1891. N°. 45.
Donderdag 16 April.
78ste jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de lieeren Nijgii Van Ditmaii te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiën voor 8 uren op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De Stedenwet.
»Wat wij verwacht hebben, begint zich reeds te
vertoonen de verwerping van de stedenwet wordt
dapper door De Standaard geëxploiteerd.
Daar hebt ge nu de proef op de som, zegt bet
bladde Eerste Kamer moest de klip worden,
waarop elk scheepske, met een vlag van eenige
kleur in top, zich stuk zou stooten"; het bewijs
is geleverd, »dat het Kabinet met deze Eerste
Kamer niet kan regeeren". En daarom noemt De
Standaard het honende spotternij" als de liberalis
tische pers" vraagtwaarom kwam het Kabinet niet
meer principieel voor den dag?
Toch heeft het blad zelf reeds gevoeld hoe mank
deze redeneering gaat tegenover de liberalistische"
Eerste Kamer, die nu »zoo terdege handig het Kabinet
met haar overmacht overstemt", nochtans de school
wet toch zeker óok wel een scheepske met een
vlag van eenige kleur in top aannam, de wet,
waarvan De Standaard zelf erkent dat 't ook partij
tegenover partij" stond.
Maar de boosheid van het anti-revolutionair hoofd
orgaan over de stoutigheid van de Eerste Kamer
werpt bovendien het helderste licht over het karakter
der stedenwet. Tot hiertoe konden wij er nog een
beginsel-wet in zien De Standaard echter komt ons
nu, duidelijker, volmondiger dan ooit en in tegen
spraak met al de protesten, in de Eerste Kamer
van de groene banken en van de Ministerstafel daar
tegen geuit, verklaren, dat het te doen was om »de
eerste poging, om aan de liberalisten te doen gevoelen
dat zij in 1888 geslagen waren, en dus de opinie
van hun tegenstanders nu recht had op eerbiediging."
En dan komt men nog wel even op het dusgenaamde
tonrecht" van 1887 terug, maar om terstond weder
met gulhartige naïeveteit er bij te voegen
»En nu, nu voor het eerst kon en zou het alzoo
blijken, of de Eerste Kamer, die moreel sinds 1887
buiten bet kiezerscorps staat, aan deze Regeering
al dan niet beletten zou de meerderheid ter
wille te zij n." (Wij spatiëeren).
Inderdaad, na deze karakteristieke woorden kan
het geen liberaal voorstander van 't beginsel dei-
enkelvoudige districten meer spijten dat de Eerste
Kamer om den modus quo voor de toepassing van
dit beginsel naar 't ontwerp-Lohman terugdeinsde.
Het is nu op de ondubbelzinuigste wijze toege
stemd 't ontwerp bedoelde een trap aan de liberalen,
om de meerderheid in 1888 in de Tweede Kamer
verkregen, ter wille te zijn
Stuitender partijpolitiek is wel niet denkbaar. En
dan stelt men zich, tegenover hen die zulk een be
drijf verijdelen, nog als de vermoorde onschuld aan
Het Vaderl.)
De N. R. Ct. heeft een vijftal kernachtige arti
kelen geschreven, waarin zij de balans van het
tegenwoordige Kabinet opmaakt en ten
slotte de vraag behandelt of het in een tweede periode
de kracht zou hebben, welke haar in de eerste heeft
ontbroken. De verklaringen omtrent hetgeen de Re
geering doen zal zijn onbestemd en raadselachtig hoe
zij de Christelijke beginselen zal toepassen op de
wetten, welke thans op de agenda staan. Zij stelt
daaromtrent eenige vragen in verband met hetgeen
de heer Schaepman erover zegt.
Deze geestelijke adviseur der Regeering gaat het
land door, predikende dat er geen zaligheid is buiten
het >Kabinet van Christelijk bewustzijn", maar wat
dat gezegende Kabinet met de vraagstukken, die op
de agenda staan, doen zal, schijnt hij zelf niet te
weten.
