FEUILLETON. Een Kerkdiefstal. Naar geloofwaardige personen mededeelen, moet in de bosscken van Loon-op-Zand een wolf rond zwerven. De ploegbaas van de tram en anderen be weren hem gezien te hebben. De jachtopziener A. heeft er reeds, zooals hij zegt, op geschoten, doch het schot miste. Te Ahneloo is, tengevolge van het epidemisch heerschen der pokken, te Stad- en Ambt-Almeloo, de bissing" (groote jaarmarkt) geschorst, en is het plaatsenj|van kramen en tenten en het uitstallen van waren op de publieke straten verboden. Zekere B. te Tilburg, 20 jaren oud, pas een vijftal weken getrouwd, mishandelde zijne vrouw op ergerlijke wijze, zóó zelfs dat hij haar hij de haren over den grond sleepte. Dit ongelijk hare sekse aan gedaan, verdroot een aantal vrouwen uit de buurt, die op een warmen namiddag den man uit zijne woning haalden, voor een ploeg spanden en met een voermanszweep den man noodzaakten, den ploeg op en neer door een perceel bouwland te trekken. Daarna werd hem beloofd, dat de buurt een oog in 't zeil zou houden, om zoodra, van wege de ge dragingen van B., zij zylks zou oirhaar achten, hem op nieuw te tuchtigen. (T. C.J Omtrent den Engelschen wonderdokter te Rozendaal meldt de Grondwet De genezingen, door de Saquah-middelen teweeg gebracht, grenzen aan het ongelooflijke. Nadat zoovele verouderde rheumatische kwalen door den zoogenaamden Wonderdokter" waren ge nezen, heeft lip Vrijdagavond een jongeling van 19 jarigen leeftijd, die meer dan vijf jaren met behulp van twee krukken voortstrompelde, radicaal genezen zoodat de patient, tot verbazing van het groot aan tal aanwezigen uit alle standen der burgerij, na /le tweede behandeling zonder krukken voortwandelde, alsof hem nooit iets gedeerd had en reeds Zondag morgen de kerk heeft kunnen bezoeken. De krukken van den armen jongen werden na tuurlijk door den heer Saquah naar het liötél mede genomen. De toeloop van lijders is dan ook ontzaglijk groot. Uit alle standen en van verafgelegen plaatsen komt men zich de heilaanbrengende middelen aan schaffen. De vorige week werd een man uit Bergen-op-Zooiu zekere L., die sedert jaren lijdende was aan hevige rheumatiek, genezen. Te Maastricht had Maandagnacht een soldaat de onbeschaamdheid in een stal te sluipen, waar twee oppassers vernachtten, en daaruit een der paarden van den kolonel M. te ontvreemden. Op den straat weg naar Tongeren werd hij kort na den diefstal door twee maréchaussees aangehouden en aan de militaire overheid overgeleverd. Zondag had een heer, die zich naar de pleizier- boot aan den Zeedijk te Utrecht zou bogeven om er mede te vertrekken, het ongeluk, doordien hij met zijn jas aan een der punten van een ijzeren balie bleef hangen, in het water te vallen. Na vergeefsche pogingen om hem met toegeworpen touwen te krijgen, gelukte het eindelijk hem met een vaarstok bewus teloos aan den wal te halen. Nadat men eenige oogenblikken met hem bezig was geweest kwam hij weder bij, zoodat hij zijn reis kon vervolgen. 's Avonds omstreeks 9 uur meende men dat brand was' uitgebroken in de groote kerk te BrielJe. Men zag zelfs de rookwolken reeds uit het dak komen. Dadelijk begaven zich de koster en eenige andere personen naar den toren en bevond men, dat het zwermen muggen of vliegen waven, die rondom het dak vlogen en van beneden gezien werkelijk het gezicht opleverden, alsof de rook uit het dak kwam. Tusschen 8 en 8tya uur gisteravond werd op den Dam te Amsterdam de generale repetitie van de taptoe gehouden. Even vóór den aanvang der taptoe verschenen onder luide hoera's der geestdriftige menigte HH. MM. de Koningin en Koningin-Regentes op het bal kon. De jeugdige vorstin droeg eene pop in den arm en nam nevens hare moeder de zetels op het balkon