te dringen. En terecht; men moet dit voorschrift, dat dan eene herkiezing wordt gevorderd, slechts beschouwen als de indirecte vraagKan die bevor dering in den staatsdienst geacht worden als een gunst door den afgevaardigde te zijn verkregen, waardoor hij zijne onafhankelijkheid verliest of ver liezen kan. Dit nu is bij eene regelmatige opklim ming in den staatsdienst het geval niet en men liet den afgevaardigde zijn mandaat behouden. Het Centrum stelt met dit geval gelijk, dat een afgevaardigde zijn mandaat nederlegt, teneinde door de kiezers een ander aangewezen persoon tot afge vaardigde te doen kiezen. Zij vindt het deloyaal, dat te Almeloo niet zonder slag of stoot de heer Schaep- man is gekozen in plaats van den heer Cremers, die te zijnen behoeve het mandaat nederlegde. Die redeneering is ons al te excentriek, zegt de Arnh. Ct. Deze opvatting toepassende, zou de op tredende niet gekozen worden, maar benoemd zijn door den aftredende. De leden der Kamer zouden op die wijze het recht erlangen plaatsvervangers te stellen en morgen aan den dag kon de heer Noordtzy of Lucasse den heer Mackay of Lohman tot lid der Kamer maken, en misschien was er wel een lid te vinden, die den laatst afgetreden Gouverneur van Suriname afvaardigde. Zoo de heer Cremers van oordeel was, dat de heer Schaepinan lid van de Tweede Kamer moest zijn en te dien einde zijn mandaat voor Almeloo ter beschik king stelde, dan volgt daaruit nog geenszins, dat alle kiezers met dien ruil vrede moeten hebben en zich onthouden moeten om over dien ruil een oor deel uit te spreken. Zoo zij van hun recht gebruik maken om bij eene vacature hunne stem uit te brengen op een ander candidaat dan hij, wien de aftredende verlangt, is dit in geen geval deloyaal te noemen. Het Vaderland, deze f zaak besprekende, is het met het Centrum in zooverre eens, dat onthouding van de liberale partij in Almeloo ditmaal beter zou zijn geweest, maar het wijst toch op de verkiezing in Schoterland, die vóór die te Almeloo plaats had en waar »de partijstrijd" evengoed op 9 Juni was uitgestreden. Toch werd daar de heer De Vries candidaat gesteld. Een ander voorbeeld, dat mogelijk meer afdoende is, is dat van Veendam, waar ook bij de tweede verkiezing dr. Brummelkamp de candidaat was van de anti-revolutionairen en r.-katholieken. Misschien was voor Schoterland de verzoeking te groot om, door niet aan den strijd deel te nemen, den liberalen een zekere overwinning te bezorgen. Maar voor Veen- dam kon dit motief niet geldendat is de uit komst op 9 Juni had het ten overvloede nogmaals doen uitkomen voor de liberalen een vast district, in meerder mate nog dan Almeloo voor de r.-katho lieken. Wij zijn 't dus met het Vad. eens, dat het Centrum geen reden tot klagen heeft over het te Almeloo gebeurde. Terwijl men in de Kamer, in de dagbladen, in tijdschriften en vlugschriften voortdurend over het onderwijs schrijft en de velerlei ingewikkelde vraagstukken behandelt, die er mede samenhangen, zijn er in Drenthe scholen, waar een onderwijzer zestig kinderen moet leeren en de schoolbanken be staan uit stapeltjes turf inet planken er op. Aan het Rijk is subsidie gevraagd vooi den school- bouw te Emmen, maar slechts 88 pet. is er toege staan. Nu zijn de beschouwingen over de beginselen van het onderwijs hoogst interessant, maar van nog meer belang is het dat overal behoorlijk onderwijs wordt gegeven en de kinderen niet op turven moeten zitten. (Arnh. Ct.) Veeartsen, die verlangen benoemd te worden tot adsistent aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, voor het tijdvak van 1 Oct. 1891 tot en met 30 Sept. 1892, op een bezoldiging van 1000 'sjaars, gelieven vóór 1 Sept. e. k., met opgaaf van leeftijd en over- legging van hun diploma van veearts, schriftelijk daarvan te doen blijken in een aan de Regeering gericht verzoekschrift. