1891. N°. 118. Dinsdag 6 October. 78slc jaargang. M. A. STIEGER F. HARTING. 1)E AVONDSCHOOL, DE NAJAARS-SCHOUW ARBEIDSWET, Voorheen en thans. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, "Woensdag- en "Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent*, met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditma.ii te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders, Inzending van advertentiën vóór 8 uren op den dag der uitgave. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. zijnde HERHALINGSSCHOOL [Hoofd ds heer IttmaRiv. a! dit jaar een aanvang nemen op Maandag -i.ïi 2 NwreftSiW, dei namiddags te 5 uren. Aangifte van leerlingen, onverschillig van welken Jeeftyd, mits onder oterlegging eener schriftelijke verklaring van het hoofd eener school, dat zij het gewone schoolonderwijs hebben genoten, kan geschieden ter secretarie der gemeente, van Woens dag den 7 tot en met Dinsdag den 13 October a. s. Goes, den 3 October 1891. Burgemeester en Wethouder* van Goes, J. G d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. over de Voetpaden zal gehouden worden onmiddelijk na den 12den October a. s en tegen de nalatigeu wordt alsdan de bij het reglement op da wegen en voetpaden voorgeschreven vervolging ingesteld. Goes, den 3 October 1891. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d W. HAMER. De Secretaris, H A R T M A N. De aandacht van belanghebbenden wordt gevestigd op het Koninklijk besluit van 15 Juli 1891 (St.bl. no. 147) houdende vaststelling van eeaeu algemeenen maatregel van bestuur, als bedoeld is bij art. 4 der volgens welken maatregel het in de daarbij genoemde gevallen en omstandigheden verboden is een persoon beneden zestien jaren oï eene vtouw arbeid te doen verrichten. Nadere inlichtingen zijn ter Secretarie te bekomen. Goes, den 3 October 1891. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris. HART MAN. In 1889 is er een oogenblik geweest, dat de antirevolutionaire kiesvereeniging sVoor Nederland en Oranje" albier brak met de fiere leuze barer partij, dat in isolement hare kracht ligt, en dat zij de band reikte aan of beter gezegd de hand vroeg van de katholieke kiezers voor den gemeenteraad. Natuurlijk werd toen niet erkend, dat het om den steun dier kiezers te doen was, maar werd de schijn aangenomen alsof men opkwam voor bet goed recht der katholieken om ook een zetel in den Raad te mogen bezitten. Men beval toen van antirevo lutionaire zijde met den heer Cense aan den beer M. A. Stieger, met bet gevolg dat geen van beiden werd gekozen. Het lag anders niet aan de kracht van het plei dooi, dat in de Zeeuw in die dagen ten gunste van de candidatuur-Stieger werd gehouden, en bet is niet onaardig thans nog eens te herbalen in welke be woordingen toen de katholieke candidaat van anti revolutionaire zijde werd aanbevolen. In het extra- verkiezingsnommer van Zaterdag 19 Januari 1889 stond te lezen »Deze verkiezing wordt nog door iets andere bebeersebtnamelijk door de vraag Of het nu eindelijk niet eens tijd wordt, dat wy ook eens acht slaan op de rechten der min derheden. Er zaten tot nog toe in den gemeenteraad der tien leden. Van dezen zijn of waren acht (vergunt ons dit woord) liberalen. Vier zijn anti-revolutionairdoch de roomsch-katholieken, die zeker minstens een vijfde der bevolking uitmaken, hebben in den raad geen enkelen vertegenwoordiger. Aan de anti-revolutionairen de eer dat zy het eerst gewezen hebben op de schromelijke onrecht vaardigheid, dat de liberalen in onze stad bij ge meenteraadsverkiezingen telkens mannen uitslui tend van hun kleur candideerenen nooit eens hebben gedacht over de groote minderheden (anti revolutionairen en katholieken) die recht hebben zeker wel op de helft van het aantal zetels. Dit is een uitsluitingszucht, die mogelijk enkele eenlingen onder ons bezielen mag, doch waaraan het gros der anti-revolutionaire kiezers niet lij dende is. Moogt gij het onrecht helpen bestendigen, en door uw verzuim er mede schuldig aan zjjn, dat een deel der burgerij wel belasting betalen mag, maar geen man uit hunne partij in den gemeente raad mag brengen Erkent ook gij des Heeren bestel? Heeft de Heere zelf het niet alzoo beschikt, dat er in 1889 te Goes roomschen en protestanten zouden zijn. Is niet van Hem de samenstelling der bevolking En moogt gij dan tegen dit bestel