1891. N°. 99. Zaterdag 22 Augustus. 78sle jaargang- Het nieuwe Kabinet. FEUILLETON. Zij wil leven. G0Ë8CJIË De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgii Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inzending van advertentiën voor 3 uren op den dag der uitgave. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Eindelijk is dan de niinistriëele crisis opgelost en is het nieuwe Kabinet gevormd, dat tengevolge van de gewijzigde samenstelling der 2e Kamer volgens de usantiën het oude moest vervangen. De vele geruch ten omtrent personen, die voor de verschillende por tefeuilles zouden zijn aangewezen, hebben thans een einde genomen en de beschouwingen over de redenen waarom de samenstelling van het Kabinet is vertraagd en het zoeken naar de personen, die daarvan in meer dere of mindere mate de schuld hebben te dragen, kunnen mede verder achterwege blijven. De vraag, die zich thans op den voorgrond dringt, nu het nieuwe Kabinet is samengesteld, is onge twijfeld deze of de personen, waaruit het is gevormd, vertrouwen geven dat in de komende vieijarige periode met kracht eene regeertaak zal worden terhandge- nomen, overeenkomende met het programma der Liberale Unie, dat de richting aanwijst, die de libe rale partij uit wil en waarop de meerderheid der nieuwe Kamer is gekozen. Wanneer de richting van het Kabinet uitsluitend werd aangegeven door hem, die met de vorming is belast geweest, dan zou men daaromtrent niet zon der zorg kunnen zijn. De heer Yan Tienhoven is een man, die op parlementair gebied weinig is op den voorgrond getreden en, al behoort hij onge twijfeld tot de liberale partij, zoo valt het toch te betwijfelen of van hem de vooruitstrevende begin selen van het liberaal program in zoo ruime mate uitvoering zouden verkrijgen als den kiezers is voor gespiegeld en als dus de eisch des tijds en ook dei- billijkheid is. Daarom achten we het dan ook gelukkig, dat mr. Yan Tienhoven zich tevreden heeft gesteld met de portefeuille van Buitenlandsche Zakenwant hoewel de Minister ook op dat gebied, naar wij ge- looven, vrijwel een vreemdeling is, en we het ge wicht van zijn ministriëel departement niet mil en geringschatten, zoo zal, welke richting hij aan zijn bestuur ook moge geven, de uitvoering van het liberaal program door zijn optreden geen schade lijden. Het lijdt bovendien geen twijfel of, waar de heer Van Tienhoven al dadelijk zich verzekerd heeft van de medewerking van den heer Tak Van Poortvliet, hij óf meer vooruitstrevend is dan we durven ver moeden, óf ter wille van de partij, waartoe hij wenscht gerekend te worden, zich gaarne zal willen schikken naar de inzichten van hen, die naast hem met de regeertaak zijn belast. En dan is er éene eigenschap, die mr. Van Tien hoven als burgemeester der hoofdstad meermalen 3) Uit het Duitsch van Adolf Wilbuandt. »Ik treed als overwinnaar uit het strijdperk", zeide vorst Alexander met een schijn van vroolijkheid, «dit is te zeggenuit de schietbaan. Ik heb zooeven met de nieuwe Amerikaansche revolver een wedstrijd gewonnen. Onegin, bevestig dat ik twaalfmaal achter een de zwarte roos geraakt heb." «Ik bevestig het", zeide Onegin, «zoo waarlijk en zoo voorts." «De eenige kunst", dacht Grabow, «die hij ver staat." Intusschen had de vorstin Olga hare schoondochter «die weder met de leeuwerikken was opgestaan" (het was omstreeks elf uur) een kus op het voorhoofd gegeven en was daarna in een leunstoel neergevallen, dien de oude dienaar voor haar aanschoof. Na een vluchtig, vormelijk lachje verzonk ze in diep gepeins, eene vaste gewoonte bij haar, wanneer