FEUILLETON.
Een Kerkdiefstal.
Naar geloofwaardige personen mededeelen, moet
in de bosscken van Loon-op-Zand een wolf rond
zwerven. De ploegbaas van de tram en anderen be
weren hem gezien te hebben. De jachtopziener A.
heeft er reeds, zooals hij zegt, op geschoten, doch
het schot miste.
Te Ahneloo is, tengevolge van het epidemisch
heerschen der pokken, te Stad- en Ambt-Almeloo,
de bissing" (groote jaarmarkt) geschorst, en is het
plaatsenj|van kramen en tenten en het uitstallen van
waren op de publieke straten verboden.
Zekere B. te Tilburg, 20 jaren oud, pas een
vijftal weken getrouwd, mishandelde zijne vrouw op
ergerlijke wijze, zóó zelfs dat hij haar hij de haren
over den grond sleepte. Dit ongelijk hare sekse aan
gedaan, verdroot een aantal vrouwen uit de buurt,
die op een warmen namiddag den man uit zijne
woning haalden, voor een ploeg spanden en met een
voermanszweep den man noodzaakten, den ploeg op
en neer door een perceel bouwland te trekken.
Daarna werd hem beloofd, dat de buurt een oog
in 't zeil zou houden, om zoodra, van wege de ge
dragingen van B., zij zylks zou oirhaar achten, hem
op nieuw te tuchtigen. (T. C.J
Omtrent den Engelschen wonderdokter te
Rozendaal meldt de Grondwet
De genezingen, door de Saquah-middelen teweeg
gebracht, grenzen aan het ongelooflijke.
Nadat zoovele verouderde rheumatische kwalen
door den zoogenaamden Wonderdokter" waren ge
nezen, heeft lip Vrijdagavond een jongeling van 19
jarigen leeftijd, die meer dan vijf jaren met behulp
van twee krukken voortstrompelde, radicaal genezen
zoodat de patient, tot verbazing van het groot aan
tal aanwezigen uit alle standen der burgerij, na /le
tweede behandeling zonder krukken voortwandelde,
alsof hem nooit iets gedeerd had en reeds Zondag
morgen de kerk heeft kunnen bezoeken.
De krukken van den armen jongen werden na
tuurlijk door den heer Saquah naar het liötél mede
genomen. De toeloop van lijders is dan ook ontzaglijk
groot. Uit alle standen en van verafgelegen plaatsen
komt men zich de heilaanbrengende middelen aan
schaffen.
De vorige week werd een man uit Bergen-op-Zooiu
zekere L., die sedert jaren lijdende was aan hevige
rheumatiek, genezen.
Te Maastricht had Maandagnacht een soldaat
de onbeschaamdheid in een stal te sluipen, waar twee
oppassers vernachtten, en daaruit een der paarden
van den kolonel M. te ontvreemden. Op den straat
weg naar Tongeren werd hij kort na den diefstal
door twee maréchaussees aangehouden en aan de
militaire overheid overgeleverd.
Zondag had een heer, die zich naar de pleizier-
boot aan den Zeedijk te Utrecht zou bogeven om er
mede te vertrekken, het ongeluk, doordien hij met
zijn jas aan een der punten van een ijzeren balie
bleef hangen, in het water te vallen. Na vergeefsche
pogingen om hem met toegeworpen touwen te krijgen,
gelukte het eindelijk hem met een vaarstok bewus
teloos aan den wal te halen. Nadat men eenige
oogenblikken met hem bezig was geweest kwam hij
weder bij, zoodat hij zijn reis kon vervolgen.
's Avonds omstreeks 9 uur meende men dat
brand was' uitgebroken in de groote kerk te BrielJe.
Men zag zelfs de rookwolken reeds uit het dak komen.
Dadelijk begaven zich de koster en eenige andere
personen naar den toren en bevond men, dat het
zwermen muggen of vliegen waven, die rondom het
dak vlogen en van beneden gezien werkelijk het
gezicht opleverden, alsof de rook uit het dak kwam.
Tusschen 8 en 8tya uur gisteravond werd op
den Dam te Amsterdam de generale repetitie van
de taptoe gehouden.
Even vóór den aanvang der taptoe verschenen
onder luide hoera's der geestdriftige menigte HH.
MM. de Koningin en Koningin-Regentes op het bal
kon. De jeugdige vorstin droeg eene pop in den
arm en nam nevens hare moeder de zetels op het
balkon in.
