Het aandeel van het Rijk in de opbrengst der spoorwegen wordt geraamd op ƒ4,345,000. Hiervan is 3,940,000 vaste bijdrage. Daar nog niet kan geoordeeld worden over de vraag, hoeveel het winst aandeel vermoedelijk zal bedragen, is dit gesteld op hetzelfde bedrag als voor 1891 is uitgetrokken. Het aandeel in de winst der Ned. Bank wordt geraamd op 1,200,000. Wegens het aftreden van den heer Domela Nieuwenhuis als lid der Kamer is zijn voorstel over de gedwongen winkelnering als vervallen beschouwd. Naar wij in een der bladen lezen, is bij de stemopneming te Hoorn proces-verbaal opgemaakt, wegens omkooping van kiezers. (Tijd.) De Arnh. Ct. verzekert, dat de inspecteur van 'srijks waterstaat Van Diesen geen verzoek om ontslag had ingediend. Zijn wielrijders voetgangers Het antwoord op die vraag zal, zegt de Haagsche Ctniet twijfel achtig zijn Neen, zeker niet Dus zijn ook dit is niet twijfelachtig rij wielen voertuigen. Is er dan niet een uiterst eenvoudig middel ter tegemoetkoming aan de zeer gegronde klacht, dooi den heer De Casembroot bij den Gemeenteraad aan hangig gemaakt, een klacht, waarmede hij het ge voelen van honderden uitsprak Rijden op voet paden".) Dit middel isbepaal dat rijwielen zullen wor den beschouwd en behandeld als rij- en voertuigen, wat zij zijn en niet als voetgangers, wat ze niet zijn, noch als kinderwagentjes, wat ze althans niet behooren te zijn en dus dat wielrijders niet op de voetpaden mogen rijden, maar op de rijwegen moe ten blijven. Die uiterst eenvoudige oplossing heeft men te Brussel gegeven aan het vraagstuk, dat tegenwoor dig van niet onbeduidende beteekenis is. Wij bevelen haar aan ter navolging, voordat er ernstige ongelukken gebeuren. En de kinderen dan, de ongeoefende wielrijders vraagt men. Even eenvoudigdie moeten dan maar, totdat ze met kun >viets" kunnen omgaan, op stille wegen blijven. (De Tijd.) Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Rillaiul-Bath. Naar aanleiding van Psalm 84 vers 2 werd Zondagmiddag door ds. Wielinga van Kruiningen de Ned. Herv. kerk ingewijd. Ongeveer 500 menschen waren in hel vrij ruime en nette kerkgebouw tegenwoordig. Ter herinnering is in het voorportaal een steen aangebracht met het volgende opschrift Psalm 64 2 en 11. Ter herinnering aan de eerste steenlegging onder het bestuur van A. Baas, H. Bakker, J. Van Boven, G. Windhorst, H. De Jonge, G. Nagelkerke, Notabelen. J. J. Van Gorsel, President. H. J. Augustijn, Secretaris. A. Oele, C. Van der Werff, A. Goeree, Kerkvoogden. 29 April 1891. ArckitektA. Le Clercq. Aannemers J. Van Boven en G. Windhorst. 's-IIeer Abt*kerKe. Ds. B. M. Mantz alhier heeft bedankt voor het beroep naar Vinkeveen en is nu beroepen naar Baambrugge. Bedankt voor het beroep te St.-Annaland door ds. J. H. Willebrand, te Oude- en Nieuwe-Wetering. Den 20en dezer werd te Leiderdorp eene gods dienstoefening gehouden, die merkwaardig genoeg is om er even bij stil te staan. Daar trad voor de Hervormde gemeente aldaar en eene groote schare van elders als voorganger op de heer K. W. Vetliake, tot 26 Mei 1887 predikant bij de Ned. Hervormde, daarna bij de doleerende gemeente te Arnhem. Op zijn verzoek en schuldbelijdenis gerehabiliteerd, vrouwenvertrek deed denken, maar zonder daarvan eene navolging te zijn. Bovendien stonden hare kof fers nog in het rond en men kon het de kamer aan zien, dat de meesteres van het huis onverwachts was aangekomen. Zij trad een oogenblik aan het raam en wandelde dan wéér in gepeins in hare kamer op en neder als een mooi gevangen dier in