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Zondag 9 Aug. a. s. hoopt de heer Snel, be roepen predikant bij de Ned. Herv. gem. te 's-Heeren- hoek, na des morgens door ds. Ter Haar Romeny hem. »Op uw welzijn, Owe, en op het geluk van uw toekomstig leven." Beneden in de woonkamer was de tafel gedekt met een helder wit servet en het beste wat de pastorie bezat van zilver, kristal en porselein was voor den dag gehaald. Mijnheer Möller zoo heette de gast, die zoo luisterrijk werd ontvangen zat in den grooten leunstoel en trommelde met de vingers op de armleuning, terwijl hij sprak. Hij was klein van gestalte en zijn kogelronde buik scheen hem in het minst niet te hinderenintegendeel hij had iets bijzonder bewegelijks. Hij wierp zich in zijn stoel voor- en achterwaarts, sprong als een veér zoo licht op, zijne levendige oogen rolden achter zijn bril voortdurend heen en weör, zijne kniüen sloeg hij al pratend voortdurend tegen elkander en hij trommelde met zijne handen op alles, wat binnen zijn bereik kwam. Daarbij sprak hij onophoudelijk voort onverschillig waarover maar altijd levendig en vroolijk, zoodat zijn woordenvloed aan een kleinen waterval deed denken. Juffrouw Kathinka, voor deze gelegenheid bijzonder uitgedost, was in verrukking. Zij gedoogde niet, dat mijnheer Möller zijn sigaar in de studeerkamer ging rookeno, neen, zjj hield zelfs heel veel van tabaksrook. De heer Möller was in haar oog de edelste en meest onderhoudende persoon, dien men zich denken kan. Immers, hij had op een allergrap pigste manier breikatoen voor haar opgehouden hij had met de vingers schaduwbeelden op den muur getooverd en kunstjes verkocht met lucifers hij had de glazen laten zingen, met een gulden goochel toeren gedaa*^en uit de schil van een sinaasappel van Middelburg bevestigd te zijn, des namiddags zijn intrede te doen. Bedankt voor het beroep bij de Herv. gem. te Biervliet door ds. C. Diehl, te Hillegersberg. Bij het examen voor de hoofdakte te Breda is geslaagd dhr. J. Jansen van Hoek. Bij het te Amsterdam door leerlingen der rijks normaalschool voor teekenonderwijzers afgelegd eind examen is geslaagd voor afdeeling A (handteekenen) mej. T. Fokker, geb. te Middelburg. In de gisteren gehouden vergadering van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde -Kerk werd o. a. het volgende behandeld De heer P. J. Roscam Abbing, pred. te Middel burg en consulent der gemeente te Vrouwenpolder, had zich tot de Synode gewend met het verzoek om hare medewerking te verleenen tot het verkrijgen van dispensatie van de bepalingen van art. 23 regl. op de vacaturen, ten einde een godsdienstonder wij zei- in laatstgenoemde gemeente te kunnen aanstellen. Dit verzoek was gegrond op de veronderstelling dat de ring Veere, tot welke de gemeente Vrouwenpolder behoort, bezwaar maakte om de noodige stappen te doen ter verkrijging van de dispensatie, of ten minste dat hij de zaak op de lange baan trachtte te schuiven. De commissie, in wier handen dit verzoek door den president was gesteld ten fine van rapport, en als wier woordvoerder de heer Geselschap optrad, was van oordeel dat art. 13 al. 2 van het algemeen regle ment behoorde gehandhaafd te worden. Het classi caal bestuur van Middelburg was hier het door het reglement aangewezen lichaam, tot hetwelk ter be reiking van het beoogde doel de kerkeraad van Vrouwenpolder zich had te wenden, en niet de Synode. Eik kerkelijk bestuur toch moest zich onthouden iets te behandelen dat uitsluitend tot den werkkring van een ander pollege behoort. Het