1891. N°. 95.
Donderdag 13 Augustus.
78ste jaargang.
FEUILLETON.
Een Kerkdiefstal.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending1 van advertentiën voor 3 uren op den dag der uitgave.
COIIUNT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 12 Augustus 1891.
De uitkeering vanwege de Vereenigiug trouw
aan Koning en Vaderland" tot het vormen van een
ondersteuningsfonds voor behoeftigen, gerechtigd tot
het dragen van het Metalen kruis en de
Citadel-medaille, zal aan de rechthebbenden
geschieden op 12 September a. s.
De. crisis duurt nog voort zegt het Vaderland.
Maandag was er weder een conferentie ten huize
van den heer Tak van Poortvliet, die werd bijge
woond door den heer Pierson. Men wil weten, dat
een combinatie in overweging zou zijn om den heer
Tak te doen optreden als Minister van Binnenlandsche
Zaken, in welk geval de heer Van Tienhoven Buiten-
landsche Zaken voor zijn rekening zou nemen. Dit
zou zeker de weg zijn om tot de meest bevredigende
oplossing te geraken. Een ander Minister van Water
staat ware wel te vinden. Voor Oorlog blijft men
zoekende portefeuille moet thans aan generaal
Van der Beek zijn aangeboden.
Heden schrijft het blad
Is er ook heden nog geen oplossing van
de crisis gekomen, met grond kan worden ver
zekerd, dat de kansen voor een spoedige oplossing
zeer gunstig staan. Wat het meest belemmerend
heeft gewerkt, is eenvoudig het feit, dat met het
zomerseizoen vele personen, met wie moest gespro
ken en geconfereerd worden, afwezig en soms moeilijk
te vinden waren. Van de zijde der Kroon zijn niet,
zooals van sommige zijden beweerd is, belemmerende
voorwaarden gesteld, althans niet van hetoogenblik
af, dat aan den heer Van Tienhoven de opdracht
tot Kabinets-formatie is gegeven en deze door hem
is aanvaard, wat later dan vrij algemeen werd
aangenomen in de laatste dagen van Juli is ge
schied. De opdracht is niet verstrekt aan de heeren
Van Tienhoven en Tak gezamenlijk, maar eerstge
noemde heeft zich dadelijk tot den heer Tak gewend,
die natuurlijk alleen onder bepaalde voorwaarden
erin kon toestemmen zich in eene eventueele com
binatie te laten opnemen. Zijn toetreding kan niet
anders beteekenen, dan dat zijn voorwaarden door
den heer Van Tienhoven zijn aanvaard en een pro
gram in den geest van dat der Liberale Unie, met
kiesrechther vorming op den voorgrond, Regeerings-
program zal worden.
De heer Haffmans zegt in het Venl. Weekhl.
over de crisis: »Elk zit op den uitkijk en vraagt
gedurigZuster Anna ziet gij nog niets komen
Maar de Staatscourant brengt dag aan dag geen
ander nieuws dan dat de gewone audientiën van de
heeren ministers niet zullen plaats hebben. Dit is
dan ook het eenige blijk dat de crisis nog altijd
voortduurt. Anders zou men zeggen, dat er in het
geheel geen crisis bestond.
»Van de geruchten, welke er omtrent de oorzaak
der vertraging loopen, zwijgen wij. Maar dit willen
wij toch wel zeggen, dat hij of zij, die der Koningin
regentes ontraden, den aangewezen weg op te gaan,
H. M. een slechten dienst bewijzen en een zware
verantwoordelijkheid op zich laden. Hierbij komt
geen preferentie te pas. Het geldt alleen aan de wer
king van het constitutioneel stelsel zijn loop te laten.
19)
Naar eene Duitsche vertaling uit het Deensch.
Dienzelfden avotd lag, bij zwaren mist, in de
kreek eene boot met twee matrozen bemand. De
eene hield de boot met kleine slagen aan den wal,
de andere stond rechtop en tuurde landwaarts. Ein
delijk riep deze>Ik hoor ze komen".
Weldra vernam men het kraken van een wagen,
die door het zware zand trachtte te rijden, maar
de duisternis verborg hem tot hij dicht bij de boot
stilhield.