Nadat als eerste nummer van het programma dooi
de tamboers een roffel was geslagen, en onmiddellijk
daarop de hoornblazers de taptoe hadden geblazen,
hieven de twaalf muziekkorpsen gezamenlijk het Wil
helmus aan, dat tegen den trotschen gevel van het
vorstelijk paleis en de omringende gebouwen daverend
weerklonk.
Ook het »Heil dir im Siegerkranz" maakte een
diepen indruk. In éen woord deze monstermuziek
uitvoering is uitstelftnd geslaagd.
Bij het defileeren, rondom het monument, werd
beurtelings door een der korpsen, bij het voorbij
gaan van het balkon, een muzieknummer uitgevoerd.
Te 8 1/2 uur was de taptoo geëindigd en begaven
de Koninginnen zich, na vriendelijk en langdurig
gegroet te hebben, weer in hunne vertrekken terug.
Onmiddellijk na afloop der repetitie werd door elec-
trisch licht het water der fonteinen in een phan-
tastische kleurenmengeling geplaatst, dat bij den
vallenden avond en helderen hemel een verrassend
schouwspel aanbood.
Een aardig gebruik bestaat in de tooneelwereld
te Kopenhagen. De tooneelspeler van het Dagmar-
theater, die gedurende het afgeloopen jaar het meest
door het publiek is toegejuicht, ontvangt van de
geabonneerden als eeregeschenk een som gelds voor
het doen van een reis. Die prijs wordt ieder jaar hij
meerderheid van stemmen toegekend.
De gelukkige is dit jaar »de jonge held en min
naar" Nielsen, die vooral veel succes had in »Daudet's
Strijd om het Bestaan" en Sardou's »Thermidor".
Het nader onderzoek in den bodem der rivier
bij Mönchenstein is afgeloopen en heeft tot resultaat
opgeleverd dat er geene lijken meer in te vinden zijn.
Met de opruiming der overblijfselen van den trein
vordert men nog altoos even langzaam. Zaterdag was
de eerste locomotief geheel, de tweede gedeeltelijk
opgehaald. De laatstgenoemde lag op bestanddeelen
van het ingestorte gedeelte der brug, hetwelk in den
rivierbodem stevig ingedrukt ligt. Men achtte bet
niet waarschijnlijk, onder dien puinhoop nog lijken
te zullen vinden.
De Vereeniging tot bevordering der openbare
gezondheid in Spanje heeft een prijsvraag uitge
schreven over den invloed van de toepassing der
sckoolkygiène op de ontwikkeling van het kind, den
jongeling en de jonge vrouw. De bekroonde wordt
met 250 pesetas en het eerelidmaatsehap der Ver-
'eeniging beloond.
De heer v. Donner, een Hamburgsch koopman,
schonk 2 millioen Mark voor de oprichting van een
ziekenhuis aldaar, waarvan de dokter voor vrouwen
ziekten Miehelsen, van Wiesbaden, directeur 2al
worden. De vorstelijke gift geschiedde uit dankbaar
heid voor het gelukkig gevolg van eene gevaarlijke
operatie die mevr. v. D. door dr. Miehelsen onderging.
Een hevige storm, gepaard met overstroomingen,
heeft in de Vereenigde Staten, in het Noordwesten
van Jowa, in Minnesota, Nebraska en Zuid-Dakota
groote verwoesting aangericht.
Door de handboogsociëteit »de Vrije Schut
ters" te 's-Heerenhoek werd Zondagnamiddag ko
ning geschoten, waarbij A. Rijk Pz. de overwinning
behaalde en den titel van koning ontving.
- Maandag 11. hield de handboogsociëteit Con
cordia" te 's-Heerenhoek haar aangekondigd con
cours, waaraan van verschillende sociëteiten werd
deelgenomen door 106 schutters. De hoofd vogel ad
ƒ31,80 alsmede een zij vogel ad 21,20 en een twee
de zij vogel ad/5 werden geschoten door Jan Westdorp
van Concordia" te 's-Heerenhoek, een zij vogel ad
J 21,20 door A. Rijk Jz. van »de Vrge Schutters".
De 2 kallen ad 10,50, respectievelijk door W. A.
Remijn van Concordia" en J. B. Rijk van »de
Vrije Schutters", de kallen ad ƒ3,50 door A. Men-
heere van »de Batavieren" en M. Rijk van »St.