»Wat een rijkdom van geest en vernuft om poli
tieke armoede te bedekken. De onvermoeide missio
naris is al een heel eind in het tweede dozijn zijner
apolitieke lezingen", maar de eerste politieke gedachte
moet nog gehoord worden. Over de Christelijke be
ginselen", waarop het Staatsbestuur rusten moet, raakt
hij niet uitgesproken, maar wat in de practijk van re
geeren de Christelijke beginselen zijn, houdt hij stipt
geheim. Welke beginselen zijn nu de Christelijke, die
van Van Dedem, Seret c. s., die eene inkomstenbelasting
willen, of van Vermeulen, Travaglino c. s., die elke
belasting op het roerend vermogen verworpen V Wat
is Christelijk, de protectie van Bahlmann, of de vrij
handel van Schaepman de leerplicht, of de ouder
lijke vrijheid om de kinderen tot bedelaars te laten
opgroeien Wie is in de fameuse Christelijke lijn",
de »door en door Roomscli-katholieke Ruys Van
Beerenbroek" die tegen, of Schaepman, ook »een
goed Roomsck kind", die vóór uitbreiding van kies
recht is Kuyper, die zijne deputaten Staat en Kerk
laat scheiden, of de andere Christenen", voor wie
de scheiding uit den Booze is? De spoorwegen onder
beheer van het Rijk of van particulierende veld
arbeid voor kinderen vrij, of aan toezicht onderwor
pen voor de werkliedenverzekering, of geen ver
zekering voor de opiumverpachting, of vergunning,
öf eigen debiet; wat is nu Christelijk, wat niet?
»Aan de Christelijke" beginselen heeft dus de
toekomst niet veel houvast.
GOES, 15 APRIL 1891.
De Zeeuw weet eene voordracht van 3 personen
mede te deelen voor de betrekking van komm a n-
dant bij de dd. schutterij alhier. Aangezien nu in
art. 29 der wet op de schutterijen staat»de aan
stelling der kommandeereiule officieren zal (door Ons)
geschieden zonder voorafgaande voordracht", en noch
bij de betrokken jiersonon noch bij het dagelijksch
bestuur der gemeente, dat voor de overige officieren
in overleg met den kommandant eene voordracht
heeft te doen, iets van de zaak bekend is, moeten
wij aaimemen, dat men de Zeeuw er beeft willen
laten inloopen en dat dit maar al te goed gelukt is.
Het vijfjarig bestaan van de kadervereeni-
g i n g der d d. schutter ij Oefening kweekt
kennis" alhier werd gisteravond op feestelijke wijze
herdacht. Het gewone schietlokaal in het café »de
Prins van Oranje" was eenvoudig doch net versierd.
Bij den voor deze gelegenheid gehouden schiet
wedstrijd werd de le prijs behaald door den sergt.-
maj. tit. Versé, de 2e door sergt. Rosier en de 3e
door sergt. De Lange.
In de gisteravond gehouden vergadering der
werklioden-vereenigiug »Eigen Hulp"
alhier werd o. a. verslag uitgebracht over hot eerste
kwartaal van dit jaar. Daaruit bleek, dat gedurende
dat tijdsverloop was ontvangen, met inbegrip van
de contributiën der buitengewone leden en begun
stigers, 206,34, terwijl was uitgegeven 160,45 V2,
waaronder 126 aan uitkeering wegens ziekte. Het
kas-saldo bedroeg op 31 Maart/748,54. Dereserve-
kas wees op dien datum een bedrag aan van 74,03.
Aan negen personen was bovengenoemde som aan
ziekengeld uitgekeerd. Slechts dén persoon had, wegens
vertrek naar eldors, voor zijn lidmaatschap bedankt,
terwijl negen anderen tot de vereeniging waren toe
getreden, zoodat het ledental het cijfer van 92 heeft
bereikt.
Door de arrondissements-reclitbank te Middel
burg is, ter vervulling van de vacature van kanton
rechter te Hulst, opgemaakt de navolgende
alphabetische lijst van aanbevelingmr. P. II. W.
van Alphen, griffier bij het kantongerecht te Delft
mr. F. J. N. Van Dam. kantonrechter te Oostburg
en mr. K. M. Phaff, griffier bij het kantongerecht
te Haarlemmermeer.
