1891. N°. 91. Dinsdag 4 Augustus. 78sle jaargang. FEUILLETON. Een Kerkdiefstal. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaJ, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inzending: van advertentiën vóór 2 uren, op den dag der uitgave. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. In de Zeeuw van jl. Donderdag doet X. de mededeeling, dat iemand bij de jongste stemopneming voor de gemeenteraadsverkiezing alhier aanteekening heeft gehouden van het aantal stemmen uitgebracht volgens de verschillende aanbevelingen. Uit de cijfers, die dan verder worden medegedeeld, trekt de schrijver de conclusie, »dat slechts ongeveer 40 liberalen den R.-K. candidaat hebben gesteund. De hoop, dat de liberalen de proportioneele vertegenwoordiging, maar minder rechtvaardig dan in 1889, thans zouden aan durven, is niet verwezenlijkten de tactiek der Katholieke Iriesvereeniging, o. a. door hare eigen vrienden, geoordeeld." In hoeverre de medegedeelde cijfers juist zijn kun nen wij niet beoordeelen, maar er is geen reden om daaraan te twijfelenalleen is ons niet duidelijk hoe de schrijver weet, dat minstens 10 Katholieken niet op den heer Stieger gestemd hebben. Doch dit daar gelaten, en aannemende, dat ongeveer 40 liberalen op den heer Stieger hebben gestemd, dan komt ons de conclusie van den schrijver geen gelukkige voor. Hij schijnt toch geheel over het hoofd te zien, dat de liberalen, althans voor zoover zij het besluit eener meeting als richtsnoer hunner daden als kiezer willen aanvaarden, eene overeenkomst hadden ge sloten met de anti-revolutionairen om wederzijds slechts hunne aftredende partijgenooten candidaat te stellen en dat er dus van een samengaan als libe rale partij met de Katholieken geen sprake kon zijn. We gelooven dan ook niet, dat de Katholieken op een algemeenen steun van liberale zijde voor hun candidaat gerekend hebben, nadat de antir. kiesver- eeniging met éene stem meerderheid besloten had het denkbeeld der liberale meeting aantenemen. Had den de anti-revolutionairen een besluit in tegenge stelden zin genomen, zoodat eene tweede meeting ware gehouden, dan was de uitslag misschien heel anders geweestdan waren de liberalen met vier candidaten voor den dag gekomen en hadden zij wellicht, uit dankbaarheid voor den steun, dien de Katholieken hunnen candidaten boden, ook den heer Stieger op hunne lijst gebracht. Het is dus niet in de eerste plaats eene veroor deeling van de tactiek der Katholieken door de li beralen, die den heer De Jonge een genoegzaam aantal stemmen deed verwerven om zich in ééns gekozen te zien van eene bepaalde tactiek der Ka tholieken toch is niet veel anders gebleken dan dat zij éen der hunnen prefereerden boven een bepaald antirevolutionair. Maar wel is gebleken, dat de heer De Jonge zijne herkiezing te danken heeft aan de trouw van vele liberalen aan een besluit van eene kiezersmeeting en aan eene overeenkomst met hunne politieke tegenpartij aangegaan. Wanneer een 30tal liberalen den beer De Jonge niet gestemd hadden, ware hij in herstemming gekomen en ware zijne herkiezing twijfelachtig geweest. Hij heeft daarom ongetwijfeld zijne herkiezing aan de loyauteit zijner tegenstanders te danken gehad. Daarop te wijzen ware billijker geweest dan de 15) Naar eene Duitsche vertaling uit het Deenscb. Toen het uur kwam, waarop Ole gewoon was vischaas te gaan vangen, zette Karen zijn avondeten vóór hem op de tafel, doch hij gebruikte er niets van, maar hij haalde een boekje uit zijn zak en vroeg om licht. Terwijl ze de lamp aanstak vroeg ze zachtGaat ge geen