Sebastiaan" te 's-Heerenhoek" en de 2de hoofd
vogel ad 10 door Jan Koopman van »Soranus"
te Heinkenszand.
Hefiikeiiszand. Een ingezetene dezer gemeente
had Vrijdag jl. een hond gekocht van iemand uit
Goes, die het dier enkele dagen te voren op Wemel-
dinge had gekocht. Zaterdag wist de hond te ont
snappen en hij is rechtstreeks naar zijn ouden mees
ter te Wemeldinge geloopen. Het dier is slechts
zeven maanden oud.
'g-lleert'iifiook. Jl. Zaterdag werd bij gelegen
heid der kermis alhier het vroeger aangekondigde
festival gehouden. Behalve het muziekgezelschap
Oefening baart kunst" van 's-Heerenhoek, waren
opgekomen de muziekgezelschappen van Ierseke en
Borsele. Te half een uur werd aan de bestuursleden
de eerewijn aangeboden. Na verwelkoming door den
heer H. v. 't Westeinde werd eene wandeling door
het dorp gemaakt.
Daarna had de ringrijderij plaats. De meeste rin
gen werden gestoken door C. Moison. Vervolgens
blies elk der muziekgezelschappen eenige nommers,
waarna onder hen een premie werd verloot, die aan
Borsele is ten deel gevallen. Ierseke ontving bene
vens de herinneringsmedaille ook nog een voor het
verstkomende.
Ierseke. Maandag 11. werd een knaap in een
twist door twee anderen zoodanig door een slag met
een houweel in het aangezicht gewond, dat genees
kundige hulp moest worden ingeroepen en de zaak
in handen der politie werd gegeven. De twist was
ontstaan over een prentje.
Maandagnacht zijn hij den heer A. S. te
Meerssen, die daar het buitengoed »de Prosdij" be
woont, door drie personen, door middel van braak,
waarbij de huisgenooten niet in hun slaap werden
gestoord en waarvan zij 's ochtends eerst kennis
kregen, ontvreemd de volgende voorwerpen, alle
van zilver12 vorken en lepels, gemerkt G. D.,
7 suikerlepeltjes gemerkt als voren, 3 dito zonder
merk, 1 suikerschepper, 18 suikerlepeltjes gemerkt
A. S., 1 suikerstrooier, 1 suikersckepper met steel
van rood agaat en 1 lepel met lange zilveren steel.
Als daders worden verdacht 3 Duitschers, die men
's ochtends te Meerssen gezien had.
Zet de ramen in de kamer open en plaats op
de tafel een open fleschje nagelolie, en de vliegen
zullen binnen korten tijd verdwenen zijn. (R. N.)
De soc.-democr. vrijheidsstaat. Te Heerenveen
is door aanhangers der volkspartij besloten een bakker
te boycotten, omdat deze voor de candidutuur Treub
geijverd had. Met de uitvoering van dit besluit werd
Vrijdagmorgen begonnenmen kocht van dezen
bakker niet meer.
Naar eene Duitsche vertaling uit het Deensch.
EERSTE HOOFDSTUK.
Als na den eersten voorjaarsregen uit elk plekje
gronds kleine kiempjes het hoofdjo verlangend om
hoog steken, dan schijnt zelfs de onvruchtbaarste
akker en de dorste heidevlakte vruchtbaar doch als
de oogsttijd komt, dan leveren de enkele verstrooide
halmen een treurig schouwspel op. Maar toch rijst
na eiken eersten voorjaarsregen de hoop opnieuw,
want de schoone, de heerlijke zomer is in aantocht
Het woud bedacht zich nog of het wel al zou ont
waken en alleen eenige onbezorgde jonge boompjes
aan den zuidelijken rand hadden het gewaagd en
wuifden met hunne teedere blaadjes de grootere toe.
Het bouwland liep in lange, smalle strooken van het
onvruchtbare strand opwaarts tot aan den breeden
zoom van het woud, dat het beschutte tegen de
koude noorden- en westenwinden. Hier en daar
waren die strooken reeds een weinig groen getint,
of wel de dalende avondzon kleurde ze met hare
hloedroode stralen.