ze nog onder ien invloed was van een nachtelijk onderhoud met e anderen", de geesten. Zij scheen ditmaal treurige n verontrustende berichten te hebben ontvangen; e schudde althans meermalen met het hoofd, terwijl (ze voor zich heenstaarde en op den vorst haar jongsten en thans eenig overgebleven zoon wierp fee af en toe een zorgvollen blik. Men liet haar als hltijd met rust. Vorst Alexander verdiepte zich in rijne brievenOnegin ging schrijlings op een stoel jitten en staarde weder in het ijle ruim. Raffaela, die zich in dit gezelschap dadelijk weder gedrukt gevoelde het gesprek met den ouden Grabow had meer indruk op haar gemaakt dan ze zichzelf wilde bekennen gevoelde geen lust om te gaan zitten Ien liep langzaam maar met innerlijke onrust tusschen (het groen heen en weder, terwijl de oude man haar als een verstandige en trouwe hond met de oogen volgde. 1 «Deze brief is voor u", zeide vorst Alexander tot ;zijne moeder en hij overhandigde haar een couvert heeft tentoongespreid, en die hem als Minister meer ten goede mag worden gerekend dan in zijne tegen woordige betrekking, namelijk die van zucht naar homogeniteit met hen, die naast hem of onmiddel lijk onder hem aan het bestuur deelnamen. Als zoo danig kan het hooge vertrouwen, waarmede H. M. de Koningin-Regentes mr. Van Tienhoven heeft ver eerd, ongetwijfeld ten nutte van land en volk zijn. Het was een algemeen bekend feit, dat reeds lang vóór de verkiezingen de liberale partij, voor het geval zij de meerderheid mocht verwerven, het oog op mr. Tak Van Poortvliet had gericht voor de vorming van een Kabinet. Niet echter de liberale partij, maar de Koningin-Regentes heeft in dezen een keus te doen en welke die ook had mogen zijn, men hadde die te eerbiedigen. Maar van groote be- teekenis is het juist daarom, dat mr. Tak door den kabinetsformeerder in de eerste plaats is aangezocht om in het nieuwe Kabinet zitting te nemen en dat hem de portefeuille van Binnenlandsche Zaken is toevertrouwd. Het komt ons voor, dat door die keuze metterdaad de kleur van het Kabinet wordt bepaald, want het lijdt geen twijfel of mr. Tak zou die por tefeuille niet hebben aanvaard, wanneer er bezwaren waren gerezen tegen de uitvoering van het liberaal program. De keuze van mr. Tak als Minister van Binnen landsche Zaken en van mr. S m i d t als Minister van Justitie zal dan ook ongetwijfeld bij de geheele liberale partij worden toegejuicht, omdat zij grooten steun geeft aan hare beginselen, die op uitvoering wachten. Er is in den laatsten tijd veel over gesproken in hoe verre de wensch om de legerwet-Bergansius in het Staatsblad te doen verschijnen de samenstelling van het nieuwe Kabinet zou hebben vertraagd. Wat daarvan zij, de keuze van den heer Seijffardt tot Minister van Oorlog geeft de zekerheid, dat de legerwet niet dan belangrijk gewijzigd weder in be handeling zal worden gebracht. Het is toch meer malen duidelijk gebleken, dat dhr. Seijffardt daar tegen zulke ernstige bezwaren had, dat hij daaraan vermoedelijk zijne stem niet zou hebben gegeven. Met die wetenschap kan het niet anders of de per soonlijke dienstplicht, wordt ze door Minister Seijf fardt tot stand gebracht, zal óf afzonderlijk worden ingevoerd, óf in eene zeer gewijzigde legerwet haar oorsprong vinden. Dat overigens de heer Seijffardt als bekwaam mili tair aan het hoofd van het oorlogsdepartement zeer zeker op zijne plaats zal zijn, mag met grond worden verwacht. De bijzondere studie, die hij blijkbaar met een fransch adres en een A-ussisck postzegel* Zij opende het werktuigelijk en liet het weldra, met een