in. Nadat als eerste nummer van het programma dooi de tamboers een roffel was geslagen, en onmiddellijk daarop de hoornblazers de taptoe hadden geblazen, hieven de twaalf muziekkorpsen gezamenlijk het Wil helmus aan, dat tegen den trotschen gevel van het vorstelijk paleis en de omringende gebouwen daverend weerklonk. Ook het »Heil dir im Siegerkranz" maakte een diepen indruk. In éen woord deze monstermuziek uitvoering is uitstelftnd geslaagd. Bij het defileeren, rondom het monument, werd beurtelings door een der korpsen, bij het voorbij gaan van het balkon, een muzieknummer uitgevoerd. Te 8 1/2 uur was de taptoo geëindigd en begaven de Koninginnen zich, na vriendelijk en langdurig gegroet te hebben, weer in hunne vertrekken terug. Onmiddellijk na afloop der repetitie werd door elec- trisch licht het water der fonteinen in een phan- tastische kleurenmengeling geplaatst, dat bij den vallenden avond en helderen hemel een verrassend schouwspel aanbood. Een aardig gebruik bestaat in de tooneelwereld te Kopenhagen. De tooneelspeler van het Dagmar- theater, die gedurende het afgeloopen jaar het meest door het publiek is toegejuicht, ontvangt van de geabonneerden als eeregeschenk een som gelds voor het doen van een reis. Die prijs wordt ieder jaar hij meerderheid van stemmen toegekend. De gelukkige is dit jaar »de jonge held en min naar" Nielsen, die vooral veel succes had in »Daudet's Strijd om het Bestaan" en Sardou's »Thermidor". Het nader onderzoek in den bodem der rivier bij Mönchenstein is afgeloopen en heeft tot resultaat opgeleverd dat er geene lijken meer in te vinden zijn. Met de opruiming der overblijfselen van den trein vordert men nog altoos even langzaam. Zaterdag was de eerste locomotief geheel, de tweede gedeeltelijk opgehaald. De laatstgenoemde lag op bestanddeelen van het ingestorte gedeelte der brug, hetwelk in den rivierbodem stevig ingedrukt ligt. Men achtte bet niet waarschijnlijk, onder dien puinhoop nog lijken te zullen vinden. De Vereeniging tot bevordering der openbare gezondheid in Spanje heeft een prijsvraag uitge schreven over den invloed van de toepassing der sckoolkygiène op de ontwikkeling van het kind, den jongeling en de jonge vrouw. De bekroonde wordt met 250 pesetas en het eerelidmaatsehap der Ver- 'eeniging beloond. De heer v. Donner, een Hamburgsch koopman, schonk 2 millioen Mark voor de oprichting van een ziekenhuis aldaar, waarvan de dokter voor vrouwen ziekten Miehelsen, van Wiesbaden, directeur 2al worden. De vorstelijke gift geschiedde uit dankbaar heid voor het gelukkig gevolg van eene gevaarlijke operatie die mevr. v. D. door dr. Miehelsen onderging. Een hevige storm, gepaard met overstroomingen, heeft in de Vereenigde Staten, in het Noordwesten van Jowa, in Minnesota, Nebraska en Zuid-Dakota groote verwoesting aangericht. Door de handboogsociëteit »de Vrije Schut ters" te 's-Heerenhoek werd Zondagnamiddag ko ning geschoten, waarbij A. Rijk Pz. de overwinning behaalde en den titel van koning ontving. - Maandag 11. hield de handboogsociëteit Con cordia" te 's-Heerenhoek haar aangekondigd con cours, waaraan van verschillende sociëteiten werd deelgenomen door 106 schutters. De hoofd vogel ad ƒ31,80 alsmede een zij vogel ad 21,20 en een twee de zij vogel ad/5 werden geschoten door Jan Westdorp van Concordia" te 's-Heerenhoek, een zij vogel ad J 21,20 door A. Rijk Jz. van »de Vrge Schutters". De 2 kallen ad 10,50, respectievelijk door W. A. Remijn van Concordia" en J. B. Rijk van »de Vrije Schutters", de kallen ad ƒ3,50 door A. Men- heere van »de Batavieren" en M. Rijk van »St. Sebastiaan" te 's-Heerenhoek" en de 2de hoofd vogel ad 10 door Jan Koopman van »Soranus" te Heinkenszand. Hefiikeiiszand. Een ingezetene dezer gemeente had Vrijdag jl. een hond gekocht van iemand uit Goes, die het dier enkele dagen te voren op Wemel- dinge had gekocht. Zaterdag wist de hond te ont snappen en hij is rechtstreeks naar zijn ouden mees ter te Wemeldinge geloopen. Het dier is slechts zeven maanden oud. 