te dringen. En terecht; men moet dit voorschrift,
dat dan eene herkiezing wordt gevorderd, slechts
beschouwen als de indirecte vraagKan die bevor
dering in den staatsdienst geacht worden als een
gunst door den afgevaardigde te zijn verkregen,
waardoor hij zijne onafhankelijkheid verliest of ver
liezen kan. Dit nu is bij eene regelmatige opklim
ming in den staatsdienst het geval niet en men liet
den afgevaardigde zijn mandaat behouden.
Het Centrum stelt met dit geval gelijk, dat een
afgevaardigde zijn mandaat nederlegt, teneinde door
de kiezers een ander aangewezen persoon tot afge
vaardigde te doen kiezen. Zij vindt het deloyaal, dat
te Almeloo niet zonder slag of stoot de heer Schaep-
man is gekozen in plaats van den heer Cremers, die
te zijnen behoeve het mandaat nederlegde.
Die redeneering is ons al te excentriek, zegt de
Arnh. Ct. Deze opvatting toepassende, zou de op
tredende niet gekozen worden, maar benoemd zijn
door den aftredende. De leden der Kamer zouden
op die wijze het recht erlangen plaatsvervangers te
stellen en morgen aan den dag kon de heer Noordtzy
of Lucasse den heer Mackay of Lohman tot lid
der Kamer maken, en misschien was er wel een lid
te vinden, die den laatst afgetreden Gouverneur van
Suriname afvaardigde.
Zoo de heer Cremers van oordeel was, dat de heer
Schaepinan lid van de Tweede Kamer moest zijn en
te dien einde zijn mandaat voor Almeloo ter beschik
king stelde, dan volgt daaruit nog geenszins, dat
alle kiezers met dien ruil vrede moeten hebben en
zich onthouden moeten om over dien ruil een oor
deel uit te spreken. Zoo zij van hun recht gebruik
maken om bij eene vacature hunne stem uit te
brengen op een ander candidaat dan hij, wien de
aftredende verlangt, is dit in geen geval deloyaal te
noemen.
Het Vaderland, deze f zaak besprekende, is het
met het Centrum in zooverre eens, dat onthouding
van de liberale partij in Almeloo ditmaal beter zou
zijn geweest, maar het wijst toch op de verkiezing
in Schoterland, die vóór die te Almeloo plaats had
en waar »de partijstrijd" evengoed op 9 Juni was
uitgestreden. Toch werd daar de heer De Vries
candidaat gesteld.
Een ander voorbeeld, dat mogelijk meer afdoende
is, is dat van Veendam, waar ook bij de tweede
verkiezing dr. Brummelkamp de candidaat was van
de anti-revolutionairen en r.-katholieken. Misschien
was voor Schoterland de verzoeking te groot om,
door niet aan den strijd deel te nemen, den liberalen
een zekere overwinning te bezorgen. Maar voor Veen-
dam kon dit motief niet geldendat is de uit
komst op 9 Juni had het ten overvloede nogmaals
doen uitkomen voor de liberalen een vast district,
in meerder mate nog dan Almeloo voor de r.-katho
lieken. Wij zijn 't dus met het Vad. eens, dat het
Centrum geen reden tot klagen heeft over het te
Almeloo gebeurde.
Terwijl men in de Kamer, in de dagbladen,
in tijdschriften en vlugschriften voortdurend over
het onderwijs schrijft en de velerlei ingewikkelde
vraagstukken behandelt, die er mede samenhangen,
zijn er in Drenthe scholen, waar een onderwijzer
zestig kinderen moet leeren en de schoolbanken be
staan uit stapeltjes turf inet planken er op.
Aan het Rijk is subsidie gevraagd vooi den school-
bouw te Emmen, maar slechts 88 pet. is er toege
staan.
Nu zijn de beschouwingen over de beginselen van
het onderwijs hoogst interessant, maar van nog meer
belang is het dat overal behoorlijk onderwijs wordt
gegeven en de kinderen niet op turven moeten
zitten. (Arnh. Ct.)
Veeartsen, die verlangen benoemd te worden
tot adsistent aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht,
voor het tijdvak van 1 Oct. 1891 tot en met 30 Sept.
