1891 N°. 144.
Zaterdag 5 December.
78s,e jaargang.
het PATENTRECHT
Belasting op de Honden
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.'
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentie voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiifn voor S uren op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
COURANT.
Het kohier no. 5 van
voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18011892, is op
heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger
dier belastingen, en zal dus ieder verplicht zijn zijnen aanslag
ten gestelden tijde te voldoen.
Goes, den 4 December 1891.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
Het tweede suppletoir-kohier voor 1891 van de
19 door den Raad in zyns vergadering van den 3 December jl.
vastgesteld en zal na de uitreiking van het aanslagbiljet ge
durende een maand ter inzage liggen, gedurende welken tijd de
de aangeslagenen hunne bezwaren op ongezegeld papier bij den
Raad kunnen indienen.
Goos, den 4 December 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der gemeente ROES,
op DONDERDAG den 3 DECEMBER 1891,
des avonds te 8 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer,
burgemeester.
Tegenwoordig 12 leden en de secretaris.
Eene vacature, dewijl de heer J. Adam zijne ge
loofsbrieven nog niet heeft ingezonden.
I. De notulen der vergaderingen van den 29 en
30 October jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die allen, zooveel noodig met goedkeuring, voor
notificatie worden aangenomen
a. dat door de afdeeling Goes der vereeniging
van den H. Vincentius a Paulo haar regle
ment is ingezonden, zoodat deze afdeeling is geplaatst
op de lijst der instellingen vaa weldadigheid, bedoeld
in art. 3 der armwet;
b. dat van het rijk als derden termijn van de
bijdrage in de kosten der werken aan den
mond der haven is ontvangen een mandaat van
11904,78;
c. dat het opzicht gedurende den stilstand der
werken aan het Sas blijft opgedragen aan den op
zichter S. Van der Vegt, tegen eene belooning van
25 'smaands.
d. dat de verandering van het voormalige tele
graafkantoor tot een politiebureau jl. Zaterdag is
aanbesteed en aangenomen door M. Buitendijk voor
1125;
e. dat van de provinciale griffie is ontvangen een
pak bijlagen tot de rekening van de schutterij over
1816, welk pak bij de inventarisatie van het prov.
archief is gevonden
dat aan J. Linse op zijn verzoek een eervol
ontslag is verleend als brandmeester en in zijn plaats
benoemd J. de Jonge Az., die als teller is vervangen
door J. Van den Berge
g. dat, evenals sedert meer dan 30 jaren ge
schiedde, weder eene commissie is gevormd om op
Nieuwjaarsdag eene uitdeeling van eetwaren en zoo
mogelijk brandstoffen te doen, waarvan de heer J. J.
Ramondt welwillend het voorzitterschap heeft op
zich genomen.
III. Als ingekomen stukken worden ter tafel
gebracht
a. Extract uit het K. B. van 6 Nov. jl. no. 42
tot goedkeuring der wijziging in de verordening op
het schoolgeld van de Burgeravondschool; waarvan
afkondiging is geschied.
h. Missive van Ged. Staten, houdende berichten
der goedkeuring van de raadsbesluiten tot het ver-
leenen van subsidie aan het gasthuis voor 1892,
en tot verkoop van boomen en van het gebouw der
voormalige gemeente-apotheek.
c. Bericht van den heer H. J. Baning, dat hij
de benoeming tot lid der commissie van toezicht
op het lager onderwijs aanneemt, met mededeeling
van den Voorzitterdat hij reeds ia beëedigd.
d. Aanbevelingen van sommige commission voor
de vervulling van vacatures ten gevolge van perio
dieke aftreding, die in de volgende vergadering in
behandeling zullen komen.
TV. Aan de orde is het verzoek van den heer
J. Kunst om eervol ontslag als leeraar in de
geschiedenis aan de inrichting voor Midd. Onderw.,
waarbij gelezen worden de gunstige adviezen van de
Commissie van toezicht en van den Inspecteur.
