1891. N°. 89.
Donderdag 30 Juli.
78sle jaargang.
Verjaardag der Koningin-Regentes,
FEUILLETON.
Een Kerkdiefstal.
GOlüSCfiil]
De uitgave dezer Courant gescliiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en AdvertentiOn voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmak te Rotterdam en verder
by alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiëi» voor 3 uren op den dng der uitgave.
COURANT.
De prijs der gewone advertentie is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Ia den avond van Zondag den 2 Augustus a. s na half
acht ure zal het, ter gelegenheid van den
geoorloofd zijn Voetzoekers en ander klein Vuur
werk attesteken, irtilnltend op de Groote Markt, de Vlas*
markt de Beestenm«rkt eu de Gro >te Kade; doch blijft het
verboden dit elders te doen, zoomede het schieten met V uur-
pijlen, Kanonnetjes, Pistolen eu ander geweer,
op straffe bij de verorJeuing op het hrandwezeu bedreigd.
Goes, den 27 Juli 1891.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W HA Mbit.
De crisis.
Het is voor dr. Sckaepman inderdaad gelukkig,
dat het Dagblad het wereldkundig heeft gemaakt,
dat hij voor eenigen tijd naar Tküringen is vertrokken.
Des doctors lijforgaan het Centrum is toch dermate
aan het bazelen, dat het voor den afgevaardigde uit
Ameloo compromittant zou zijn, indien dit onder
zijne oogen geschiedde.
Nog maar kort geleden wist het Centrum mede te
deelen, dat mr. Heemskerk zoo goed als gereed was
met een nieuw ministerie en zieteen paar dagen
later was mr. Van Tien hoven met de samenstelling
belast. Thans weór tuchtigt het blad de liberalen
over hunne weifelraoedigheid bij de samenstelling
van een kabinet. De geestdrift, door de organen onzer
partij terstond na de verkiezingen aan den dag gelegd,
is merkelijk bekoeld volgens het Centrum en het blad
vraagt of de liberalen soms nu reeds verlegen zitten
met de overwinning Ja, niet alleen, dat die aarzeling
der liberalen merkwaardig genoemd wordt, maar
zelfs schijnt bij velen hunner leden bet verlangen
te bestaan om het nog maar eens voor de zoo-
veelste maalmet Heemskerk te probeeren."
Met recht mag men vragen, hoe het met het
orgaan van dr. Schaepman staat. Wil dit blad, dat,
als zoovele andere organen der rechterzijde, by uit
stek heet te strijden voor de onvervreemdbare rech
ten van de Kroon, nu op eenmaal het meest roode
radicalisme zien toegepast en eischen, dat de liberale
partij een ministerie vormt We meenden, dat tot
nogtoe het altijd de regeerende vorst was, die iemand
met de samenstelling belastte en dat dus iu de eerste
plaats de oorzaak der vertraging by de Kroon moet
worden gezocht. In het onderhavige geval zou het
minder dan ooit passen der Regentes daarvan een
verwijt te maken. Zijin het regeeren nog betrek
kelijk vreemd gevoelt in deze dagen ongetwijfeld
den vollen last der taak, die op hare schouders
rust. En dat zy misschien wel op advies van hare
omgeving mannen als Heemskerk, Van Tienhoven
of Eysinga om raad vraagt, of hen zelfs met de
samenstelling van een ministerie belast, is allerminst
vreemd. Maar evenmin vreemd zou het zijn, indien
deze min of meer conservatieve, hoewel overigens
hoogst bekwame, mannen thans niet al te gemakkelijk
met zulk eene opdracht slaagden, nu de Kamer eene
liberale meerderheid bezit, die op een welomschreven
en sterk vooruitstrevend program is gekozen.
Ons dunkt dan ook, dat de oorzaak der vertra
ging niet ligt bij de liberale partij of hare cory-
pheeön, maar bij de raadslieden der Kroon, die
13)
Naar eene Duitsche vertaling uit het Deensch.
ZESDE HOOFDSTUK.
