1891. N°. 130.
Dinsdag 3 November.
78ste jaargang.
QEconomische Spijsoitdeeling,
Personeele Belasting,
GOESCHE
De uitgave dezer Ceurant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmau te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiën voor uren op den dag der uitgave.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbend#
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De commissie voor de
bestaande nit de hcereu J. J OCHTMAN, Voorzitter, B. M
DEN BOER, E. VAN DEN BOSCH, J. M HARINCK,
A. DEKKER, J A. VAN HEEL, I.. A. KNITEL, I. D.
EltANSEN VAN DE PUTTE. S J J. DE JONGE MULOCK
HOUWER en D. HILDERNISSE, Secretaris en Thesaurier,
heelt hare werkzaamhedeu voor het aanstaande winterseizoen
hervat en <(e biljetten ter inachrijviug aan de ingezetenen doen
uitreiken
Burgemeester en Wethouders voldoen gaarne aan het verzoek
der commissie, ojn tot milde bijdragen aan te sporen, en ver
trouwen, dat de ingezetenen door eeue ruime inteekeniug of
bijdrage zullen doeu blijken, dat de werking der commissie en
haar voortdurend bestaan op hoogen prijs worden gesteld.
Goes, den 31 October 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
H A R T M A N.
De belanghebbenden worden herinnerd aan de snppletoire
aangifte voor de
by uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het aanschaffen
van voorwerpen der grondslagen van die belasting en zulks ia
de tweede helft dezer maand, kunnende daarvoor een biljet ter
invulling bij den ontvanger worden afgehaald.
Goes, den 31 October 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HART M A N.
GÖES, 2 November 1891.
Bij kon besluit zijn benoemdJ. W. Del
Campo genaamd Camp, tot dijkgraaf van den polder
Anna Jacoba; M. Moerland, tot plaatsvervangend
dijkgraaf van den polder Anna JacobaJ. W. Del
Campo, genaamd Camp. tot dijkgraaf van den polder
Willem M. Moerland, tot plaatsvervangend dijkgraaf
van den polder Willem C. J. Van den Bout, tot
heemraad van bet waterschap SchouwenJ. B.
Goethals, tot plaatsvervangend dijkgraaf van den
polder Vergaert.
Iersefee. In de Vrijdagavond gehouden g e -
meente raadsvergadering, waarin 10 leden
tegenwoordig waren, werd de begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur voor 1892 ongewijzigd vast
gesteld op ƒ7735,99 in ontvangen uitgaaf, evenwel
met de vingerwijzing van den heer Sinke aan ge
noemd Bestuur om nog te innen posten, waaronder
er waren van 11 jaar herwaarts, voortaan van de
begrooting af te voeren, of, als zij verhaalbaar waren,
tot vervolging der debitanten over te gaan.
De gemeentebegrooting onderging verscheidene,
waaronder tamelijk ingrijpende, wijzigingen. Ziehier
een beknopt maar volledig overzicht der debatten.
Onder den post 810 voor riolen, slooten enz.
was begrepen 700 voor rioleering van een gedeelte
der gemeente.
De heer Sauer bestreed de noodzakelijkheid dier
uitgaaf. De sanitaire beweegredenen van B. en W.
waren niet af te keuren, maar dan waren er modder-
slooten te dempen, die harder voorziening noodig
hadden. Hij stelde voor deu post met 700 te ver
minderen.
De heer Cupéry zou voor de rioleering zijn, als
er een vernieuwing van dat gedeelte der Damstraat
mee gepaard ging en de heer Joos Sa.ndee vreesde,
dat de waterafvoer er onder lijden zou.
De Voorzitter en de wethouder Sinke verdedigden
nader de uitgaaf, ook op grond van de zoo noodige
verbreeding der Damstraat op dat punt, terwijl door
B. en W. reeds middelen beraamd waren om
lijke verstoppingen gemakkelijk weg te ruimen.
De post werd evenwel volgens het voorstel Sauer
tot 110 verminderd.
Van den post 840 tot onderhoud der begraaf
plaats was 800 bestemd tot vergrooting der be
graafplaats door aankoop van een aangrenzend stuk
grond van het Algemeen Armbestuur.