De lucht was stil en nog vochtig van den pas ge
vallen regen. Toen de zon achter de heuvelen was
verdwenen, liep er een zacht gefluister door de toppen
der hoornen. Ook zij spraken af, dat zij morgen
hunne knoppen zouden openen. De vogels trokken
met kalm welbohagen het woud binnen. Maar een
vlucht kraaien vloog met zulk een gekrijsch over
het kleine dorp heen, dat de talrijke ooievaars in
hunne nesten opschrikten, met de vleugels klapwiek
ten en met de snavels klepten. En terwijl ze ver
baasd de koppen een weinig zijwaarts hogen, keken
zij de kraaien zoolang na tot deze nog slechts een
kleine zwarte streep aan den roodgetinten avond
hemel vormden. Toen rekten zij de lange halzen nog
eens uit en gingen zij weder rustig in het nest liggen
om kalm hunne snavels te reinigen. En er keersckte
in en om en boven het kleine dorp weder zulk eene
plechtige stilte, dat men op een kwartier afstands
het loeien eener koe kon hooren.
Het waren meest allen zeer oude huizen, die slechts
op eene nadere boodschap wachtten naar welke zijde
zij moesten omvallenen de ellendige hutten, die
tusschen de tuintjes in geklemd stonden, stortten
alleen niet in uit medelijden met de arme lieden,
die ze bewoonden. Maar met het oog op het aan
staande Pinksterfeest waren van de meesten hunner
de muren opnieuw gewit of geteerd, zoodat om den
grooten helderen dorpsvijver alles er netjes uitzag.
Voor een van deze huizen zat op een steenen bank
een jong flink gebouwd meisje met een buitengewoon
groote geelwitte breikous. Af en toe wanneer zij een
der priemen had uitgebreid maakte zij eene korte
opmerking tot een man van middelbaren leeftijd,
die aan den overkant van den vijver in de halfge
opende deur stond. Ilij deed telkens een paar krachtige
halen aan zijne pijp en keek dan nog een poosje de
blauwe rookwolkjes na, die zacht in de stille avond
lucht omhoog stegen, voor hij op matten toon een
kort en onbeduidend antwoord gaf. In den ondiepen
vijver vermaakten zich eenige kinderen met bloote
beentjes met een doode kat door het water heen en
weder te zwaaien. Een kleine jongen met wit baar
had het dier een touw aan den hals gebonden en
twee anderen staken met korte stokken naar het
kreng. Twee kleine meisjes stonden angstig aan den
oever en hielden elkander met éene hand vast, terwijl
zij met de andere hare rokjes tot boven de knieën
optilden.
»Weest voorzichtig, kinderen!"
De knapen keerden zich om en namen hunne
petjes af. Het was de dominee, die daarlangs kwam
en lien met een vriendelijk lachje toeknikte.
»Weest toch voorzichtig!" herhaalde hij.
Jariepen allen tegelijk op onbevangen toon,
waaruit bleek, dat zij voor den predikant geen vrees
koesterden. De twee kleine meisjes stonden dicht
hij hem en keken hem met groote oogen aan.
Hij boog zicli tot haar neder, streek haar zachtjes
langs de wangen en vroeg: »van wie xijt gij kin
deren
De oudste sloeg de oogen neder en antwoordde
»Van Ole Olen".
Ja, nu zie ik het. Doet thuis mijne groeten",
zeide hij. En terwijl hij de jongens nog eens vrien
delijk toeknikte, legde hij de handen weder op den
rug en zette zijne wandeling voort. Terwijl hij daar
zoo in gedachten verzonken voortschreed, had zijn
mager gelaat een ernstige, bijna gestrenge uitdruk
king maar zijn hoofd, dat op de borst gezonken
was en zijn afgemeten tred gaven aan zijn persoon iets
plechtigs.
De man in de deur lichtte slechts even zijn pet
op, maar de predikant groette hem recht hartelijk
Goed en avond en God zegene u, Hans Olsen
Het overige gedeelten van het dorp bestond slechts
uit kleine, onaanzienlijke huizen met groote, over
hangende daken en zeer kleine tuintjes voor de
deuren. Zij lagen aan weerszijden van de hoofdstraat
zoo dicht tegenover elkander, dat er nauwelijks
plaats overgebleven was voor een behoorlijke goot.
De vrouwen stonden met haar zuigelingen in
do deuren, grootere kinderen zaten op de stoepen
hun boterham te etende mannen leunden over de
hekken en rookten uit korte, houten pijpjes. Hun
gesprek over de straat heen verstomde bij de nade
ring van den leeraar, die hon vriendelijk groette,
zorgdragende vooral niemand over te slaan.