Op zekeren donkeren, stormacbtigen avond in
September zat Owe in zijn kamertje, een groot, kil
vertrek, dat ver verwijderd was van alle bewoonde
kamers op die verdieping en dat uiterst eenvoudig
gemeubileerd was. Het was een droevig verblijf,
vooral voor een kind. De storm, die door de hooge
hoornen loeide, sloeg ratelend tegen het dak en wekte
klagende tonen in den schoorsteen.
Owe zat met een boek aan een tafel bij het raam.
Zijn hoofd rustte op zijn linkerarm, zijn mond was
half geopend, zijne oogen waren gesloten. Op den
muur achter hem vertoonde zich een groote schaduw
van zyn hoofd, overigens was het donker in alle
hoekjes en gaatjes. Alleen op de tafel en op zijne
blonde lokken viel het licht van eene walmende
kaars. Owe was al loerende in slaap geraakt. Maar
eensklaps werd hij wakker en wreef zich verbaasd
de oogen.
Wat was dat? Beneden in de woonkamer was
het rumoerig. Stoelen werden been en weör geschoven
en hij hoorde luid spreken. Hij vernam duidelijk
eene harde, vreemde stem en luid gelach en kort
daarna het gerinkel van glazen. Dat alles was in
de pastorie iets zeer buitengewoons.
Het moest al laat zyn, want de kaars was bijna
in de kandelaar gebrand en de kromme, gloeiende
Hare Majesteit de Koningin-Regentes niet in de eerste
plaats wijzen op de mannen, die tengevolge van de
nieuwe politieke strooming onder het Nederlandsche^
volk als het ware voor de vorming van een nieuw
kabinet zyn aangewezen.
Dat H. M. den heer Van Tienhoven, die haar nog
kort geleden zoo uitnemend ter zijde stond, waar
het gold Neêrlands eer en Nedrlands gastvrijheid
hoog te houden tegenover een machtigen nabuur, be
last met de opdracht om als kabinetsformeerder op
te treden, is alleszins begrijpelijk. Maar het der
liberale partij te verwijten, dat do burgemeester van
Amsterdam niet spoedig slaagt met die opdracht,
houdt geen steek. Hoogstens zou men bet kunnen
betreuren, dat mr. Van Tienhoven niet voor de eer
bedankte en H. M. wees op anderen, die daartoe in
de gegeven omstandigheden meer geroepen zijn. Doch
dan zou men eerst zekerheid moeten hebben of mr.
Van Tienhoven dit niet heeft gedaan, want het is
zeer wel mogelijk, dat H. M. voor alles steun zoekt
bij die enkele barer onderdanen, die haar meer van
nabij bekend zijn en daarom Amsterdam's burge
meester tegen zijn eigen verlangen met de taak van
de samenstelling van het kabinet belastte.
Hoe dit alles zy, aan de liberale partij mag niet
het verwijt gericht worden, dat zij aarzelt, zoolang
niet overtuigend gebleken is, dat H. M. in dezen
zich gewend heeft tot hen, die, tengevolge van de
kentering in de politiek, voor de bedoelde taak als
van zelve zyn aangewezen.
En dat omtrent de crisis zooveel duisters heerscht,
ligt voor een groot doel aan het stilzwijgen van liet
orgaan, dat daaromtrent het best licht kan ver
spreiden. Terecht schrijft dan ook heden het Rott.
Nieuwsblad
p Hoe staat het toch met de ministeriele crisis
Men gist naar een antwoord, op grond van
min of meer vertrouwbare mededeelingen.
Maar waarom gissen, dat zoo vaak doet
missen?
Waarom weet men niets met zekerheid?
Waartoe dient toch de Staats-Courant
Volgt men dat Regeeringsorgaan en dat is
een heele toer, vanwege de onvergelijkelijke saai
heid en het onbeteekenende ervan dan i s er
zelfs geen ministeriele crisis
Heeft de Regeering medegedeeld, dat de Mi
nisters collectief hun ontslag hebben ingediend
Geen woord. En toch is dit wól van zooveel
belang voor het volk, als het bericht dat de Duit
sche Keizer is aangekomen, iets wat ten minste
een ieder kon waarnemen.
Is er iemand belast met de samenstelling van
het kabinet?
De Staats-Courant zwijgt ook da.irover.
In geen enkel ander constitutioneel land ziet
men zoo iets gebeuren.
