1891. N°. 137.
Donderdag 19 November. 78ste jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmab, teRotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiën voor 3 uren op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
COURANT.
GOES, 18 November 1891.
Het was een genotrijke avond, de avond van
17 November. Een van die avonden, welke men in
Goes zoo gezellig en zoo aangenaam weet te organi-
seeren, wanneer men het eens is in bedoeling en
wanneer de leiding aan de daarvoor als aangewezenen
is toevertrouwd.
Dat men het eens zou zijn in bedoeling, hieraan
viel wel niet te twijfelen. Wanneer het geldt eenig
genot te verschaffen aan arme of mingegoede kinde
ren, stond Goes nimmer achter en werden steeds de
handen ineen geslagen. Zoo ook gisteravond bij de
soirée, die in de sociëteit »V. O. V." gegeven werd
oin ook de kinderen der armen iets te doen onder
vinden van de weldadige vreugde, welke het St.-
Nicolaasfeest den kinderen der meergegoeden
telken jare bereidt.
Muziek en zang wisselden elkaar af en bij gelegen
heden als deze blijkt het, dat in Goes op dat gebied
niet gering te schatten krachten en talenten aan
wezig zijn. Wij noemen geen namen, waar alle mede
werkenden zoozeer tot een uitstekend geheel het
hunne bijbrachten. Veeleer vereenigen wij ons met
den dank, door den voorzitter van heb comité, den
heer Van der Bilt La Motthe, aan het slot der soirée
gebracht aan de dames, die tot dit weldadigheidsfeest
het initiatief namen en aan allen die erin meegewerkt
hebben. Onzerzijds een woord van dank ook aan dien
voorzitter zeiven, die ook nu weder getoond heeft
steeds bereid te zijn om aan de spits te staan, wan
neer het geldt in onze gemeente ten nutte van
anderen werkzaam te zijn. Mogen hij en alle be
trokkenen vergoeding vinden voor hunne toewijding
aan deze zaak in het bewustzijn, dat de goede Sint
ook weder dit jaar de schamelste hut bezoeken en
een zonnetje brengen zal daar, waar zooveel duis
ternis en ontbering steeds heerschende zijn.
Hoedekenskerke. De verkiezing voor een
lid van den Gemeenteraad, tengevolge van
de beslissing van hh. Ged. Staten, dat de heer J.
Thomson heeft opgehouden lid van den raad te zijn,
is bepaald op Donderdag 26 November a. s.
Baarland. Ter voorziening in de vacature van
een lid van den Gemeenteraad, ontstaan
door het bedanken van den heer J. Priem, moet
hier eene verkiezing plaats hebben, welke bepaald
is op Vrijdag 4 December 1891.
Namens den Minister van Oorlog is door Burge
meester en Wethouders te UTisse bij Kerkvoogden
en Notabelen aldaar een verzoek ingediend om de
groote z.g. wandelkerk aldaar t§ mogen gebruiken
voor eventueele oefeningen in den wapen
handel door jongelieden uit Nisse en de omliggende
dorpen, altijd bij ongunstig weder. Geschikter gelegen
heid is er zeker in westelijk Zuid-Beveland niet. Het
verzoek is onder eenige zeer billijke voorwaarden
toegestaan.
Zaterdagavond werd te Zieriksee gehouden de
door de rederijke rsvereeniging »Con-
c o r d i a" uitgeschreven provinciale wedstrijd in het
voordragen.
Twaalf mededingers hadden zich aangegeven, nl.
vijf voor de afdeeling Ernst en zeven voor de af-
deeling Luim. Van dezen namen negen aan den wed
strijd deel.
De uitslag was, dat de eerste prijs vooi de eerste
afd., zijnde eene verguld zilveren medaille met diploma,
werd behaald door den heer A. W. Den Doop, van
Middelburg, met Bij de wiege van een hind des armen
van J. v. Beetsde tweede prijs, eene zilveren medaille
met diploma door den heer C. De Jonge van St. Phi-
lipsland, met Uit het leven van J. J. L. Ten Kate
terwijl voor de afdeeling Luim alleen de tweede prijs
kon toegekend worden, zijnde eene zilveren medaille
met diploma, die verworven werd door den heer C. J.