De heer Sauer keurde dit plan af, omdat hij beter
oordeelde eene geheel nieuwe begraafplaats buiten
de kom der gemeente aan te leggen, hetwelk niet
zooveel meer zou kosten en een afdoende maatregel
mocht heeten.
De heer Cupérij meende ook, dat men deze gelegen
heid om de begraafplaats buiten de gemeente te
brengen niet ongebruikt mocht laten. Zij was immers
op die plaats steeds een steen des aanstoots. Ging
men de begraafplaats vergrooten, dan zou men haar
daar bestendigen, wijl men na de 10 jaren, dat het
aan te koopen stuk zou strekken, weer op het oudere
deel kon gaan begraven. Kocht men een stuk grond
aan den grint- of postweg, dan verviel het geopperde
bezwaar om een toegangsweg te maken.
B. en W. verdedigden hun voorstel voornamelijk
op grond der mindere kosten, en van bet bezwaar
om eene geschikte plaats te vinden, de kosten van
eene nieuwe begraafplaats aanmerkelijk hooger schat
tende dan de bestrijders, waaronder zich ook de
heeren Joos Sandee en Van Harmeien voegden en.
die er op wezen, dat men na 10 jaar toch op dezelfde
bezwaren zou stuiten. Gaf men de voorkeur aan eene
nieuwe begraafplaats, dan kon men, meende de heer
Sinkenog éen of twee jaar wachten als men nl. de
gereserveerde graven weder terugkocht.
Toen de post in stemming gebracht werd, staakten
de stemmen, zoodat de beslissing moest uitgesteld
worden tot eene volgende vergadering, die op den
volgenden avond bepaald werd.
Verder kwam op de begrooting voor een post
van ƒ3000 tot vernieuwing van V3 der Damstraat.
Deze werd met 6 tegen 4 stemmen verworpen, nadat
de heer Klos verklaard had de voorkeur te geven
aan een vernieuwing dier straat in eens, omdat dit
voordeeliger zou uitkomen dan eene vernieuwing
in drie pórceelen.
Het voorstel van den heer Klos om daarvoor
ƒ9000 te bestemmen werd met 6 tegen 4 stemmen
aangenomen.
Een uitgave van ƒ80 tot onderhoud vanj de ^wo
ning, aan den Burgemeester verhuurd, werd door
den heer Sauer bestreden, omdat er gemeentege
bouwen waren, die z. i. barder voorziening noodig
hadden. De post werd evenwel met 9 tegen 1 stem
Bij den post ƒ485 voor straatverlichting, waarbij
gerekend is op 2 nieuwe lantarens, stelde de heer
Cupérij voor nog 2 lantaarns meer, dus 4, hij te
plaatsen; doch dit vond weinig bijval.
De post werd met 7 tegen 3 stemmen onver
anderd goedgekeurd.
Aan het hoofdstuk onderwijsuitgaven gekomen,
gaf de heer Cupérij zijne verwondering te kennen,
dat geen gelden waren uitgetrokken voor vergroo
ting der beide gemeentescholen, waarvan hij nood
zakelijkheid in het volgende jaar betoogde op grond
van door hem verzamelde cijfers omtrent het aantal
geboorten in 18861890. Men kon in de eerstvol
gende jaren eene vermeerdering der schoolbevolking
van gemiddeld 119 per jaar wachten. Voor school
I, waar het aantal kinderen nu reeds 311 bedraagt,
en waar met 1 Jan. in een der lokalen 2 onder
wijzers zullen staan, was de vergrooting onmiddellijk
noodig. Hij stelde dus voor om een post voor ver
grooting der beide scholen op de begrooting te bren
gen, dan zou men ook eerder kans op eene buiten
gewone subsidie voor het onderwijs krijgen.
B. en W. twijfelden eenigszins aan de hooge cij
fers door den heer Cupérij genoemd. Zij wilden wel
tot school vergrooting en vermeerdering van het
hulppersoneel overgaan, maar dan moest daarvoor
eerst de noodzakelijkheid gebleken zijn, en daarom
wilden zij de officiëele statistiek van 15 Jan. afwach
ten. Het schoolverzuim is zeer groot, en ook zou
den op school I geen 2 onderwijzers in éen lokaal
staan, daar het hoofd zich hoofdzakelijk met het
toezicht belasten zou en te hulp komen, waar dit
noodig was.