aas zoeken en daar hij niet antwoordde, herhaalde zij de vraag. »Wat gaat het je aan Hebt jij er lust in, ga dan je gang." »Kom, Ole, wees toch verstandig." Zij wilde hem ernstig toespreken, maar |ze zag, dat de aderen op zijn hoofd begonnen te zwellen en dit voorspelde weinig goeds. Ze bracht stil de kin deren naar bed en ging daarna met haar breikous aan tafel zitten, terwijl de kleinen zoo rustig sliepen en zoo gezond ademhaalden alsof de lucht ^om hen heen vervuld was van vrede en geluk. Karen keek door haar tranen naar Ole, die aan den anderen kant der tafel zat. Hij leunde met de ellebogen op de tafel, hield de vingers in zijn ooren en was geheel in zijn boek verdiept, terwijl hij zacht de lippen bewoog, zooals menschen doen, die niet gewoon zijn te lezen. Nooit te voren had Karen zoo goed als nu gevoeld, hoeveel ze van Ole hield. De wind was opgestoken en deed af en toe het huis schudden. Soms spatten de golven zoo hoog op het strand, dat het schuim tegen de ruiten vloog. Dan weder werd het een oogenblik zoo stil, dat men het tikken der klok kon hooren. Katholieken zijdeling» te betichten van eene min nette tactiek." De crisis. Naar de Amst. verneemt heeft de heer Van Tienhoven zgn pogingen, om een Kabinet samen te stellen, nog niet opgegeven en wordt het waarschijnlijk dat hij, indien hij slaagt, zelf daarin zitting zal nemen, zonder er de premier van te zijn. De Haagsche briefschrijver der Amh. Ct. meldt o. a.Een serieuse opdracht tot Kabinetsformatie aan een politiek man, die de plaats van leider in het Kabinet zou kunnen innemen, is nog niet door de Regentes gegeven. Trouwens iedereen weet, wie in de tegenwoordige omstandigheden die opdracht zou moeten ontvangen, en de man in quaestie is niet op het Loo, zelfs in de laatste weken niet in de residentie geweest. Er wordt wel wat lang met de oplossing gewacht, maar wie zich daarover ergeren en ongeduldig worden, moeten niet vergeten, dat de Regentes natuurlijk weinig bekend is met de politieke gebruiken in Nederland, die van de in Duitschland geldende zeer veel verschillen. Wie steeds geleefd heeft te midden van de echt Pruisische begrippen van het persoonlijk gouvernement, kan zich niet gemakkelijk bij de eerste gelegenheid voegen in do gewoonten van het parlementair stelsel, en in de omgeving, waarin H. M. zich bevindt, worden mis schien vele en veelzijdige verdiensten gevonden, doch niet veel politiek inzicht. Men zegt hier onder anderen en ik heb reden om dit niet als onge loofwaardig te verwerpen dat de Regentes behalve de militaire Ministers, ook nog een ander lid van het tegenwoordig Kabinet in het volgende wenscht te laten overgaan. Zoowel de burgemeester van Amsterdam, als de oud-voorzitter der Eerste Kamer, zullen de onmogelijkheid van zulk eene tot confusie leidende fusie na de allerminst dubbelzinnige wilsver klaring der kiezers wel hebben betoogd, en het zal mij daarom niet verwonderen zoo binnen een paar dagen de eenige naar het doel voerende weg wordt ingeslagen, om uit de zeer eenvoudige Ministercrisis tot de normale oplossing te komen. GOES, 3 Augustus 1891. Door de rijkscommissie tot het examineeren van machinisten aan boord van koopvaardijschepen isj het diploma B uitgereikt aan den heer W. Sauer. Knts. De heer A. Marcusse, pas herkozen als lid van den gemeenteraad, heeft als zoodanig bedankt. Deze week zal eene nieuwe vrije verkiezing voor lid van den raad plaats hebben. Als eene bijzonderheid wordt ons uit Hoedc- kengkerke bericht: Onze geachte predikant ds. Te Gempt had jl. Zon dag voorm. tot tekst Handelingen 15 vers 