Verton van Dreischor met Een huiselijk tooneeltje van
dr. E. Laurillard.
De jury bestond uit de heeren J. Th. Oosterman,
J. H. v. d. Bosch en Jacq. Frank. De eerste reikte
met eene gepaste toespraak de medailles uit.
De heer A. J. B i e r e n s die op 7 Augustus
jl. zijn 40jarig ambtsfeest mocht vieren als burge
meester van St. Annaland, heeft aan H. M. de
Koningin tegen 1 Januari a. s. zijn ontslag uit die
betrekking gevraagd.
In eene voltallige vergadering van den ge
meenteraad van Bruinisse is het voorstel van Bur-
gem. en Weth. om 25 boete toe te passen op den
schipper, die met zijn vaartuig in de havengeul blijft
liggen, verworpen met 4 tegen 3 stemmen, en dat
der commissie van onderzoek om in plaats van f 25
slechts 10 boete voor genoemd feit toe te passen
met 4 tegen 3 stemmen aangenomen en daarna het
geheele ontwerp goedgekeurd.
Bij Kon. besluit is pensioen verleend ten be
drage van 3667 aan dhr. J. F. W. Conrad, in
specteur van den Rijks-Waterstaat te 's-Gravenhage.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes is ook
opgetreden als beschermvrouw der Friesche Maat
schappij van landbouw.
In een schrijven uit 's-Hage aan De Zoom
leest men het volgende merkwaardige oordeel
over dr. Schaepman:
Vóór December 1890 heeft er eene club bestaan,
waarvan alle r.-katholieke afgevaardigden deel uit
maakten, en feitelijk was de heer Schaepman er de
ziel, de leider, de voorzitter van.
Vermoedelijk, mijnbeer de redacteuris het u en
velen echter onbekend, dat die club zeldzaam ver
gaderingen hield. Meestal alleen dan, als de heer
Schaepman een mot (Tordre had te geven of een
advies, dat op hetzelfde neerkwam. Ik moet beken
nen, dat zijne medeleden er wonderbaarlijk slag van
hadden om zijne gehechtheid aan eigen opinie en
gevoeligheid voor tegenspraak geruimen tijd te ont
zien, hoewel ik zeker ben, dat zij meermalen grond-
hartig hebben betreurd, dat God hem bij zijn vele
gaven ook niet de takt en voorkomendheid van een
Windthorst heeft geschonken.
Die vorige club rustte niet op bepaalde grond
slagen van politiek beleid. En de onderwerpen die,
en nog meer de wijzen waarop zij ter tafel werden
gebracht, waren doorgaans even zoovele verrassingen.
In zoodanige club evenwel was de Almeloosche
afgevaardigde volkomen in zijn element. Het kon
wel niet anders, of zijne machtige persoonlijkheid
moest daar een overwegenden en overheersehenden
invloed oefenen. Hij vermocht de club heelemaal
letterlijk naar zijne hand te zetten, totdat ja
totdat die zware hand de geesten wakker drukte en
bij de volgzamen de oogen opende. Een mensch
kan niet alles verdragen.
De veertien zijn, zooals u bekend is, reeds tot
twintig aangegroeid. Ik acht het zeer wel mogelijk,
dat deze zich met de vier zullen verstaan omtrent
eene partij-vorming op bepaalde grondslagen van
politiek beleid, ten minste voor den duur des tijds,
die de volgende algemeene verkiezingen voorafgaat,
en zoolang er geen overwegende verandering komt
in de verhoudingen der verschillende staatspartijen,
en dientengevolge in den algemeenen toestand.
Ik kan mij evenwel best begrijpen, dat de heer
Schaepman zich niet gaarne laat vinden om aan zoo
danige partij formatie mede te werken of van zoo
danige club deel uit te maken. Zijne machtige per
soonlijkheid zou daarin, de tegenwoordige omstan
digheden in aanmerking genomen, niet meer zoo sterk
op den voorgrond kunnen treden. Hij zou zijne arends-
vleugelen niet meer geheel kunnen uitslaan. Hij zou
al te zeer belemmerd worden in zijne geweldige be
wegingen. Hij zou daar geen leider meer wezen,
maar slechts eene gewone plaats innemen, van waar
uit hij zijne adviezen nog wel meestal aangenomen
zou zien, doch alleen dank zij de deugdelijkheid der
bewijsgronden, ontworsteld als de meerderheid der
leden zich heeft aan de too vermacht zijns woords,
onder en ook door zijne leiding.