De heer Cupérij werd daardoor niet tot verande
ring van zienswijze gebracht, en wees, behalve op
eene mogelijke wet op den leerplicht, bij herhaling
op het hooge belang van goed onderwijs, als het
eenige wat de meesten hun kinderen kunnen mee
geven in het leven. Hij stelde voor 6000 op de
begrooting te brengen voor de vergrooting der beide
scholen. Dit werd met 6 tegen 4 st. aangenomen.
Daarna kwamen de ontvangsten aan de beurt. De
heer Van Harmeien bracht een plan tot conversie
der gemeenteschuld met bijleening tot een gezamen
lijk bedrag van 50000 ter tafel, naar aanleiding
waarvan eene langdurige discussie ontstond, waarbij
B. en W. het nut eener conversie sterk in twijfel
trokken. Het gevolg was, dat de heer Van Harmeien
zijn voorstel tijdelijk terugnam.
Ten slotte kwam in behandeling het voorstel van
B. en W. om eene rijkssubsidie van 3250 aan te
vragen, volgens art. 49 der schoolwet.
De heer Cupérij wilde deze aanvrage verhoogen
tot ƒ4500, waartegen B. en W. zich niet verzetten.
Zijn voorstel werd met 8 tegen 2 st. aangenomen.
Daarna werd de vergadering
In de vergadering van Zaterdagavond, noodzakelijk
geworden door het staken der stemmen over het voor
stel tot vergrooting der begraafplaats, waren weder
10 leden tegenwoordig.
Hetzelfde voorstel kwam dadelijk aan de orde en
werd opnieuw breedvoerig besproken. B. en W.
bleven het verdedigen op grond der geringere kosten.
De Voorzitter schatte den aanleg en aankoop van
eene nieuwe begraafplaats op 3000, de heer Van
Oeveren op ƒ4000, welke sommen door anderen sterk
overdreven geacht werden. De heer Joos Sandee be
rekende daarentegen, dat het Armbestuur voor zijn
grond ƒ3750 per H.A. rekende (kapitaliseering dei-
pacht tegen 4 pet.), een prijs die zeer hoog was {te
noemen.
Nieuwe factoren werden in het debat gebracht
door den Voorzitter, die pleitte voor een afzonderlijk
deel der begraafplaats voor de katholieke bevolking,
en door den heer Van Oeveren, die wees op de dier
bare herinneringen aan de afgestorvenen, waarom hij
er tegen zou ijveren, dat de tegenwoordige begraaf
plaats 10 jaar na de sluiting terstond voor andere
doeleinden in gebruik zou worden genomen. De heer
Sinke wees nog op de onbillijkheid om koopers van
gereserveerde graven reeds na 2 jaren de gelegenheid
tot begraven te benemen.
De beide laatste bezwaren werden algemeen toe
gegeven, maar daaraan was tegemoet te komen.
Men kon bepalen, dat de begraafplaats na sluiting
40 jaar onaangeroerd zou blijven en voor de koopers
van graven kon (gelijk de heer Sinke zelf aanbeval)
hun recht op de nieuwe begraafplaats overgebracht
worden. De bepaling evenwel omtrent de 40 jaren
kon gemakkelijk gemaakt worden, maar wie ver
zekert, zoo vroeg de heer Sinke, dat een volgende
raad dit besluit eerbiedigen zal
De heer Sauerdie evenmin als de heeren Cupérij
en Van Harmeien door de discussiën tot andere ge
dachten was gebracht, stelde eindelijk voor aan
bet debat een einde te maken. Bij verwerping van
den post kon men met de beslissing wachten tot
het volgende jaar en ondertusschen een onderzoek
instellen.
De post werd met 6 tegen 4 stemmen verworpen
en verminderd tot 40 voor gewoon onderhoud.
Daarna stelde de heer Sauer voor een commissie
van 3 raadsleden te benoemen om de beste plaats,
wat ligging, aard en prijs betreft, te zoeken. B. en
W. steunden dit voorstel, waarna het met 8 tegen
2 stemmen werd aangenomen.