39a »Er ontstond dan eene verbittering, alzoo dat zij van elkander gescheiden zijn." ZEerw. begon zijne rede •met te zeggen dat zijne hoorders zouden meenen Eensklaps hief Ole het hoofd op en luisterde. Daarbuiten naderden voetstappen. Zij keken elkander een oogenblik aan. Ole boog zich daarna weder diep over zijn hoek, maar Karen verbleekte en wendde haar blik naar het venster. Een leelijk, plat en breed gezicht vertoonde zich daarvoor. >De hemel beware ons!" riep Karen verschrikt. Een schelle lach en de woorden»Obo mevrouw J" deden zich daarbuiten hooren. Toen traden twee personen het huis binnen. Het was lange Anna, die gevolgd werd door een klein mannetje, met diep gegroefd gelaat, kleine varkensoogen en den eigenaardigen platten neus met breede neusvleugels van den bewoner van Zuidelijk Zweden. Hij had zijn pet diep in de oogen gedrukt. Anna liep vlug op Ole toe en fluisterde hem iets in het oor. »Ik wil er niets mede te doen hebben" zeide hij en hij keerde zich van haar af. Wat? Kapitein!" riep de Zweed, naderbij tredende. Anna keek naar Karen. »Dat is oudewijvenpraat! Wees niet kinderachtig, OleDat waart ge in uwe jonge jaren ook niet. Maar ge meent het ook niet. Kom maar gauw mee, er is haast bij. Anders gaan we naar Christensen, die wil wat graag". De Zweed trad op Karen toe en zeide glimlachend »Kom, mevrouw, verzoek u het den kapitein eens". »Neen, de duivel hale riep Ole opsprin gend en hij sloeg met de vuist op tafel. Maar in plaats van den zin te voleindigen of naar buiten te gaan, bleef hij kalm tusschen deur en venster staan. Karen zat onbewegelijk, maar haar gelaat was doodsbleek en hare groote donkere oogen bleven vast op Ole gericht. »Zijt ge bang om geld te verdienen, Ole?" riep Annaen zich tot den Zweed wendende, ging ze voort: »Hola, kleine August, wilt ge een man zien, de vlaggen aan de pastorie wapperen daar ter eere van den verjaardag van H. M. de Koningin-Regentes. Zij vergisten zich echterhoewel hij II. M. een goed hart toedroeg, was 't zijne gewoonte niet ver jaardagen der Koninklijke familie met het uitsteken der vlag te vieren. Wie nauwkeurig de vlaggen beschouwde, zag daarin de woorden 212 Augustus 1831 en naar aanleiding van zijn opgegeven tekst zou ZEerw. spreken over den tijd 2 Aug. 1831, toen het Voorwaartsuit den mond van Willem I klonk, alsmede over de scheiding tusschen Nederland en België. De redenaar noemde die scheiding een geluk voor beide landen en verheugde zich, dat Nederlanders en Belgen, in stede elkander vijandig te zijn en met de wapenen tegenover elkander te staan, vrienden zijn geworden. Na afloop der godsdienstoefening noodigde de heer Te Gempt den kerkeraad en het oud-hoofd dei- school uit met hem een bezoek te gaan brengen aan den alhier woonachtigen behoeftigen oud-strijder J. F. Desson, eertijds sergeant, ten einde hem, den bijna 81- jarigen grijsaard, te complimenteeren met dezen voor hem zoo gewichtigen dag. Een traan blonk in het oog van den ouden man bij do gevoelvolle toespraak van den heer Te Gempt. Men kon het hem aanzien, dat deelneming hem goed deed. Wat zijne vreugde nog verhoogde, was een geschenk van den predikant, een groote koek, waarop het Metalen Kruis prijkte, be nevens eenige andere versnaperingen. De koek was kunstig vervaardigd door den heer Harinck, banket bakker te Goes, naar eene teekening van den keer Te Gempt. Eere aan den heer Te Gempt, die door zijn goed hart geleid, den 2 Aug. 1891 tot een feest dag maakte voor een schier vergeten man, maar die toch (50 jaren geleden onder de wapenen stond voor Vaderland en