zijne kooi. Eenzaam heb ik het" dacht ze; »och, het is hier zoo eenzaam maar ik ben toch hier mijn wensch is in vervulling gekomen Er kwam een triomfantelijk lachje op haar gelaat en hare oogen begonnen te schitteren. Zij hoorde niet, dat er geklopt werd, of dat de deur van het terras, die slechts aanstond, geopend werd. Doch eensklaps schrikte ze op, toen ze een schaduw op den muur zag vallen, en zij, opziende, Paul Eber- stein zag. »Ah 1" zeide ze met eene stem, die vreugde te kennen gaf. Hg was haar derhalve nagereisd tot aan den Posilippo Maar om de gevoelens te verber gen, die haar deden blozen, zeide ze met een ver baasd gelaat en zonder zich te bewegen: Gij hier?" »Ja, ik ben hier" antwoordde Paul zeer ernstig en afgemeten, nadat hij eene lichte buiging had ge maakt. Niettegenstaande dat afscheid" in Aigen; in ieder geval zeer tegen mijne bedoelingIk verbaas mij overigens eenigermate over uwe verba zing, want na den zonderlingen toestand, waarin gij mij gebracht hebt, kondt gij toch verwachten, dat ik, door den nood gedrongen, iets zou doen om tot eene verklaring te komen". Met waardigen trots voegde hij eraan toe»En mij het recht te ver schaffen over mjjzelven te beschikkenBij zulke raadselachtige gebeurtenissen is hg de eerste predikant die openlijk betuigd heelt door de doleantie gedwaald te hebben, en eene dei- eerste gemeenten waar hij optreedt (hij sprak den 13en dezer te Overschie, waarheen hij een beroep heeft aangenomen), is Leiderdorp. Als men zich herinnert dat Leiderdorp in 1886 de eerste gemeente was waar de doleantie zich met geweld openbaarde, waar ds. H. Wildeboer, thans te Oudewater, den 25en Juli door het grauw onder aanvoering van den doleerenden predikant G. Vlug van den kansel verdreven werd, en den 8en Augus tus ds. W. Klercq van Koudekerk slechts onder militaire bedekking de godsdienstoefening leiden kon, zal men erkennen dat er iets merkwaardigs ligt in die combinatie Ds. Vetliake op den kansel te Leider dorp. (N. R. Ct.) De candidaten tot den H. D. Van Deurssen te Leiden, S. J. Piso te Tjalleberd, en dr. D. Sijp- kens te Goor, allen van de Leidsche Hoogeschool, stellen zich thans beroepbaar. Zooals we reeds meldden bedroeg op 1 Sept. het aantal vacaturen in de Ned. Herv. kerk 381. In Zeeland waren er op 1 Jan. 49, op 1 Sept. 45. Gecollecteerd voor de scholen met den bijbel te Nieuwdorp (Ohr. ger. kerk) ƒ16,90. De aanbeveling voor de betrekking van leeraar aan de burgeravondschool te Middelburg ter voor ziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Morren, bestaat uit de heeren G. J. Endhoven te Middelburg en C. Van Weele te Oost en West-Souburg. (M. Ct.) Blijkens een door de xegeering over gelegden staat zullen over het loopende jaar aan de bijzondere lagere scholen in het rijk, krachtens art. 54bis der onderwijswet, 812,945 aan subsidiën worden uit gekeerd, aan die in Zeeland *21000. Aan ds. J. Van Dijk Mzn., directeur van ver schillende philantropische inrichtingen te Deutichem, is, naar het Hbl. bericht wordt, een bedrag van 50.000 toegezegd voor het stichten van een tweede studentenhuis voor aanstaande theologanten, studee- rende aan de universiteit te Amsterdam. Gemengde Berichten. Rilland-Bath. Do kustlichtontsteker T. Stapert alhier heeft zijn ontslag aangevraagd en verkregen en voorloopig is in diens plaats aangesteld J. Adri- aansen van Walsoorden. Borselc. H. M. de Koningin-wed. heeft opnieuw een tijdelijk pensioen voor twaalf maanden verleend aan Jobs. Van Sabben alhier, wegens lichaamsge breken ontslagen