1891. N°. 112. Dinsdag 22 September. 78s,e jaargang. De uitgave dezer Courant gescliiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1 75. Afzonderlijke nommers 5 cent; niet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bij de keeren Nijgii Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inzending van advertentiën vóór 8 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiön is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOESCHE COURANT. Heden zijn ten Riadtiuize uitgeloot, oin met 1 Janna i 1892 te worden afgelost, de navolgende Obiigalië.'i in de gddleening va i I8V6: nos. 21 eu 22 oorspronkelijk uitgegeven aan de firma Fransen Van de Potte en Zoon no. 41, idem nan de firma Pe Kanter en Hordijk nos. 05 en 102, idem aan de firma Van de Vegte en Van Keede te Zwolle. Goes, den 19 September 1891. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretari*. H ARTM A N. In herinnering wordt gebracht, dat de plaatsen, waar i:XTI\CTi:U!5S staan, die hij onverhoopte branden kunnen worden afgehaald, door plaatjes am ot naast de deurposten ziju aangeduid, eu wel in het Raadhuis; in de Hoogere Burgerschool in het lokaal vaa school E voor meisjes; in de sociët it «Van Ongennchten Vrij"; hij mr. J L. H. Liebert, Lombardstraat; Iz. Wessel, aan de Turfkade; L. Meijler (werkplaats). Noordeinde; W. A. L)e Laat de Kanter, Wij gaardstraat J. A Van Heel, Klokstraat; C Oranje, Voorstad; H. G. Hartman Jz Lmge Vorststraat. Goes, den 19 September 1391. Burgemeester en Wethoude-s van Goes, J. G. d W. HAMER. De Secretaris, HAR T M A N. Nog eens het kanaal van Hansiveerd. Een inzender schrijft in bet Handelsblad van Ant werpen van 19 September jl. bet volgende «De Goesche Courantvan 8 september, deelt uw artikel mede van 20 augusti, In het Kanaal van Hansweert en voegt er als enkele bemerking toe «Het komt ons voor dat zeer juist de brug gesloten «wordt gehouden, om alle mogelijk gevaar voor «treinen te voorkomen, en dat beter de schepen een oogenblik kunnen wachten, dan dat een trein kans i» loopt te verongelukken." Van dit standpunt uitgaande ware het beter de brug in het geheel niet meer te openen, dan ten minste zou men voorgoed zeker zijn dat er geene treinen zouden verongelukken en nog erger onge vallen zouden voorkomen; want verondersteld dat er een van die treinen, die daar zoo ongemoeid schijnen rond te dwalen, opkwam stoomen, als de brug voor de reglementaire doorvaart geopend is en een paar schepen erdoor varen, dan verongelukten niet alleen de tiein maar nog de vaartuigen Dit alles schijnt mij echter buiten de kwestie immers Art. 1 van het internationaal reglement van 20 mei 1843, ter uitvoering van Art. 9 van het tractaat van 19 april 1839 en van het kapittel II afdeeling III, van het tractaat van 5 november 1842 waarborgt eene vrije vaart tussehen Schelde en Rhijn, en het is dunkt mij buiten kijf, dat de brug, zelfs wanneer alle mogelijke goedwilligheid bij de bewer king, aan den dag gelegd werd, eene belemmering daarstelt. Dat is het brandpunt der kwestie. Nederland heeft onbetwistbaar alle recht zijnen 14T FEUILLETON. Zij wil leven. Uit het Duitsch van Adolf Wilbrandt. «Wel?" vroeg Raffaela. «Gij antwoordt niet?" »Ik vraag vergeving" antwoordde hij beklemd. «Lieve hooggeschatte' «Zeg niet vo stin Raffaela",zeg «donna Raffaela" of «lieve vriendin" of wat ge wilt. Als ge eens wist hoeveel talent ik heb voor dankbaarheid en vriendschapmet welk een gevoel van