1891. N°. 114. Zaterdag 26 September.
78sle jaargang.
DE VERKIEZING
16> FEUILLETON.
Zij wil leven.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen big de heeren Nijgh Van Ditmah te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending; van advertentiën voor 8 uren op den dag; der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Gebooi'te-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et..
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
COURANT.
voor twee leden van den Gemeenteraad,
wegens het ontslag nemen door de heeren S DE MEGLE-
MEESTER en J. P. S JONQUIÈRE, zal plaatshebben op
Dinsdag den 6 October a. van des voormiddags
9 tot des uamiddaga 4 uren, in een der zalen van het Raadhuis.
De kh-zer, di-i zijn stembriefje verloren of er geen ontvangen
herft, kan er een ter Secretarie bekomen.
Goes, den 25 Sept-mber 1891.
Bnrgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. a. \V. HAMER.
De Secretaris,
H A R T M A N.
Minister Pierson.
In de zitting der He Kamer van Woensdag had
de Minister van Financiën, de heer Pierson, gelegen
heid de hem in den mond gelegde woorden bij het
bewuste Congres-feestmaal voor onjuist te verklaren.
De verslaggever der N. R. Ct. zegt daaromtrent
het volgende
Men weet, welke verhalen in de antiliberale pers
de ronde hebben gedaan omtrent den toost, dien de
heer Pierson op het feestmaal heeft uitgebracht.
Met De Standaard voorop trachtten tal van blaadjes
om strijd er munt uit te slaan om het Ministerie
en de liberale partij bij de landbouwers verdacht te
maken. Toen nu de Minister van Financiën heden
sprak van zijne sympathie voor den Nederlandschen
landbouw en van de kloekheid en flinkheid der land
bouwers in de moeielijke omstandigheden, die zij
beleven, ging er aan de rechterzijde der Kamer een
ironisch gelach op. Maar met de kracht van een
eerlijk man, met den gloed der waarheid beantwoordde
de heer Pierson dit spottend gelach met de verklaring,
dat wat hij zoo even sprak niet was pour le besoin
de la causemaar dat die woorden kwamen uit het
diepst van zijn gemoed. Wat hij tot wegneming van
het misverstand, waartoe zijn toost had aanleiding
gegeven daaraan toevoegde, was het volgende
»Men kan als redenaar heel veel fouten begaan door
te snelle voordracht, onduidelijke dictie, te groote
beknoptheid van uitdrukking. Gaarne wil ik aannemen,
dat öf het een, of het ander, misschien wel èn het
een èn het ander is geschiedmaar zeker is het, dat
de Nederlandsche landbouw te hoog bij mij staat
aangeschreven, dan dat ik hem in een ongunstig
daglicht zou stellen. Dit is niet geschied, maar wel
heb ik voorspoed toegewenscht aan den landbouw
in het algemeen, en als freetrader de verwachting
uitgesproken dat die voorspoed den landbouw van
Nederland niet zal benadeelen, daar buitenlandsche
concurrentie een krachtig wapen is tegen de groote
vijanden van alle ontwikkeling traagheid, onkunde,
gemis aan moed. Ik accepteer geen andere lezing
mijner woorden, want ik ben mij klaar bewust juist
die gezegd te hebben al werd mij te goeder trouw,
maar toch tot mijne bevreemding, iets geheel anders
in den mond gelegd."
Bij deze woorden was het gelach verstomdblijk
baar was de rechterzijde onder den indruk van de
oprechtheid van den spreker, die, toen hij uitgesproken
Uit het Duitsch van Adolf Wilbeandt.