Het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming
ingewilligd en het ontslag verleend met ingang van
1 Jan 1892.
Ter zijner vervanging wordt overgelegd de aan
bevelingslijst van benoembaren, opgemaakt door B.
en W. in overleg met 'den Inspecteur van het Mi
O., na de Commissie van toezicht gehoord te hebben.-
Op die lijst zijn geplaatst de heeren M. G. De Boer
te Groningen, M. Ten Bouwhuijs te 's-Gravenhage
en H. G. Harkema te Oosterhout.
Nadat besloten is onmiddellijk tot benoeming over
te gaan, blijkt bij de opening der briefes, dat zijn
uitgebracht op den heer M. G. De Boer 11 st.,
zoodat deze is benoemd.
Y. In behandeling komt thans een voorstel van
B. en W. om eene bestemming te geven aan het
bedrag van ƒ3579 wegens verkoop van boomen en
grond (terrein Doopsgez. kerkgebouw). Hierbij wordt
gelezen een verzoek van de Gascommissie om uit
de gemeentefondsen het kapitaal der gasfabriek
met 1000 te vergrooten, teneinde uit die som te
bestrijden de kosten eener aanvulling in de con
structie van den grooten gashouder,
door het aanbrengen van tegengewichten, waar
door de thans vrij hooge drukking van het groote
gewicht der klok meer normaal worden en minder
gasverlies plaatshebben zal. Rente en aflossing dier
som zullen ruimschoots door de voordeelen, welke
deze aanvulling opleveren zal, worden opgewogen.
Burg. en Weth. achten het voorstel zeer in het
belang der fabriek en dus ook in dat van de ge
meente en stellen daarom voor van het hierboven
genoemde bedrag van 3579 eene som van ƒ1000
tot vergrooting van het kapitaal der gasfabriek en
2500 tot aflossing van vijf aandeelen in de geld-
leening van 1885 te bestemmen, met bepaling om
trent den eersten post, dat bij eene jaarlijksche
aflossing van minstens 50 de rente van het onaf-
geloste gedeelte ad 4 pet. jaarlijks aan de gemeente
worde betaald. De zaak blijft dan voor de gemeente
uit een financiëel oogpunt hetzelfde en de fabriek
wordt, zonder eenige moeite of financiëele operatie,
van het henoodigde kapitaal voorzien. Immers, terwijl
de gemeente nu 1000 minder aflost en daardoor
eene rente van 40 meer blijft betalen, ontvangt
zij die rente uit het saldo der fabriek terug en be
staat er, door het uit den te nemen maatregel te
verkrijgen voordeel, gegrond vooruitzicht, dat jaar
lijks meer dan tot nutoe van de primitieve geld-
leening voor de fabriek enz. kan worden afgelost.
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen en de gemeente-
begrooting in dien geest gewijzigd.
VI. Nog is aan de orde het 2e suppletoir kohier
der belasting op de honden, bedragende 20. Het
wordt zonder beraadslaging vastgesteld.
VIJL. Alsnu deelt de Voorzitter mede, dat op de
onlangs voorloopig vastgestelde begrooting van
de kosten der schutterij voor 1892 een post
voorkwam voor belooning van een waarnemend Adju
dant, doch dat Ged. Staten bezwaar hadden tegen
dezen post, als zijnde die betrekking voor de schut
terij te Goes niet bij de wet bepaald. Na herhaalde
briefwisseling tusschen den voorzitter van den schut-
ters-raad en Ged. Staten, is die titel thans gewij
zigd en wordt de begrooting opnieuw ter voorloopige
vaststelling overgelegd.
Tot die vaststelling wordt met algemeene stemmen
besloten en de vergadering daarna op de gewone
wijze gesloten.
GOES, 4 December 1891.