genoemde classi caal bestuur was diligent. Tot dit, als het in op- klimmenden rang naastvolgende, moest de kerkeraad en niet de consulent alleen zich dan ook wenden. Zonder hoofdelijke stemming vereenigde zich de ver gadering na eenige beraadslaging met de conclusie van het rapport. Donderdag 6 Augustus zal te Leiden niet een toespraak van den voorzitter de stichting »Effatha" worden geopend en de installatie van den heer L. C. Oranje tot hoofd der inrichting plaats hebben. Rechtszaken. J. v. B. oud 33 jaren, koopman, laatst wonende te Driewegen, thans voortvluchtig, is heden door de arr. rechtb. te Middelburg wegens: lo. valschheid in geschrift; 2o. opzettelijk gebruik maken van een valsch geschrift als ware het echt en onvervalscht, uit het gebruik waarvan nadeel kon ontstaan, ver oordeeld tot eeno gevangenisstraf van 3 jaren, terwijl zijne gevangenneming is bevolen. Gemengde Berichten. Als eene bijzonderheid kan worden medegedeeld dat bij den heer Van Eijkeren te Hansweerd van tien Blooische roeden aardappelen acht hectoliter groote zijn gedolvendrielingen of poters zijn er bovendien ook nog, maar slechts een kleine hoeveel heid. Twee jaren geleden heeft genoemde heer uit Steenbergen een paar liter van die soort medege bracht, ze uitgepoot en van de opbrengst nu tien roeden geplant. Te Wolfertsdijk heeft eenige weken vertoefd baron Van Zei ten, hij het zich althans zoo noemen. Hij was vergezeld van eene dame die hij voorgaf zijne zuster te zijn. Hij leefde zeer royaal en onbe krompen en betaalde als de bank. Hij had veel Belgisch vooral goud geld, sieraden en veel horloges. Hij sprak Vlaamsch en gebroken Fransch, gaf voor als veearts gestudeerd te hebben en maakte veel uitstapjes per gerij en te paard. Door zijn onbe krompen levenswijze begon men hem te wantrouwen. De burgemeester was te weten gekomen dat hij herkomstig moest zijn van Antwerpen, informeerde aldaar en kreeg ten antwoord dat een persoon van dien naam, een schoenmaker, daar bekend was en tal van malen met de gevangenis had kennis gemaakt, terwijl hij ook te Rozendaal was aangehouden, ver dacht van diefstal, maar daar was hij weder losge laten. Toen hij de vorige week Zaterdag van een een gebit gesneden. En als ze iets op den grond liet vallen, had hij het in een oogenblik zeer gedienstig voor haar opgeraapt. Mijnheer Möller was secretaris bij de politie in de naastbij gelegen stad en hij had een bijzondere manier om met schelmen en schurken om te springen. Hij was bovendien zeer gemoedelijk en gemakkelijk in den omgang en was daarom lid van alle moge lijke vereenigingen en gezelschappen. »Oom Möller" zooals de jonge dames hem noemden, was een onont beerlijke gast op alle partijtjes. Iiij sloeg uitnemende toasten, altijd twee op een avond, éen ernstige en óen grappige. Hij zong bij de guitaar, die hij zelf even goed bespeelde met de handen als de fluit met don neusin óen woord de heer Möller was een passe-partout, die overal uitstekend op zijne plaats was. Juffrouw Kathinka glinsterde van geluk en lachte zoo aanhoudend dat men er bang van werd. De predikant lachte stil voor zich. Eene reeks van brutale diefstallen van den meest verschillenden aard waren de oorzaak, dat mijnheer Möller naar Söby gekomen was. Reeds in den post wagen waren verscheidene passagiers hem verdacht voorgekomen. Bij het vriendschappelijk gesprek dat hij met hen had aangeknoopt om ze zoo uit te hooren was ook de naam van dominee Oestrup genoemd en dit had hem op de gedachte gebracht den ouden vriend te bezoeken. Hij had den postillon verzocht hem vóór de pastorie uit te laten en met uitgebreide armen was hij zijn besten ouden vriend", den ver baasden predikant, tegemoet