De Staats-Courant mag zich natuurlijk niet met
geruchten bezig houden. Zij heeft slechts
feiten te vermelden. Maar wij hooren niets,
noch geruchten, noch feiten.
Alleen als de kogel door de kerk is, als ontslag
is gevolgd en benoeming heeft plaats gehad, dan
pit kwam boven de vlam uit. Kirsten, de meid,
was niet bij hem geweestdientengevolge was hy
nog niet beneden geweest om goeden nacht te wen-
scben, wat anders altijd precies negen uur geschiedde.
Wat ter wereld kon er toch gebeurd zijn
Hij stond zachtjes van zyn stoel op, ging lang uit
op den grond liggen en hield het oor luisterend
tegen de planken. Maar een oogenblik daarna stond
hy weer op en wierp zich met het hoofd weer op
de tafel.
De arme knaapHy werd geheel moedeloos en
zyn hart klopte hoorbaar. Hij had zooeven gehoord,
hoe vroolyk ze daar beneden waren, hoe ze geklonken
en hartelijk gelachen hadden. Voor het eerst was er
vroolijkheid en opgewektheid in de pastorie van
Söby en hij zat hier eenzaam en verlaten, door
iedereen vergeten. Hij gevoelde zich zeer ongelukkig.
Allerlei schrikbeelden rezen voor zijn geest op en
maakten hem bang, nu hy als het ware van de
wereld afgezonderd was. Niemand zou hem missen,
als hy weg was, niemand zou zich om hem bekom
meren, wanneer hij ziek werd, zelfs niet als hij hier
in de eenzaamheid dood ging.
Met zulke droevige gedachten en half onderdrukt
snikken viel hij weder in slaap. En in zijn droom
zag hij een groote zee, waarop millioenen deksels
van oude koffers dreven en het deed hem genoegen,
dat hy niet langer zich met papieren bootjes en een
kom met water moest vergenoegen.
Eene hand, die hem zacht over het hoofd streek
en een kus, die op zijn voorhoofd werd gedrukt,
deden hem uit dien schoonen droom ontwaken. Zijne
pleegmoeder stond voor hem en zette met vriende
lijk gelaat twee kleine glazen wijn on een bord met
hooren wij leukweg, dat deze of die Minister op
verzoek eervol ontslag heeft gekregen, onder dank
betuiging natuurlijk, enz., enz., en dat A of B is
benoemd.
Maar dat is niet voldoende.
Het volk heeft recht door de peperdure Staats-
Courant op de hoogte te worden gehouden van
gewichtige feiten.
En dat is bij eene ministeriüele crisis als de
tegenwoordige van te meer belang, omdat offi
cieel inoet vaststaan of en wanneer er eene
opdracht tot kabinetsvorming heett plaats gehad,
opdat later kunne geconstateerd worden het ver
loop dat de crisis nam.
Thans loopt het gerucht dat een lid dei-
liberale party do opdracht tot kabinetsvorming
beeft gekregen. Is dat waar en onder welke om
standigheden had dat plaats Onder welke voor
waarden is het geschied Dat alles te weten kan
van grooten invloed zijn op de beantwoording dei-
vraag of do liberale partij toerekenbaar kan ge
acht worden voor de vertraging, die de kabinets
vorming mocht ondergaan. Daarom ware 't zeer
noodig dat de officiöele data en de offi-
ciüele feiten vaststonden.
Waarom zwijgt dan de Staats-Courant, het
Regeeringsorgaan
De bewering van Het Centrum, dat vele liberalen
weder een ministrie Heemskerk zouden verlangen,
zullen we maar onbesproken laten. Behalve Het
Dagblad en zijne aanhangers en misschien eene
fractie der Katholieken zal wel niemand een dergelijk
ministerie wenschen. Maar zij zullen zich toch wel
niet met den naam liberaal" willen sieren
GOES, 29 JULI 1891.
De j a c h t op waterwild wordt in deze pro
vincie geopend den 1 Augustus a. s.
In de afgeloopen week slaagde voor hetnota-
riüele staatsexamen voor het tweede gedeelte o. a.
de heer W. E. Duij m, te Tolen.