'g-lleert'iifiook. Jl. Zaterdag werd bij gelegen heid der kermis alhier het vroeger aangekondigde festival gehouden. Behalve het muziekgezelschap Oefening baart kunst" van 's-Heerenhoek, waren opgekomen de muziekgezelschappen van Ierseke en Borsele. Te half een uur werd aan de bestuursleden de eerewijn aangeboden. Na verwelkoming door den heer H. v. 't Westeinde werd eene wandeling door het dorp gemaakt. Daarna had de ringrijderij plaats. De meeste rin gen werden gestoken door C. Moison. Vervolgens blies elk der muziekgezelschappen eenige nommers, waarna onder hen een premie werd verloot, die aan Borsele is ten deel gevallen. Ierseke ontving bene vens de herinneringsmedaille ook nog een voor het verstkomende. Ierseke. Maandag 11. werd een knaap in een twist door twee anderen zoodanig door een slag met een houweel in het aangezicht gewond, dat genees kundige hulp moest worden ingeroepen en de zaak in handen der politie werd gegeven. De twist was ontstaan over een prentje. Maandagnacht zijn hij den heer A. S. te Meerssen, die daar het buitengoed »de Prosdij" be woont, door drie personen, door middel van braak, waarbij de huisgenooten niet in hun slaap werden gestoord en waarvan zij 's ochtends eerst kennis kregen, ontvreemd de volgende voorwerpen, alle van zilver12 vorken en lepels, gemerkt G. D., 7 suikerlepeltjes gemerkt als voren, 3 dito zonder merk, 1 suikerschepper, 18 suikerlepeltjes gemerkt A. S., 1 suikerstrooier, 1 suikersckepper met steel van rood agaat en 1 lepel met lange zilveren steel. Als daders worden verdacht 3 Duitschers, die men 's ochtends te Meerssen gezien had. Zet de ramen in de kamer open en plaats op de tafel een open fleschje nagelolie, en de vliegen zullen binnen korten tijd verdwenen zijn. (R. N.) De soc.-democr. vrijheidsstaat. Te Heerenveen is door aanhangers der volkspartij besloten een bakker te boycotten, omdat deze voor de candidutuur Treub geijverd had. Met de uitvoering van dit besluit werd Vrijdagmorgen begonnenmen kocht van dezen bakker niet meer. Naar eene Duitsche vertaling uit het Deensch. EERSTE HOOFDSTUK. Als na den eersten voorjaarsregen uit elk plekje gronds kleine kiempjes het hoofdjo verlangend om hoog steken, dan schijnt zelfs de onvruchtbaarste akker en de dorste heidevlakte vruchtbaar doch als de oogsttijd komt, dan leveren de enkele verstrooide halmen een treurig schouwspel op. Maar toch rijst na eiken eersten voorjaarsregen de hoop opnieuw, want de schoone, de heerlijke zomer is in aantocht Het woud bedacht zich nog of het wel al zou ont waken en alleen eenige onbezorgde jonge boompjes aan den zuidelijken rand hadden het gewaagd en wuifden met hunne teedere blaadjes de grootere toe. Het bouwland liep in lange, smalle strooken van het onvruchtbare strand opwaarts tot aan den breeden zoom van het woud, dat het beschutte tegen de koude noorden- en westenwinden. Hier en daar waren die strooken reeds een weinig groen getint, of wel de dalende avondzon kleurde ze met hare hloedroode stralen. De lucht was stil en nog vochtig van den pas ge vallen regen. Toen de zon achter de heuvelen was verdwenen, liep er een zacht gefluister door de toppen der hoornen. Ook zij spraken af, dat zij morgen hunne knoppen zouden openen. De vogels trokken met kalm welbohagen het woud binnen. Maar een vlucht kraaien vloog met zulk een gekrijsch over het kleine dorp heen, dat de talrijke ooievaars in hunne nesten opschrikten, met de vleugels klapwiek ten en met