1891 N°. 154.
Donderdag 31 December.
78
jaargang.
ste
SECRETARIE
UITDEELING
1 S 9 1.
FEUILLETON.
Uit het dagboek van een Koloniaal.
G0ESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgii Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
<;<HRA\T.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending- van advertentiën voor 3 uren op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der gemeente GOE§,
op DONDERDAG den 31 DECEMBER 1891,
des namiddags te 21/2 uren.
Goes, den 29 December 1891.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling
I. Notulen.
II. Mededeelingen.
III. Ingekomen stukken.
IV. Tweede suppletoir kohier van den H. O.
voor 1891.
V. Reclame van M. H. Harinck tegen zijnen
aanslag in den H. O. over 1891.
VI. Wijziging der ontwerp-begrooting voor 1892.
Vn. Voorstel tot wijziging der Verordening voor
de Openbare gezondheidscommissie.
VIII. Benoeming van leden en voorzitters van
commissiën en besturen ten gevolge van pe
riodieke aftreding.
Op VRIJDAG 1 JaQuari 1S92 zal de
der gemeente alleen geopend zijn des voormiddags van elf
tot twaalf uren, voor aangiften ia zake den Burgerlijken
Stand.
Goes, den 29 D.cember 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Dé Nieuwjaars-commissie, daartoe in staat gesteld door de
bijdragen der ingezetenen, z-il op VRIJDAG 1 Januari 1892
des middags te uren iu het Weeshuis eene
doen van eetwaren aan de armen dezer gemeente.
De ineergegoeden worden uitgenoodigd op dien dag geeno
giften of aalmoezen aan hunne huizen uit te reikenen de
armen worden gewaarschuwd, dat tegeu het bedelen op dien
dag door de politie met de meeste ge9treugheid zal worden
gewaakt.
Goes, d«n 29 December 1891.
Burgemee-ter en Wethouders van Goes,
J. G. d W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
i.
Reeds weder staan we aan het einde van een
jaarkring. Het is of telkenmale de wisseling van
»oud en nieuw" met meer spoed ons komt over
vallen, of de jaren elkander met toenemende snel
heid opvolgen. Wanneer we ons gebeurtenissen van
meer of minder belang voor den geest roepen en
het tijdstip, waarop ze voorgevallen zijn, naslaan,
ontsnapt ons als van zelf de uitroep »Is dit reeds
zoolang geleden?"
Inderdaad, de tijd verrast ons en het is schier
onbegrijpelijk, dat reeds een jaar verliep sinds we
ons het laatst nederzett'en om in korte trekken de
geschiedenis van een ten einde spoedend jaar voor
den geest onzer lezers terug te roepen.
6)
Zien we nu Genua rond dan ontdekken we zoo
wel boven als beneden ëen groot aantal kerken en
torens, waarvan sommige fraaie gebouwen zijn, met
hooge koepels, een bewijs dat we in een katholiek
land zijn. De een na den ander beginnen nu al de
klokken dier kapellen of kerken te luiden om de
menschen ter vroegmis op te roepen.
Met het opkomen der zon, die juist boven de ber
gen verschijnt, komt er meer leven in de haven,
in de stad en op de ons omringende schepen. Ka
trollen, kettingen en touwen geraken in vollen gang,
(ook wij moeten weer laden) kleine sleep- en stoom
bootjes varen af en aan om de lading of wat gelost
wordt aan- of weg te brengen, want de schepen
komen hier niet aan den wal te liggen, maar laden
uit groote houten schepen, die naast het schip lig
gen. De haven wemelt van roeibootjes, meest alle
met een zeil of tentje overspannen. De meesten die
nen, om, als men naar den wal wil, ons daar te
brengen. Ze loeren dan ook als hyena's op hun prooi
en varen ten getale van 10 of 12 rondom 't achter
schip. Als er een naar wal wil, schieten ze allen
toe om hun boot aan te prijzen en de lucht weer
galmt van hun kreten en uitroepen.