gevlogen. Wordt vervolgd.) rijtoer te Wolfertsdijk terugkeerde werd hem mede gedeeld dat men hem verdacht en dit deed hem besluiten alles bijeen te pakken en weg te rijden. Hij liet zich naar 't station Kapelle brengen en vertrok vandaar weder in de richting Rozendaal. Sedert heeft men niets meer van hem vernomen. llaiisweerd. De Engelsche duikers, werkzaam aan het gezonken stoomschip Bordeaux", hebben opgehouden goederen daaruit te halen. Zij zijn heden met hun zeilschip »Fortunatus" naar Engeland vertrokken. De Bordeaux" zal nu publiek verkocht worden. Iemand te Oudelande vond dezer dagen een nest met patrijzeneieren en heeft de eieren door een kip laten uitbroeden, die thans met 10 patrijzen in het veld rondloopt. Een dergelijke proef wordt ook genomen door iemand te Nisse. Kruiniiigen. Maandagavond werd op eene ver gadering van de gymnastiek- en schermvereeniging »de Schelde" besloten om de vereeniging te ont binden en de werktuigen te verkoopen. Vertrek uit de gemeente van vele leden, weinig liefhebberij bij daartoe geschikte jongelui en gebrek aan een bekwamen leider, zijn de oorzaken dat deze eens zoo bloeiende vereeniging het er voor moest laten zitten. De heer M. Zinken, het nieuw gekozen lid van den Sittardschen gemeenteraad, heeft Zaterdag jl. de volgende dankbetuiging in de Sittardsche weekbladen doen plaatsen Mijn warmsten dank aan heeren kiezers, en aan allen, die hetzij persoonlijk, hetzij schriftelijk, mij met hunne gelukwenschen vereerden. Heeren kiezers! Uw ongekunsteld enthousiasme gedurende den strijd, was mij reeds een waarborg, dat mij de zegepalm voor des anderendaags was weg gelegd. De gelukkkigste dag van mijn leven was aangebroken. Ook moest ik bij het gloren van den dageraad met den grooten Napoleon uitroepen Cest. Ie soleil cCAusterlitz »Tot nu toe, heeren kiezers, was het niets dan vreugde. HelaasHoe zelden ook beschijnt een wolke- looze hemel het ondermaanscbe »Mijn collega, voorstander van de gelijkmatige volksrepresentatie, de heer J. Kallen, is gevallen. Als slachtoffer der ghtskes-quaestie kon hij uitroepen alles is verloren, mais Vlionneur est sauf. »Neen, heeren kiezers, alles is niet verloren. De Hollandsche taal echter wordt mij te koud, om u te enthousiasmeren; ik moet nogmaals een greep in de Fransche doen. Bij de aanstaande verkiezing zal ik aan de spits van mijn 178 vrijheidlievende kiezers naast den heer Jan Kallen ten stadhuize geposteerd zijn en in begeestering u toeroepenElecteurssou- venez-vous, que du haut de ce monument ma victoire de Juillet voos régarde Ma garde meurtmais ne se rend pas Door den machinist Koop Mast te Gorredijk is naar eene teekening van den heer G. Halbertsuia, te Beetsterzwaag, een toestel vervaardigd, dat voor wielrijders van veel belang is te achten. Het dient om den zuiveren afstand te weten, op het rijwiel afgelegd, beter dan tot nu toe moet geschieden dooi den zoogenaamden staffenteller, die door den rijder in een zijner vestzakken wordt geborgen en die door middel van een koord het getal omwentelingen der trappers aangeeft, hetgeen niet zelden met veel onnauwkeurigheden gepaard gaat. Het wordt ge plaatst tusschen do spaken en aan de as van het voorwiel, waardoor het voor vuil wordt bewaard het raderwerk is zoodanig samengesteld, dat de wrijving tot een minimum wordt gebracht, en wel zoo, dat zij niet door den wielrijder wordt waarge nomen. Het inwendige is door een koperen cylinder afgesloten, om het binnendringen van stof te beletten. Een grappig misverstand Dezer dagen vond een landbouwer onder Handel (bij Gemert) bij het afgraven van een zandberg, een steenen kan, die blijkens de daarop voorkomende woorden en figuren wel voor antiek scheen