diep neerslachtige uitdrukking in hare anders zoo doffe gelaatstrekken, in haar schoot vallen. »Wat is er?" vroeg Raffaela, die zich juist maar haar toekeerde. «Niets bijzonders", antwoordde de vorstin, «maar het stemt mij altijd weemoedig, wanneer ik lees, dat weder iemand begonnen is op deze aarde te leven Een geboortebericht uit St. Petersburg." De vorst schoof haar een tweeden brief toe, dien hij bereids gelezen had. «Hier is iets anders", zeide hij. De oude vrouw keek er even in. «Uit Rome", mompelde ze, «nu, wat is daar gebeurd?" Maar al lezende ontspanden zich hare trekken en er kwam eene uitdrukking van verheven, plechtige vroolijkheid op haar gelaat. »Hm!" zeide ze eindelijk, »een vrijgelatene." «Ge meent zeker, een overledene vroeg Raffaela. »Ja." «Urussow", voegde de vorst erbij. Onegin ontwaakte uit zijne doffe lusteloosheid. «Urussow Ik wensch hem geluk, dat hij bevrijd is van de vermoeinissen des levens. Het was een verstandig mensch, een heldere kop. De oude Grabow kon niet nalaten de oogen ten hemel te slaan en de wenkbrauwen te fronsen. Ver volgens keek hij den Rus van terzijde aan, kneep het linkeroog dicht en dacht: «ikzou u ook gaarne gelukwenschenHij ging daarna naar het slot terug en toen hij voorbij donna Raffaela kwam, die in gedachten de blaadjes van een heester stond te plukken, vroeg hij«wel, ge wilt dus heden een uitstapje maken «De lust daartoe is mij bijna alweder benomen, Grabow," antwoordde zij zacht. «Maar neenik wil. Ga gerust". Grabow rolde de muziek die hij in de hand hield toornig op, keek zijne "meesteres even aan en ging hoofdschuddend heen. Raffaela trok de blaadjes af en stak er telkens éen in den mond. Eensklaps keerde zij zich om, liep op de anderen toe en zeide op schuchteren toon «Vandaag konden we wel eens... Vandaag is hot heeft gemaakt van de groote quaestie der legervorming, gepaard met zijne bekende technische bekwaamheden en zijne politieke richting, doet verwachten dat hij een sieraad zal zijn van het nieuwe Ministerie. De nieuwe Minister van Marine, de heer J a n s e n, en die van Waterstaat, de heer Lely, zijn, gelooven we, vreemdelingen op politiek en parlementair gebied. De eerste aanvaardt de weinig benijdbare taak aan het hoofd van een departement te komen, dat niet mag bogen op groote sympathie bij de volksvertegen woordiging, omdat aan onze marine veel te verbeteren valt, dat groote kosten met zich brengt. Of hij de reuzentaak om onze marine tot haar vroegeren roem te verheffen zal kunnen ten uitvoer brengen We hopen het van harte, want zonder eene aan den eisch der tijden voldoende vloot blijft de verdediging van ons land en de koloniën onmogelijk. In hoeverre hij op militair gebied homogeen zal zijn met zijn collega Seijffardt zal overigens de tijd moeten leeren. De heer Lely heeft, wanneer we ons niet ver gissen, vooral de aandacht op zich gevestigd door het deel, dat hij heeft aan de plannen tot droog making der Zuiderzee. Mogelijk komt dus deze quaestie onder zijn bestuur eene belangrijke 6chrede verder. Overigens zal hij zich in de eerste plaats hebben onledig te houden met de uitvoering van de post- wet. Moge hij in het belang van onzen landbouw en van den handel voorts begrijpen, dat, hoezeer de waterstaat een integreerend deel uitmaakt van de werkzaamheden van zijn departement, ook de nijver heid in de eerstvolgende jaren hooge eischen aan zijn bestuur zal stellen. De heer W. K. V a n D e d e m heeft zich tijdens zijn langdurig Kamerlidmaatschap steeds doen kennen als een bevoegd beoordeelaar van de koloniale be langen en hij is ongetwijfeld