Verder zien we nog een menigte van die bootjes
Maar de kalender, de jongste feestdagen, de lange
avonden, zij allen wijzen ons er op, dat we weder
op het keerpunt zijn aangekomen, waarop de wis
seling* van twee jaren plaatsgrijpt. En de gewoonte,
in de dagbladen inheemsch geworden, om een terug
blik te slaan op wat achter ons ligt, volgende, bren
gen we nog voor een oogenblik in herinnering wat
1891 ons bracht.
't Was niet alleen de duisternis aan het winter-
jaargetijde eigen, die ons Nederlanders somber stemde
bij den aanvang van het verloopen jaar. De buiten
gewoon strenge koude, waaronder schier ieder leed,
maar de arme verreweg het meest, de snel voort
woekerende influenza, die menige prooi bemachtigde,
de matheid in het landsbestuur, de dood bovenal
van den laatsten mannelijken telg uit ons vorsten
huis, dit alles drukte bij den aanvang van 1891
loodzwaar op ons volk.
Gelukkig, dat de meeste rampen geen blij venden
indruk achterlaten en dat voor veel leed een troost
gevonden wordt in wat komende tijden ons brengen.
Zoo ook hier. Immers, al blijft Nederland den over
leden Koning betreuren, in 1891 bleek hoe boven
verwachting ons land gezegend was door het bezit
eener Koningin-weduwe, die voor hare minderjarige
dochter op zoo uitstekende wijze de teugels van het
bewind in handen nam. Zij, nu een dertiental jaren
geleden nog eene vreemdelinge voor de Nederlanders,
heeft in 1891 getoond genoegzaam vertrouwd te
zijn met de constitutioneele beginselen, die haar
overleden gemaal gedurende meer dan 40 jaren had
gehuldigd, om, gesteund door de liefde en het ver
trouwen van gansch een volk, Nederland zoo min
mogelijk het gemis van een vorst te doen gevoelen,
de beste wijze voorzeker om de nagedachtenis van
Koning Willem Hl in eere te houden en te huldigen.
Stonden we bij den aanvang van het jaar ten opzichte
van het regeeringsbeleid der Koningin-weduwe nog
voor eene onopgeloste vraagwisten we omtrent
haar alleen, dat ze eene verstandige en liefdevolle
moeder was voor haar kind, terwijl nog blijken
moest of ze dit ook zou willen en kunnen zijn voor
de onderdanen van hare jeugdige dochter, thans,
een jaar later, is het antwoord op die vraag bereids
gegeven en staart het Nederlandsche volk met ver
trouwen naar den troon, die de Regentes voor haar
kind inneemt.
En dit vertrouwen geldt niet alleen het heden
maar evenzeer de toekomst, want de verstandige
leiding, het vorstelijk kind gegeven, levert grond
voor de gelukkige verwachting,' dat Koningin Wil-
helmina, wanneer ze eenmaal zelf den schepter ter
hand zal nemen, het voetspoor van hare doorluchtige
ouders ook in het staatsbestuur zal volgen en dat
ze niet alleen over maar met haar volk zal willen
regeeren.
Maar daarvoor is noodig, dat ons volk de Koningin
met een krachtig bestuur ter zijde staat. Dit heeft
Nederland begrepen, toen het in den afgeloopen zomer
bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer eene
meerderheid schiep, die, tot éene partij hehoorende,
in staat zou zijn met kracht de regeering ter hand
te nemen.