soldaat bij de huzaren. Het bedrag is bepaald op f 200. Voor de rechtbank te Utrecht verscheen als getuige een persoon uit Oud-Loosdreckt, die niet volgens het wettelijk voorschrift den eed kon afleg gen, omdat hij de beide handen miste. Zijn dag vaarding onderteekende hij nochtans vrij duidelijk al deed hij ook dit niet op de gebruikelijke wijze, daar hij den penhouder in den mond hield. De Haagsche koetsier, die onlangs het leven van den heer G. en familie in gevaar bracht door het onbesuisd rijden over de electrische trambaan, is door de rechtbank tot 7 dagen gevangenisstraf veroordeeld. Herman Zeitung zit in Amsterdam in verze kerde bewaring tot straf van zijn bedrog, jegens de spoorwegmaatschappij gepleegd. De eigenaar van het besteedkantoor, die het ke reltje tot zijne reis naar Amsterdam had uitgenoo- digd, heeft zich diens lot aangetrokken en tracht bij de bevoegde autoriteit zijne invrijheidstelling te krijgen. Wellicht zal Zeitung zijn doel dus nog bereiken en in een of ander lokaal te zien zijn. Vermoedelijk door het inslaan mot een steen, waardoor een rond gat gemaakt werd in de spiegel ruit van de winkelkast des heeren Schilt, horloge maker te Amsterdam, zijn aldaar Zaterdagnacht ont vreemd vijf gouden heeren- en een dito dames-hor loge, ter gezamenlijke waarde van f 490. In de marinierskazerne te Amsterdam is ont vreemd ƒ600, behoorende tot de kantine der man schappen. Een sergant-majoor, met het beheer be last, is in arrest i> Raadselachtig viel ze hem in de rede. t-Hebt gij niet »Wat, als ik vragen mag?" »Hebt gij den brief van den vorst niet ontvangen Welken brief? Ik weet van geen brief. Toen ik in Prienwant blijkbaar is het overbodig nog voor u te ontkennen Zij schudde het hoofd. »Toen ik derhalve in Prien alleen bleef, en er ook den volgenden morgen niemand kwam ook dr. Riegler niet toen reed ik eindelijk naar Salzburg terug en naar uwe villa om mijn secondant te zoeken. Daar was niemand meer, behalve de tuinman. Van dien kom ik langzamerhand te weten, dat ge op reis zijt gegaan, reeds den vorigen avond, dat vóór het aanbreken van den morgen mijn vriend, mijnheer Onegin en uw ouden dienaar u gevolgd zijn, dat de brieven hierheen moesten worden opgezonden, niet alleen voor u, maar voor den vorst, voor allen. derhalve de vorst is hier. Ik ik ben er de man niet naar om het kalm op te nemen, dat er een loopje met mij wordt genomen. Ik wil weten hoe de vork in de steel zit »En daarom reisdet ge nacht en dag door?" Zeker". »En nu zijt ge hier om met den vorst te dueileeren Hij maakte eene bijna onmerkbare buiging en ant woordde: Niettegenstaande al uwe pogingen om het te verhinderen ja. Ik ben hem dit wel niet meer verschuldigd, maar ik wil hem toch toonen en u tevens dat een man, onverschillig hoe hij heet maar het komt er ook niet op aan, wat ik wil toonen. Genoeg. Met uw verlof: ik ben hier". Wordt vervolgd.) Te Amsterdam sprong Donderdag een oude man in een aanval van waanzin uit het raam van de tweede verdieping op straat en kwam terecht op het ijzeren stoephek, dat door den val geheel krom gebogen tusschen de steenen palen, waarin het bevestigd was, werd weggeslagen. Op de leu ning was juist een loopjongen gezeten, op wien 't vallende lichaam gedeeltelijk terecht kwam, geluk kig zonder dat hij noemenswaard letsel bekwam. Ook de patient zelf scheen naar het uiterlijk te oordeelen, van den sprong weinig nadeel bekomen te hebben. Mr. W. A. baron van Itterssum te 's-Hage richt tot alle Nederlanders het verzoek om hem boeken toe te zenden ten behoeve