reclameeren, door die van God gestelde orde om te keeren en u te houden als waren zij in Goes allen protestant? Moesten wij de bevolking scheppen, wij zouden alle roomschen op eens omzetten in protestanten, dewijl wij meenen dat alleen het christelijk-histo- rische staats- en kerkbegrip bet ware is. Maar nu dit alles naar Gods raad zoo niet is, nu hebben wij daarmede te rekenen. Het gaat niet aan voor de eeuwige beginselen van bet Recht te ijveren en tegelijk het recht aan onzen medeburger te betwisten of te krenken. Dit laatste was en is de fout der liberalen. Wij doen daaraan niet mee. Zoolang de Heere het goed vindt, dat er te Goes ook een deel roomschen wonen, en in het vrije Nederland de roomschen vrijheid van doen en laten hebben, ook op het gebied van verkiezingen voor den gemeente raad, zoolang zullen wij strijden voor het recht, ook van die minderheid, om in de gemeente zich te doen gelden." Tot zoover de Zeeuw van 19 Januari 1889. Reeds toen hebben we gewezen op de onjuiste bewering, dat de liberalen nimmer een katholiek in den Raad hadden trachten te brengen, door te herinneren aan de verkiezing van den heer C. L. De Meulemeester, door de liberalen candidaat gesteld. Een halfjaar later werd de bewering van de Zeeuw nog sterker gelogenstraft door het feit, dat de libe ralen een zetel hunner eigen partij aanboden aan den heer S. De Meulemeester. We behoeven dus op het eerste gedeelte van het hierboven uit de Zeeuw aangehaalde niet meêr terug te komen. We kunnen ons ertoe bepalen erop te wijzen, dat beide keeren de dezerzijds gestelde katholieke candidaten de zege behaalden, terwijl de heer Stieger, in 1889 door de antirevolutionairen candidaat gesteld, toen het onderspit moest delven. Maar wel mogen we nu de antirevolutionaire partij ditmaal met twee candidaten van hare eigene politieke kleur in het strijdperk treedt op een oogen blik, dat de eenige zetel der katholieken vacant is vragen wie er thans schromelijke onrechtvaardig heid" plegen, bij welke partij er sprake is van uit sluitingszucht", en wie »het onrecht" trachten te doen herleven, in 1889 door de liberalen gekeerd, >dat een deel der burgerjj wel belasting betalen mag, maar geen man uit hunne partij in den gemeente raad mag brengen Is de antirevolutionaire partij dan nu blind voor »des Heeren bestel" Heeft dan »de Heere zelf het niet alzoo beschikt, dat er in 1891 te Goes roomschen en protestanten zouden zijn" Is dan niet langer >van Hem de samen stelling der bevolking" En mag de antirevolutio naire partij stegen dit bestel reclameeren door die van God gestelde orde om te keeren en zich te houden als waren zij in Goes allen protestant" O zeker, we gelooven gaarne, dat wanneer de leiders van »voor Nederland en Oranje" en do re dactie van de Zeeuw de bevolking scheppen moesten, zij met hunne ruime godsdienstige begrippen, *alle roomschen zouden omzetten in protestanten". Maar ons dunkt, »nu dit alles naar Gods raad niet zoo is, nu hebben zij toch daarmede te rekenen." Het gaat toch niet aan »voor de eeuwige beginselen van het Recht te ijveren en tegelijk het recht aan onzen medeburger te betwisten of te krenken Zoolang de Heere het goedvindt, dat er te Goes ook een deel roomschen wonen, en in het vrije Nederland de roomschen vrijheid van doen en laten hebben, ook op het gebied van verkiezingen voor den ge meenteraad", zoolang moeten toch ook de anti-revo lutionairen naar hunne eigene redeneering strijden voor het recht, ook van die minderheid, om in de gemeente zich te doen gelden." Toch wordt nu van anti-revolutionaire zijde de eenige Rootnsche candidaat ter zijde gesteld Zegt nu niet, kiezers, dat wij het zijn, die spotten met den naam des Heeren want nooit is duidelijker gebleken dan door de vergelijking van het voorheen en het thans hierboven, hoe schandelijk van anti-revolutio naire zijde die Naam in den verkiezingsstrijd wordt betrokken om de overwinning voor die partij te ver werven. Wat toen in Zijn naam als plicht en recht werd afgespiegeld, wordt thans metterdaad als zoo danig ontkend, door het stellen van twee anti-revo lutionaire candidaten. Wij hopen en vertrouwen dan ook, dat alle wei denkenden zich met verachting zullen afkeeren van eene partij, die zoo draait en knoeit en alleen uit louter partijbelang haar wensch als de wil des Heeren afschildert. Den Katholieken