doordrongen van de hooge eischen, die ook aan zijne werkkracht worden gesteld. Wanneer hij met krachtige hand de groote hervormingen, die zich op koloniaal gebied op den voorgrond dringen, weet tot stand te brengen, dan zal ook zijn Ministerschap ten zegen zijn van het moederland en de koloniën en zal menige ingrijpende maatregel in do eerstvolgende periode kunnen worden tegemoet gezien. Uit een politiek oogpunt is zijne benoeming tot Minister bovendien zeer gelukkig, omdat hij zeker gaarne bereid zal zijn met den heer Tak in vooruit- strevenden geest werkzaam te zijn. Wat eindelijk den nieuwen Minister van Financiën betreft, mr. Pierson is zeer zeker op belasting gebied geen vreemdeling. Dezer dagen opperde een eindelijk eens het rechte Septemberweer. We moes ten den dag eens ergens in het gebergte doorbrengen". De oude vorstin hief verbaasd hare roodgerande oogleden op en keek haar strak aan. Toen wierp ze een vragenden blik op haar zoon. »In bet gebergte?" mompelde de vorst en hij ondervroeg Onegin met de oogen. Deze glimlachte. «In het gebergte herhaalde hij. «Wij kunnen het immers van hier uit wel zien i>Maar we zouden er toch wat dichterbij «Vergeef mij, vorstin" zeide Onegin en hij richtte zijne verstandige grijze oogen kalm op Raffaela veroorloof mij te vragen, waarom Bergen een verstandige ontwikkelde vrouw behoeft men toch niet te zeggen Mijnheer Onegin heeft gelijk!" viel vorstin Olga hem in de rede. «behoeft men toch niet te zeggen" ging Onegin voort, «dat de zoogenaamde natuur altijd dezelfde blijft; als men die oude dame eens gezien heeft, is het meer dan genoeg!" Hij glimlachte weder. «Al die beroemde bergen en dalen ontstaan precies op dezelfde wijzede aardkorst splijt en neemt gril lige vormen aan, de oppervlakte wordt korrelig, er begint gras te groeien dan komen er schapen en koeien om het op te eten en eindelijk Engelschen en Duitschers om het geheel te bewonderen". Vorst Alexander lachte Onegin heeft gelijk. Laten we toch eindelijk die onnoozele natuur laten rusten wij hebben met haar afgerekend." »Nu ja, nu ja" zeide Raffaela ongeduldig, maar reeds half ontmoedigd. «Maar mijn God, wanneer wij «met haar afgerekend hebben", waarvoor zijn we dan eigenlijk hier Waarom leven we dan zoo stil te midden van bergen en dalen en niet onder de menschen, in de groote wereld? In Parys, Weenen, Rome Vorst Alexander hief de hand op als om die denk beelden af te weren. «Mijn hooggeschatte schoon zuster", riep hij op bijna levendigen toon, in Parijs, Weenen, Rome om daar weër te zien alles wat we reeds weten dat de menschen kloine schepseltjes zijn, die zoo'n beetje hocuspocus doen zonder zelf te weten, waarom die zich eeuwig afsloven om dat anoniem schrijver in de Arnh. Ct. twijfel of hij in dezen tijd wel de rechte man op de rechte plaats kan zijn als hoofd van het financiëel departement, omdat hij geen accijnzen zou willen afschaffen en geen inkomstenbelasting willen voorstellen. We ge looven het een zoowel als het ander te kunnen tegen spreken. Uit Pierson's leerboek der Staathuishoudkunde blijkt, dat hij wel degelijk eene progressieve rijks inkomstenbelasting als onmisbaar beschouwt ter ver krijging van een belastingsf<?