warme dank baarheid ik het toeval heden gezegend heb, dat mij u deed vinden, zulk een oprecht, eerlijk man uit éen stuk 1 Niettegenstaande mijne droefgeestigheid en mijne vrees voor u heb ik van avond gezongen al mijne oude liedjes uit Napelsheb ik dezen mid dag gedanst ja, uit dankbaarheid en geestdrift heb ik de Tarantella gedanst Er kwam zulk eene dwaze vreugde over mij, zulk een onbekend en vaag gevoel van geluk zonder bepaalde oorzaak. Ik wist alleen, dat uwe predicatie over het leven, dat gijzelf er de schuld van waart en in gedachten drukte ik u de hand Hij kon niet nalaten hare hand te vatten en hij hield die een poosje vast. Hij gevoelde hoe zacht en vol vertrouwen zij in de zijne rustte en er kwam een nevel voor zijne oogen, die hem bjjkans deed duizelen. Met onvaste stem begon hij handel en zijne nijverheid te steunen, en een ieder die het wel meent met den vooruitgang, ziet met genoegen de pogingen in dien zin door onze buren aangewend tot het uitbreiden yan hun spoorwegnet^ het verbeteren hunner havens en haveninrichtingen en zelfs ziet men terecht hunne bedrijvigheid als een navolgensweerdig voorbeeld aangehaald. Echter zelfs in goede zaken moet men maat houden en de zucht tot vooruitgang mag zóó verre niet gaan, dat daardoor de rechten van anderen gekrenkt worden, want voor volken zoowel als voor personen, wordt de vrijheid beperkt door de vrijheid van de weder partij, en uit dien stelregel vloeit voort dat het vrije verkeer aan de scheepvaart gewaarborgd zijnde, dit moet gehandhaafd blijven en op de, andere partij rust de verplichting, maatregelen te nemen die daar toe kunnen bijdragen. In het besproken geval had men bijvoorbeeld de brug op eene verhooging kunnen leggen, zoodat er de schepen onderdoor konden varen daartoe bestond middel en gelegenheid, en alleen de kosten van aanbouw zouden eene kleine vermeerdering onder gaan hebben. Die kos,en zijn aan den spoorweg gespaard geble ven, maar ik opper de vraag of daaruit voor den spoorweg de verplichting niet spruit aan de scheep vaart de verliezen van tijd en geld tot een mini mum te beperken. Zooals het Handelsblad terecht opmerkt, zijn de uren van overtocht der regelmatige treinen bekend en is het noodig dat men om Mie ongelukken te voorkomen, de brug intijds, ja goed intijds sluite. Wat de onregelmatige betreft, die komen toch ook niet geheel onverwachts opdagen, en kon men wel van de voorgelegen staties aan die der brug bericht zenden, tegen welken tijd de trein daar zijn kan, en in overeenkomst met dat bericht handelen, zooals op honderde andere plaatsen geschiedt. Is het bestaande personeel daartoe onvoldoende, dat men het vermeerdere, dat men alle mogelijke signalen daa-ste"e en de noodige vooizorgmaatre- gelen nauwkeurig in acht neme, dat is het recht en de plicht van het spoorwegbestuurmaar dat men, na al de voorgebrachte bewijzen van nutteloos oponthoud, niet koine zeggen dat de scheepvaart een oogenblik (dat soms uren duurt en waardoor dagen verloren en het verkeer te niet gaan) moet kunnen wachten en alzoo benadeeld worden, door de onmatige uitbreiding van een reeds door de we derpartij genoten voorrecht." Wij meenen den aanval, in den aanvang van bo venstaand stuk op ons gericht, vrijwel met stilzwijgen te kunnen voorbijgaan. Wanneer de inzender eeniger- mate op de hoogte was van het drukke spoorweg vervoer langs de lijn RozendaalYlissingen, dan zou hij niet spreken van treinen, die ongemoeid