Tot leden der commissie werden benoemd de
heeren Joos Sandee, Yan der Burght en Sauer.
Daarna formuleerde de Voorzitter een bepaald
voorstel om de tegenwoordige begraafplaats na de
sluiting 40 jaar onaangeroerd te laten.
De heer Sinke bleef betwijfelen, of een dergelijke
bepaling doel zou treffen. Wie van de raadsleden
herinnert zich wat in de notulen van vóór 10 jaar
te lezen staat Bovendien, het recht van een vol
genden gemeenteraad om op zulk een besluit terug
te komen bleef z. i. ongemoeid en kon zelfs door
Ged. Staten niet verkort worden. Zelfs bleef dit zoo,
al bepaalde men, om de herinnering aan zoodanig
raadsbesluit levendig te houden, gelijk de heer Cu
périj wilde, dat den familieleden der afgestorvenen
het recht werd toegekend tot toegang der begraaf
plaats en versiering hunner graven gedurende de
40 jaren.
Het voorstel van den Voorzitter, geamendeerd in
den zin door den heer Cupérij bedoeld, werd met
8 tegen 2 stemmen aangenomen.
Door de aangebrachte wijzigingen in de begrooting
was de noodig te leenen som tot ƒ12250 gestegen.
Besloten werd met 9 stemmen tegen 1 eene geld-
leening tot dat bedrag ad 4 pet. aan te gaan, aflos
baar in 27 jaar.
De hoofdelijke omslag werd bepaald op 6000
(dit jaar was zij 8000).
De geheele begrooting, waarvan de eindcijfers oor
spronkelijk 27705,19 bedroegen, werd ten slotte
met algemeene stemmen vastgesteld op 39005,19
in ontvang en uitgaaf.
De bij het 3e reg. inf. nieuwbenoemde 2e luit.
L. F. G e i 11 is ingedeeld bij het 4e bat. te Vlissingen.
Vrijdagavond is in eene te 's-Gravenhage ge
houden vergadering der Vereeniging ter beoefening
van de krijgswetenschap tot bestuurslid gekozen de
luit.-kolonel L. Risseeuw.
Tot leeraar in de wis- en natuurkundige we
tenschappen aan het gymnasium te Delft is benoemd
dr. W. Stortenbeker te Oudshoorn.
De exploitatie-maatschappij heeft de geldig
heidsduur haver retour biljetten over Vlis
singen Londen thans wederom bepaald op
2 maanden.
De Delftsche Raad verleende aan de weduwe
van den overleden secretaris mr. J. S o u t e n d a m,
een jaarlijksche gratificatie van 500, gedurende
5 jaar.
In de bureaux van het departement van
Financiën wordt thans druk gearbeid aan de voor
bereiding eener nieuwe belasting-regeling.
In verband met het gedane voorstel tot ver
lenging van den militiediensttijd is thans bij de
Kamer ingekomen een voorstel tot w ij z i g i n g
der wet opdesckutterijen, ten einde te
voorkomen dat zij, die hun diensttijd bij de militie
hebben volbracht, in tijd van vrede tevens tot dienst
bij de schutterij geroepen en verplicht worden tot
hun 34e jaar de wapenen te dragen.
Voorgesteld wordt in vredestijd hen, die gedurende
5 jaar hetzij bij de militie te land, hetzij als vrij
williger bij de zeemacht, hij het leger hier te lande
of bij het krijgsvolk in de koloniën en bezittingen,
of gedurende vier jaar bij de zeemilitie hebben gediend,
vrij te stellen. In geval van oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandigheden kunnen zij
echter voor den schutterlijken dienst worden opge
roepen. By Kon besl. zal worden bepaald, dat de
burgemeesters van alle gemeenten lijsten opmaken
van de vrijgestelden, die als grondslag strekken hij
eventueele oproeping. Ingeval van oorlog enz. zal
over al die vrijgestelden kunnen worden beschikt,
zonder dat er wegens hun dienstverplichting één
man minder bij de schutter ij zal zijn.