We zullen niet weder in den breede uitmeten de
vele tekortkomingen van het afgetreden ministerie
we zouden daarmede slechts in herhaling vervallen
van wat we een jaar geleden schreven en wat we
met fruit, zooals sinaasappelen, citroenen, kersen,
appelen, peren, abrikozen, druiven, enz.weer andere
met manufacturen of gebakook schuitjes met zoo
genaamd wittebrood. Weldra liggen er vier tegen
het schip aan om op allerhande manier hun waren
aan te prijzen. De vrouw met de manufacturen roept
niets anders dan»Au Bon Marché, koopi, koopi
De fruitvrouw roept>kirsen, perèn, enz." De sol
daten nemen deze gelegenheid te baat om zich eens
recht te goed te doen aan de vruchten, die hier nog
al tamelijk goedkoop aangeboden worden. De schuitjes
blijven dan ook tot de laatste minuut tegen het
schip liggen. Nu brengt een klein bootje de douanen
aan boord om te kijken of we ook veel tabak, sigaren
ot eau de cologne, waarvan zware invoerrechten
betaald moeten worden, bij ons hebben. Doch we
hebben onze tabak en sigaren een paar dagen te
voren afgegeven aan den hofmeester, die ze voor ons
bewaart. De kleeding der douanen is als volgteen
pantalon van geruite stof, die nauw rond de beenen
sluit, een zwart lakensche uniformjas met platte
koperen knoopen, op den kraag en de panden gele
biezen. Aan een riem om hun raidden hangt een
sabelbajonet, zooals bij onze mariniers.
We zullen nu een kijkje gaan nemen in de stad.
Op een wenk van ons komt een oude Italiaan met
een bootje toeschieten. We dalen de trap af en
stappen in de boot, die met een kleine tent over
spannen is en ons naar den wal zal brengen.
Onze gondelier (zoo heeten hier over 't algemeen
kort vóór de verkiezingen den kiezers nogmaals in
herinnering brachten. Maar dit mag geconstateerd
worden, dat het ministerie-Mackay in geen enkel
opzicht is tegemoetgekomen aan de nooden en be
hoeften van het volk, dat het schier niets gedaan
heeft tot oplossing van de meest dringende vraag
stukken van sociale wetgeving, dat het door geen
enkele daad uitvoering heeft trachten te geven aan
wat zelfs zijne eigene partij eischte op het gebied
van herziening of verbetering van het belastingstelsel.
Dit lag misschien ten deele, zeker niet uitsluitend,
aan de mannen, waaruit dat ministerie was samen
gesteld. Want zelfs al waren zij all en met den besten
wil bezield, zij misten datgene, wat zelfs de krach
tigste staatsman niet missen kan om in een consti
tutioneel land zijne denkbeelden te doen zegevieren
eene meerderheid in de volksvertegenwoordiging, die
bereid is de regeering met kracht en nauw aan
eengesloten te steunen.
Nog vóór 1891 aanbrak lag de rechterzijde reeds
verbrokkeld uiteen en was de regeering tot machte
loosheid en zoodoende tot werkeloosheid gedoemd.
Reeds van den ^aanvang af gegroepeerd in twee bijna
gelijke helften, die weinig andere punten van aan
raking hadden dan haat tegen de liberalen, was de
katholieke-anti-revolutionaire rechterzijde innerlijk
verdeeld. Maar toen de fractie Bahlmann-Vermeulen
nog de gehoorzaamheid opzeide aan den katholieken
politieken leider dr. Schaepman, terwijl de anti-revo
lutionaire partg een mengsel bood van conservatieve
en meer radicale elementen, toen was het toch reeds
zwakke allegaartje der rechterzijde, dat de regeering
moest steunen, feitelijk niet langer in staat aan de
eenvoudigste wenschen des volks uitvoering te geven
en stond haar een streng maar billijk vonnis aan
de stembus van dezen zomer te wachten.
Dat vonnis bleef niet uit. Ons volk, dat reeds in
1888 7oo dringende eischen deed hooren naar eene
krachtige wetgeving op sociaal en financiëel gebied
dat, te dien opzichte door het kleurlooze ministerie-
Heemskerk zoo weinig bevredigd, vóór drie jaren
uit wanhoop hulp zocht en verwachtte van eene
regeering uit de rechterzijde, vooral op grond van
schoone en veel belovende programma's; dat echter
ook van die zijde hare wenschen zoo weinig zag
bevredigd, dat zelfs Patrimonium" baloorig werd en
onomwonden klaagde over het gemis van belang
stelling en toewijding voor de sociale nooden bij de
vertegenwoordigers barer eigen partij in ministerie
en volksvertegenwoordiging ons volk, zeggen we,
bracht zijn vertrouwen over op de liberale partij,
die steeds, wanneer de nood hoog gestegen was, ge
toond heeft de kracht en den ernstigen wil te bezitten
aan de dringende eischen des tijds, aan de billijke
eischen des volks gehoor te geven en voldoening te
schenken.