Het was het gesloten rijtuig" van den predikant,
waaruit een zwaarlijvig heer in een groote pels stapte
en een kleine, bevende knaap in een pilow buis en
met een dikke wollen doek om den hals en de kin.
Zonder een woord te spreken stegen ze beiden in
de boot.
Eene roode kist werd van den bok geladen en in
de boot gebracht. Alles ging zoo stil en rustig alsof
het eene begrafenis was.
Even stil verdwenen zij in den nevel. Owe zat
vóór in de boot neergehurkt en staarde met matte,
glanslooze oogen voor zich uit. De angst, die hem
den ganschen dag in zijn kamertje gekweld had,
toen de meid heen en weer liep, zonder op zijne
vragen te antwoorden en alles uit zijn kast in de
roode kist pakte, was verdwenen. De smart, die hem
Hebben de ministers bij hunne aftreding dit niet
gezegd
Ik hoop van wel, want het was hun plicht."
Krui niitgen. Met intrekking zijner overplaatsing
naar Enschedé is de heer J. Vleugels, klerk
bij de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoor
wegen alhier, thans als zoodanig benoemd te Vlis-
singen (stad), terwijl in zijne plaats aan het station
Kruiningen is aangesteld de heei N. Van Buffe
len alhier.
Naar de M. Ct. verneemt heeft H. M. de Ko
ningin-Regentes het beschermvrouw-schap aanvaard
over de »Vereeniging tot bevordering van den Tuin
bouw in de provincie Zeeland".
De Minister van Justitie.heeft het voornemen
aangekondigd om met den aanvang van het volgende
jaar te doen vervallen de premiën voor het
constateer en van jacht - en visscher ij-
overtredingen, omdat de beambten, te wier
behoeve aanvankelijk de premiën werden ingesteld,
niet meer er door gebaat worden als schadeloosstelling
voor het gemis van een deel der opbrengst van de
geldboeten, hetwelk zij vroeger genoten, en daaren
tegen voor de bezoldigde rijksveldwachters sedert
herhaaldelijk verhooging van jaarwedde is toegestaan.
De Ilaagsche Ct. vestigt de aandacht op de
inlichtingen door den Minister van Justitie gegeven
op de adressen van de hh. De Kanter c. s. tegen
de jachtwet. »Mön zal" zegt het blad ironisch,
»uit die inlichtingen zien, hoe de tegenstanders van
het verouderd heerlijk recht, dat ze voor een anachro
nisme en tegelijk voor eene onbillijkheid houden,
het geheel mis hebben. Ook de landbouwers, die hun
gewas door schadelijk wild zien opeten, zijn blind
voor de voordeelen, die de bestaande regeling' dei-
jacht htm biedt. Hoe weemoedig is de gedachte, dat
de heer Ruys weldra zelf de politieke jachtvelden
gaat verlaten, en er misschien een roekelooze in zijn
plaats komt, die niet doordrongen is van de zege
ningen der private jacht tot nut van 't algemeen."
De opbrengst der Rijksmiddelen over
de maand Juli jongstl. was 8,973,227,48i/3 tegen
ƒ9,181,999,91 in Juli 1890.
De opbrengst over de zeven eerste maanden van 1891
bedraagt 61,369,781,88 tegen 62,359,184,38 i/a
over de zeven eerste maanden van 1890.
Dezer dagen is gemeld, dat vijf cadets van
het 4de studiejaar aan dè Kon. Militaire Academie,
hoewel geslaagd bij het officiersexamen, niet tot
luitenant zijn aangesteld, omdat zij zich zouden heb
ben schuldig gemaakt aan ernstige overtredingen.
Tot toelichting van dit bericht wordt nog medege
deeld, dat de eenige overtreding waaraan vier van
de vijf schuldig waren, in verband staat met het
zoogenaamde baren" (groenloopen), in ,de maand
December van het vorige jaar, waarvoor zij toen
maals reeds zeer zwaar gestraft worden (met degra
datie). Hun gedrag aan de M. A. is zoowel na als
vóór het begaan van het feit uitstekend geweest, doch
dit neemt niet weg, dat hun thans voor hetzelfde
feit nog eens eene straf is opgelegd.