Het was Raffaela, alsof Paul haar een slag had
gegeven, toen hij de laatste woorden uitsprak en
achter de deur verdween. Zij waagde het niet hem
terug te houden, haar arm zou daartoe thans ook
niet meer de kracht gehad hebben. Zij hoorde men-
schen loopen, deuren slaan, het kiezelzand in den
tuin kraken, eindelijk hoorde ze een rijtuig weg
rijden en nog altijd stond ze als verdoofd en on
machtig om te denken. »Ik, een eenvoudige
klonk het haar voortdurend in de ooren; onwille
keurig trachtte ze den zin aan. te vullen, maar het
mocht haar niet gelukken. En altijd maar moest ze
in zichzelf herhalen»ik, een eenvoudige
Eindelijk maakte die machteloosheid van haar
denkvermogen plaats voor klare gedachten. De eerste
was Paul achterna te ijlenmaar een pijnlijk gevoel
van schaamte, en de overtuiging, dat het haar toch
niet baten zou, deden haar dat denkbeeld opgeven.
Haar tweede gedachte was van allen strijd en allen
tegenstand af te zien, in een stoel neer te vallen en
alles als een stortvloed over zich heen te laten gaan
en stil neder te zien op de puinhoopen, waarin deze
dag zou worden veranderd. Wanneer die gedachte
zegevierde, dan was haar lot bepaald en was er voor
haar geene redding meerdan eindigde zij vermoede
lijk evenals vorstin Olga Maar eensklaps schrikte
ze zelf over zooveel lafheid en ze stiet een luiden
had, door de linkerzijde met warme bravo's werd
toegejuicht.
Zoo is dan, naar men mag verwachten, voorgoed
een einde gemaakt aan de legende van de brutaliteit
van het liberalisme", zooals De Standaard in zijne edele
verontwaardiging den toost, dien de heer Pierson zou
uitgesproken hebben, noemde. Niets, letterlijk niets
is er overgebleven van de aantijging, dat de Minister
zich beleedigend over de landbouwers zou hebben
uitgelaten; integendeel kwamen heden niet alleen
woorden van lof over zijne lippen, maar wat meer
zegt, de Minister bleek ook met de beste voornemens
ten aanzien van den landbouw bezield. Een der grootste
idealen, waarmede hij opgetreden was, verklaarde hij,
was om ook ten aanzien van onze agrarische belangen
de beginselen van recht en rechtvaardigheid op fis
caal gebied te doen zegevieren. Zoo heeft dan al het
kabaal, dat men tegen den nieuwen Minister heeft
op touw gezet, deze goede zijde gehad, dat de natie
thans weet, dat zij in hem een man heeft, die ook
op het gebied van den landbouw met warmte de
edele beginselen is toegedaan, die hij op ander gebied
voorstaat."
GOES, 25 September 1891.
De heeren M. A. Stieger en F. Harting
hebben de hun aangeboden candidatuur voor het
lidmaatschap van den gemeenteraad van Goes aan
genomen.
Gisteravond gaf de zangvereeniging »E x c e 1-
sior" alhier in »de Prins van Oranje" een concert,
dat in alle opzichten wel geslaagd mag heeten.
Trouwens, het steeds talrijke publiek toont genoeg
zaam, dat de concerten van Excelsior" in den smaak
vallen.
Wij zijn niet gewoon van dergelijke uitvoeringen
eene beoordeeling te leveren en we wagen ons ook
thans niet aan eene kritiek. Toch meenen we de
opmerking te mogen maken, dat ook ditmaal het
bewijs is geleverd, dat kleine nommers als het pro
gramma er nu gelukkig verscheidene bevatte, het
best binnen het bereik der krachten van Excel
sior" vallen, beter dan de Hymne" van Verhuist.
Het slotnummer »Am Wörther See" voldeed goed,
alhoewel het niet zoo pakte" als hetgeen vroeger
in dat genre wel door Excelsior" is ten gehoore
gebracht. Het pianospel van dhr. Kooiman, die een
drietal nummers van Chopin, Mendelssohn en Liszt
uitvoerde, deed dezen weder kennen als een begaafd
pianist.
De voordracht ter benoeming van gemeente
secretaris te Delft bestaat de heeren mr. L. A.
B y b a u, te Colijnsplaat en mr. A. J. H. Heinsius,
commies-redacteur ter gemeente-secretarie te Am
sterdam.