Voorts wordt nog voorgesteld van oefeningen bij
de schutterij op hun verlangen vrij stellen de
schutterpliehtigen, die ten minste 2 jaar bij de
militie te land of als vrijwilliger bij de zeemacht,
het leger hier of in de koloniën hebben gediend.
Van het regiment grenadiers en
jagers vertrokken gisteren ruim 400 miliciens
van de lichting van dit jaar met een verlof
van 4 maanden. Het zijn die, welke, behoor
lijk geoefend zijnde, voor het blijvend gedeelte be
stemd zijn, terwijl zij, die na éen dienstjaar met
onbepaald verlof vertrekken, thans éen maand verlof
krijgen. Dit laatste verlof is zoodanig geregeld, dat
bedoelde miliciens beurtelings in het genot daarvan
gesteld worden.
Het was Vrijdag 25 jaar geleden, dat mr. L.
Haffmans zitting nam als lid der Tweede Ka
mer van de Staten-Generaal.
Het Centrum biedt den jubilaris als feestgave aan
een uittreksel uit een rede, door hem te Rotterdam
op 9 Dec. 1870 uitgesproken, toen hij er met geest
drift op aandrong leger en marine in goeden staat
te brengen, opdat wij ook tegenover een overmach-
tigen vijand ons schrap konden stellen. De geheele
natie moest zich, volgens den heer Haffmans van
toen, de zaak aantrekken. Voor overmacht moesten
wij niet bang zijn, en onze voorouders moesten wij
niet verloocheneneen volk, dat zich niet wilde
laten annexeeren, kon niet worden geannexeerd.
Een niet onaardige herinnering
In de Donderdag te 's-Hertogenbosch gehouden
vergadering der Centrumsclub waren veertien
katholieke Kamerleden aanwezig. Zes leden der Cen
trumsclub waren wegens ziekte afwezig, doch hadden
volledige adhaesie betuigd.
Toegetreden zijn zes leden
Van de Eerste Kamer de heeren jhr. F. X. J.
Van Nispen van Pannerden, W. Prinzen Fzn., W.
Merkelbach, J. Th. Smits van Oijen Jzn. en H. M.
Smits.
Van de Tweede Kamer mr. J. M. L. H. Clercx.
(Maasbode.)
De gemeenteraad van Amsterdam verwierp
Vrijdag met 18 tegen. 15 stemmen de reeds sedert
jaren toegekende subsidie van 2000 aan de
Tooneelschool.
Dr. P. J. Hollman schrijft aan het Hbl.
Telkens melden ons de bladen, dat hier of daar
kinkhoest heerscht en slachtoffers eischt, gelijk
nu wederom te Streefkerk het geval is. Zoudt u
uiet zoo goed willen zijn in het belang der kleine
lijders in uw courant te doen afdrukken, dat, naar
mijn jarenlange ervaring, niets beter en sneller helpt
dan het inademen van een weinig teerdamp Dit
is een zeer onschuldig middel onder het bereik van
elkeen.
»Men doet een weinig bruin, Stockholmer teer op
een schoteltje, zet er een lichtje onder, zoodat het
voorzichtig verdampt, en laat de kinderen in dien
zoo gevormden dampkring verwijlen. Men kan het
schoteltje ook 's nachts in hun bed zetten. Het teer
mag slechts even warm worden en het is noodig
dagelijks ander te nemen. Binnen weinige dagen ziet
men de gunstige resultaten."
Naar|men aan het N. v.[d. D. meldt, zou bij
den Raad van Bestuur der »Exploitati e-M a a t-
s c h a p p ij" het voornemen bestaan den te Utrecht
gevestigden hoofdzetel der Maatschappij naar elders,
hetzij Amsterdam of Den Haag, over te plaatsen.
Omtrent deze plannen meldt men nader aan de
N. JR. Ct. uit UtrechtReeds sedert eenigen tijd is
er sprake van eene verplaatsing van den zetel der
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
naar Amsterdam. Uit goede bron kan worden mede
gedeeld, dat tot voor korten tijd met het gemeente
bestuur van Utrecht werd onderhandeld over den
aankoop van het buitengoed Puntenburg" dat, ia