Zal zij dit ook nu weór Er is alle reden om dit
te verwachten. Op grond toch van die liberale
meerderheid, in den afgeloopen zomer door de kiezers
in het leven geroepen, heeft de Koningin-regentes
volgens constitutioneelen eisch een ministerie aan
het bewind geroepen, samengesteld uit mannen, die
bij alle partijen in den lande geacht worden om hun
kunde, ijver, werkkracht en ernstigen wilmannen
van wie niet anders kan getuigd worden, dan dat
zij ruimschoots begiftigd zijn met de eigenschappen,
die in staatslieden in moeilijke tijden als de tegen
woordige geëischt worden om groote hervormingen
de roeiers) roeit met lange regelmatige slagen en
stuurt met bewonderenswaardige snelheid" en behen
digheid zijn boot tusschen den chaos van groote en
kleine schepen, ankerkettingen en touwen door zon
der iets te raken. Een riem kan hem nooit ontglippen,
want ze zijn met een touw of een riem aan een
ijzeren staaf verbonden, die in den rand van de boot
geklonken is, dus niet zooals in Holland, waar de
riemen in de daarvoor bestemde gleuven of roei-
gaten liggen.
Overal waar we den blik wenden zien we aan- en
afvarende schepen en roeibootjes, de haven wemelt
er van, de laatste vooral. In het kleine bootje ge
zeten varen we nu en dan onder door den boeg van
een of ander groot stoomschip, reusachtige lichamen
van ijzer en hout, echte zeekasteelen, waarbij ons
klein bootje is als een mier bij een olifant. Eindelijk
houdt onze boot stil. We zijn nu bij een groot
kantoor of liever gezegd douanenbureau. Vlak bij
dit gebouw is een brievenbus, waar we onze brieven
of briefkaarten in kunnen werpen. We stappen uit
na eerst den roeier betaald te hebbeneen franc
is de algemeene prijs per hoofd, niemand doet het
minder, allen vragen hetzelfde.
Na uitgestapt te zijn gaan we achter genoemd
gebouw heen en stappen, door een hek gaande, de
straat op. Op de hoeken van de straten, onder
vooruitspringende gevels van huizen, overal ziet men
fruit- en ververschingskraampjesde straten zijn
meest alle breed, aan weerszijden breede trottoirs,
in het leven te roepenmannen eindelijk, die reeds
in de eerste troonrede van de Regentes een programma
ontwikkelden, waaruit blijkt,-'dat ze eene vaste rich
ting aan het staatsbestuur wenschen te geven en in
bepaalde volgorde de meest dringende vraagstukken
tot oplossing wenschen te brengen.
Doch evenals ieder ander ministerie heeft ook het
huidige daarbij den steun en de medewerking noodig
van de meerderheid waaniit het is voortgesproten.
En daarom is het noodig, dat die kleine meerder
heid vast aaneengesloten de plannen der regeering
steunt. Aanvankelijk geeft de geschiedenis dei-
laatste maanden daarop gegronde hoop. Immers, al
zijn nog geene voorstellen van ingrijpenden aard bij
de volksvertegenwoordiging ingediend, zoo bleek toch
bij de begrootingsdebatten, dat liberalen van ver
schillende nuances bereid zijn de regeering te steunen
en dat deze te dien opzichte zoowel op de oudere
als op de jongere leden der regeeringspartij in de
Kamer zal mogen rekenen.