van de bibliotheek te Bloemfontein, hoofdstad van den Oranje-Vrijstaat. Het is om Hollandsche boeken te doen, liefst oor spronkelijke Nederlandsche werken. Geschiedenis romans (mits alleen van bepaald zedelijke strekking), verhalen voor de aankomende jeugd, in den trant van Andriessen, Louwerse, Gerdes, enz. (vooral die uit de Nederlandsche geschiedenis)godsdienstige boeken, gedichten van hedendaagsche en ook van oudere dichters, zooals Cats, reisbeschrijvingen en wetenschappelijke werken, alle zgn welkom. Allicht heeft men in zijn bibliotheek boeken, welke men toch nooit meer inziet en die een welkome bijdrage voor Zuid-Afrika zouden zgn. Te Haarlem is Vrijdag een juffrouw van de trappen harer woning gevallen. Zij was onmiddellijk dood. Een Hagenaar, die met twee dames te Rotter dam verschillende café's bezocht, en nog al een ruime vertering had gemaakt, vermiste later een bedrag van circa ƒ2000 aan bankpapier. Te Leerdam zou Maandag 21 dezer paarden markt worden gehouden. Was er ten vorigen jare nog éen paard verschenen, ditmaal ging de voorstelling, wegens totaal gemis van paarden, niet door. Woensdag nam te Munstergeleen een landbou wer zijn zoontje van 5 jaren mede, toen hij met de kar, bespannen met 2 koeien, naar het veld ging. Naar huis terugkeerende, liep het jongetje voor de kar voor een hond schrikkende, liop de kleine terug en kwam onder de kar. De vader kon slechts het lijk van zijn kind opnemen. Te Aalsmeer wapperden Vrijdag ter eere van den honderdjarigen Gerrit De Jong allerwege de vlaggen. Hij ontving op zijnen verjaardag tal van blijken van belangstelling. Hij is nog hecht en sterk, doet bij goed weder gaarne eene wandeling door het dorp, gaat zelfs nu en dan nog naar de kerk. Zijne verstandelijke vermogens en zintuigen zijn nog vrij goed, hij kan zonder bril nog lezen. Dienzelfden dag werd de heer J. Elfring te Zeve naar honderd jaar. Ook deze is nog in het bezit van al zijne zintuigen, en tot heden geniet hij eene beste gezondheid. Bij gelegenheid der harddraverij te Midlum waren er zes paarden aangegeven, begeerig om den prijs van 60 te verwerven. Men wist nog een paar eigenaars van paarden belangstelling in te boezemen, en zoo kon de rijderij doorgaan. Tot de mededingers behoorde een oud beest van tusschen 20 en 25 jaar, dat den spotlust der aanwezigen niet weinig opwekte. Het geleek wel een zak met knokenzells de staart was niet meer aanwezig. Maar in de baan bleek deze oudvader alle gewoonten van het cours hip pique te kennen, en hij draafde er de krachtige en blin kende boerenpaarden alle af. Wat bleek De over winnaar was een oude harddraver, die in zijn tijd' heel wat meegemaakt had. Daar de oproeping alle paarden uitsloot, die vroeger een stukprijs hadden gewonnen, weigerden keurmeesters aan den eigenaar van dit beest een prijs toe te kennen. De Courrier de Schéveningue bevat een schetsje van een bezoek, door Koningin Wilhelmina aan Scheveningen gebracht. Zij reed in een panier, met twee paarden bespannen. Van alle kanten kwamen de bewoners van het dorp aanloopen, ten-einde baai- te begroeten, toen eensklaps een rukwind het roode hoedje van de pop der Koningin wegnam. Natuurlijk boden zich aanstonds talrijke gedienstige geesten aan om het hoedje op te rapen. De Koningin, die door een hofdame vergezeld was, liet dadelijk de panier stilhouden, om den jongens en de meisjes, die het hoedje achternaliepen, genoegen te geven. Maar tegelijk genoot II. M. ook van den wedloop, die in haar belang georganiseerd was. Weldra ge lukte het aan