1892, op een bezoldiging van 1000 'sjaars, gelieven
vóór 1 Sept. e. k., met opgaaf van leeftijd en over-
legging van hun diploma van veearts, schriftelijk
daarvan te doen blijken in een aan de Regeering
gericht verzoekschrift.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Zondag 9 Aug. a. s. hoopt de heer Snel, be
roepen predikant bij de Ned. Herv. gem. te 's-Heeren-
hoek, na des morgens door ds. Ter Haar Romeny
hem. »Op uw welzijn, Owe, en op het geluk van
uw toekomstig leven."
Beneden in de woonkamer was de tafel gedekt
met een helder wit servet en het beste wat de
pastorie bezat van zilver, kristal en porselein was
voor den dag gehaald. Mijnheer Möller zoo heette
de gast, die zoo luisterrijk werd ontvangen zat
in den grooten leunstoel en trommelde met de vingers
op de armleuning, terwijl hij sprak. Hij was klein
van gestalte en zijn kogelronde buik scheen hem in
het minst niet te hinderenintegendeel hij had iets
bijzonder bewegelijks. Hij wierp zich in zijn stoel
voor- en achterwaarts, sprong als een veér zoo licht
op, zijne levendige oogen rolden achter zijn bril
voortdurend heen en weör, zijne kniüen sloeg hij al
pratend voortdurend tegen elkander en hij trommelde
met zijne handen op alles, wat binnen zijn bereik
kwam. Daarbij sprak hij onophoudelijk voort
onverschillig waarover maar altijd levendig en
vroolijk, zoodat zijn woordenvloed aan een kleinen
waterval deed denken.
Juffrouw Kathinka, voor deze gelegenheid bijzonder
uitgedost, was in verrukking. Zij gedoogde niet,
dat mijnheer Möller zijn sigaar in de studeerkamer
ging rookeno, neen, zjj hield zelfs heel veel van
tabaksrook. De heer Möller was in haar oog de
edelste en meest onderhoudende persoon, dien men
zich denken kan. Immers, hij had op een allergrap
pigste manier breikatoen voor haar opgehouden hij
had met de vingers schaduwbeelden op den muur
getooverd en kunstjes verkocht met lucifers hij had
de glazen laten zingen, met een gulden goochel
toeren gedaa*^en uit de schil van een sinaasappel
van Middelburg bevestigd te zijn, des namiddags
zijn intrede te doen.
Bedankt voor het beroep bij de Herv. gem.
te Biervliet door ds. C. Diehl, te Hillegersberg.
Bij het examen voor de hoofdakte te Breda is
geslaagd dhr. J. Jansen van Hoek.
Bij het te Amsterdam door leerlingen der rijks
normaalschool voor teekenonderwijzers afgelegd eind
examen is geslaagd voor afdeeling A (handteekenen)
mej. T. Fokker, geb. te Middelburg.
In de gisteren gehouden vergadering van de
Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde
-Kerk werd o. a. het volgende behandeld
De heer P. J. Roscam Abbing, pred. te Middel
burg en consulent der gemeente te Vrouwenpolder,
had zich tot de Synode gewend met het verzoek om
hare medewerking te verleenen tot het verkrijgen
van dispensatie van de bepalingen van art. 23 regl.
op de vacaturen, ten einde een godsdienstonder wij zei-
in laatstgenoemde gemeente te kunnen aanstellen.
Dit verzoek was gegrond op de veronderstelling dat
de ring Veere, tot welke de gemeente Vrouwenpolder
behoort, bezwaar maakte om de noodige stappen te
doen ter verkrijging van de dispensatie, of ten minste
dat hij de zaak op de lange baan trachtte te schuiven.
De commissie, in wier handen dit verzoek door den
president was gesteld ten fine van rapport, en als
wier woordvoerder de heer Geselschap optrad, was
van oordeel dat art. 13 al. 2 van het algemeen regle
ment behoorde gehandhaafd te worden. Het classi
caal bestuur van Middelburg was hier het door het
reglement aangewezen lichaam, tot hetwelk ter be
reiking van het beoogde doel de kerkeraad van
Vrouwenpolder zich had te wenden, en niet de Synode.
Eik kerkelijk bestuur toch moest zich onthouden
iets te behandelen dat uitsluitend tot den werkkring
van een ander pollege behoort. Het genoemde classi
caal bestuur was diligent. Tot dit, als het in op-
klimmenden rang naastvolgende, moest de kerkeraad
en niet de consulent alleen zich dan ook wenden.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigde zich de ver
gadering na eenige beraadslaging met de conclusie
van het rapport.