Uit het verslag van de redevoering van dr. S. te
Hengeloo leidt de schr. in De Zoom af, dat dr. S.
aan een verbond tusschen de r.-katholieke en anti
revolutionaire partij blijft vasthouden als eene conditio
sine qua non voor zijne medewerking aan eene nieuwe
partijformatie of van zijn toetreden tot eene club.
Wat zooveel beteekent als dat hij met den kop dooi
den muur wil breken, of misschien ook wel, dat hij
van eene club op vaste grondslagen van practische
staatkunde heelemaal niets weten wil.
En let wel, aan de andere zijde staat het plan
van zoodanige club muurvast. Zij wordt daar erkend
als volstrekt onmisbaar om zooveel mogelijk gedekt
te zijn tegen politieke verrassingen uit eigen boezem.
In eene Zondag te Gouda gehouden vergadering
van R.-K. kiezers deelde, volgens de Tijdde voor
zitter mede, dat 'de anti-revolutionnairen voor het
pdmaatschap der 2e Kamer den heer Havelaar
candideerden, om aan het verlangen der Katholieken
zooveel mogelijk te gemoet te komen.
Met overgroote meerderheid werd daarop de keer
J. P. Havelaar als candidaat geproclameerd.
Uit het kiesdistrict Gouda wordt daaromtrent aan
het U. D. geschreven
»Er is iets gebeurd, wat weinigen hadden kunnen
vermoeden. Nadat de heer Fabius voor de anti
revolutionaire candidatuur in dit district had be
dankt, werd de heer Mackay aangezocht, maar ook
deze wees de candidatuur van de hand. Toen schijnt
er een wenk gegeven te zijn. Er werden onderhan
delingen aangeknoopt met het bestuur der r.-katho
lieke kiesvereeniging en de uitkomst daarvan was,
dat beide kiesvereenigingen het eens werden om de
candidatuur te stellen van den heer Havelaar. De
heer Bahlmann, die in de r.-katholieke kiesvereeni
ging te Gouda een lezing kwam houden, was
naar men verneemt niet weinig verrast, toen hij
van het geval vernam. Hij had er zich juist op
voorbereid om de r.-katholieke kiezers te waarschu
wen tegen voortzetting van het bondgenootschap met
de anti-revolutionairen, geheel in overeenstemming
met de Maasbodedie duidelijk te verstaan had ge
geven, dat de Goudsche r.-katholieken bij de her
stemming den vrijzinnigen candidaat behoorden te
steunen.
Het schijnt nu te moeten heeten, dat de heer
Havelaar, al maakte hij deel uit van het vorige
ministerie, geen man van dr. Kuyper, maar een
»gematigd" anti-revolutionair is. Zoo herleeft intus-
schen in een nieuwen vorm het bondgenootschap
Gelukkig hebben de vrijzinnigen in den heer Van
der Breggen een uitnemenden candidaat, die vooral
ook onder do landbouwers in het district sympathie
moet vinden. Worden als in Juni alle krachten in
gespannen, dan behoeft er nog geen vrees te bestaan,
dat het kiesdistrict zal »om gaan".
Uit de begrooting van het Hoofdstuk Justitie
blijkt, dat ook voor 1892 door den Minister geen
verhooging is voorgesteld voor de rijksveld-
wachters. Bedriegen wij ons niet geheel, dan
was door des Ministers voorganger eene lotsverbete
ring voorgenomen van deze ambtenaren, van wier
groote diensten men voortdurend ondervinding heeft
en die een corps vormen, dat algemeen om zijn ijver
en plichtsbetrachting geroemd wordt.
De rijksveldwachters hebben een zeer zwaren dienst;
toch genieten zij daarvoor eene bezoldiging, die hen
maar juist in staat stelt in het leven te blijven.