Bij kon. besluit zijn benoemdJ. L. M a r-
c u s s e tot dijkgraaf van het waterschap Onrust-
polder A. Bruggeman tot gezworen van het
waterschap Baarland c. a.N. Kodde tot dijkgraaf
van het waterschap Oud-KempenshofstedepolderA.
Op 't Hof tot gezworen van het waterschap Oud-
W olphaartsdijk.
Door de Zeeuwscho Volks part ij in
het kiesdistrict Middelburg is voor de aanstaande
Tweede-ICamer-verkiezingen tot candidaat gesteld
W. P. G. V a n H e 1 s d i n g e n van Rotterdam,
die de candidatuur heeft aangenomen en in oen paar
plaatsen als spreker zal optreden.
Zondag vergaderde te Oostburg de liberale
kiesvereeniging in het voormalig 4e district vau
Zeeland, hoofdzakelijk tot het aangeven van candi-
daten voor de Tweede Kamer. Op het bij art. 12
van het reglement voorgeschreven drietal werden
geplaatst do heeren mr. P. C. J. Hennequin
met 56, J. G. Gerritsen met 13 en mr. E.
Fokker met 6 stemmen. Uiterlijk na 3 weken
wordt uit dit drietal eene definitieve keuzo gedaan.
De gemeenteraad van IJzendijke diende inder
tijd bij den Minister van binnenlandsche zaken tegen
den voorzitter eene aanklacht in wegens vervalscbing
der notulen. In eene Maandag gehouden raadsver
gadering deed de voorzitter voorlezing van een
schrijven van den Commissaris des Konings, waarin
deze namens den Minister als antwoord op die klacht
bericht, dat het den voorzitter vrijstaat veranderin
gen in de notulen aan te brengen, zoolang zij niet
in de vergadering zijn vastgesteld, en dat overigens
de Raad zelf er voor te waken heeft dat de notulen
een getrouw verslag van het verhandelde bevatten.
De klacht werd om die redenen ongegrond bevonden.
Tolcn. De uitslag der verkiezing voor een lid
van den gemeenteraad alhier is, dat herstemming
moet plaats hebben tusschen de heeren J. W. Wagtho,
die 83 en M. Christiaanse, die 67 stemmen bekwam.
Koningin Wilhelmina en haar moe
der, de Koningin-Rogontos, hebben haar
intrek genomen in een kleine villa te Gersau, in
liet Zwitsersche kanton Scbwytz. DeheerDroz, chef
van het departement van Buitenlandsche Zaken, zal
de beide Koninginnen gaan begroeten uit naam van
de Zwitsersclie regeering.
Hare Majesteiten genieten, niettegenstaande bet
minder gunstige weder, veel van de buitenlucht en
maken met gevolg kleine tochten in de omstreken
van Gersau.
De Koningin-Regentes heeft hare tevredenheid
betuigd over het Hótel-Muller" en is in bet alge
meen met haar verblijf te Gersau zeer ingenomen.
Naar aanleiding van een ingezonden stuk van
den heer J. W. Gunning in de N. Rott. Ct. van
Zondag verneemt het blad dat de zaak, daar ver
meld, eene andere is dan die, waarop de heer Zaayer
in zijne lezing te Leeuwarden doelde.
Doze laatste zaak heeft zich volgenderwijs toe
gedragen
Een der geneeskundigen aan 's rijks parc-vacci-
nogène te Utrecht is met 1 April jL niet herbenoemd,
ofschoon herbenoeming elk jaar geregeld plaats heeft,
indien er geen reden tot ontevredenheid over de
waarneming der betrokking bestaat.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan
den directeur van 's rijks parc-vaccinogène te Utrecht,
den heer Wirtz, geschreven, dat de niet-herbenoeming
geschiedde, omdat de bedoelde geneeskundige in zijne
qualiteit als rijksambtenaar een adres mede onder
teekend bad, waarin aan de Tweede Kamer verzocht
werd de aanhangige vaccinewet niet aan te nemen.