Maar op de speelplaats vóór de school was het
buitengewoon druk en levendig. Zeker wel een dozijn
jonge kerels uit het dorp hadden een nauwen kring
gevormd om Sören Hans Andersen, die j>as thuis
gekomen was na gedurende drie jaren ter koop
vaardij gevaren te hebben tusschen Rio en Valparaiso.
Hij scheen een reus onder de dwergen en als hij bij
het praten zijne lange armen bewoog, had het er
veel van of hij al do omstanders in éene lange oin-
anning wilde dood drukken. Aller oogen schitterden
van bewonderingwat was dat een kerel geworden
Zijne vloeken waren zeker een el lang en hij spuwde
dwars over de straat heen en dronk rum uit bier
glazen. Hij droeg gouden ankertjes in de ooren, had
een breedgeranden, slappen hoed op het hoofd en
kauwde rolletjes tabak zoo dik als zijne duimen.
De geestelijke wilde ook hier een groet wisselen,
maar de jonge mannen waren zoo vol belangstelling
voor den Amerikaan, dat niemand hem opmerkte en
hoofdschuddend beklom hij den heuvel aan het einde
der straat. Nu lag het dorpje aan zijne voeten, be
schenen door de laatste stralen der ondergaande zon.
Alles ademde er vrede, zooals het daar stil verborgen
lag tusschen de groote watervlakte en den breeden
zoom van het woud. De onrustige stroom des tijds
was niet tot dit landelijk plekje doorgedrongen en
met Gods hulp hoopte de geestelijke herder zijne
kleine kudde tegen haar te kunnen blijven in be
scherming nemen.
Maar nu was die Amerikaan gekomen en met
hem de booze geest der Nieuwe wereld. De jonge
mannen waren van den morgen tot den avond om
en bij hem en zelfs de meisjes konden afentoe de
verzoeking niet wederstaan, naar hem te luisteren.
En zij behoorde ook daarbij. Terwijl hij aanhaar
dacht, keerde hij zich om en hij zag haai* op het
Te Cherokee is de schade het grootst. De rivier
is daar hooger gestegen dan ooit te voren. Vijf-en-
zeventig huizen zijn er vernield en vele menschen
verdronken. Op den Illinois-Central-spoorweg is een
groote spoorwegbrug geheel vernield. De Unawa-lijn is
voor een groot gedeelte overstroomd en verscheidene
bruggen werden daar beschadigd. Uit Sioux-city wordt
bericht, dat dit gedeelte van den Staat door over
strooming nagenoeg geheel is verwoest. Het dal van
de Floydrivier is tot op 35 mijlen ten Noorden van
de stad overstroomd en de steden Mervil, Hinton
en James staan onder water. Honderden gezinnen
zijn uit het dal gevlucht naar hooger gelegen plaatsen.
Berichten uit St.-Petersburg aan de Times
melden, dat, tengevolge van den slechten oogst, de
prijs van het brood sedert drie dagen drie kopeken
per pond gerezen is; zelfs is er sprake van den
uitvoer van granen voorloopig te verbieden.
IJsland is van jaar tot jaar door harde winters,
aardbevingen, aschregens, ziekte onder vee en men
schen en misgewas achteruit gegaan. Een groot ge
deelte der bevolking is dan ook al naar Noord-Ame-
rika verhuisd. Thans wordt bericht, dat een dr.
Ludwig von Dolcke, een geboren IJslander, die ge
durende de laatste twee jaren als arts te Detroit,
in Illinois, practiseerde, naar IJsland is gereisd met
het voorstel om de gansehe bevolking zeker geen
20.000 zielen jneer naar Alaska over te planten.
Het Amerikaansche Gouvernement is het plan gun-
stig gestemd en een aantal kapitalisten, die belang
hebben bij de ontwikkeling van Alaska, verleenen
hunnen steun.
Volgens La France Militaire heeft zekere tam
boer-majoor van het in Mayenne in garnizoen liggend
102e regiment infanterie eene lengte van 2.5 Meter.
Dit is echter nog niet de grootste soldaat van het
Fransclie leger, want bij het 17e regiment artillerie
te La Fère is er een die 2.7 Meter lang is. Datzelfde
regiment bezit een kanonnier van 2.2 Meter en even
groot is een tamboer-majoor van het 51e regiment
infanterie te Blauvais.