vooral behoeft wel niet meer aangetoond te worden hoe alleen speculatie op hun Bteun de anti-revolutionairen in 1889 deed beslui ten den heer Stieger candidaat te stellen en dat het billijkheidsargument en de wil des Heeren slechts dienst moesten doen om de eenvoudige partijgenoo- +en tot het stemmen van den Katholieken candidaat A ;cv te halen, wat blijkens den uitslag niet zoo heel gemakkelijk ging, want de heer Stieger had nog circa vijftig stemmen minder dan de heer Cense. We kunnen niet gelooven, dat de meerdei'heid der kiezers aan eene dergelijke partij, die slechts het partybelang op het oog heeft en daaraan alles opoffert, eene meerderheid aan de stembus zal willen bezorgen, maar we verwachten, dat zij eendrachtig morgen met ons hunne stem zullen uitbrengen op de heeren EN' ar Men zij er vooral op bedacht, dat de stem bus slechts tot vier uur geopend is. Een eens geschreven naam mag doorgehaald en door een anderen vervangen worden. Het stembiljet moet voorzien zijn van het stem pel der gemeente en mag niet onderteekend worden. Wie zijn biljet verloren heeft, kan ter gemeente secretarie een ander bekomen. GOES, 5 October 1891. De beer D. De Clercq, fabrikant te Haarlem, trad gisteravond in »De Prins van Oranje" op tot bespreking van den toestand van het spoorweg-per soneel. Bitterheid" zouden wij boven zijne causerie willen plaatsen, indien wij daaraan een titel moesten verleenen. Alle grieven, die het mindere personeel bij onze spoorweg-ondernemingen maar kan te berde brengen, werden met de zwartste kleuren geschilderd. l>e Volkspartij, waarvan spr. zich een apostef noemde, heeft op haar programma ook de verbetering van den toestand van het spoorweg-pereoneel opgenomen. Die verbetering kan geboren worden door een vier voudig middel en wela. afschaffing van het boete stelsel, b. afschaffing van het premiestelsel, c. loons- verhooging met een aandeel in de winst, en d. minder werkuren. Het billijke en rechtvaardige, het nuttige en noodzakelijke van dat viervoudig middel, werd met voorbeelden, ontleend aan een werkje, dat de spreker voor zich had en welke voorbeelden uit het leven en uit de spoorweg-enquöte genomen waren, aangetoond. Het boetestelsel werkt zeer onrechtvaardig. Een remmer, die een trein moest begeleiden naar Amster dam, werd beboet, omdat aan het station, zijne werk plaats, terwijl hij er niet ivas een vuil rijtuig was aangekomen. Het premiestelsel strekt slechts tot be voordeeling van de Maatschappij en is in het nadeel van de veiligheid van het publiek. De machinist erlangt eene premie van twintig cents bij bezuiniging van 100 kilo kolen, maar die bezuiniging brengt de Maatschappij zeventig cents voordeel aan. Op olie en vet wordt getracht te bezuinigen, maar de wagens hebben gevaar van warm te loopen. Lomsverhooging kan niet uitblijven. Er zijn arbeiders die 96 cents daags verdienen, en daarvan met een gezin moeten leven. Daartegenover staan behalve traktementen voor de hoogere ambtenaren van 10000; ƒ6000; 3500 enz., de uitkeering aan de aandeelhouders van 6 pet., waardoor de aandeelen ter beurze geno teerd staan op 135 a 136 pet. Spreker wilde voor de loonen beneden f 1000 verhooging tot een bedrag, gelijk staande met 20 pet.voor boven 1000 tot f 1500 met 10 pet. geheel vrij van inhouding voor fondsen enz. En eindelijk de arbeidsdag. Er zijn arbeiders, die 16, 18 uren achtereen in touw zijn, en dan een rusttijd genieten van 8 a 6, maar soms ook slechts van 4 uren, in welken vrijen tijd zij zich van het station^ naar huis en terug moeten begeven. Bij onvoorziene omstandigheden, waaronder ook de plei- ziertrcinen gerekend worden, gebeurt het dat 22, 24, 26 uren achtereen gewerkt wordt. Sommige werk lieden hebben soms in eene maand hunne kinderen niet gezien, want deze slapen, als zij tehuis komen en zijn nog niet wakker, als zij weer vertrekken. Een conducteur ontmoette zijn kind op straat, 'en dit beantwoordde zijne liefkozing met een i>dag mijnheer Alle onderzoek schijnt buiten gesloten, of liever, het wordt verkeerd uitgeoefend. De raad van toezicht een college, van staatswege aangesteld, om de belangen der ambtenaren en beambten mede te behartigen, en waarvoor 129000 uit 's rijks schatkist wordt betaald, doet wel eens een onderzoekingstocht, doch kondigt die acht a veertien dagen te voren aan, in plaats van onverhoeds de