/se£ en tevens dat hij aan de heffing eener inkomstenbelasting door het Rijk de voorkeur geeft boven die door de gemeenten te heffen. Aan de laatste zou hij liever de bevoegdheid zien toegekend tot het heffen van opcenten op de rijksinkomstenbelasting. Verder noemt mr. Pierson onder de af keurenswaardige accijnzen die op volstrekt onontbeerlijke zaken, zooals zout en zeep. Er kan op grond van deze uitingen geen twijfel bestaan of liet liberaal program zal ook, voor zoo veel betreft de financiëele paragraaf, door dezen Mi nister eene belangrijke schrede nader tot uitvoering worden gebracht en de keuze van mr. Pierson als Minister van Financiën mag daarom eene zeer ge lukkige worden genoemd. Het is zeer zeker eene m06ielijke taak, die het Ministerie wacht. De natie stelt hooge eischen en groot zijn de verwachtingen. Maar de samenstelling van het Kabinet geeft, gelooven we, gegronde hoop, dat het eene krachtige regeering zal vormen, die veel ten goede van de natie zal willen tot stand brengen. Ze zal dit ook kunnen, wanneer de liberale meerderheid in de Kamers haar trouw ter zijde staat en we vertrouwen, dat deze genoeg geleerd heeft om te begrijpen, dat eenheid in de partij het eenige middel is om der natie werkelijk datgene te geven, waarom ze vraagt. Bevestigt zich het gerucht, dat de heer Tak van Poortvliet als minister-president zal optreden, dan nog bestaat er te meer reden om te verwachten, dat de gang van het staatsbestuur geheel die rich ting zal aannemen, welke de liberale partij in den lande wenscht en verwacht, en er zal dan nog meer aanleiding zijn voor een woord van lof aan mr. Van Tienhoven, dat hij als Kabinetsformeerder zich zoo bescheiden terugtrekt en eigen eer terzijde stelt om een toestand in het leven te roepen, zoo als zijne partij van den aanvang af zich die had voorgesteld. GOES, 21 Augustus 1891. Gisteravond had in «de Prins van Oranje" alhier eene openbare samenkomst plaats van het Leger des Heils,die geleid werd door adju dant Bonthuis. Hoewel de opkomst in het eerst in eeuwige «niets", in hunne groote mierennesten, die men liever moest vertreden, omdat er toch niets gebeurt, wat de moeite waard is 1" Hij keek, als om toestemming vragende, naar Onegindeze knikte. Met een beteekenisvol lachje ging vorst Alexander voort: «Neen, daar zijn we Goddank boven verhevenlaten we in vredesnaam zorgen, dat we er niet weder invallenWanneer men eenmaal heeft ingezien, zooals Onegin en ik, dat het een wanhopig bestaan is, dat de menschen voeren wanneer men met den grooten, den eenigen Arthur Schopenhauer heeft ingezien, dat de gansche menschheid tegenwoordig in den onzaligsten toestand voortleeft, dat het hooggeroemde menschdom aan een onherstelbaar verval ten prooi is, en dat het slechts door eene algeheele vernieuwing te helpen is dan verheugt men zich ten minste, ver van dat alles verwijderd te zijn en niet mede in dien poel rond te spartelen hetzij die poel dan Parijs heete, of Weenen, of Rome Alexander heeft gelijk!" zeide vorstin Olga, met bijna gesloten oogen zijne welsprekendheid bewon derende. »Ik weet het, ik weet het, velen geven u gelijk" antwoordde Raffaela half verslagen. «Groote, be roemde mannen in Duitsckland zeggen hetzelfde Maar doe dan in ieder geval iets, ga heen en help om dien poel te zuiveren «Te verbeteren 1" riep vorst Alexander. «Ja zeker." «Van den bodem af «Zoo noodig «Daartoe is maar éen middel Ik weet het, ik weet het" viel ze hem in de rede. De wijsbegeerte van uw Schopenhauer «Juist, die geeft den weg aan" zeide de vorst vol overtuigingmaar deze dwaze, platte, verrotte eeuw wil hem niet volgenDe verheven leer van Arthur Schopenhauer, waardoor de hedendaagsche maat schappij vernietigd wordt, waardoor zij in hare gansche naakte ellende wordt opgelost «Het is mogelijk, best mogelijk" zuchtte Raffaela. »De eenig ware, diepzinnige leer, dat de wil om te leven, het genot van te leven, eene zwakke ou

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 1