Laatstleden Woensdag nam een eenvoudig,
maar net gekleed meisje plaats in den spoortrein
van Bonn naar Cohlentz, en zeide aan een paar
medereizigers dat zij naar Guls moest, alwaar zij in
dienst ging als winkeldochter. Te Cohlentz stapte
zij ook af, om met den trein der Moezelbaan de
reis voort te zetten. Bij dat afstappen keek de con
ducteur vreemd er van op, dat zulk een net meisje
zulke groote en vreeselijk plompe schoenen droeg.
Nader toekijkende, bemerkte bij, dat deze schoenen
precies het model waren van die, welke de gevan
genen in het tuchthuis te Keulen dragen. Hij keek
haar toen eens goed aan, en kreeg nu de overtuiging,
dat hg een verldeed jong manspersoon voor zich had.
Hij vertelde dit aan den stationschef, die onmiddellijk
naar Keulen liet telegrafeeren, en ten antwoord
ontving dat er dien nacht een gevangene uit het
tuchthuis ontvlucht was. Inmiddels had de stations
chef ook reeds er voor gezorgd, dat de vluchteling
onderweg nergens kon afstappen zonder voorloopig
te worden tegengehouden. Vandaar dat de politie
te Cochein op hare hoede was en hem voorloopig
aanhield, waarna het spoedig bleek dat hij werkelijk
de ontsnapte veroordeelde was.
Een hartstochtelijk courantenverzamelaar is de
hertog van Portland, die op alle groote bladen
der wereld geabonneerd is. Jaarlijks kost die lief
hebberij hem 20,000.
Alle couranten worden, in pakjes gebonden, en
in een der kasteelen van den hertog bewaard.
strand staan naast eene groote boot.
Het was »lange Anna" uit het boseh. De predi
kant schudde andermaal bedenkelijk het hoofd. Zij
heette eigenlijk Anna Bodil, maar men noemde kaar
altijd lange Anna, omdat ze meer daii manslengte
had. Bovendien bezat zij een paar armen als een
athleet, doch haar hoofd was klein, met een aan
vallig meisjesgelaat, een buitengewoon fijne huid en
groote, zwaarmoedige oogen. Haar schitterend raven
zwart haar hing in een dikken wrong in haar hals,
doch zij droeg altijd een doek erover heen, dien
zij vast om het hoofd bond.
Nu hamerde zij uit alle macht aan de hoot, die
zij bezig was te kalefateren. Afentoe streek ze met
de mouw van haar jak het zweet van het voorhoofd
en tuurde zij in zee of hij niet kwam. Zij ver
moedde niet, dat de leeraar bovenop den heuvel
haar met blikken vol argwaan aanstaarde. Er maakte
zich altijd een soort van wrevel van hem meester
als hij dit vrouwspersoon zag. Zij was zoo ongewoon
en hare volmaakte vrijheid in doen en laten had
iets uitdagends. Zij ging altijd met mannen ora en
hielp hen, om hare krachten te toonen, bij het
zwaarste en grofste werk. Vooral gaf het den pre
dikant aanstoot, dat zij 's nachts met de vissckers
op zee ging om de netten in te halen.
Eindelijk kwam er eene kleine witte boot in het
gezicht en Anna wist, dat daarin een klein mager
mannetje moest zitten met een rood sikje en groote
waterige oogen. Toen het vaartuigje binnen het
hereik van hare stem was gekomen, zette zij hare
groote handen aan den mond en schreeuwde zoo
hard, dat de predikant van het baukje, waarop hij
was gaan zitten, opsprong. Maar nauwelijks was de
kreet tot de boot doorgedrongen, of deze wendde den
steven en kwam snel naar de kust. Anna stond aan
den oever met de handen in de zijden en terwijl zij
goedkeurend knikte, sprak zij: »goed geroeid".
»Hebt ge op mij gewacht, Anna vroeg hij ver
legen, toen hij met zijne boot op het strand liep.
Maar Anna klopte hem op den schouder en nam
zonder te spreken de riemen. Hij was geheel buiten
adem en het zweet gutste hem van het voorhoofd.
Toen de geestelijke hen heiden weder zeewaarts
zag roeien, verliet hij den heuvel en ging naar huis.
Zijne vrouw wachtte liem met de thee en verlangde
ongetwijfeld naar het slot der brieven van de hei
lige martelaren".
(Wordt vervolgd