Donderdag 6 Augustus zal te Leiden niet een
toespraak van den voorzitter de stichting »Effatha"
worden geopend en de installatie van den heer L. C.
Oranje tot hoofd der inrichting plaats hebben.
Rechtszaken.
J. v. B. oud 33 jaren, koopman, laatst wonende
te Driewegen, thans voortvluchtig, is heden door de
arr. rechtb. te Middelburg wegens: lo. valschheid in
geschrift; 2o. opzettelijk gebruik maken van een
valsch geschrift als ware het echt en onvervalscht,
uit het gebruik waarvan nadeel kon ontstaan, ver
oordeeld tot eeno gevangenisstraf van 3 jaren, terwijl
zijne gevangenneming is bevolen.
Gemengde Berichten.
Als eene bijzonderheid kan worden medegedeeld
dat bij den heer Van Eijkeren te Hansweerd van
tien Blooische roeden aardappelen acht hectoliter
groote zijn gedolvendrielingen of poters zijn er
bovendien ook nog, maar slechts een kleine hoeveel
heid. Twee jaren geleden heeft genoemde heer uit
Steenbergen een paar liter van die soort medege
bracht, ze uitgepoot en van de opbrengst nu tien
roeden geplant.
Te Wolfertsdijk heeft eenige weken vertoefd
baron Van Zei ten, hij het zich althans zoo noemen.
Hij was vergezeld van eene dame die hij voorgaf
zijne zuster te zijn. Hij leefde zeer royaal en onbe
krompen en betaalde als de bank. Hij had veel
Belgisch vooral goud geld, sieraden en veel horloges.
Hij sprak Vlaamsch en gebroken Fransch, gaf voor
als veearts gestudeerd te hebben en maakte veel
uitstapjes per gerij en te paard. Door zijn onbe
krompen levenswijze begon men hem te wantrouwen.
De burgemeester was te weten gekomen dat hij
herkomstig moest zijn van Antwerpen, informeerde
aldaar en kreeg ten antwoord dat een persoon van
dien naam, een schoenmaker, daar bekend was en
tal van malen met de gevangenis had kennis gemaakt,
terwijl hij ook te Rozendaal was aangehouden, ver
dacht van diefstal, maar daar was hij weder losge
laten. Toen hij de vorige week Zaterdag van een
een gebit gesneden. En als ze iets op den grond
liet vallen, had hij het in een oogenblik zeer gedienstig
voor haar opgeraapt.
Mijnheer Möller was secretaris bij de politie in
de naastbij gelegen stad en hij had een bijzondere
manier om met schelmen en schurken om te springen.
Hij was bovendien zeer gemoedelijk en gemakkelijk
in den omgang en was daarom lid van alle moge
lijke vereenigingen en gezelschappen. »Oom Möller"
zooals de jonge dames hem noemden, was een onont
beerlijke gast op alle partijtjes. Iiij sloeg uitnemende
toasten, altijd twee op een avond, éen ernstige en
óen grappige. Hij zong bij de guitaar, die hij zelf
even goed bespeelde met de handen als de fluit
met don neusin óen woord de heer Möller was
een passe-partout, die overal uitstekend op zijne
plaats was.
Juffrouw Kathinka glinsterde van geluk en lachte
zoo aanhoudend dat men er bang van werd. De
predikant lachte stil voor zich.
Eene reeks van brutale diefstallen van den meest
verschillenden aard waren de oorzaak, dat mijnheer
Möller naar Söby gekomen was. Reeds in den post
wagen waren verscheidene passagiers hem verdacht
voorgekomen. Bij het vriendschappelijk gesprek dat
hij met hen had aangeknoopt om ze zoo uit te hooren
was ook de naam van dominee Oestrup genoemd
en dit had hem op de gedachte gebracht den ouden
vriend te bezoeken. Hij had den postillon verzocht
hem vóór de pastorie uit te laten en met uitgebreide
armen was hij zijn besten ouden vriend", den ver
baasden predikant, tegemoet gevlogen.
Wordt vervolgd.)
rijtoer te Wolfertsdijk terugkeerde werd hem mede
gedeeld dat men hem verdacht en dit deed hem
besluiten alles bijeen te pakken en weg te rijden.