In een Woensdag gehouden vergadering van
oester handelaars te Bergen-op-Zoom is be
sloten gedurende het a. s. seizoen de oesters 1ste
soort, wegende minstens 75 KG. per 1000 stuks,
niet minder te leveren dan tegen den prijs van 75.
kreet uit, die haar tot zichzelf bracht. »Neen!" sprak
ze. »Hij gaat heen en veracht mij, moet hij mij nu
nog meer gaan verachten Wat zeide hij ookDurft
ge bij uzelven nog zooveel kracht veronderstellen
Jariep ze uit, met verheffing van stem, alsof
hij haar nog kon hooren. »Ja, ik zal het u toonen;
ja, gij zult het zien
De schemering begon te vallenzij bemerkte het
en op eens overviel haar een ontzettende angst.
Wanneer het eens te laat was? Wat te doen? Wat
te doen Ze sloeg de hand tegen het voorhoofd
>0, mijn God! Wat te doen? Hoe zal ik het ver
hinderen Het moet verhinderd worden, alles, alles wil
ik er voor opofferen hij zal zien, dat ik sterk ben
en hij mag niet stervenEensklaps kwam er
licht in de duisternis harer gedachten. »Ik moet
naar Alexander's moeder" dacht- ze, »en die moet
mij helpenZe vloog de deur uit en de gang dooi
en onderwijl riep ze luid, dat het door het geheele
huis weörklonkGrabow! Grabow! Grabow
De oude man antwoordde haar reeds van verre.
i> Grabow 1" riep ze, »laat mijn coupé inspannen en
voorrijden, oogenblikkelijkEn kom dan boven
Wat hij antwoordde verstond ze reeds niets meer
ze ijlde naar de deur, die toegang gaf tot de ver
trekken van vorstin Olga en trad binnen zonder te
kloppen. De oude vrouw zat in het tweede vertrek
op een canapé, zonder muts, als een slapende uil
Raffaela snelde naar haar toe, alsof zij een verdwaalde
vogel was, die het venster binnenvloog en greep
haar bij den arm. »Om Godswil!" riep de oude
dame, »wat gebeurt er?"
»Uw zoon wil duelleereu, dat gebeurt er. Met
dien anderen met mijnheer Eberstein
De Minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid heeft, om den 28 dezer in dienst te treden, tot
buitengewoon opzichter benoemd aan de werken aan
deu Maasmond dhr. A. Yan der Werff Johsz.,
te Scherpenisse.
H. M. de Koningin-Regentes is voor
nemens, a. s. Zaterdag van Het Loo naar Den Haag
te komen, ten einde de commissie uit de Tweede
Kamer, belast met de aanbieding van het Adres van
Antwoord op de Troonrede, te ontvangen.
Hare Majesteit zal nog denzelfden dag naar Het
Loo terugkeeren.
Daar de ingenieur, die aan de boringen en
metingen met betrekking tot de droogmaking
der Zuiderzee zoo groot aandeel had en zoo
volkomen op de hoogte is van deze zaak, thans als
Minister van Waterstaat is opgetreden, brengt men
het verschijnen van het desbetreffend rapport met
die optreding in verband en is het vermoeden ont
staan, dat de droogmaking van een deel der Zuiderzee
thans eindelijk ook bij de Volksvertegenwoordiging
aan de orde zal worden gesteld.
Of dit vermoeden juist is of niet, valt voor het
oogenblik niet uit te maken, maar mocht de heer
Lely dit voornemen hebben, laat hg het dan nog
even uitstellen om allereerst aan ons spoorwegver
keer zijne aandacht te wijden. Zooals dit thans is,
mag het toch waarlijk niet blijven. Ligt het aan de
regeling of aan de uitvoering, aan het materiëel of
aan het personeel? Niemand weet het, maar zeker
is het, dat het met ons spoorwegverkeer thans treu-
rig is gesteld, en dat het goed kan wezen blijkt
uit hetgeen vroeger ondervonden werd. Voor den
handel in de eerste plaats en voor het publiek in
het algemeen is het eene zaak van overgroot gewicht.