schijnen rond te dwalen", maar dan zou hij begrij pen, dat bij eene brug, die alleen gesloten wordt, wanneer een trein in aantocht is, gevaar genoeg aanwezig is, om de in dezen bestaande regeling toe te juichen. We gelooven bovendien, dat wanneer eene regeling werd getroffen als het Handelsblad wil, nl. dat men de brug openhoudt en haar als het noodig is «in tijds, ja goed in tijds sluite, om alle onge lukken te voorkomen" de toestand niet veel ver anderen zou. Het »brandpunt der kwestie" schijnt volgens den inzender echter te liggen in het niet nakomen der bepalingen van de gesloten tractaten. Is dit zoo en wij durven daarover geen oordeel uitspreken, dan dient de Belgische regeering hare vertoogen daar omtrent te richten tot de Nederlandsche. Dit zal meer helpen dan al het geschrijf in het Handelsblad. De Nederlandsche regeeringen zijn niet gewoon zich veel te storen aan veelal anonieme artikelen in dag bladen, wat wij haar niet kwalijk kunnen nemen. De ofliciö'ele weg moge wat lang zijn, hij is onge twijfeld de beste om rechtmatige grieven opgelost te krijgen. Maar wij blijven van meening, dat hoe groot ook de bezwaren voor de ScheldeRijnvaart mogen zijn de maatregel omtrent het gesloten houden der brug eene zeer wijze is. Ongetwijfeld is het daaraan te danken, dat zoo hoogst zelden, om niet te zeggen nooit, ongelukken op bedoeld punt van den spoorweg RozendaalYlissingen zijn voorge komen. Of het eindelijk wel juist is, wat het Handelsblad in een vorig artikel schreef, dat men de brug slechts opent als er schepen door moeten en er «in de eerstvolgende vijl of zes kwartiers geene treinen verwacht worden", zijn wij zoo vrij te betwijfelen. Niet later dan jl. Donderdag waren we nog in de gelegenheid ons te overtuigen, dat de brug te on geveer 2 uur nog open stond, alhoewel te half drie twee treinen de brug moeten passeeren. GOES, 21 September 1891. Bij het verleden week te Utrecht gehouden exa men voor surnumerair, gedeelte A, bij de Staatsspoor wegen zijn o. a. geslaagd dlirn. N. J. G. H e ij ru e - ring te Vlake en A. Van der \V e r f f van Schellingwoude, geb. te Ellewoudsdijk. Itilland-IIntli. De heer J. C. Van der Keilen, stationschef alhier, wordt met ingang van 1 Oct. verplaatst naar het station Willemsdorp, ter wijl de daar dienstdoende chef naar hier zal komen. Naar de Ingenieur verneemt, is de heer J. E. H. Bakhuis, ingenieur bij de uitbreiding der gas fabriek te 's-Hage, door de firma J. C. Van Hattem Co., aangesteld als mede-uitvoerder van de door hen aangenomen spoorwegwerken in de Transvaal, en zal hij den 3 October uit Southampton per stoom schip «Scot" naar zijn bestemming vertrekken. Het volgende wordt ons ter opname toege zonden Een groote ramp heeft Spanje ge troffen. Overstroomingen, vreeselijker nog dan die van Murcia in 1879, hebben geheele steden verwoest. Meer dan 2000 personen verloren bij dit droeve onheil het leven. H. M. de Koningin en de Spaansche regeering zonden onmiddellijk hulp ter voorziening in de eerste behoeften der ongelukkige slachtoffers. Wij twijfelen niet of de Europeesche liefdadigheid zal hun eveneens haren steun schenken. Ook Ne derland, dat bij de overstrooraingen van Murcia en de aardbevingen van Grenada zulk een groot aan deel had in het werk van liefdadigheid, dat geen onderscheid van landaard kent, kan niet met onver schillig oog^ dit nieuw en vreeselijk onheil aanzien. In vertrouwen op de liefdadigheid van Nederland hebben de