De landmeter van het kadaster M. W. H i 1 -
dernisse te Middelburg wordt met 1 Augustus
e. k. ontheven van de tijdelijke waarneming van
de kadastrale boekhouding aan de bewaring aldaar
en weder belast met den ambulanten dienst aldaar.
Bij kon. besluit van 25 Juli is benoemd tot
griff. bij het kantongerecht te Ter-Neuzen mr. A.
W. Van E v e r d i n g e n, advocaat te Tiel.
Zaterdagmiddag was, naar het U. D. meldt,
Jhr. mr. F. J. J. Van E ij s i n g a, lid der Eerste
Kamer en oud-president van dat staatslichaam, van
een tot vijf uur ten paleize Het Loo.
Hij dejeuneerde ten paleize en had daarna een lang
durig onderhoud met H. M. de Koningin-Regentes.
Uit Amsterdam wordt geschreven, dat de be
weging voor de Zondagsrust zich daar nu ook
lieeft uitgebreid tot de m e 1 k s 1 ij t e r s. Nu zal
niemand beweren, dat bet lot van die menscben bij
zonder benijdenswaardig is, die eiken dag, ook des
een groot stuk appeltaart voor hem op tafel.
Waart ge ingeslapen, Owe-lief?" zeide zij, bet
haar van zijn voorhoofd wegstrijkende om hem
heelemaal wakker te maken.
Hy aarzelde met het geven van antwoord en keek
baar lang vragend aan. Eindelijk kreet bijMoeder,
kadt ook gij mij gebeel vergeten
»Neen, mijn kind, zeker niet. Maar er is visite ge
komen, een oud vriend van vader. Maar wat is er,
mijn jongen, ge hebt geschreid".
Owe keek voor zich en krabde met de nagels op
de tafel. Toen stiet hy zijn leerboek, een latijnsch
woordenboek, weg, verborg bet hoofd weder op zijn
arm en zeide»Dat, moeder 1 dat kan ik niet ver
dragen 1"
»Arme jongen" dacht ze en ze zette zich op den
rand van zyn stoel, sloeg haar arm om zyn hals en
legde haar hoofd tegen het zijne.
»Myn beste jongen" zeide zy zacht, >word niet
moedeloos en schrei niet. Neen wees vroolijk en vol
goeden moed, ook wanneer liet u soms moeilijk valt
kind, want het is noodzakelijk, het moet. Beloof
mij altijd alles te doen, wat vader u beveelt. Hij
weet het beter dan wij beiden en gij zult zien, dat
alles tot uw bestwil is, opdat gij knap en geleerd
zult zijn, als ge groot zijt".
»Dan wil ik liever in bet gebeel niet groot
worden, moeder J" snikte Owe.
»Ja, ja, Owe, groot en sterk" zeide zij innig be
wogen op gedempten toon, en ze drukte daarbij zyn
hoofd tegen haar borst. Wacht den tijd maar af,
Owe en heb geduld, dan komt alles vanzelf, al het
groote en schoone, dat u wacht."
>Waar, moeder, waar
Zondags, tweemalen, des morgens en des avonds,
versche melk bij hunne klanten moeten rondbrengen.
Maar het is de vraag, of het middel, dat men tot
verbetering van dien toestand wil aanwenden, daar
toe wel geschikt, ja, of het practiseh uitvoerbaar
blijken zal.
De heer Hovy, tot wien de melkslijters zich om
hulp en steun gewend hebben, raadt den melkver-
bruikers aan, des Zondags geen melk te nemen. Te
zijnen huize geschiedt dit gedurende zijn vijf-en-
twintigjarig huwelijk steeds des Zaterdags, en wordt
de melk door koken of door middel van ijs tegen
bederf behoed tot den volgenden dag.
Nog daargelaten, dat er omstandigheden denkbaar
zijn, die velen beletten betzelfde te doen, schijnt de
vraag niet ongegrond, waar toch wel, wanneer des
heeren Hovy's aangeprezen voorbeeld algemeen na
volging mocht vinden, des Zaterdagsavonds die meer
dan dubbele hoeveelheid melk voor de behoefte van
Zondag van daan zou moeten komen.
