1891. N°. 126. Zaterdag 24 October.
78ste jaargang.
eene tweede Helpster,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per liwartaaï, zoo hinnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgii Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaardei
Inzending van advertentiën vóór 3 uren op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
CM IHM.
Aan de Openlmre Bewaarschool op de
Beestenmarkt te Goes wordt gevraagd, om op
1 November a. s. in functie te treden,
(bweekelinge)
ouderdom 14 a 15 jarensalaris IO,'s jaars.
Zich in persoon te vervoegen bij het hoofd der
bewaarschool op schooldagen des morgens van 9 tot
111/2 of des namiddags van 2 tot 4 uren.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. J. RAMONDT, L.-B.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, ;23. October 1891.
Tot lid van de Commissie voor de Oeconomische
Spijsuitdeeling in deze gemeente is gisteravond be
noemd de heer J. M. H a r i n c k.
De gemeenteraad van Rotterdam benoemde
gisteren tot 1 eeraar in de geschiedenis aan de hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus voor jongens,
voor den tijd van éen jaar, den heer J. Kunst,
leeraar aan de hoogere burgerschool alhier.
Te 's-Gravenhage is geslaagd voor commies
der posterijen de heer B. Boogaart, surnumerair
ten postkantore Middelburg.
De Rijksambtenaren Hoogkamer en Adri-
aansen te Tolen en Kortgene zullen in November
onderling van standplaats verwisselen.
Maandag, Dinsdag en Woensdag was Tolen
als het ware in feestdos gehuld. Uit de openbare,
alsmede uit bijna alle particuliere gebouwen wap
perde de Hollandsche driekleur. Dit was ter eere
van onzen geachten Commissaris der Ko
ningin, die genoemde dagen in onze gemeente
verblijf hield ten huize van den burgemeester. Maan
dag werden de gemeenten Oud-Vosmeer, St.-Anna-
land en St.-Philipsland bezocht. Dinsdagmorgen werd
door Z.Ex. op het gemeentehuis aan verschillende
personen audiëntie verleend, daarna de scholen, ker
ken, enz. bezocht en des namiddags werden de ge
meenten Poortvliet, Scherpenisse en St.-Maartensdjjk
met een bezoek vereerd. Des avonds bracht het fan
farecorps Concordia" Z.Ex. eene serenade met fak
kellicht. Woensdag verliet Z.Ex. onze gemeente,
bracht een bezoek te Stavenisse en vertrok van daar
naar Middelburg.
Tot leeraar in de theoretische zeevaartkunde,
de stoomwerktuigkunde enz., aan de zeevaartschool
te Groningen is benoemd de heer J. J. Poortman,
gepensionneerd luitenant ter zee le klasse, thans
rijkshavenmeester te Ter-Neuzen.
In verband met den voorgenomen bouw van
een nieuw havenstation te Vlissingen wor
den sedert eenige dagen nabij de pontonhal grond
boringen gedaan, ten doel hebbende het onderzoeken
der terreinsgesteldheid.
Kolijnsplaat. Het Nutsdepartement
ïNoord-Beveland" hield Woensdagavond zijne
driehonderdste vergadering alhier. Met het oog op
dit feestelijk getal, maar meer nog om het aanstaand
vertrek van den voorzitter, werd besloten na afloop
der volkslezing den 16 November a. s. den leden
met hunne dames een huishoudelijk feestje te be
reiden. Tot leden der feest-commissie werden gekozen
de heeren jonkh. W. J. De Jonge, dr. J. L. Hage
en J. Vermeulen.
De heer J. Sturm van Kats deed als afgevaardigde
een zakelijk verslag van de laatst gehouden alge
meen© vergadering te Amsterdam, waarvoor hem de
welverdiende dank des voorzitters werd toegebracht.
De heer mr. A. Slotemaker van 's-Gravenhage
zal 16 November a. s. in het hotel »De Patrijs"
eene volkslezing houden over»De coöperatieve voor
schotbank en spaarkas."