Spaansche legatie te 's-Gravenbage, de consulaten te Amsterdam en Rotterdam en de vice- consulaten te Arnhem, Vlissingen, Ter-Neuzen en den Helder eene inschrijving geopend. Alle giften, ook de geringste, zullen door hen dankbaar voor hunne ongelukkige landgenooten in ontvangst wor den genomen. Als waarschuwing voor de bezoe kers van perrons der staatsspoorwegen wordt er de aandacht op gevestigd, dat wanneer bij de controle van de plaatsbewijzen personen worden aangetroffen niet voorzien van een geldig plaatsbe wijs, noch van een perronkaart en die beweren zich op eene niet geoorloofde wijze toegang tot de per rons te hebben verschaft, deze niet kunnen volstaan met alsnog den prijs van eene perronkaart te be talen, maar dat zij zullen beschouwd worden als reizigers aangebracht met den laatstaangekomen trein. Op hen zal de hoogste boete worden toegepast en bij weigering om daaraan te voldoen proces verbaal tegeu hen worden opgemaakt. Men schrijft aan de Arnli. Ct. Dat het den landbouwer in Nederland niet voor spoedig gaat in de laatste jaren, is van algemeene bekendheid en dat heeft zelfs by volksvrienden in Amerika deelneming verwekt. Een intelligent, vermogend, invloedrijk predikant, Hollander van geboorte Rev. A. Wormser, die een 20 jaar in Amerika heeft gewoond, besloot het vorige jaar, vergezeld van negen vrienden, een on- derzoekingsreis te maken tot het vinden van nog ongebruikt land. Hij stelde dezen vrienden reis kaarten ter hand en men doorkruiste Mexico, het rotsgebergte van N.Amerika en ten deele California. Zij zochten vooral naar goed land en dat in een gezond klimaat zou zijn gelegen. Hij kwam tot 't besluit, dat een 800 a 900 mijlen ver zich uitstrek kend grasland, in den staat Montana, voor een ko lonisatie het meest geschikt zou zijn; vervolgens sloot hij overeenkomsten, regelde nadere bepalingen van bestaande compagnieën, ten opzichte van wa- teraanvoer enz. en besloot toen even naar Holland te gaan en belangloos elk die wil, die Nederlander is en liefst van Protestantsche belijdenis, 60 bunder van dat land voor niet aan te bieden. Toegerust met tal van kaarten, pbotographieën, met monsters van aardappelen, zoo groot als een hand, vleezige, dikke en regelmatige korrels, bui tengewoon blank, van tarwe en gerst, verlokte in enkele dagen een gedeelte der inwoners van twee dorpen, terstond aanstalten te maken tot vertrek, dat in de maand November a. s. zal geschieden. Geleerd uit de min gelukkige keuze voor onge veer een 50 jaar, door ongeoefende voorgangers gedaan, heeft v hij de voorkeur gegeven aan een plaats, niet ver van een spoorlijn gelegen. Lang kon hy in Nederland niet vertoeven, maar liet aan enkele personen den last na, van zijn on derzoek en bevinding alom kennis te geven. Onderwijl begeeft hij zich met gelijke boodschap naar den staat Michigan in Amerika, waar vele Hollanders zijn, die echter steeds moeten worstelen met een ui te veel met steeneu gemengden bodem. Goede dierbare Vriendin" vulde zij op hartelijken toon aan. Hij wilde het woord herhalenmaar eensklaps liet hij hare hand los en trad achteruit. Hij schudde het hoofd. «Vriendin" dacht hij »dat is een leugen. Ik verlies hier alles tot zelfs mijne waar heidsliefde, wanneer ik mij zelf niet red 1" «Nu vroeg zij onschuldig en argeloos. «Verheugt het u niet, wat ik daar zeg? Zoowel voor u als voor mij Zeker maar al te zeer. Alles wat go daar zegt, inaakt mij gelukkig veel te gelukkig. Het