Naar aanleiding van de vele mutatiën in het
personeel van leeraren aan de H. B. S. alhier
was in den laatsten tijd de vraag gerezen, die in
een ander blad zelfs tot eene vrij vinnige polemiek
heeft geleid, of geene bepalingen in 't leven waren
te roepen, waarbij een zeker minimum van dienst
tijd werd vastgesteld.
Ofschoon ons gemeentebestuur geene termen schijnt
gevonden te hebben om eene dergelijke bepaling voor
te stellen, zoo heeft het opwerpen der quaestie, naar
wij van verschillende zijden vernemen, toch dit ge
volg gehad, dat vele sollicitanten zich bereid hebben
verklaard, zich minstens voor twee jaren van sollici-
teeren naar elders te onthouden, en is dit ook het
geval met de heeren, die bij de jongste vacature op
de voordracht stonden.
De gevoelens over deze quaestie zijn in de gemeente
nog al verdeeld. Aan de eene zijde meent men, dat
elke voorwaarde van dien aard inbreuk maakt op
de vrjjkeid van den leeraar en liem in zijne carrière
belemmeren kanaan de andere zijde is men van
oordeel, dat, wanneer eenmaal de voorwaarde ge
steld was, elk sollicitant die dan kende en niemand
genoodzaakt werd omnaarGoestesolliciteeren, Buiten
dien achten velen het voor de veelal jonge leeraren, die
naar eene plaats als Goes dingen, geen overwegend be
zwaar niet alleen, maar een bewijs van te waardeeren
belangstelling in de school, wanneer zij zich althans
een paar jaren willen wijden aan de betrekking, die
voor velen hunner de gewenschte inleiding in hun
nen werkkring is en daardoor de overgang tot eene
hetere betrekking elders wordt.
Ons doet het genoegen, dat geen minimum van
diensttijd als vaste voorwaarde is gesteldmaar
evenzeer verheugen wij ons over de bereidverklaring
van de voorgedragenen om zich hunnerzijds voor
zekeren tijd te willen verbinden. Het belang der
school wordt, dunkt ons, daardoor ten zeerste ge
diend.
De Arnh. Ct. bevat een ingezonden stuk onder
het opschrift »Zoo zijn onze manieren", dat bij ge-
meenteraads- en andere verkiezingen ook in onzen
kring wel eens mag worden overwogen. Het is
van den volgenden inhoud
»Ik ben een echt Nederlandsch libe
raal en dus ik doe wat ik wil, en daarmee uit.
Te Gouda spanden in de maand Juni de liberalen
alle krachten in en zij wonnen. In November wordt
hun gevraagd nog eens hetzelfde te doen. »Ik doe
wat ik wil", want ik hen liberaal, zoo spraken er
velen. Ze bleven thuis en zij verloren.
In Drente, de bij uitnemendheid liberale provincie,
moet een lid van de Provinciale Staten worden
gekozen. »Ik doe wat ik wil" zeggen de liberalen
te Meppel. *Ik ook", antwoordt Hoogeveen. Ieder
gaat zijn eigen weg en de clericale candidaat krijgt
de meeste stemmen.
Met veel moeite wordt in Juni de clericale meer
derheid van de Tweede Kamer omgezet in een libe
rale. Blijdschap op liberaal gebied, toosten en speeches
geen gebrek. De Tweede Kamer komt in aanraking
met een liberaal Ministerie. »Ik doe wat ik wil",
zeggen er, die meê hadden getoost. Ik vertrouw
dat Ministerie maar half. Ik wil dat het Ministerie
naar mijne volgorde wetten indient. Ik verzet mij
tegen den oorsprong van het Ministerie, zoo spreken
zij met allerlei speldeprikken het Ministerie aanval
lend en de clericalen lachen in hun vuistje om die
dappere liberalen, die, doende wat zij willen, de deur
voor de clericalen hoe langer hoe wijder openzetten.
»Ik ben liberaal, ik doe wat ik wil
Maar denk dan toch om het zoo noodige partij
verband»'tKan me niet schelen!"