Slechts 12 zijn er die bijna 2 daags ontvangen
van 94 bedraagt de jaarwedde 650 en het over-
grootste gedeelte, 492, trekken slechts ƒ550 in het
jaar. In aanmerking genomen de gevaren, waaraan
zij steede blootstaan van verzoeking willen zij
zelfs niet gewagen -is de belooning waarlijk te
gering.
De Minister is voornemens de baten, welke zij
wegens premiën voor bekeuring bij overtredingen
der wet op de jacht en visscherij genieten, te doen
vervallen en daarvoor eene aanvulling toe te kennen
der traktementen, die in de memorie van toelichting
door hem zeiven t> gering" worden genoemd. Yoor
dit doel is bij art. 31 der begrooting op eene som
van 4000 gerekend. Die som beteekent weinig,
wanneer zij over een zes- of zevenhonderd rijksveld
wachters moet worden verdeeld, voor zoover deze
in de termen vallen om er aandeel in te hebben.
Aan het slot dier mededeeling maakte de Minister
van Justitie echter gewag van eene nadere regeling
der traktementen". Het is te hopen dat met die
nadere regeling niet slechts eene betere regeling,
maar ook eene voor de rijksveldwachters gunstiger
regeling wordt bedoeld.
Enkele duizenden guldens zouden daarvoor noodig
zijn, maar eene goede justitie en de veiligheid juist
daar, waar zoo moeilijk op andere wijze hierin kan
worden voorzien, zijn wel eenige duizenden waard.
(Arnh. Gt.)
Bij de begrooting voor Binnen-
landsche Zaken wordt gevraagd ƒ36,200 voor
steun van ambachtsonderwijs en wel Rotterdam
ƒ10,000, Groningen ƒ6500, Leiden ƒ6000, Leeuwar
den ƒ5000 en Haarlem 6500 benevens 2200 in
eens; ƒ3500 voor een specialen inspecteur van het
landbouwonderwijs. In onderzoek is een regeling om
kosteloos jongelieden aan Rijks H. B. scholen toe te
laten. Een wijziging der wet van 25 December 1878
betreffende voorbereiding der studenten in de ge
neeskunde zal nog in deze zitting inkomen.
Yan Gedep. Staten is de voorlichting ingekomen
omtrent de te verleenen tijdelijke hulp aan nood
lijdende gemeenten. Die van Friesland vragen diligent
te worden verklaard ten aanzien van hun advies
omtrent de in 1892 te verstrekken hulp. De Minister
moet met zijn voorstellen dus wachten tot na ont
vangst der noodzakelijke voorlichting uit Friesland
en van nog eenige voorlichting van andere colleges
van Gedep. Staten. De ondersteuning zal een tijde
lijk karakter dragen in afwachting van de herziening
der gemeentewet en vervallen, zoodra een blijvende
regeling tot stand is gekomen, die het stelsel dei-
plaatselijke inkomsten der belas! ingen in verband zal
moeten brengen met den op nieuw te overwegen
werkkring der gemeentebesturen. Bij die herziening
zal overwogen moeten worden in hoever de uitvoe
ring der schoolwet en der andere Rijkswetten in
dezelfde mate als tot dusver ten laste der gemeenten
kan worden gebracht, een vraag, die de Min. in ont-
kennenden zin wenscht beantwoord te zien.
In de op Donderdag 19 dezer te houden ver
gadering der Provinciale Staten van Noord-Holland
zal ook aan de orde worden gesteld de benoeming
van een lid van de Eerste Kamer, ter ver
vanging van wijlen den heer M. H. Insinger.
Blijkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië van 16 dezer wordt
de gouvernements-koffieoogst op Java
voor dit jaar geraamd op 383,796 pikols.
De heer P. Yan Vliet Jr. komt in Patri-
monium op tegen het oordeel van de Delvenaar over
de door hem te Delft gehouden rede.
Dat hij de verklaring heeft afgelegd »dat deze
aarde gemeenschappelijk eigendom is" verdedigt hij
met de bijbelsche stelling »dat God aan Adam, en
in hem aan heel zijn geslacht, de aarde gaf om die
te bewonen."