de snavels klepten. En terwijl ze ver baasd de koppen een weinig zijwaarts hogen, keken zij de kraaien zoolang na tot deze nog slechts een kleine zwarte streep aan den roodgetinten avond hemel vormden. Toen rekten zij de lange halzen nog eens uit en gingen zij weder rustig in het nest liggen om kalm hunne snavels te reinigen. En er keersckte in en om en boven het kleine dorp weder zulk eene plechtige stilte, dat men op een kwartier afstands het loeien eener koe kon hooren. Het waren meest allen zeer oude huizen, die slechts op eene nadere boodschap wachtten naar welke zijde zij moesten omvallenen de ellendige hutten, die tusschen de tuintjes in geklemd stonden, stortten alleen niet in uit medelijden met de arme lieden, die ze bewoonden. Maar met het oog op het aan staande Pinksterfeest waren van de meesten hunner de muren opnieuw gewit of geteerd, zoodat om den grooten helderen dorpsvijver alles er netjes uitzag. Voor een van deze huizen zat op een steenen bank een jong flink gebouwd meisje met een buitengewoon groote geelwitte breikous. Af en toe wanneer zij een der priemen had uitgebreid maakte zij eene korte opmerking tot een man van middelbaren leeftijd, die aan den overkant van den vijver in de halfge opende deur stond. Ilij deed telkens een paar krachtige halen aan zijne pijp en keek dan nog een poosje de blauwe rookwolkjes na, die zacht in de stille avond lucht omhoog stegen, voor hij op matten toon een kort en onbeduidend antwoord gaf. In den ondiepen vijver vermaakten zich eenige kinderen met bloote beentjes met een doode kat door het water heen en weder te zwaaien. Een kleine jongen met wit baar had het dier een touw aan den hals gebonden en twee anderen staken met korte stokken naar het kreng. Twee kleine meisjes stonden angstig aan den oever en hielden elkander met éene hand vast, terwijl zij met de andere hare rokjes tot boven de knieën optilden. »Weest voorzichtig, kinderen!" De knapen keerden zich om en namen hunne petjes af. Het was de dominee, die daarlangs kwam en lien met een vriendelijk lachje toeknikte. »Weest toch voorzichtig!" herhaalde hij. Jariepen allen tegelijk op onbevangen toon, waaruit bleek, dat zij voor den predikant geen vrees koesterden. De twee kleine meisjes stonden dicht hij hem en keken hem met groote oogen aan. Hij boog zicli tot haar neder, streek haar zachtjes langs de wangen en vroeg: »van wie xijt gij kin deren De oudste sloeg de oogen neder en antwoordde »Van Ole Olen". Ja, nu zie ik het. Doet thuis mijne groeten", zeide hij. En terwijl hij de jongens nog eens vrien delijk toeknikte, legde hij de handen weder op den rug en zette zijne wandeling voort. Terwijl hij daar zoo in gedachten verzonken voortschreed, had zijn mager gelaat een ernstige, bijna gestrenge uitdruk king maar zijn hoofd, dat op de borst gezonken was en zijn afgemeten tred gaven aan zijn persoon iets plechtigs. De man in de deur lichtte slechts even zijn pet op, maar de predikant groette hem recht hartelijk Goed en avond en God zegene u, Hans Olsen Het overige gedeelten van het dorp bestond slechts uit kleine, onaanzienlijke huizen met groote, over hangende daken en zeer kleine tuintjes voor de deuren. Zij lagen aan weerszijden van de hoofdstraat zoo dicht tegenover elkander, dat er nauwelijks plaats overgebleven was voor een behoorlijke goot. De vrouwen stonden met haar zuigelingen in do deuren, grootere kinderen zaten op de stoepen hun boterham te etende mannen leunden over de hekken en rookten uit korte, houten pijpjes. Hun gesprek over de straat heen verstomde bij de nade ring van den leeraar, die hon vriendelijk groette, zorgdragende vooral niemand over te slaan. Maar op de speelplaats vóór de school was het buitengewoon druk en