twee Sekeveningscke meisjes het hoofddeksel van de pop te bemachtigen en kon een lakei aan H. M. het kleine voorwerp overhandigen. Met genoegen mochten de Scheveningers zien, dat de vorstelijke mildheid der Oranje-spruiten ook een der schoone eigenschappen van Koningin Wilhelmina is. Behalve dat H. M. de gedienstigheid der meisjes met een beleefde buiging beantwoordde, liet zij haar door bemiddeling van de hofdame een handvol geld stukken geven. Aanstonds kwamen nu ook de andere kinderen, die op een afstand waren gebleven, van alle kanten toeloopen, waarop de Koningin begon te lachen, doch tevens van haar mildheid een nieuw bewijs gaf. Thans moest de lakei nog een handvol geld aan de andere kinderen uitdeelen. Wij behoeven niet te zeggen, dat toen de Koningin wegreed, zij voor dien dag velen gelukkig had ge maakt en haar ter eere van alle kanten luide hoera's opstegen. Sequah begint hoe langer hoe meer voet te krijgen in Amsterdam en ondervindt hoe langer hoe minder tegenwerking. Daarbij komt dat de »ge- nezenen" werkelijk langer van pijn verschoond blij ven dan de anti-kwakzalvers hebben voorspeld. Van den eersten behandelden patient, Trakzel, verneemt men o. a. dat hij nog even vlug is als den eersten dag zijner genezing", en van andere patiënten moet dit ook zoo zijn. De gedachte aan oinkooperij ver dwijnt ook, nu een zeker heer, Van de Velde ge naamd, in het publiek is behandeld en pijnloos ver klaarde te zijn. Een politieagent, die zich als getuige van zijn lijden op den aanwezigen commissaris be roepen kon, verklaarde zich na de behandeling »in een andere wereld" te gevoelen. Vrijdag heeft Sequah zijn publiek opnieuw over tuigd. De lijder was een soldaat, die met een stok moest loopen en afgekeurd was om zijn lijden aan rheumathiek, zooals zijn paspoort vermeldde. De man werd ingewreven en na behandeld te zijn sprong hij vlug voor de oogen van het publiek rond. En toen daarop Sequah 's mans stok in stukken brak en de patient zich vrij en flink in het publiek be woog, toen jubelden allenleve Sequahen velen lieten er op volgenweg met de doctoren De avond-séance kenmerkte zich door twee onge wone incidenten. Vooreerst deelde Sequah, in civiel gekleed, mede, dat hij, om de bewering te ont zenuwen, als zou hij door suggestie genezen, en niet zijn olie, niet zelf den patiënt, die dezen avond ging behandeld worden, zou wrgven, maar drie werklieden onder de menigte verzocht, die taak van hem over te nemen. Aan dien wensch werd ge volg gegeven, zoodat zekere Joh. Theod. Tenkelo, die verklaarde, zes jaren aan rbeumatiek te hebben geleden, door drie werklieden werd gewreven. Aan genomen dat de man inderdaad een lijder aan hard nekkig rheumatisme was, waarvoor wij niet instaan, bleek de genezing" even volkomen, alsof Sequah in hoogst eigen persoon den man gewreven had. Het tweede incident was het optreden van een toevallig te Amsterdam vertoevenden Engelschman, die vertelde, Taylor te heeten, predikant te zijn, met Sequah in Engeland te hebben kennis gemaakt en diens geneesmiddelen niet genoeg te kunnen aan bevelen. De menigte, welke weder veilig op circa 10,000 personen kan worden geschat, was bijzonder rustig ze hoorde Sequah en den heer Taylor bedaard aan en gaf nu en dan teekenen van instemming met het gesprokene. Zooals gewoonlijk sedert eenige avonden, werd Sequah, toen de »genezene" na de behandeling weder te voorschijn kwam, luide toegejuicht. Sequah heeft de toezegging gedaan nog langer te zullen blijven, dan hij voornemens was en heeft aan doctoren den