berooft mij van mijn verstand. Ja, mij. Ik ben niet meer dezelfde, die dezen morgen tot u kwam, denk dat niet Gij spraakt zooeven van een onbekend en vaag gevoel van geluk" denkt gij, dat ook ik niet zulke eene gewaarwording heb gehad «Des te beter" zeide zij, maar nu toch eenigszins onzeker en verward. «Gij begrijpt mij uiet. Gy weet niet wat ge doet. Uw gelukkige blijdschap, uwe vriendelijke woorden beletten mij geregeld te denken en ik heb mijn denkvermogen op het oogenblik zoozeer van noode. Ik wil, ik moet het behouden Ik moet een duidelijken, vasten wil hebben en hij voegde er glimlachend aan toe: «omdat gij er geen hebt «Ah 1" zeide zij gekrenkt. «Wanneer ik u beleedig, vraag ik vergeving. Maar ik ben dezen morgen begonnen u de waarheid te zeggen en iets anders dan de waarheid wil ik u niet zeggen. Ik ik zou uw vriend moeten zijn, vorstin Raffaela. Ik zou u moeten raden, helpen maar ik vrees, dat het er op zou uitloopen, dat ik mij zeiven niet meer zou weten te raden en helpen. Ik zou mij zeiven daarbij verliezen. Ziet ge, daarom deug ik niet als uw vriend en dus vaarwel!" Raffaela sidderde. Zij antwoordde niet, maar hijgde naar adem en keek strak voor zich, terwijl hy zich naar de deur begaf. Eerst toen hij deze wilde openen, schrikte ze op en zeideWaar gaat ge heen «Weg van hier", antwoordde hij. Zonder op^ te zien, zeide ze«Ik zal dus nooit, nooit meer Het is met mij gedaan. Ik mag geen vriend, geen hulp, geen steun hebben, ik moet ten ondergaan Langzaam en ernstig zeide hij«Help u zei ven, vorstin Raffaela Zij schudde het hoofd. »Ik kan niet. Is er dan geene mogelijkheid u hier te houden?" Daartoe bestaat slechts éene mogelijkheid, maar niet voor u." Waarom niet voor mij?" vroeg zij, en hare tengere gestalte begon andermaal te beven. Hij trad eene schrede nader. «Donna Raffaela Zij week angstig achterwaarts. >0 zeg niets meer Hij bleef staan. Een heirleger van gedachten doorkruisten haar hoofd, maakten zich meester van haar hart en tee-' kenden zich af op haar gelaat. Zij zocht de verstan digste, de beste te grijpen en vast te houden. «O, martel my nietzeide zij eindelijk zacht, met on zekere stem. Waarom wilt gij mijn vriend niet zijnook op gevaar af Ik ken u eerst sedert hedenmorgen maar neonmet dien «besten Paul", dien mijn vader zoo liefhad, die de leider van mijn levenslot is, heb ik mij zoo dikwerf bezig gehouden, dat het mij is alsof gij mijn oudste vriend zijtMaar bedenk Is het dan zoo angstwek kend te beproevente wageu ook wanneer men nog niet weet, hoe het zal eindigen Moet men dan het tegenwoordige opofferen, omdat de toekomst nog wat duister is Paul stootte een korten vreugdekreet uitRaffaela keek voor zich. Toen trachtte hij met al de kracht, die hem nog overgebleven was, zichzelf te beheerschen. «Ik bezweer u, vorstin «Wat «Gij zijt zoo goed, zoo hartelijk speel niet met mij l Bij God, ik ben een man, ik kan alles wagen, wanneer ik mag hopen. Maar mag ik geen hoop koesteren, dan wil ik ook niets wagen «Ach, waarom spreekt ge zoo", gaf ze fluisterend ten antwoord. «Heb toch moed blijf maar! Ver laat mij niet!" «Donna Raffaela!" riep hij uit. Hij trad op haar toe, vatte hare hand en bracht die aan de lippen. «Mijn vriend nu nog slechts mijn vriend «Ik wil het beproeven", sprak hij zacht, over hare bevende hand gebogen. Toen bracht hij deze opnieuw aan de lippen en bedekte ze met kussen. Zij wilde

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 1