer kon zich met het voorstel van den heer Van Harmeien vereenigen. De geldmiddelen lieten z. i. niet toe een salaris uit te loven hoog ge noeg om een onderwijzer met Eng. akte te krijgen en hoewel ook veel waarde hechtende aan Engelsch onderwijs, stelde hij toch het gewoon lager onderwijs

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 1