Water kan er waarachtig niet meer bij
En de koeien leiden zulk eene geregelde leefwijze,
dat hare leveranties den eenen dag met den anderen
gewoonlijk maar zeer weinig verschillen.
Eigenlijk zou de maatregel alleen doeltreffend kun
nen werken, als de melkverbruikers zich Zaterdag
en Zondag met de helft der gewone hoeveelheid
wilden behelpen. Maar of de melkslijters dit wel
wenschelijk zouden achten, valt ook te betwijfelen.
De melkgevende koeien storen zich bij hare voort
brenging, evenmin als onze gansche schoone aarde
met al wat daarop groeit en bloeit, aan geen Zon
dagsrust, en zien in den avond van een Sabbathdag
met smeekend geloei even reikhalzend als 's Maan
dagsmorgens naar den boer of de boerin uit, die
hare zwellende uiers komen ontlasten. En die boeren
en boerinnen met hunne plattelands-begrippen zien
tegen dit onvermijdelijk werk niet op, en gaan ook
des Zondags melken.
Maar waar moeten zy nu met die Zondagsche melk
blijven Het is niet te verwachten, dat men in de
stad des Maandags de melk zal opdrinken, die men
's Zondags te weinig gehad heeft, en boter maken
doen de zoogenaamde zoetboeren dat zijn zij, die
al hun voorraad melk geregeld verseh verkoopen
niet. Daarop zijn ook hunne woningen meestal in
het geheel niet ingericht.
Er bestaan dus werkelijk groote bezwaren tegen
om door het niet nemen van melk op den Zondag
aan de rondbrengers dezer zoo noodzakelijke levens
behoefte eene behoorlijke en gewensebte Zondagsrust
te verzekeren. Het eenige hulpmiddel zal ook hier
wel zijnuitbreiding van personeel al moet de
prijs daardoor ook eene kleine verhooging ondergaan.
Waarom zou men voor de des Zondags bezorgde
melk bijv. niet een cent per liter meer berekenen, om
daarvan de reserve-rondbrengers te betalen
Wanneer een lid der Kamer, wegens bevorde
ring in den staatsdienst, zich aan eene herkiezing
moest onderwerpen, was het gewoonte deze formali
teit ook als zoodanig te behandelende politieke
tegenstanders trachtten niet van de gelegenheid ge
bruik te maken om den vroeger gekozene op zijde
Hij had zich vast tegen haar aangedrukt en de
oogen gesloten.
»Waar? Och, Owe, men vindt het geluk overal
ofnergens, dat hangt van de menscben zelf af.
Maar als gij eon vroolyke, flinke jongen wordt, dan
vindt gij het zeker."
»Maar wanneer, moeder, wanneer?"
s Vroeger dan gjj denkt. Dag aan dag verstrijkt,
jaar op jaar gaat voorbij en voor gij bet bemerkt
glijdt gij uit mijne armen in de groote, bewegelijke
wereld. Maar dan is oppassen de boodschap, Owe
Dan komt het er op aan werkelijk een man te worden,
een flink man met moed en kracht begaafdDan,
Owe, staat de geheele wereld voor u open en wacht
u het geluk."
»En gij, moeder
»Ik? Wel, ik blijf natuurlijk bij vader."
»Arme moeder 1"
»Maar, kindlief! Nu, wees maar kalm en bekommer
u niet om mij. Vergeet mij echter niet daarbuiten
in de groote wereld. Herinner u altijd, dat uwe oude
moeder tehuis zit en u toch overal volgt. Waar ge
ook zijn moogt, toch ben ik altijd met mijne ge
dachten bij u, al waart ge ook aan bet einde der
wereld. En wanneer ge na volbrachte dagtaak u
's avonds ter ruste legt, dan zit ik bij uwe legerstede
en leg ik mijn oor aan uw hart om te luisteren of
ge van uwe oude moeder droomt, die tehuis is eu
een wiegelied voor u zingt."
»Maar, moeder, ge weent 1"
»Bekommcr u niet om mij, mijn kindMaar gij
moogt niet meer weenon beloof mij dat, mijn lieve
ling. Wees nu weór opgeruimd en leewpffytig, wat
u opgegeven is." Zij nam haar glas en klonk met