Hij liet zich naar 't station Kapelle brengen en
vertrok vandaar weder in de richting Rozendaal.
Sedert heeft men niets meer van hem vernomen.
llaiisweerd. De Engelsche duikers, werkzaam
aan het gezonken stoomschip Bordeaux", hebben
opgehouden goederen daaruit te halen. Zij zijn heden
met hun zeilschip »Fortunatus" naar Engeland
vertrokken. De Bordeaux" zal nu publiek verkocht
worden.
Iemand te Oudelande vond dezer dagen een
nest met patrijzeneieren en heeft de eieren door
een kip laten uitbroeden, die thans met 10 patrijzen
in het veld rondloopt.
Een dergelijke proef wordt ook genomen door
iemand te Nisse.
Kruiniiigen. Maandagavond werd op eene ver
gadering van de gymnastiek- en schermvereeniging
»de Schelde" besloten om de vereeniging te ont
binden en de werktuigen te verkoopen.
Vertrek uit de gemeente van vele leden, weinig
liefhebberij bij daartoe geschikte jongelui en gebrek
aan een bekwamen leider, zijn de oorzaken dat deze
eens zoo bloeiende vereeniging het er voor moest
laten zitten.
De heer M. Zinken, het nieuw gekozen lid van
den Sittardschen gemeenteraad, heeft Zaterdag jl. de
volgende dankbetuiging in de Sittardsche weekbladen
doen plaatsen
Mijn warmsten dank aan heeren kiezers, en aan
allen, die hetzij persoonlijk, hetzij schriftelijk, mij
met hunne gelukwenschen vereerden.
Heeren kiezers! Uw ongekunsteld enthousiasme
gedurende den strijd, was mij reeds een waarborg,
dat mij de zegepalm voor des anderendaags was weg
gelegd. De gelukkkigste dag van mijn leven was
aangebroken. Ook moest ik bij het gloren van den
dageraad met den grooten Napoleon uitroepen
Cest. Ie soleil cCAusterlitz
»Tot nu toe, heeren kiezers, was het niets dan
vreugde. HelaasHoe zelden ook beschijnt een wolke-
looze hemel het ondermaanscbe
»Mijn collega, voorstander van de gelijkmatige
volksrepresentatie, de heer J. Kallen, is gevallen.
Als slachtoffer der ghtskes-quaestie kon hij uitroepen
alles is verloren, mais Vlionneur est sauf.
»Neen, heeren kiezers, alles is niet verloren. De
Hollandsche taal echter wordt mij te koud, om u
te enthousiasmeren; ik moet nogmaals een greep in
de Fransche doen. Bij de aanstaande verkiezing zal
ik aan de spits van mijn 178 vrijheidlievende kiezers
naast den heer Jan Kallen ten stadhuize geposteerd
zijn en in begeestering u toeroepenElecteurssou-
venez-vous, que du haut de ce monument ma victoire de
Juillet voos régarde Ma garde meurtmais ne se rend
pas
Door den machinist Koop Mast te Gorredijk
is naar eene teekening van den heer G. Halbertsuia,
te Beetsterzwaag, een toestel vervaardigd, dat voor
wielrijders van veel belang is te achten. Het dient
om den zuiveren afstand te weten, op het rijwiel
afgelegd, beter dan tot nu toe moet geschieden dooi
den zoogenaamden staffenteller, die door den rijder
in een zijner vestzakken wordt geborgen en die door
middel van een koord het getal omwentelingen
der trappers aangeeft, hetgeen niet zelden met veel
onnauwkeurigheden gepaard gaat. Het wordt ge
plaatst tusschen do spaken en aan de as van het
voorwiel, waardoor het voor vuil wordt bewaard
het raderwerk is zoodanig samengesteld, dat de
wrijving tot een minimum wordt gebracht, en wel
zoo, dat zij niet door den wielrijder wordt waarge
nomen. Het inwendige is door een koperen cylinder
afgesloten, om het binnendringen van stof te beletten.
Een grappig misverstand
Dezer dagen vond een landbouwer onder Handel
(bij Gemert) bij het afgraven van een zandberg, een
steenen kan, die blijkens de daarop voorkomende
woorden en figuren wel voor antiek scheen door te
mogen gaan.