Omtrent het bezoek door H. H. M. M.
gepijnigd had, toen de predikant naar boven was
gekomen, hem de hand op het hoofd gelegd en een
»Onze Vader" gebeden had, was gestild. Het gevoel
van volkomen verlatenheid, dat hem aangegrepen
had, toen Möller in de schemering somber en zonder
eenige deelneming hem uit de pastorie had wegge
voerd, zonder dat hij iemand, zelfs zijn pleegmoeder
niet, had ontmoet om hem vaarwel te zeggen, dat
alles was nu voorbij.
Hij was verstompt, gebroken als een snaar, die
te sterk gespannen is geweest. Alles vervloeide in
een grijzen nevel, in een eindelooze leegte, in eene
onbegrensde ruimte, waarin het denkvermogen wer
keloos wordt.
Niemand sprakmen hoorde slechts het eentonig
maatgeluid der riemslagen. Möller zat achterin en
stootte de knieën tegen elkander^ terwijl zijne vin
gers op den bonten zoom van zijne lange mouwen
trommelden.
Zij legden aan het schip aan, dat eerst voor hen
uit nevel en duisternis opsteeg, toen hun boot reeds
langs de kiel schuurde. Het had geen lantaarn in
de mast, maar toen het uit de boot werd aange
roepen, werden de luiken geopend en vertoonden
zich in de verlichte openingen verscheidene gebaarde
gezichten met diep in de oogen gedrukte zuidwestei's.
»Is de jongen er?" vroeg boven aan de valreep
eene gedaante, die den naderenden een lantaarn voor
hield, waarbij zich een rood gezicht met waterige
oogen vertoonde.
Jawel, kapitein!" riep mijnheer Möller groetend
en hem een pakje overhandigende. »Dus zooals we
Maandag aan het legerkamp te Oldebroek
gebracht, deelt men o. a. het volgende mede
Des morgens te 11 uren kwamen HH. MM. in4
het kamp aan. De in het kamp verhipt houdende
troepen waren opgesteld ten einde door HH. MM.
te worden geïnspecteerd.
De Koninginnen reden langs het front der troepen
in een met 4 paarden a la Daumont bespannen
rgtuig, gevolgd door twee hofrijtuigen, waarin de
adjudanten en hofdames gezeten waren.
Na afloop der inspectie werd door het regiment
in het vuur geëxerceerd, alles in draf en galop. Het
was een trotsch schouwspel, die 6 batterijen over de
heide te zien rennen, plotseling stilstaande en uit
24 kanonnen het vuur te zien openen op een denk-
beeldigen vijand, dan weder snel te paard en in ren
weggaande om opnieuw in batterij te komen onder
daverend kanongebulder. Onze jeugdige Koningin
had blijkbaar veel genoegen in deze snelle bewegingen
en stond opgetogen alles aan te zien. Nadat nog
in galop voor H.H. M.M. was gedefileerd over de
hobbelige heide en door de schietschool uit zware
kanonnen en met mitrailleurs was gevuurd, werd
aan de beide Koninginnen in de officiers-eetzaal een
collation aangeboden door de artillerie-officieren, die
daarbij aan HH. MM. persoonlijk waren voorgesteld.
De Regentes onderhield zich minzaam met de offi
cieren, terwijl de jeugdige Koningin alles nauwkeurig
opnam. De zaal was keurig met wapenschilden en
bloemen versierd, terwijl een boudoir voor toilet
benodigdheden was gereed gemaakt.
Na afloop van het collation brachten de vorstelijke
personen een bezoek aan de verschillende gebouwen
van het kamp en de tenten, o. a. aan de kantine
der manschappen, waar de jeugdige Koningin een
kop koffie (prijs 1 cent) dronk.
Nog werd door de officieren van het le en 3e
reg. veld-artillerie een jachtrit gereden. Ten slotte
werd een flet-raee gereden om twee prijzen (een
bronzen beeld met zuil en eene pendule) door HH.
MM. daarvoor aangeboden.