Vorst. Uw verslaggever eindigt met den hartelijken wensch te uiten, dat van Rijkswege iets moge worden ge daan voor de overgebleven behoeftige oud-strijders van 18301832. Geen twijfel of dergeljjk voorstel zou door alle partijen in de Kamers unaniem worden aangenomen. Wat do Vereenigde Staten van Amerika ruimschoots doen voor hunne oud-strijders na 25 jarenkan ook Nederland doen na 60 jaren, en 't is bepaald eene volkszonde die arme oud-strijders aan hun lot over te laten en zich hunne armoede en ontbering niet aan te trekken. Bij kon. besluit is ingetrokken de benoeming van notaris Fercken, te Vlissingen en aldaar be noemd tot notaris de heer W. S. Bosch, candi daat te Dordrecht. Onder het opschrift Oesters komt in de Ierscke en Toolsche courant het volgende voor Niettegenstaande het herhaaldelijk terugkomende gure weder behield het water lang een goede tem peratuur; door den laatsten veelvuldigen regen is het nu evenwel aanmerkelijk afgekoeld. Onvermijdelijk zal dit een nadeeligen invloed op het oesterbroed doen gevoelen. die vroeger op de groote vaart is geweest en nu onder den pantoffel zit De Zweed lachte. »Kom, kom, Ole, aarzel niet. Vat moed, we hebben brandewijn aan boord", zeide Anna. *En cognac" voegde de Zweed er bij. »Nu, vooruit dan maar, August, dan gaan we naar Christensen." »Anna!" riep Ole en hij hield haar terug. Zij gingen even ter zijde en fluisterden eenige woorden met elkaar; toen keek Ole eerst haar en daarna den Zweed aan. Beiden knikten. Daarna greep Ole zijn zuidwester, zijn oliejas en zijne groote laarzen en maakte snel voort. »01e!" smeekte Karen, maar hij hoorde haar niet. Stuurman" zeide Anna tot Karen. Bravo, kapiteinriep de Zweed. Vooruit, victualie-meester!" Dat was lange Anna. Vaarwel, mevrouwEn hij en Ole ijlden de deur uit. Maar Anna ging zoo dicht langs Karen heen, dat hare gezichten elkander bijna raakten. Toen stiet ze een schorren lach uit en zeide eveneens: Vaar wel, mevrouw waarna ze de beide mannen achterna liep en de deur hard achter zich dicht wierp. Karen wankelde haar na, opende de deur weder en riep in het duister: »01e!" Touwen los!" klonk zijn stem als antwoord uit de boot. ZEVENDE HOOFDSTUK. Dominee Oestrup was den volgenden morgen vroeg bij de hand, want het was Zondag. Hij had alles behalve lekker geslapen en hij verweet zichzelf, dat hij zich den vorigen avond door de vroolijkkeid van zijn gast had laten aansteken en verleiden om een glas wijn meer te drinken dan hij gewoon was. Bij Langzamerhand kan men eenigermate een oordeel over den aanslag gaan vormen. Deze zal zeker niet meer dan middelmatig zijn. De Boomkil en de Ierseksche bank zijn slecht be deeld, Kattendijke en Noord-Beveland iets beter. Veel pannen zijn niet aangeslagen en enkele kwee kers brengen ze van de Boomkil enz. naar Katten dijke om nog eenig broed te vangen. Natuurlijk gaat dit met nieuwe kosten gepaard. Bovendien is men niet zonder vrees, dat, evenals verleden jaar, veel broedjes door de koude zullen vernietigd worden in plaats van te ontwikkelen. De plannen en de begrooting voor den bouw van een nieuw havenstation te Vlissin gen door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid goedgekeurd zjjnde, zal binnen korten tijd met den aanbouw van dat station een aanvang worden genomen. Zaterdag zijn te 's-Hage de metalen-kruis- .eesten aangevangen. Ongeveer 225 oud-strijders namen eraan deel. In het staatsspoorstation feestelijk ontvangen, werden zij met warmte toegesproken door den voorzitter der feestcommissie, baron d'Ablaing, oud-vrijwilliger der Utrechtscke