Teneinde inlichtingen in te winnen over de meer
dere of mindere waarde van zijn vondst, ging ons
boertje naar het klooster der Fransche Jezuïeten
te Gemert. Ongelukkigerwijze verstond de pater,
die hem te woord moest staan, even weinig van
het Hollandsch als Brabantsche landbouwers van het
Fransch. De kan in de hoogte houdende, zeide de
boer: »Die heb ik gevonden," daarbij met den vin
ger op de borst tikkende. »Ah, avez vous faim?"
vroeg de pater. Het boertje dat, »faim" met vin
den" in verband bracht, antwoordde »Oui, mosjeu."
Hoe groot was evenwel zijn verbazing, toen de pater,
na zich oven verwijderd te hebben, met een kan
vol soep kwam aandragen, en die in de gevonden
kan overgootRN.J
Een amusement »fin de siècle."
Voor zijn plezier kan men tegenwoordig, aan het
Schoveningsche strand, in oen schommelschuitje gaan
zitten en zich voor eenige centen de aangename ge
waarwording van een begin van zeeziekte verschaffen.
De politie te Amsterdam heeft de hand gelegd
op een looper aan eene der broodfabrieken. Deze
onmensch had reeds eenige dagen in het roggebrood,
bestemd voor het Armenhuis, spijkers en glas gedaan,
omdat hij wraak wilde nemen over het ontslag
van zijn vader, die aan de fabriek als meesterknecht
had gefungeerd.
Geïukkig was nog door géén der verpleegden van
het brood genuttigd. (N. v. d. D.)
Het R. N. meldt het volgende als historisch.
Mevrouw, Vrijdagsmiddags tot hare dienstbode
Anna, Zondag moet ge thuis blyven en op de kin
deren passen, want wij gaan uit de stad.
Mevrouw, het spijt mij zeer, had ik het een paar
dagen vroeger geweten dan met plezier, maar nu
is het inij niet mogelijkik heb op mij genomen
morgen in onze vereeniging een voordracht te houden.
Mevrouw moest iemand anders op de kleinen la
ten passen.
Om reten in houten vloeren of beschotten
dicht te maken, gebruike men het volgende vulsel:
Men kookt gewoon krantenpapier met water tot
een dikke brij, doet er, op een pot van middelbare
grootte, 2 eetlepels aluin en 1 lepel meel bij en
voegt er voor de kleur een weinig oker aan toe.
Deze brij wordt nog warm vast in de reten gedrukt
en is, als zij droog is, lang houdbaar.
Houdt em, houdt emklonk het Zaterdag
ochtend op de Groentenmarkt, te Amsterdam, en
honderden vlogen een jonkman achterna, die beti
teld en gegrepen werd als »valsche munter".
Een bezadigd heer kwam bij onderzoek tot de
ontdekking, dat de man bij een tapper een pieren
verschrikker" had gekocht en dien had betaald met
een gulden van Willem I, die door den tapper voor
valsch gehouden werd, maar onmiddellijk door den
heer voor een echten Willem Hl werd ingeruild.
De vervolgde had er echter zoo van langs gehad,
dat hij een toeval kreeg.
Door den gemeenteraad van Uskwerd is een
verordening tegen de hooge verzekeringen van hui
zen en losse goederen in de gemeente bij brandver
zekeringsmaatschappen vastgesteld. De verordening
bevat de bepaling, dat ieder verzekerde op aanvraag
van B. en W. verplicht is, door invulling van een
gratis ter secretarie verkrijgbaar biljet, opgaaf te
doen van de verzekerde goederen en het bedrag
waarvoor en waar geassureerd is. Overtreding wordt
gestraft met hechtenis van hoogstens zes dagen of
een geldboete van ten hoogste vijf-en-twintig gulden.
Men schrijft aan De Tijd uit Rotterdam
Vier jongelui, die van een grapje hielden, gingen
jl. Vrijdag de weddenschap aan, dat een van hen
ft niet zou durven wagen, met een door een barbier
ingezeept gelaat 's namiddags om vier uur een wan
deling te doen langs Plan C.
De uitgedaagde nam de weddenschap, waarvan de
inzet 25 bedroeg, aan. Door een der anderen werd
nu in het Tweede Blad van de N. R. Ct, dat Za
terdag-ochtend verscheen, deze advertentie geplaatst
»IN HET PLAN C
spookt het heden, 25 Juli, tusschen 4 en 4 ljt uur.