De le prijs werd behaald door »Avonbridge", vol
bloed, van den luit. Van Altena, de 2e prijs door
tBanderole", volbloed, van den kapitein Hinlopen.
De jeugdige Koningin reikte de prijzen uit onder
toevoeging van eenige minzame woorden, waarbij zij
de paarden der overwinnaars streelde.
HH. MM. betuigden herhaaldelijk hare hooge inge
nomenheid met alles wat zij zagen. Zelfs informeerde
de jeugdige Vorstin hoelang zij nog blijven mocht,
en antwoordde toen blijkbaar verheugd»nog 3 uren,
dat vind ik heerlijk".
Zeldzaam groot was de geestdrift onder officieren
en minderen der artillerieieder keek met opge
togenheid naar de jeugdige Vorstin en men hoorde
aanhoudend spreken over het lieve en minzame voor
komen van onze Koningin.
Nadat HH. MM. in de kantine waren terugge
keerd bedankten zij de hoofdofficieren voor alles wat
zij gezien hadden, en vertrokken zij over Tongeren
weder naar Het Loo, uitgeleide gedaan door de gene
raals en kolonels met hunne adjudanten, en onder
aanhoudend gejubel en hoerageroep der opgewonden
artilleristen.
De dag van Maandag zal door allen nooit vergeten
worden, en menig milicien zal later nog met genoegen
afgesproken hebben, niet waar?"
»Dat spreekt, mijnheer de griffier."
Owe werd naar boven gebracht, zijne kist volgde
en mijnheer Möller riepGoede reisToen werd
de boot afgestooten en verdween ze weder in den
nevel.
Owe stond onbewegelijk te luisteren naar de zich
verwijderende riemslagen. Toen hij ze niet meer
hooren kon, wilde hij op het schip gaan héén en
wéér loopen, maar zijn voet gleed uit op het glib
berige dek, zoodat hij viel. Eene krachtige hand
pakte hem bij zijn kraag en bracht hem naar het
vooronder. In de rook en den walm dezer lage
ruimte, waarin hij nauwelijks kon ademhalen, zat
zijne moeder, lange Anna, met de matrozen te
drinken aan een lange tafel met glazen en kopjes.
Maar toen zij haar zoon zag, ijlde ze naar het dek,
klom aan stuurboordzijde in haar ruime boot en
roeide snel weg.
Toen lichtte de gaffelschoener Geloof, hoop en
liefde" het anker en stuurde noordwaarts op.
Urenlang dreef Anna in den kouden, vochtigen
nevel op het water rond. Eindelijk strekte ze zich
vermoeid op den bodem der boot uit en viel in een
slaap, die haar tijdelijk verloste van al den schrik
en al de ellende, die haar kwaad geweten, dat thans
wakker geschud was, dien dag had uitgestaan. Maar
lang duurde haar rust niet. Booze droomen deden
haar weör wakker schrikken en vervulden haar
opnieuw met een knagend berouw over den beganen
kerkdiefstal en de rampzalige gevolgen, die deze op
het lot van haar kind had. Zij rees met strakken blik
aan zijne kinderen vertellen van de lieve jeugdige
Koningin die, zoo minzaam jegens ieder, het kamp
heeft bezocht.
Naar men verneemt, hebben HH. MM. ƒ250 ge
schonken om onderofficieren en minderen te onthalen.
De HH. hoofdofficieren waren gisteren op het Loo
de gasten van HH. MM.
Het uitvoerig rapport is verschenen van de
commissie uit den Amsterdamschen Raad benoemd
tot onderzoek van het taptoe-schandaal.
De commissie heeft een zakelijk onderzoek inge
steld en veel gewonden en gekwetsten gehoord. Het
getal inwoners echter, die zich aanmeldden, was niet
zoo groot als men aanvankelijk verwachtte.
Sommigen stellen enorm hooge eischen voor scha
devergoeding.
De heer Dröse o. a. stelt een eisch tot schade
vergoeding voor zijn verwondingen van ƒ3000.
De commissie doet geen voorstel, ingevolge haar
mandaat, dat slechts een onderzoek inhield.