door te mogen gaan. Teneinde inlichtingen in te winnen over de meer dere of mindere waarde van zijn vondst, ging ons boertje naar het klooster der Fransche Jezuïeten te Gemert. Ongelukkigerwijze verstond de pater, die hem te woord moest staan, even weinig van het Hollandsch als Brabantsche landbouwers van het Fransch. De kan in de hoogte houdende, zeide de boer: »Die heb ik gevonden," daarbij met den vin ger op de borst tikkende. »Ah, avez vous faim?" vroeg de pater. Het boertje dat, »faim" met vin den" in verband bracht, antwoordde »Oui, mosjeu." Hoe groot was evenwel zijn verbazing, toen de pater, na zich oven verwijderd te hebben, met een kan vol soep kwam aandragen, en die in de gevonden kan overgootRN.J Een amusement »fin de siècle." Voor zijn plezier kan men tegenwoordig, aan het Schoveningsche strand, in oen schommelschuitje gaan zitten en zich voor eenige centen de aangename ge waarwording van een begin van zeeziekte verschaffen. De politie te Amsterdam heeft de hand gelegd op een looper aan eene der broodfabrieken. Deze onmensch had reeds eenige dagen in het roggebrood, bestemd voor het Armenhuis, spijkers en glas gedaan, omdat hij wraak wilde nemen over het ontslag van zijn vader, die aan de fabriek als meesterknecht had gefungeerd. Geïukkig was nog door géén der verpleegden van het brood genuttigd. (N. v. d. D.) Het R. N. meldt het volgende als historisch. Mevrouw, Vrijdagsmiddags tot hare dienstbode Anna, Zondag moet ge thuis blyven en op de kin deren passen, want wij gaan uit de stad. Mevrouw, het spijt mij zeer, had ik het een paar dagen vroeger geweten dan met plezier, maar nu is het inij niet mogelijkik heb op mij genomen morgen in onze vereeniging een voordracht te houden. Mevrouw moest iemand anders op de kleinen la ten passen. Om reten in houten vloeren of beschotten dicht te maken, gebruike men het volgende vulsel: Men kookt gewoon krantenpapier met water tot een dikke brij, doet er, op een pot van middelbare grootte, 2 eetlepels aluin en 1 lepel meel bij en voegt er voor de kleur een weinig oker aan toe. Deze brij wordt nog warm vast in de reten gedrukt en is, als zij droog is, lang houdbaar. Houdt em, houdt emklonk het Zaterdag ochtend op de Groentenmarkt, te Amsterdam, en honderden vlogen een jonkman achterna, die beti teld en gegrepen werd als »valsche munter". Een bezadigd heer kwam bij onderzoek tot de ontdekking, dat de man bij een tapper een pieren verschrikker" had gekocht en dien had betaald met een gulden van Willem I, die door den tapper voor valsch gehouden werd, maar onmiddellijk door den heer voor een echten Willem Hl werd ingeruild. De vervolgde had er echter zoo van langs gehad, dat hij een toeval kreeg. Door den gemeenteraad van Uskwerd is een verordening tegen de hooge verzekeringen van hui zen en losse goederen in de gemeente bij brandver zekeringsmaatschappen vastgesteld. De verordening bevat de bepaling, dat ieder verzekerde op aanvraag van B. en W. verplicht is, door invulling van een gratis ter secretarie verkrijgbaar biljet, opgaaf te doen van de verzekerde goederen en het bedrag waarvoor en waar geassureerd is. Overtreding wordt gestraft met hechtenis van hoogstens zes dagen of een geldboete van ten hoogste vijf-en-twintig gulden. Men schrijft aan De Tijd uit Rotterdam Vier jongelui, die van een grapje hielden, gingen jl. Vrijdag de weddenschap aan, dat een van hen ft niet zou durven wagen, met een door een barbier ingezeept gelaat 's namiddags om vier uur een wan deling te doen langs Plan C. De uitgedaagde nam de weddenschap, waarvan de inzet 25 bedroeg, aan. Door een der anderen werd nu in het Tweede Blad van de N. R. Ct, dat Za terdag-ochtend verscheen, deze advertentie