levendig. Zeker wel een dozijn jonge kerels uit het dorp hadden een nauwen kring gevormd om Sören Hans Andersen, die j>as thuis gekomen was na gedurende drie jaren ter koop vaardij gevaren te hebben tusschen Rio en Valparaiso. Hij scheen een reus onder de dwergen en als hij bij het praten zijne lange armen bewoog, had het er veel van of hij al do omstanders in éene lange oin- anning wilde dood drukken. Aller oogen schitterden van bewonderingwat was dat een kerel geworden Zijne vloeken waren zeker een el lang en hij spuwde dwars over de straat heen en dronk rum uit bier glazen. Hij droeg gouden ankertjes in de ooren, had een breedgeranden, slappen hoed op het hoofd en kauwde rolletjes tabak zoo dik als zijne duimen. De geestelijke wilde ook hier een groet wisselen, maar de jonge mannen waren zoo vol belangstelling voor den Amerikaan, dat niemand hem opmerkte en hoofdschuddend beklom hij den heuvel aan het einde der straat. Nu lag het dorpje aan zijne voeten, be schenen door de laatste stralen der ondergaande zon. Alles ademde er vrede, zooals het daar stil verborgen lag tusschen de groote watervlakte en den breeden zoom van het woud. De onrustige stroom des tijds was niet tot dit landelijk plekje doorgedrongen en met Gods hulp hoopte de geestelijke herder zijne kleine kudde tegen haar te kunnen blijven in be scherming nemen. Maar nu was die Amerikaan gekomen en met hem de booze geest der Nieuwe wereld. De jonge mannen waren van den morgen tot den avond om en bij hem en zelfs de meisjes konden afentoe de verzoeking niet wederstaan, naar hem te luisteren. En zij behoorde ook daarbij. Terwijl hij aanhaar dacht, keerde hij zich om en hij zag haai* op het Te Cherokee is de schade het grootst. De rivier is daar hooger gestegen dan ooit te voren. Vijf-en- zeventig huizen zijn er vernield en vele menschen verdronken. Op den Illinois-Central-spoorweg is een groote spoorwegbrug geheel vernield. De Unawa-lijn is voor een groot gedeelte overstroomd en verscheidene bruggen werden daar beschadigd. Uit Sioux-city wordt bericht, dat dit gedeelte van den Staat door over strooming nagenoeg geheel is verwoest. Het dal van de Floydrivier is tot op 35 mijlen ten Noorden van de stad overstroomd en de steden Mervil, Hinton en James staan onder water. Honderden gezinnen zijn uit het dal gevlucht naar hooger gelegen plaatsen. Berichten uit St.-Petersburg aan de Times melden, dat, tengevolge van den slechten oogst, de prijs van het brood sedert drie dagen drie kopeken per pond gerezen is; zelfs is er sprake van den uitvoer van granen voorloopig te verbieden. IJsland is van jaar tot jaar door harde winters, aardbevingen, aschregens, ziekte onder vee en men schen en misgewas achteruit gegaan. Een groot ge deelte der bevolking is dan ook al naar Noord-Ame- rika verhuisd. Thans wordt bericht, dat een dr. Ludwig von Dolcke, een geboren IJslander, die ge durende de laatste twee jaren als arts te Detroit, in Illinois, practiseerde, naar IJsland is gereisd met het voorstel om de gansehe bevolking zeker geen 20.000 zielen jneer naar Alaska over te planten. Het Amerikaansche Gouvernement is het plan gun- stig gestemd en een aantal kapitalisten, die belang hebben bij de ontwikkeling van Alaska, verleenen hunnen steun. Volgens La France Militaire heeft zekere tam boer-majoor van het in Mayenne in garnizoen liggend 102e regiment infanterie eene lengte van 2.5 Meter. Dit is echter nog niet de grootste soldaat van het Fransclie leger, want bij het 17e regiment artillerie te La Fère is er een die 2.7 Meter lang is. Datzelfde regiment bezit een kanonnier van 2.2 Meter en even groot is een tamboer-majoor van het 51e regiment infanterie te Blauvais. Laatstleden Woensdag nam een eenvoudig, maar net