Aan het einde der vergadering legde de voorzitter,
wegens zijn aanstaand vertrek naar Delft, onder dank
zegging voor de vriendschap en medewerking dei-
leden, zijne waardigheid neder. De vice-voorzitter,
de heer J. Sturm, bracht wederkeerig den dank dei-
vergadering uit voor des voorzitters aangename leiding
der vergaderingen en zijne vele sympathieën voor het
streven der Maatschappij gedurende de vijf jaren van
zijn voorzitterschap en beval zich en zijne mede
leden in de vriendschap en het departementNoord-
Beveland" in zijn aandenken en nog zeer wel moge
lijke medewerking tot meerderen bloei aan.
Woensdagavond vierde de Zangvereeniging
»C 0 n c 0 r d i a" te Middelburg haar tienjarig be
staan met een feestconcert in het Schuttershof. De
groote zaal was geheel vol. Den directeur, den heer
H. C. De Waal, sedert de oprichting als zoodanig
werkzaam, werden in de pauze, namens bijna alle
leden, als bewijs van achting, waardeering en ijver
twee prachtwerken aangeboden, nl. Frithiofsage en
Faust.
Als eerste nommer van het programma kwam ter
uitvoering Concordiaeen feestcantate voor koor,
sopraan- en bariton-solo, met begeleiding van piano
en orgel, woorden van den heer H. J. G. Hart
man, muziek van H. C. De Waal. Door luide, aan
houdende toejuichingen gaf het publiek van zijn in
genomenheid met het gezongene blijk; het applaus
gold niet alleen de geheele zangvereeniging, maar in
de eerste plaats den ijverigen directeur en verder
den heer Hartman, die aan het geroep gevolg gaf
om op het orkest te verschijnen, waar de heer De
Waal hem hartelijk dank zegde voor de moeite, welke
hij zich gegeven had om toepasselijke woorden voor
de feestcantate te dichten.
Namens »Concordia" bood de directeur den heer
Hartman het eerelidmaatschap der zangvereeniging
aan als een luttel bewjjs, hoezeer deze zijn moeite
en belangstelling op prijs stelde. Op zijn beurt be
tuigde de heer Hartman voor deze aangeboden ver
rassing zijn dank, hulde brengend aan de oordeel
kundige wijze, waarop zijn woorden op muziek waren
gebracht. Hij meende namens alle aanwezigen te
spreken, wanneer hij bovendien dankte voor het
geschonkene en de hoop uitte dat Concordia" nog
lang mocht groeien en bloeien. Een wensch, door het
publiek met luide instemming begroet. (M. Ct.)
Bij Kon. besluit is benoemd bij het wapen der
infanterie tot 2en luit., bij het 3e reg., de serg. L. F.
G e i 11van het korps.
Naar aanleiding van'de koninklijke machtiging,
die is verleend aan de Vereeniging voor de ver
pleging van lijders aan vallende ziekte, om door
het geheele land eene collecte te hou
den, maakt de Arnh. Ct. de volgende zeer juiste
opmerking
»Dat ter leniging van groote rampen, die het
geheele land of eene gansche landstreek teisterden,
tot eene algemeene collecte verlof wordt gegeven,
is toe te juichen, maar wanneer elke Vereeniging
voor een meer beperkt doel zulk eene algemeene
collecte houdt, dan zal de opbrengst ervan afnemen
in verhouding van de veelvuldigheid der inzamelingen.
Wanneer dan werkelijk eene ramp plaats heeft, tot
leniging waarvan veel, zeer veel geld noodig is
om een enkel voorbeeld te noemen, ten behoeve der
bewoners van Beets, dan zal de inzameling niet
in evenredigheid staan tot hetgeen vereischt wordt
om in den toestand dier hongerige, van alles be
roofde menschen iets noemenswaard te doen."