geplaatst »IN HET PLAN C spookt het heden, 25 Juli, tusschen 4 en 4 ljt uur. Komt, ziet en overtuigt u van de waarheid." Deze advertentie maakte de aandacht gaande, en een groot getal ingezetenen, niet het minst van de beursbezoekers, bevonden zich op dat tijdstip in de nabijheid van Plan C. Om de weddenschap te winnen, stapte het jonge mensch Zaterdag moedig naar Plan C, gevolgd door zijn drie uitdagers. Men begaf zich naar een barbier om hem te doen inzeepen, maar deze voldeed niet aan het verzoek. Toen kocht men zeep en begaf men zich naar een café, waar een der uitdagers zelf de taak van barbier op zich nam. Rond Plan C zag het letterlijk zwart van de menschen. Onder deze menigte werd een strooibil jet verspreid, waarin aangekondigd werd dat het spook niet aan Plan G, maar op de Hoogstraat na bij het stadhuis zou komen. De menigte begaf zich toen naar het Stadhuis, maar'keerde weldra van daar terug, want het spook vertoonde zich ook daar niet. Het had zich intusschen vertoond nabij Plan C. Het eenige, waardoor het van andere stervelingen was te onderscheiden, was een ingezeept gezicht. Het deed de aangekondigde wandeling rond Plan C en won daardoor de weddenschap, waarvan de in zet in Champagne werd omgezet. Door een groot getal andere heeren waren even eens weddenschappen aangegaan, of het jongmensch in quaestie al dan niet zou durven verschijnen. Hij verscheen, maar legde daardoor geen bewijs van moed af. Terwijl er uit Sileziö wordt geklaagd over hoog water, tengevolge van veel regen, wordt uit Leipzig onder dagteekening van 25 dezer melding gemaakt van zware onweders met wolkbreuk en hagel, waar door in de omstreken der stad groote schade is aan gericht. Nabij Nötha en in den omtrek van Ross- wein zijn de te veld staande granen grootendeels vernield. Hier en daar heeft het water oen meter hoog in de huizen gestaan. Een vreeselijk ongeval heeft in de ijzergieterij van Schefzik te Weenen (in Favoriten) plaats gehad door 't struikelen van een arbeider, bij het overbren gen van een ketel gesmolten ijzer, kwam de gloeiende massa op 9 werklieden neereen was terstond ver koold, vier werden zwaar en vier lichter gekwetst. In een hospitaal te Weenen overleed dezer dagen, tengevolge van een ongeluk, een tramkoetsier, die jarenlang bij de tramraaatschappij had gediend, 't Bleek nu dat hij baron Erwin von Schönstein was, de laatste afstammeling uit een oud geslacht en vroeger million air. De decoratie-schilder Rondy te Parijs was sinds lang ziek en werd door zijn vrouw en een vriend, die sedert een jaar bij hem inwoonde, verpleegd. Op een nacht dronk de ziekeverpleegster uit het kopje van den patient en kreeg daarop hevige buikpijnen, waarover de zieke ook sedert eenigen tijd klaagde, 't Bleek toen dat mevrouw Rondy en de vriend, die meer haar vriend was geworden, den zieke vergif toedienden dat Oncier, de vriend, van een hem be kend apotheker had gekregen, onder voorwendsel een hond te moeten dooden. Mevr. Rondy erkende alles maar Oncier ontkent hardnekkigbeiden zijn ge vangen genomen. Geruimen tijd geleden zjjn verscheidene voor worpen van kunst uit het museum te Rennes ge stolen en de dief bleef onbekend. Nu onlangs ont ving de directeur van het museum een ongeteekenden brief, waarin werd aangeboden de voorwerpen terug te brengen, mits hij 1000 fr. ontving en hem op het woord van eer de verzekering werd gegeven, dat de persoon, die de kunstvoorwerpen terugbracht, niet vervolgd zou worden. In overleg met den inaire werd het voorstel aangenomen en werkelijk kwam iemand bij den directeur, om hem de kunstvoorwerpen tegen overgifte van 1000 fr. terug te brengen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 2