toegang tot de tribune verboden, omdat zij, zooals hij beweert, vaak zoo ruw met de lijders omspringen. Vóór een koffiehuis zat vóór eenige dagen op het terras een mijnheer. Aan zijn voeten lag zijn hond, een groote, fraaie Deensche dog. Van tijd tot tijd lichtte 't heerlijke beest zijn kop op en keek zgn meester met zijn groote, waterige oogen vragend aan. De meester haalde een stukje suiker uit den zak en wierp 't in den grooten muil van den Deen- schen dog. Het dier legde zich weer lang uit aan de voeten van den heer, den kop op zijn dikke pooten, genietende van 't zonnetje, dat juist heerlijk scheen, net op zijn breeden kop. En een hond is ook al niet sterker van gestel dan een mensch. Blootgesteld aan de lekkere zonnestraaltjes, werd de dog bevangen door een eigenaardig gevoel. Ofschoon het niet erg opgevoed stond, zelfs niet voor een hond, kon hij niet meer aan den aandrang weerstaan hij sperde zijn grooten muil open, en zijn lange, dikke tong stak hij uit, juist in de richting van een der gasten. Plotseling heeft de hond zijn slaap vergetenhij ziet dien gast opspringen, op zijn meester toeschieten en dezen een paar geduchte slagen toebrengen, die den geslagene het bloed langs 't gelaat deden vloeien. Groote opschudding, de Deen stond onmiddellijk op zijn vier pooten; de politie schoot toe, en de euveldader werd naar het politiebureau gebracht. Waarom heeft u dien heer geslagen »Uit wraak »Uit wraak »Ja, zijn hond stak de tong tegen mij uit! En ik laat mij niet beleedigen. Tableau. Amst. Ct.) Bij het feest der drukpers alhier stortte heden de groote feesttribune, waarop 1000 personen, in. Een werd gedood en 25 gekwetst, waarvan velen ernstig. Het feest werd terstond gestaakt. Volgens een Engelschen onderzoeker moeten de vergiftigingsverschijnselen, somtijds waargenomen na het gebruik van mosselen, toegeschreven worden aan giftige bacteriën in de lever der mosselen aan getroffen. Deze zouden een giftig alcaloid Mitilotoxin af scheiden, dat door inenting op konijnen en zee varkentjes in 24 uren den dood dezer dieren ver oorzaakt. Een commissaris van de aanstaande wereld tentoonstelling te Chicago heeft, terwijl hij eenigen tijd in Rusland doorbracht, het volgende avontuur ondervonden. Mozes P. Handy, zoo heette de man, wilde Mos kou verlaten en zich naar Duitschland begeven, waarvoor hij een pas moest hebben, welken hg aan het consulaat te Moskou aanvroeg. Er verliepen echter verscheiden dagen, alvorens deze pas hem werd toegezonden. Eindelijk werd hij ongeduldig en ging informeeren wat de reden dezer vertraging was. Tot zijn groote verwondering vernam hij, dat men hem, afgaande op zijn voornaam Mozes, voor een Jood gehouden had. Gelukkig kon de man bewijzen, dat hij Christen was, anders zou bij binnen weinig dagen over de grenzen gezet zijn geworden. De Russische Grootvorstin Alexandra, gemalin van 's Keizers jongsten broeder Grootvorst Paul en dochter van den Koning van Griekenland, is over leden aan de gevolgen eener ontijdige bevalling. De Prinses was nog pas 21 jaren oud. Wegens dit treurige sterfgeval zijn de Czaar en diens gemalin met hunne kinderen dezer dagen van Kopenhagen over Berlijn naar Moskou teruggekeerd. De Czaar heeft, uit aanmerking van de treurige reden zijner plotselinge reis en ook omdat Keizer Wilhelm niet te Berlijn aanwezig is, elke officiëele ontvangst bij zgne doorreis van de hand gewezen. Volgens sommige bladen moet de dood van Grootvorstin Alexandra niet enkel aan de gevolgen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 2