Men zou bijna wenschen dat, gelijk in den ouden
tijd voor andere middelon van verkeer, althans voor
de spoorwegen weder de bepaling werd ingevoerd,
dat een agent van politie constateerde of de treinen
op hun tijd aankwamen en vertrokken. Misschien
zouden dan de tallooze afwijkingen van de dienst
regeling verminderen.
Wij houden ons hart vast voor hetgeen dezen
winter weer beleefd zal worden, als door de strem
ming der scheepvaart zooveel meer van het vervoer
over den spoorweg zal worden gevorderd.
(Amh. Ct.)
Naar men verneemt, wordt aan het ministerie
van financiën eene nieuwe wet op de regi
stratie bewerkt. De heer mr. C. E. Achterberg,
inspecteur der registratie aan het departement, is
met dezen ai-beid belast.
Men schrijft aan De Stand, uit Utrecht
De beeldenaar van onze Koningin
voor onze nieuwe gouden tientjes is gereed. Toch
zal het munten nog wel eenigen tijd duren, daar de
koers van het goud op 't oogenblik te hoog is, en
daardoor het munten thans te schadelijk zou zijn
voor de Nederlandsche Bank.
Naar men verneemt, is de inspecteur van den
Alexander riep de vorstin en ze begon te beven.
»Ja!" zeide Raffaela. Met een man, die evengoed
als uw zoon Zij deed alsof ze een revolver af
schoot. »Zij zijn weg, naar het station ze willen over
de grenzen met den eerstvolgenden trein
»Kind Kind zeide vorstin Olga opstaande. »Dat
is het, dat is het wat de geesten mij dezen nacht
Mijn Alexander hij sterft 1"
»Hij zal niet sterven" antwoordde Raffaela, terwijl
zij de oude vrouw, die dreigde te vallen, op de sofa
neerzette. »Wij zullen hem samen redden, gij en ik
Wees kalmwij reizen met hem mede, zonder
dat hij het bemerkt; het is nacht, wij stoppen ons
goed in, we gaan stil in een anderen wagen en
de trein rijdt weg. Alexander reist alleen, dat weet
ik; hij zal als gewoonlijk slapen en wij zullen den
conducteur wel beletten hem te Prien te wekken.
Wij rijden door, hij ook
>0, mijn God" kermde vorstin Olga. »Dat heeft
immers geen zinhij zal ontwaken
»Dan is Prien voorbij en voor het overige
zal God ons wel helpen. Haast u, kom."
Hy zal woedend zijn, kind. Als hij ontwaakt,
zal hij razen en tieren tegen u en tegen mij
Raffaela schrikte even, maar zij herstelde zich
spoedig. »Hij zal mij niet meer verachten" dacht
ze alleen aan Paul Eberstein denkend »en
ik wil, ik moet hem tot eiken prijs redden
»Ik ben niet bang" zeide ze tot de vorstin,
»laat hem razen laat er gebeuren wat er wil
»Och! Och!" zuchtte de oude dame als een kind.
»Wij zijn zoo machteloos tegenover dezen man
»Ik niet! Ik ben voor niets bang!"
De oude keek haar verbaasd aanRaffaela's ge- 1
waterstaat G. Van Diesen teruggekomen van
zijn voornemen om den dienst met pensioen te ver
laten.
De Minister van Binnenl. Zaken, overwegende
dat de heer S. T. Land ingevolge art. 96 der Grond
wet van rechtswege het lidmaatschap van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal heeft verloren en dat
derhalve een verkiezing van een lid dier Kamer moet
plaats hebben in het hoofdkiesdistrict Den Helder
heeft bepaald dat de verkiezing van een lid der Tweede
Kamer van de Staten-Generaal in het hoofdkiesdistrict
Den Helder zal plaats hebben op Dinsdag 13 October,
eventuëele herstemming op Dinsdag 27 October.