Toen Helsdingen wilde beweren dat men, op grond
van deze stelling, ook alle recht van eigendom moet
ontkennen, heeft Yan Yliet geantwoord, dat dit in
het geheel niet opging. Hetgeen wij voortbrengen,
besparen, verbeteren enz. moet particulier eigendom
zijn, en in plaats van een ^openhartige bekentenis",
dat hij i>hierin op hetzelfde standpunt stond", heeft
hij met klem gewezen op het gemeenschappelijk
streven tot verbetering, maar tevens op het verschil
in beginsel en de keuze der middelen.
Door de staatsspoorwegmaatschappij zijn thans
aan de gemeente Utrecht de eischen kenbaar gemaakt,
waarvan de beslissing omtrent eene verplaatsing
van den zetel der maatschappij naar
elders afhangt. Het gemeentebestuur zal vóór een
door den directeur-generaal gestelden datum hebben
te beslissen.
In verband met de op de algemeene vergadering
der Vereeniging voor Lijkverbranding te behandelen
plannen tot het bouwen van een crematorium
hier te lande kan nog worden medegedeeld, dat het
hoofdbestuur machtiging vraagt tot aankoop van
een terrein in de gemeente Hilversum, deel uitma
kende van de aan de naaml. vennootschap »de
Trompenberg" toebehoorende bosschen of tot huur
van een terrein in de gemeente Loosduinen behoo-
rende tot de begraafplaats Nieuw-Eijkenduinen ten
einde daarop te doen stichtenlo. een gebouw tot
crematorium en columbarium, en 2e. in dat gebouw
een crematieoven naar het systeem van den ingenieur
Bourry, volgens plannen door dien ingenieur op te
maken.
Op vier-en-zeventigjarigen ouderdom is ie
Keulen overleden de heer Joh. Theod. Stracké,
tot voor weinige jaren directeur der Kon. school
voor beeldende kunsten te 's Bosch. Vele zijner werken
prijken in kerken en openbare gebouwen. Het stand
beeld van Jan van Nassau te Utrecht en dat van
Spinoza te 's-Hage zijn van zijne hand.
Toen dr. E. C. Gravemeijer, pred. bij de Herv.
gemeente te Oldeboorn, Zondag voor 3 weken zijn
afscheid predikte om naar Gorinchem te vertrekken,
was ook de heer C. J. Yan der Veen, burgemeester
van Utingeradeel en wonende te Oldeboorn, ten
bedehuize opgegaan. De burgemeester deed dit met
de zeker lofwaardige bedoeling, om als hoofd der
burgerlijke gemeente bij eene openbare plechtigheid
als het afscheidspreeken van een predikant tegen
woordig te zijn, hoewel de richting van den schei
denden leeraar (streng gereformeerd-orthodox) met
die des burgemeesters niet overeenstemde.
Nu heeft evenwel dr. Gravemeijer gemeend deze
gelegenheid te mogen aangrijpen, om eenige grieven
tegen den burgemeester uit te spreken, bepaaldelijk
met het oog op eene hardrijderij op schaatsen op
een Zondag aldaar gehouden, juist toen het lijk des
vaders van den predikant nog boven de aarde stond,
en men bij die gelegenheid met muziek door het
dorp was getrokken. (Intusschen wordt van bevoegde
zijde verzekerd dat bij het voorbijtrekken van dit
sterfhuis geen muziek is gemaakt).
Ook werd den burgemeester nog een en ander
meer gezegd, terwijl het geheel besloten werd met
eene soort van loftuiting, nl. de verzekering, dat hij,
v. d. Veen, toch nog beter was dan zijn voorganger
waarbij van dien voorganger eene qualificatie werd
gegeven, die nadat ze den betrokken persoon,
den heer A. G. Luijten, thans burgemeester van
Opsterland, was ter oor en gekomen tot eene
aanklacht tegen dr. Gravemeijer heeft geleid, zoodat
deze zich nader zal hebben te verantwoorden.
O.-Indië. Gedetacheerdbij den aanleg van Staats
spoorwegen op Java, de onderopz. Ie kl. W. Moojen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
De Minister van Koloniën beantwoordde gisteren
de verschillende sprekers der vorige week, handha
vende zijne bekende beginselen over de financiëele