hoogeschool, die op het roemrijk verleden wees, op het gelukkig tijdvak van vrede en verzoening, die van trouw en aan hankelijkheid aan de dynastie getuigde. Levendige toejuichingen volgden op deze toespraak. Acht klein dochtertjes van oud-strijders strooiden bloemen. Ten aanschouwe van eene talrijke menigte, onder vlaggen- tooi en met militair eerbetoon, had een optocht naar den Dierentuin plaats, waar het bestuur eene feeste lijke ontvangst had bereid en waar ook eene tentoon stelling van merkwaardigheden, op 1830—32 betrek king hebbende, en een feestconcert plaats had. Het feest der oud-strijders slaagde gisteren uit nemend, ondanks enkele zware regenbuien. Op het plein 1813 werd bijeengekomen, waar baron d'Ablaing de herinnering verlevendigde aan Koning Willem I. Toen toog men langs het ruiterstandbeeld voor het paleis, waar aan den grooten Zwijger hulde werd gebracht, naar de groote Kerk waar ds. Oord, ook een oud-strijder, eene bezielende rede hield tot zijne vroegere krijgskameraden, aan de dagen van 1830 herinnerde en de kloeke figuur van Willem II schetste. Onder het zingen van het volkslied door het talrijke publiek verliet men de kerk om, na aan het stand beeld op het Buitenhof eene lauwerkrans gehecht te hebben, deeltenemen aan de parade, die schitte rend was en waar den oud-strijders door de troepen en den generaal alle eer werd bewezen. Bij de parade werden ook de vaandels der vrijwilligerskorpsen van de Groningsche en Leidsche studenten vertoond. Des middags werden de oudjes tijdens de muziek in het Bosch uitstekend ontvangen in de tent der Witte Sociëteit. I)e Koningin-Regentes heeft, ook nameus de Ko ningin, hare instemming betuigd met het feest en den oud-strijders hare beste wenschen doen toekomen. het ontbijt trachtte hij door allerlei vragen langs een omweg te weten te komen of mijnheer Möller voornemens was de godsdienstoefening bij te wonen. Toen deze dit bemerkte, wist hij gevat een ant woord te ontwijken, tot de predikant hem eindelijk op den man af vroegMöller, rijdt ge méo naar de kerk, of Wanneer ik mag, gaarne!" riep mijnheer Möller met een vollen mond, want om alles ter wereld zou hij niet gewild hebben, dat de predikant daar omtrent een oogenblik in twijfel verkeerde. Ja, hij wilde het zelfs doen voorkomen alsof hij met voor dacht daarom op een Zaterdag was gekomen, maar dit belette de predikantsvrouw hem, door hem juist te vragen of hij nog een kopje thee wilde hebben, waarvoor hij in sierlijke bewoordingen en met veel complimenten bedankte. Maar van dat oogenblik af was mijnheer Möller toch niet recht meer op zijn gemak. Want onder zijn vele deugden mocht die van trouw kerkbezoek niet gerekend worden. Dit was hem veeleer eene marteling, want het viel hem buitengewoon moeielijk een uur lang stil te zitten en te luisteren zonder zelf een woordje te mogen meöpraten en al zijne aandacht te moeten bepalen bij het tegen elkander slaan van zijne knieën. Maar toch zou het hem niet mogelijk geweest zijn de plichten niet na te komen die op een gast rusten of de wetten te schenden, waaraan een wellevend man zich heeft te onderwerpen. Het is Zondags in eene pastorie gewoonlijk niet zeer gezellig. De predikant loopt met onrustige schreden in zijn studeerkamer heen en wéér en mac niet gestoord worden. Af en toe komt hij maar eens even met een ernstig gelaat in de woonkamer. Er wordt slechts fluisterend, in korte zinnen en niet dan bij hooge noodzakelijkheid gesproken. De pre dikantsvrouw verdeelt hare aandacht tusschen hare

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 1