In eene veïgadering te Edam wist de heer
T r e u b Dinsdagavond te verhalen, dat dr. Poelman,
lid der Tweede Kamer voor Veendam, den heer
Tijdens, het radicale lid voor Winschoten, zou hebben
gevraagd lid der liberale kamerclub te worden om
de conservatieve elementen eruit te werpen en
scheuring te maken. Naar aanleiding dezer bewering
ontving het Handelsblad van dr. Poelman het ver
zoek, de volgende rectificatie" op te nemen:
x>De mededeeling van mr. Treub aan de kiezers te
Edam over een onderhoud tusschen mij en den heer
Tijdens, opgenomen in no. 19,586 van dit blad, is
onjuistzij moet op een misverstand berusten, öt
van den heer Tijdens tegenover mij, öf van den heer
Treub tegenover den heer Tijdens. In een vluchtig
praatje met den laatste raadde ik hem aan, zich bij
de liberale partij aan te sluiten, teneinde zich niet
te isoleeren. De gedachte, dat de radicalen de voor
hoede der liberalen behooren uit te maken, heeft mij
steeds bekoord. De woorden, die er bij dit onderhoud
tusschen ons gewisseld werden, kan ik niet met
juistheid teruggeven. Mijne bedoeling was zeker niet,
om door middel van of met den heer Tijdens onder
de liberale partij scheuring te verwekken, nog min
der om de liberalen uit hunne eigene partij vergade
ring te verdrijvenwat te denken van iemand in
wiens brein zulk eene dwaze gedachte opkwam Ver
sterking van den linkervleugel der partij, waarbij ik
de eer heb mij zelf te rangschikken, acht ik gewenscht,
en ook de heer Tijdens kan of kon daartoe iets bij
dragen. Met het oog op dit doel, gaf ik hem den
genoemden raad. Het was mij dus niet om scheuring
maar om vereeniging te doen".
Het landhuishoudkundig congres
zal in 1892 op 13 tot 16 Juni ie Wageningen worden
gehouden.
Daar de arbeids-enquóte in dit jaar
niet zal kunnen eindigen, is de Regeering voorne
mens een wetsontwerp in te dienen tot verlenging
van den termijn van duur tot 1 Juli 1892.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Tot predikant bij de Herv. gera. te Waarde
is beroepen de heer P. De Buck, candidaat te Oost-
Souburg te Oudolande de heer L. W. Bakhuizen
Van den Brink, cand. te Amsterdam te Katten-
dijke de heer C. Hunningher, candidaat te 's-Hage,
die intusschen reeds een beroep naar Haarloo aannam.
heele doen was haar een raadsel. »Gij?" zeide ze.
Ja, ik. Alles komt voor mijne rekening; alles,
alles, allesSta opgij wilt toch uw zoon niet
laten dooden
»0, mijn God 1" riep vorstin Olga weder, en ze
rees op van haar zitplaats. Voort, waarheen ge
wilt, al ware het regelrecht in den dood
Door de geopende deur kwam de oude Grabow
binnen. »Het rijtuig is voor" zeide hij.
Raffaela nam den arm der vorstin. Vooruit,
moeder, vlug 1"
»Ja, ja" zeide deze en ze keek verward om zich
heen. »Zoo zonder iets
Morgen reist Grabow ons achterna, Grabow
met de koffers. Haal vlug mantel en hoed. Dan
gaan we langs de kleine trap, want niemand behoeft
ons te zien Moed, moedermoed
De oude dame gehoorzaamde, altijd zuchtend en
kermend ondertusschen vatte Raffaela Grabow bij
de hand. »Ik vertrouw geheel op u, luister dus goed.
Gij moet dr. Riegler en mijnheer Onegin in hunne
kamers, of waar ge maar kunt, opsluiten en ze niet
vrijlaten, voor ik u bericht heb gezonden, wat er
met hen gebeuren moet. En wanneer ge bericht
ontvangtkom, geleid gij de vorstin, dan haal
ik eveneens hoed en mantel. Op de trap en aan het
rijtuig zeg ik u de rest. Verbaasje maar niet, vooruit
Terwijl ze naar haar kamer liep, was het alsof ze
Paul's woorden hoorde: Grijp het slechts en het is
het uwe 1" En haar mantel nemend, zeide ze zacht,
als was het de melodie, waarop ze alles doen moest
»Hij zal mij niet verachten en hij mag nieij
sterven."