gekleed meisje plaats in den spoortrein van Bonn naar Cohlentz, en zeide aan een paar medereizigers dat zij naar Guls moest, alwaar zij in dienst ging als winkeldochter. Te Cohlentz stapte zij ook af, om met den trein der Moezelbaan de reis voort te zetten. Bij dat afstappen keek de con ducteur vreemd er van op, dat zulk een net meisje zulke groote en vreeselijk plompe schoenen droeg. Nader toekijkende, bemerkte bij, dat deze schoenen precies het model waren van die, welke de gevan genen in het tuchthuis te Keulen dragen. Hij keek haar toen eens goed aan, en kreeg nu de overtuiging, dat hg een verldeed jong manspersoon voor zich had. Hij vertelde dit aan den stationschef, die onmiddellijk naar Keulen liet telegrafeeren, en ten antwoord ontving dat er dien nacht een gevangene uit het tuchthuis ontvlucht was. Inmiddels had de stations chef ook reeds er voor gezorgd, dat de vluchteling onderweg nergens kon afstappen zonder voorloopig te worden tegengehouden. Vandaar dat de politie te Cochein op hare hoede was en hem voorloopig aanhield, waarna het spoedig bleek dat hij werkelijk de ontsnapte veroordeelde was. Een hartstochtelijk courantenverzamelaar is de hertog van Portland, die op alle groote bladen der wereld geabonneerd is. Jaarlijks kost die lief hebberij hem 20,000. Alle couranten worden, in pakjes gebonden, en in een der kasteelen van den hertog bewaard. strand staan naast eene groote boot. Het was »lange Anna" uit het boseh. De predi kant schudde andermaal bedenkelijk het hoofd. Zij heette eigenlijk Anna Bodil, maar men noemde kaar altijd lange Anna, omdat ze meer daii manslengte had. Bovendien bezat zij een paar armen als een athleet, doch haar hoofd was klein, met een aan vallig meisjesgelaat, een buitengewoon fijne huid en groote, zwaarmoedige oogen. Haar schitterend raven zwart haar hing in een dikken wrong in haar hals, doch zij droeg altijd een doek erover heen, dien zij vast om het hoofd bond. Nu hamerde zij uit alle macht aan de hoot, die zij bezig was te kalefateren. Afentoe streek ze met de mouw van haar jak het zweet van het voorhoofd en tuurde zij in zee of hij niet kwam. Zij ver moedde niet, dat de leeraar bovenop den heuvel haar met blikken vol argwaan aanstaarde. Er maakte zich altijd een soort van wrevel van hem meester als hij dit vrouwspersoon zag. Zij was zoo ongewoon en hare volmaakte vrijheid in doen en laten had iets uitdagends. Zij ging altijd met mannen ora en hielp hen, om hare krachten te toonen, bij het zwaarste en grofste werk. Vooral gaf het den pre dikant aanstoot, dat zij 's nachts met de vissckers op zee ging om de netten in te halen. Eindelijk kwam er eene kleine witte boot in het gezicht en Anna wist, dat daarin een klein mager mannetje moest zitten met een rood sikje en groote waterige oogen. Toen het vaartuigje binnen het hereik van hare stem was gekomen, zette zij hare groote handen aan den mond en schreeuwde zoo hard, dat de predikant van het baukje, waarop hij was gaan zitten, opsprong. Maar nauwelijks was de kreet tot de boot doorgedrongen, of deze wendde den steven en kwam snel naar de kust. Anna stond aan den oever met de handen in de zijden en terwijl zij goedkeurend knikte, sprak zij: »goed geroeid". »Hebt ge op mij gewacht, Anna vroeg hij ver legen, toen hij met zijne boot op het strand liep. Maar Anna klopte hem op den schouder en nam zonder te spreken de riemen. Hij was geheel buiten adem en het zweet gutste hem van het voorhoofd. Toen de geestelijke hen heiden weder zeewaarts zag roeien, verliet hij den heuvel en ging naar huis. Zijne vrouw wachtte liem met de thee en verlangde ongetwijfeld naar het slot der brieven van de hei lige martelaren". (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 2