Het dagelijksch bestuur van het hoofdbestuur
der Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw
heeft zich tot den Minister van Waterstaat gewend
met een adres, waarin het de nadeelen in het licht
stelt, die land- en tuinbouw ondervinden van de nog
vrij algemeen bestaande gewoonte om producten
bij de maat te koopen, ofschoon de waarde van
een aantal zaken veel meer afhankelijk is van het
gewicht of het gehalte. Adressant dringt daarom bij
den Minister aan op het maken van wettelijke voor
zieningen, uitgaande van het beginsel: »dat het niet
geoorloofd is bij den aankoop van land- en tuin
bouw- of zuivel-producten andere maatstaven voor
eenkeidsprijzen aan te nemen, tot bepaling van den
overeengekomen prijs of der marktwaarde, dan zoo
danige, waardoor de innerlijke waarde wordt uitge
drukt terwijl voor de onderscheidene producten be
doelde maatstaven, naar gelang de behoeften zich
ontwikkelen, bij algemeene maatregelen van bestuur
zouden zijn vast te stellen".
Het schrijven, door de leden van de Cen
trumsclub vóór eenige dagen aan hun katholieke
medeafgevaardigden toegezonden, om hen tot aan
sluiting bij hun club uit te noodigen, was van den
volgenden inhoud
Hooggeachte ambtgenoot
Ondergeteekenden hebben de eer, u mede te
deelen dat zij zich tot een Club van Katholieke
Kamerleden, door hen Centrumsclub genaamd, ge
constitueerd hebben.
Doel hunner vereeniging isdoor onderlinge
bespreking en voorlichting de samenwerking tus-
schen de leden der katholieke partij te bevorderen
en hen in staat te stellen hun taak als katholieke
afgevaardigden op de best mogelijke wijze te ver
vullen.
Als leidende beginselen worden door de Club
aangenomen
le. dat het voor de Katholieken wenschelijk is,
als geheel zelfstandige partijlos van elk blijvend
verband met andere politieke partijen, in het Par
lement op te treden
2e. dat het steunen of bestrijden van ministers
en Kabinetten alleen van hun regeeringsdaden of
ingediende wetsontwerpen, niet van hun politieke
kleur, afhankelijk mag worden gesteld.
Ingeval gij u met deze beide stellingen kunt
vereenigen, nemen ondergeteekenden de vrijheid,
u uit te noodigen tot het lidmaatschap van hun
Club toe te treden.
Een gelijke uitnoodiging wordt, onder hetzelfde
voorbehoud, toegezonden aan alle katholieke leden
van de Eerste en Tweede Kamer der Stat en-Gene
raal, welke niet tot de onderteekenaars van dit
schrijven behooren".
Omtrent de gevolgen van bovenstaand schrijven
kan worden medegedeeld dat door eenige afgevaar
digden aan de tot hen gerichte uitnoodiging terstond
gevolg werd gegeven, terwijl een grooter getal den
wensch te kennen gaf tot het houden van een alge
meene vergadering van katholieke afgevaardigden,
om de mogelijkheid en de voorwaarden van onder
linge samenwerking nader ter sprake te brengen.
Ook waren er zeer enkele leden, die verklaarden, dat
huns inziens van club-formatiën geen heil te ver
wachten was. Tijd.)
Bij Kon. besluit is, met 1 Nov. e. k., benoemd
tot secretaris-generaal bij het Depart, van Binnenl.
Zaken mr. H. J. Dijckmeester, thans referen
daris bij dat Departement.
Ten opzichte van het beweerd verschil van
gevoelen tusschen H. H. de Koningin-Regentes en
den Minister van Oorlog, over de benoeming van
een kolonel-commandant van het regi
ment grenadiers en jagers, zegt het Dbl.
v. Z.-H. dat deze bewering, waaraan het tendenz
niet vreemd acht, ten stelligste kan worden tegen
gesproken.
Voor de betrekking van kolonel-commandant van
het regiment grenadiers en jagers kwam of komt
geen lid van het Militaire Huis van Hare Majesteit
in aanmerking.