Maar offer toch, om het belang der zaak, uw op
gevatte meening, zij 't ook maar tijdelijk, op>Kè
je begrijpen. Ik zou me laten kommandeeren
♦Ik ben liberaal!"
Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 Januari
1892, aan A. J. Bierens, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als burgemeester van St.-Annaland.
Bij Kon. besl. is, met ingang van 15 Dec.
1891, aan mr. L. A. Bybau, op zijn daartoe ge
daan verzoek, eervol ontslag verleend als kanton
rechter-plaatsvervanger in het kanton Goes, en be
noemd tot kantonr.-plaatsv. in het kanton Goes
G. H. Y a n der Meer M o h r, wonende te Goes.
Met ingang van 1 Januari a. s. is den op
zichter van den rijkswaterstaat P. De Ronde te
Zieriksee als standplaats aangewezen Hansweerd.
- In eene jl. Maandag te Zieriksee gehouden
vergadering van het departement Zieriksee »ter Bevor
dering van Nijverheid" werd, na afdoening van eenige
huishoudelijke werkzaamheden, eene voordracht ge
houden door den heer A. H. W. Van der Vegt,
voorzitter der afdeeling, over de kortste en doel
matigste verbinding van de eilanden Schou-
wen-Duiveland met den vasten wal.
Nadat door spreker de bezwaren, verbonden aan den
tegenwoordigen toestand, waren uiteengezet, werd
door hem uitvoerig betoogd, dat de eenige verbinding,
die het isolement kan opheffen, is de verbinding via
Zijpe. In breede trekken werd aangetoond, dat met
hulp van het rijk en van de provincie eene stoom
tram van Brouwershaven via Zieriksee naar Zijpe,
en vervolgens over St. Philipsland naar Steenbergen,
in aansluiting met de aldaar aan te leggen stoom
tram naar Rozendaal, vermoedelijk zou blijken vol
komen levensvatbaar te zijn. In 2% uur zoude dan
van uit Zieriksee Rozendaal bereikt kunnen worden
en dus de gelegenheid geopend zijn om op éen dag
heen en weer Holland te bezoeken.
Ten slotte deelde spreker mede, hoever de zaken
thans gevorderd waren. Yan de oorspronkelijke con
cessionarissen, de heeren Yan Vessem te Rotterdam
en Bosman te Brouwershaven, had eerstgenoemde
zich teruggetrokken. Als concessionnaris was thans
opgetreden een comité, onder voorzitterschap van den
heer Ch. Vermeijs, burgemeester van Zieriksee. Met
de door vrijwillige bijdragen bijeengebrachte gelden
vertrouwde men de noodige opmetingen enz. te
kunnen verrichten en alreeds was onder leiding van
den spreker met de werkzaamheden een aanvang
gemaakt.
Met den wensch, dat deze poging zoude mogen
slagen en ten nutte zoude mogen strekken van handel
en nijverheid, besloot spreker zijne belangwekkende
voordracht, die door een talrijk gehoor werd bijge
woond en met zeer veel instemming werd aangehoord.
Een wetsontwerp tot heffing eener belas-
ting op het vermogen met eenige progressie
heeft het departement van financiën verlaten.
Omtrent de W oensdag gehouden tweede b ij -
eenkomst van Katholieke Kamerle
den ontving de Tijd de volgende officiëele mede
deeling
De vergadering van Katholieke leden zoowel van de
Eerste als van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
heeft na hoofdelijke stemming met algemeene stem
men het volgend besluit genomen
♦De vergadering,
♦Overwegende dat er omtrent de vraag, of de
Katholieke partij in beide Kamers der Staten-Gene
raal al dan niet leidende beginselen in een program
behoort te formuleeren, geen overeenstemming bij
de leden der vergadering bestaat
Overwegende dat daarentegen allen tot eendrach
tige samenwerking, waar het katholieke belangen
aangaat, bereid werden gevonden, besluit
»lo. De Katholieke leden van de Eerste en de
Tweede Kamer der Staten-Generaal vereenigen zich
tot het houden van bijeenkomsten ter bespreking
van katholieke belangen in verband met hun werk
kring
*2o. De leden van elke der beide Kamers rege
len onder elkander zelfstandig den vorm dier bij
eenkomsten
»3o. Onverminderd het bovenstaande, wordt het
recht der leden, om tot andere vereenigingen, met
name tot de reeds bestaande Centrumsclub, toe te
treden of te blij ren behooren, ten volle erkend."