Uit dat onderzoek evenwel blijkt duidelijk dat de
hoofdschuld van het gebeurde bij den commissaris
van politie Stork moet gezocht worden, die de be
velen van den hoofdcommissaris Steenkamp niet op
volgde.
Den avond van het gebeurde was de heer Steen-
kamp wel vóór het Paleis, doch zonder dames, daar
hij op orders van den burgemeester stond te wachten.
Eerst na het gebeurde vernam hij van een der recher
cheurs, dat er nogal aardig op geslagen was.
Een rapport, door den commissaris Stork den
volgenden ochtend uitgebracht aan den hoofdcom
missaris, schijnt niet juist geweest te zijn. De com
missaris noemt het dan ook het vergoelijkend rapport.
Wat dan ook de vraag betreft wie voor een en
ander verantwoordelijk moet gesteld wordende
commissie is eenstemmig, dat aan den commissaris
Stork de oorzaak is te wijten van het te laat ver
schijnen der politiemacht op den Dam. Daarbij komen
nog verschillende andere verzuimen voor zijne
rekening.
Minder eenstemmig waren de leden der commissie
ten aanzien van den hoofdcommissaris Steenkamp.
Vrij algemeen betreurde men, dat alle instructiön
waren gegeven, zonder dat voorafgaand overleg tus-
schen den hoofdcommissaris en den commissaris Stork
gehouden was. Eene minderheid was bovendien van
oordeel, dat de voorschriften aan duidelijkheid te
weischen overlieten. Zij acht het ook eene fout in den
commissaris, dat al was de uitvoering aan den heer
Stork opgedragen, de eerste niet heeft toegezien of
zijne orders behoorlijk werden uitgevoerd. Dat de
hoofdcommissaris zich bij het vergoelijkend rapport
van het gebeurde, door don heer Stork na den taptoe
avond uitgebracht, heeft neergelegd, werd algemeen
gegispt. Nochtans bleek de meerderheid van oordeel,
dat de fouten in de leiding vau den hoofdcommis
saris niet belangrijk genoeg zjjn om hem mede ver
antwoordelijk te stellen voor het gebeurde. De min
derheid daarentegen stelt den hoofdcommissaris mede
aansprakelijk en meent, dat geen voldoend besef van
zijne verantwoordelijkheid bij hem is gebleken.
De Amoy Times legt een bijzonder schitterend
getuigenis af van de Nederlandsche b e d r ij*
vigheid in een deel van China.
Niemand, die de loopende gebeurtenissen bestu-
op en strekte hare lange armen met krampachtig
gevouwen handen weéklagend ten hemel. Met brok
stukken uit halfvergeten gebeden en gezangverzen
bad zij God om herstel vaUzielerust. Maar er daalde
geen troost in haar hart; integendeel zij meende te
midden van het geheimzinnig duister van den nacht
eene stem te hooren, die haar toeriep, dat over haar
gericht was geworden, maar dat zij eene verworpene
was. Toen viel ze vol vertwijfeling op de bank, sloeg
met haar hoofd tegen den rand der boot en kreet
haar duldelooze smart uit in de eenzaamheid en de
stilte van den nacht.
I)e predikant had Owe met warmte in zijn avond
gebed herdacht en was laat gaan slapen. Niettegen
staande de herhaalde vermaningen van mijnheer
Möller had hij zich toch door de aangrijpende ge
beurtenissen van den dag laten overmeesteren en
was hij, uitgeput naar lichaam en ziel, ziek naar
bed gegaan. Maar kort na middernacht werd hij
wéér wakker. Ook hij had een hangen droom gehad
en hij was koortsig. Hij had overal pijn en kon noch
op de rechter- noch op de linkerzijde liggen en was
eindelijk genoodzaakt op te staan, en in zijn studeer
kamer, waarheen zjjn bed met het oog op den toe
stand zijner vrouw gebracht wa^. heen en wéér te
loopen.
Maar weldra Werd hij duizelig van het loopen en
moest hij wéér gaan liggen; voor een oogenblik
slechts, want de onrust en de pijnen verjoegen hem
weder van zijn leger. Zoo bracht hij een allertreu-
rigsten nacht door. De dag bracht hem eenige ver
zachting en toen hij des morgens eene wandeling ia