De Haagsche correspondent van het D. v. N. schrijft
evenwel daaromtrent
»Nog nooit was op de Witte de praatlustigheid
zoo groot als thans, nu er te spreken valt over
een geschil tusschen de Koningin en haar raadsman,
den Minister van Oorlog. Het feit is, dat de Koningin-
Regentes geen genoegen wil nemen met een kolonel
chef van haar lijfwacht, die tot dusverre geheel buiten
haar omgeving stond, maar daarvoor een van hare
adjudanten wenscht aangewezen te zien. Dat H. M.
echter in het belang van het leger tegen de benoe
ming van den heer Kool van den general en staf,
want deze werd door den heer Seyffardt voorge
dragen zou zijn, wordt daarbij natuurlijk niet
aangenomen. Men meent hier weder den invloed
van de hofcamarilla te bespeuren. Het is nu reeds
genoeg bekend, dat de heer Seyffardt met den ouden
sleur wil breken en groote activiteit aan den dag
legt om de ingeroeste gebreken bij het leger te doen
verdwijnen. In verband hiermede staat ook een her
vorming van den generalen staf, die hij zich heeft
voorgenomen. Maar vooral is Seyffardt een tegen
stander van de gewoonte om bij de bevordering op
andere belangen dan die van het leger zelf te letten.
Het schijnt hem dus te ontbreken aan de volle
waardeering van het Militaire Huis der Koningin,
waartoe de ten Hove begeerde kolonel moet behooren.
Men beschouwt hier dan ook dat geschil minder als
een, dat tusschen de Regentes en minister Seyffardt
is ontstaan, dan wel als een strijd tusschen zekere hof
kringen en den Minister. Inmiddels is de publieke
opinie, gelijk men begrijpen kan, zeer op de hand
van den heer Seyffardt. Men vraagt zich af wat er
van de militaire zaken moet worden, indien er onder
de Regentes een gezag boven dat van den Minister
van Oorlog staat, waardoor deze gedwarsboomd
wordt in zijn plannen om verbeteringen aan te
brengen."
Sedert het in werking treden der nieuwe
pensioenwetten zijn door den pensioenraad
voor burgerlijke ambtenaven tot op heden ongeveer
2600 aanvragen om weduwen- en weezen pensioen
onderzocht.
Aan ruim 2300 weduwen en weezen is een pen
sioen toegekend, terwijl op ongeveer 280 aanvragen
een afwijzend advies werd uitgebracht. Ongeveer
zeventig belanghebbenden hebben van de bevoegd
heid, hun bij de wet toegekend, gebruik gemaakt,
om van dit afwijzend advies bij den Raad van State
in hooger beroep te komen.
In de te Vlaardingen verschijnende Nederlander
komt een artikel voor over de Kweekscholen
voor onderwijzers, waarin door een overzicht
van hetgeen te dien aanzien door de Ministers Mackay
en Lohman gedaan is, wordt bewezen dat 't het
afgetreden Ministerie niet tot glorie strekt. Het
blad zegt
t> Kleingeestig in hooge mate was de wijze, waar
op de kweekscholen te Arnhem en te Haarlem werden
behandeld. Terwijl de vorige Regeering van plan
was later met een voorstel te komen om alle parti
culiere kweekscholen van Rijkswege te subsidieeren,
weigerde zij de twee genoemde in het genot van
het subsidie, dat voor elk 7000 per jaar bedroeg,
te laten, zoolang de regeling voor al de overige niet
was tot stand gekomen. Met 1 September 1889 liet
zij het subsidie vervallen, om in het laatst van 1890
reeds een voorstel te doen om gelden toe te staan,
teneinde nog in 1890 aan alle particuliere kweek
scholen subsidie te verstrekken. Na aldus aan de
scholen te Arnhem en te Haarlem gedurende eenige
maanden het subsidie te hebben onthouden, bracht
diezelfde Regeering, die zoo zuinig op onderwijsge
bied wilde zijn, het subsidie van Haarlem op 9250
en voor Arnhem op 11690, ofschoon deze scholer
vroeger met 7000 hadden kunnen volstaan, alleen
omdat bij het aannemen van een anderen grondslag
de andere kerkelijk gekleurde kweekscholen te weinig
subsidie hebben ontvangen."