Om al deze redenen achten we 1891, in tegen
stelling met vele zijner voorgangers, een jaar, dat
goede verwachting heeft gebracht. Wordt die ver
wachting niet beschaamd, dan zal met dat jaar een
tijdperk zijn aangevangen van herleving en ver
ademing op sociaal, oeconomisch en financiëel gebied;
een tijdperk waarin voor alle rangen der maat
schappij groote veranderingen op til zijn, maar
waarin vooral voor de zwaarst gedrukten en minst
bevoordeelden eene verlichting van druk zal komen,
die zij noodig hebben om te blijven voortbestaan
waarop ze bovenal recht hebben op grond van de
edelste beginselen der ware humaniteit.
GOES, 30 December 1891.
We ontvingen als gewoonlijk ter aankondiging
de almanak der Maatschappij tot bevordering van
landbouw en veeteelt in Zeeland. Het boekje, dooi
de uitgevers J. C. W. Altorffer te Middelburg in
het gewone kleed gestoken, bevat als altijd tal van
nuttige en practische opgaven, die het tot een on-
misbaren gids maken voor landbouwer en niet-land-
bouwer. Als voorwoord geeft het ditmaal voor het
eerst een kort verslag van de vergadering van het
hoofdbestuur der Maatschappij, verleden zomer te
Kolijnsplaat gehouden.
Met ingang van 16 Jan. 1892 is de commies
der posterijen 3e kl. M. J. D e J o n g h verplaatst
van het postkantoor te Gouda naar het spoorweg
postkantoor no. 3 (standplaats Groningen).
Prov. blad no. 121 bevat een besluit van Gede
puteerde Staten, houdende vaststelling van het tijd
stip, waarop in 1892 de h e r ij k der maten en ge
wichten in deze provincie zal plaats hebben.
Dit zal zijn te Kortgene 22 Maartte Wissekerke
23 en 24 Maartte Kolijnsplaat, ook voor Kats, 25
en 26 Maart.
Te Goes, ook voor Kloetinge en Kattendijke, be
nevens 's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke (ge
meente 's-Heer Arendskerke), 20, 21, 22, 23,25,26,
27, 28, 29, 30 April en 2 Mei.
Te Wolfertsdijk 3 Meite Heinkenszand, ook voor
's-Heer Arendskerke, 4 Mei en 5 Mei des voormid
dags te 's-Heerenhoek, ook voor Borsele en Nieuw-
dorp (gemeente 's-Heer Arendskerke), 5 Mei des
namiddags en 6 Meite Ovezand, ook voor Nisse,
netjes geplaveid. In het midden der straat sporen
voor paardentrams, die men ieder oogenblik voorbij
ziet rijden. De meeste straten loopen zigzagsgewijze
naar boven.
We zullen een paar straten oploopen en er een
vluchtig kijkje nemen, want veel tijd hebben we
niet. 't Is nu 12 uur en om 2 uur moeten we weer
aan boord terug zijn, bovendien men zou wel een
dag of 5 noodig hebben om de stad te bezien. Vooral
het kerkhof moet hier prachtig zijn en door geen
ter wereld overtroffen worden millioenen zijn hier
aan ten koste gelegd. Ik weet dit enkel van hooren
zeggen, zelf had ik geen gelegenheid om het te
gaan zien. Rechts voor ons zien we een groot ge
bouw met drie verdiepingen en een plein er rond.
Het is de kazerne der douanen, die onophoudelijk
uit- en inloopen. De volgende straat gaan we al
hooger en hooger. De huizen aan weerszijden dei-
straat zijn hoog van 5, 6 of 7 verdiepingen, van
een vuilwitte kleur en voorzien vafl groene vensters
of zonneblinden, waaraan op lange latten of touwen
linnengoed te drogen hangt. Op het einde der'sjh-aat
zijn we door een hoog ijzeren traliehek gesclroiden
van den spoorweg, die hier door de stad heenloopt.
Daar achter verheft zich een oude muur, op dien
muur verscheidene terrassen, die met allerlei boomen,
planten en bloemen begroeid zijn. Boven die ter
rassen verheft zich een kapel, die met zijn toren
overal boven uitsteekt. Rechts van deze terrassen of
tuinen staat een poort, waarin het stinlbeeld van