Uit goede bron verneemt het Vaderland dat
de directie der Holl. IJzeren Spmijaan de Maatsch.
tot Expl. v. S.-S. heeft voorgesteld den houders
van retourbiljetten de bevoegheid te geven
voor de terugreis een andere retour te nemen dan
op de heenreis werd afgelegd.
Yolgens dit voorstel zou dus een reiziger, voorzien
van een retourbiljet Amsterdam via Haarlem naar
Den Haag, de faculteit hebben om van Den Haag
over Gouda naar Amsterdam terug te keeren.
Wij behoeven er niet op te wijzen welk voordeel
en gemak dit voorstel, indien het wordt aangenomen,
aan het reizend publiek zal verschaffen.
Het militaire maandschrift De Landsverdedi
ging, onder redactie van »Investigatores", protes
teert tegen de betichting, dat het leger geen ver
trouwen heeft in het beleid van den minis
ter Seyffardt. Het leger staat buiten den po-
litieken strijd, en vraagt alleen naar datgene, wat
het naar recht en billijkheid en in verband met de
bestaande toestanden kan eischen voor de verdedi
ging van ons grondgebied. Elk persoonlijk belang
treedt daarbij op den achtergrond. Minister Seyffardt
toonde reeds spoedig na zijn optreden een man van
daden te zijn en den moed zijner overtuiging te
bezitten.
Van de 17 ministers van oorlog, die sinds 1861
aan het hoofd van het departement hebben gestaan,
is er niet één in staat geweest, de zoo gebrekkige
wet van 1861 eenigszins te verbeteren; algemeen
wordt erkend, dat de toestand onhoudbaar is, en
nu een minister optreedt, die al dadelijk de dislocatie
verbetert en die binnen een paar maanden een nood
wet indient, waardoor wij de beschikking krijgen
over eene reserve, die zoo broodnoodig is nu
wordt die minister bestreden op grond van geruch
ten en vermoedens.
Want iets anders kan De Landsverdediging niet
zien in al de onbewezen beschuldigingen, die tegen
den minister worden geuit, door anonieme en obscure
bestrijders.
Het blad verwijst ten slotte en ten overvloede
naar de redevoering van den heer Seyffardt op 22
September in de Tweede Kamer gehouden en waarin
de minister er op wijst, dat een noodwet wordt in
gediend, omdat er haast is en dat dus daarin geen
belangrijke en groote zaken aan de orde kunnen ge
steld worden. Maar tevens beloofde de minister toen,
dat de regeering met spoed wil komen tot een defi
nitieve regeling der levende strijdkrachten in een
nationale wet bij uitnemendheideen wet, waardoor
de onafhankelijk van het vaderland wordt verzekerd.
Den tegenstanders van Minister Seyffardt, in en
buiten het leger, roept het blad toe*Geen woor
den meer, geen verdachtmakingen, geen persoonlijke
gevoelens, maar bewjjzen. Kunt gij aantoonen dat
de Minister dwaalt, welnu, den strijd aangebonden;
zoo niet, wacht dan verder af. Maakt de taak van
den man, van wien wij zooveel verwachten, niet
nog moeielijker; legt geen voetangels en klemmen
op den weg van den man, die steeds in woord en
geschrift heeft getoond, dat de verdediging van ons
vaderland hem zoo na aan het harte ligt»"