stations binnen te treden, de boeken zich te laten voorleggen en de werk- en wachtkamers van het spoorwegpersoneel te inspec teren, of een rit te maken in de rijtuigen der derde klasse en door een gesprek aan te knoopen, met de aanwezige werklieden. Ook achtte spr. het noodig dat de beambten, van het rollend materiëel, de conducteurs, machinisten enz. eenig onderricht kregen in de verbandleer, om bij ongelukken dadelijk eenige hulp te kunnen verleenen. Tevens is in zijn oog het getal spoorwegartsen te gering en is de arbeider of wegwerker op te grooten afstand soms van de woning van den spoorwegarts verwijderd, om ter behoorlijker tijde van diens hulp te kunnen genieten. Ten slotte werd eene motie voorgesteld die het noodzakelijke eener hervorming van den toestand en wel zonder eenig uitstel ten doel had, en volgens verklaring van den spr., waarschijnlijk omdat niemand zijne stem daartegen verhief en niemand in debat trad, als aangenomen door de vergadering beschomod." De vergadering bestond uit twaalf personen. Woensdag 30 September werd aan het Sas van Goes de kuip van het buitensluishoofd leeg- gemalen. De in den zomer aangebrachte balkijzeren vloer bleek dicht te zijn; doch buiten dien vloer aan den noordelijken daniwand werd een wel aangetroffen, die noodzakelijk moest voorzien worden. Het daartoe noodige werd voorbereid, toen Zaterdagmorgen de ketel van de groote centrifugaalpomp het begaf en het malen moest gestaakt worden. Alvorens de stoombemaling weder in orde is kan geen verderen voortgang gemaakt worden. Door deze nieuwe vertraging zal met het oog op het vergevorderde seizoen dit jaar met het metselwerk vermoedelijk niet meer kunnen begonnen worden, en zal men zich na hernieuwde droogzetting moeten bepalen tot het in orde brengen der beide kuipen, het voorzien der bedoelde wel, om eerst in het voor jaar van hef. nieuwe jaar de metselwerken aan te leggen. Borsele. Zooals in het nommer van Zaterdag kortelijk werd gemeld voorzag de vergadering van ingelanden van den Koningspolder Vrijdag 11. in de vacaturen van dijkgraaf en zijn plaatsvervanger. Alvorens tot de benoeming over te gaan werd besloten de bezoldigingen der te kiezen personen nader te regelen en in betere verhouding te brengen tot de werkzaamheden, aan de betrekkingen ver bonden. Men overwoog dat het tot dusver genoten bedrag was gebaseerd op de omstandigheid, dat de polder met zeewering en oeververdediging was belast, hetgeen sedert 1861 had opgehouden, waarna be sloten werd elke bezoldiging met de helft te ver minderen en deze onder nadere goedkeuring te be palen op 30 voor den dijkgraaf en 15 voor zijn plaatsvervanger. Kortgrene. Mejuffr. C. Schippers, geboor tig van Kortgene, vroeger eenigen tijd verloskundige te Kolijnsplaat en nu als zoodanig werkzaam te Iloogkarspel, is door den gemeenteraad van Dordrecht tot vroedvrouw bij de administratie van het Burg. annbest. aldaar benoemd. Er waren in 't geheel 17 sollicitanten. Kortgene. In deze gemeente heeft een ver zoekschrift aan den burgemeester den heer mr. L. A. B y b a uin gelijken geest als die van Kolijnsplaat en Kats, gecirculeerd. Dit verzoekschrift met omstreeks 70 kandteekeningen, waaronder die van alle raadsleden, is hem Zaterdag 11. plechtig aangeboden. Kapelle. De vorige week is tot surnumerair bij de staatsspoorwegen te Utrecht benoemddhr. A. M a r c u s s e C z. alhier, oud-leerling der H. B. S. te Goes. Bij het Vrijdag te Utrecht gehouden examen voor klerk-telegrafist 3e kl. bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is geslaagd de heer L. W. Van Buffelen, laatst surnumerair te Krabbendijke, thans te Middelburg. Bij liet surnumerairs-examen, gedeelte A, is o. a. geslaagd de heer J. C. B a s t i a a n s e, te Vlissingen. Bij de Nederlandseke regeering is in onderzoek de concessie-aanvraag van den heer J. G. Gerritsen, te Groede, voor een locaalspoorweg Schoon- dijke Ter-Neuzen. Koningin "Wilhelmina is hersteld en beweegt zich weder in het paleis. De koorts is ge heel geweken, en bij gunstig weder mag H. M. in de lucht gaan. Men verzekert, dat heb in de bedoeling der regeering ligt, bij het departement van waterstaat een afzonderlijke afdeeling voor landbouw zaken in te stellen, onder leiding van een erkende specialiteit op landbouwgebied. (Vad.J

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 1