Daarna gaat het blad in bijzonderheden den loop na
van 's Ministers bepalingen omtrent de beurzen voor
kweekscholen, die na gedurige veranderingen door
de maatregelen van beide heeren thans precies is
wedergekeerd tot den toestand, gelijk dhr. Mackay
dien bij zijn optreden vond.
Alleen de kweekschool te Nijmegen is nog niet
hersteld.
Aan den aandrang van sommige heethoofden om
nog eene kweekschool op te heffen, heeft de Minis
ter echter niet voldaan. Grond voor dien aandrang
gaf de bewering, dat er voorloopig niet zoovele on
derwijzers zouden noodig zijn. »Intusschen," zegt de
Nederlander»is de toestand zoodanig, dat juist het
tegenovergestelde van hetgeen beweerd werd, ons
waarschijnlijk staat te wachten. Wel zijn er, tenge
volge van het niet volledig uitvoeren der wet op
het lager onderwijs, een tijd lang verscheidene on
derwijzers te veel geweest, maar dat overcompleet
zal spoedig ophouden te bestaan. Volgens de nieuwe
wet moet op 1 Januari 1892 het volgens art. 24
vereischte getal onderwijzers op de openbare scholen
aanwezig zijn. Thans begint men reeds aan de uit
geloofde jaarwedden te bemerken, dat de groote
overvloed van onderwijzers voorbij is, en straks als
1 Januari daar is, staat men misschien voor een
tekort. Daarenboven moeten alle bijzondere scholen,
die subsidie genieten, op 1 Januari 1894 beginnen
een bepaald getal onderwijzers aan te stellen, dat
geleidelijk moet toenemen tot 1 Januari 1899, op
welk tijdstip het volle in art. 24 bepaalde getal
moet aanwezig zijn. Leveren de bijzondere kweek
scholen, normaallessen en onderwijzers vóór dien tijd
geen voldoend personeel wat niet onmogelijk is
dan zal het tekort ook moeten worden aangevuld
door onderwijzers, die van Rijkswege zijn opgeleid."
De Haagsche correspondent van de Zutpli. Ct.
noemt het bericht, in het D. v. N. voorkomende
omtrent de verzekering door H. M. de Ko
ningin gesloten bij de Algemeene Maatschappij
van Levensverzekering, een canard, misschien slechts
verzonnen door den een of anderen agent om reclame
voor zijne Maatschappij te maken.
Men meldt aan het N. v. d. D. uit Rotterdam
De afloop der Dinsdag gehouden koffieveiling
heeft niet alleen de algemeene verwachting over
troffen, doch zal door menigeen beschouwd worden
als sein van beterschap.
Immers, nog kort geleden werd de taxatie van
48 ct. bij verre na niet bereikbaar geacht, en gister
werd zij zoodanig overschreden, dat de afloop 48'/2
ct. kon genoemd worden en voor de malang zelfs
grif 48s/4 a 49 ct. werd betaald. Men houdt zich
algemeen overtuigd, dat deze afloop goed zal worden
opgenomen, vóór einde Januari wordt door de N.
H. M. niet meer geveild, en wat door particulieren
zal worden aangevoerd, zal ook daarom meer noodig
zijn, terwijl de verbeterde af/.et, zoowel van Santos
als van Midden-Amerikaansche soorten en ook van.
Afrika enz. het vooruitzicht op een beteren gang
van zaken eindelijk begint te openen.
De Londensche correspondent der N. 11. Ct.
schrijft:
De door de ruwe elementen veroorzaakte verwik
kelingen van het Hollandsche eskader te
Portland zijn nog niet ten einde. Op verzoek
van den opperbevelhebber is de Hollandsche consul
te Londen, de heer Maas, naar Weymouth vertrok
ken, om de operatiën tegen den vijand te helpen
leiden. Die vijand is hier de Engelsche afzetter en
speculant, welke een voordeeltje zoekt te halen uit
het gebeurde met de Mysterious Star. Men begrijpt,
een oorlogschip van eenen staat »zoo rijk als Holland"