Komt, ziet en overtuigt u van de waarheid."
Deze advertentie maakte de aandacht gaande, en
een groot getal ingezetenen, niet het minst van de
beursbezoekers, bevonden zich op dat tijdstip in de
nabijheid van Plan C.
Om de weddenschap te winnen, stapte het jonge
mensch Zaterdag moedig naar Plan C, gevolgd door
zijn drie uitdagers. Men begaf zich naar een barbier
om hem te doen inzeepen, maar deze voldeed niet
aan het verzoek. Toen kocht men zeep en begaf
men zich naar een café, waar een der uitdagers
zelf de taak van barbier op zich nam.
Rond Plan C zag het letterlijk zwart van de
menschen. Onder deze menigte werd een strooibil
jet verspreid, waarin aangekondigd werd dat het
spook niet aan Plan G, maar op de Hoogstraat na
bij het stadhuis zou komen. De menigte begaf zich
toen naar het Stadhuis, maar'keerde weldra van
daar terug, want het spook vertoonde zich ook daar
niet. Het had zich intusschen vertoond nabij Plan
C. Het eenige, waardoor het van andere stervelingen
was te onderscheiden, was een ingezeept gezicht.
Het deed de aangekondigde wandeling rond Plan C
en won daardoor de weddenschap, waarvan de in
zet in Champagne werd omgezet.
Door een groot getal andere heeren waren even
eens weddenschappen aangegaan, of het jongmensch
in quaestie al dan niet zou durven verschijnen. Hij
verscheen, maar legde daardoor geen bewijs van
moed af.
Terwijl er uit Sileziö wordt geklaagd over hoog
water, tengevolge van veel regen, wordt uit Leipzig
onder dagteekening van 25 dezer melding gemaakt
van zware onweders met wolkbreuk en hagel, waar
door in de omstreken der stad groote schade is aan
gericht. Nabij Nötha en in den omtrek van Ross-
wein zijn de te veld staande granen grootendeels
vernield. Hier en daar heeft het water oen meter
hoog in de huizen gestaan.
Een vreeselijk ongeval heeft in de ijzergieterij
van Schefzik te Weenen (in Favoriten) plaats gehad
door 't struikelen van een arbeider, bij het overbren
gen van een ketel gesmolten ijzer, kwam de gloeiende
massa op 9 werklieden neereen was terstond ver
koold, vier werden zwaar en vier lichter gekwetst.
In een hospitaal te Weenen overleed dezer
dagen, tengevolge van een ongeluk, een tramkoetsier,
die jarenlang bij de tramraaatschappij had gediend,
't Bleek nu dat hij baron Erwin von Schönstein was,
de laatste afstammeling uit een oud geslacht en
vroeger million air.
De decoratie-schilder Rondy te Parijs was sinds
lang ziek en werd door zijn vrouw en een vriend,
die sedert een jaar bij hem inwoonde, verpleegd. Op
een nacht dronk de ziekeverpleegster uit het kopje
van den patient en kreeg daarop hevige buikpijnen,
waarover de zieke ook sedert eenigen tijd klaagde,
't Bleek toen dat mevrouw Rondy en de vriend, die
meer haar vriend was geworden, den zieke vergif
toedienden dat Oncier, de vriend, van een hem be
kend apotheker had gekregen, onder voorwendsel een
hond te moeten dooden. Mevr. Rondy erkende alles
maar Oncier ontkent hardnekkigbeiden zijn ge
vangen genomen.
Geruimen tijd geleden zjjn verscheidene voor
worpen van kunst uit het museum te Rennes ge
stolen en de dief bleef onbekend. Nu onlangs ont
ving de directeur van het museum een ongeteekenden
brief, waarin werd aangeboden de voorwerpen terug
te brengen, mits hij 1000 fr. ontving en hem op het
woord van eer de verzekering werd gegeven, dat de
persoon, die de kunstvoorwerpen terugbracht, niet
vervolgd zou worden. In overleg met den inaire werd
het voorstel aangenomen en werkelijk kwam iemand
bij den directeur, om hem de kunstvoorwerpen tegen
overgifte van 1000 fr. terug te brengen.