Qok schijnt de Minister aanstoot gevonden te hebben
in de zinsnede in het adres, waarin zijne vaccinewet
eene groote ramp voor ons volk genoemd wordt.
Do reden der niet-herbenoeming is den genees
kundige mondeling medegedeeld door den directeur
van het pare. Op verlangen van den geneeskundige
heeft de directeur den Minister gevraagd, of hij liem
afschrift mocht geven van het schrijven van Z. E. aan
den directeur. Daarop is gevolgd eene schriftelijke
mededeeling van den directeur aan den geneeskundige,
dat hij, naar aanleiding van een hem gezonden schrijven
van den Minister van Binnenlandsche Zaken, de eer
had hem te berichten, dat in de hangende zaak aan
het verlangen van den geneeskundige door hem niet
kon worden voldaan.
Aan het 6lot van een brief over de A t j e h-
blokkade in De Loc. zegt de schrijverZiedaar
in korte trekken den werkkring van de marine op
deze kust, oppervlakkig beschouwd niet zoo erg
amusant, doch in werkelijkheid physick en moreel
zoo aangrijpend, dat de marine (personeel en mate
rieel) hier langzamerhand te gronde gaat. Vooral
voor do jongere officieren is het een geestdoodend
en alle ambitie vernietigend dienen, zoodat het te
hopen is, dat deze toestand niet te lang duren mag.
De schepen worden opgevaren; nooit is er behoorlijk
tijd en gelegenheid voor een goed onderhoud.
Of er uitzicht op spoedige verandering is, geloof
ik nietdat de afsluiting den Atjehers groot nadeel
toebrengt, is zekerde enkele maal, dat er eens
iemand van den wal aan boord van een oorlogsschip
komt, hoort men niets dan klachten over het gebrek,
dat er heerscht. Dit gebrek bestaat niet alleen aan
zaken welke het leven veraangenamen, maar zelfs
de eerste levensbehoeften zijn onvoldoende in voor
raad. De handel is dan ook weg, geheel weg; nooit
wordt er een prauw moer in zee of onder de kust
gezien. Of dit echter het volk er toe brengen zal
zich te onderwerpen, is iets andershet verzet is
niet bij het volle, maar bij de hoofden en priesters
het volk volgt hen.
Onder den titel Error in casa" wijdt de heer
A. L. W. Seijffardt, lid der Tweede Kamer en lid
van de commissie van voorbereiding der behandeling
van de wet, in de Tijdspiegel dezer maand eene uit
voerige beschouwing aan de logerwet. Hij begint
met erj op te wijzen, dat de persoonlijke dienstplicht
niet de vlag mag zijn, die de lading dekt. Men mag
om dat beginsel niet het tot stand komen van eene
voor onze toestanden vrij onbruikbare wet wenschen
of bevorderen.
Voor hij nu de lading aan eene nadere beschouwing
onderwerpt, doet hij uitkomen, dat voor de legerwet,
die in het gunstigste geval eerst in 1907 geheel ten
uitvoer kan gebracht zijn, eene afzonderlijke »invoe-
ringswet" noodig is. Hij ziet daarin een groot gevaar
voor de wet.
De heer Seijffardt gaat nu de verschillende ver
anderingen na, die de legerwet zal brongen, en oppert
daartegen verschillende bedenkingen. Hij ziet iets
zeer bedenkelijks in de verklaring der regeering, dat
dienst.ruiling van hen, die bestemd zijn voor bet
eigenlijke leger, met bon die voor de depót-troepen
zijn aangewezen en er in vredestijd met 3 maanden
af zijn, niet zou strijden met de wet. De kadervor
ming zou z. i. hierdoor in hooge mate worden ge
schaad. Vorder keurt de Sohr. af do wijze, waarop
door de regeering wordt voorgesteld de reserve-
(bewalrings) bataillons te vormen en de landweer te
organiseeren en te oefenen. De landweer zou hij niet
eens in de 5 jaar 14 dagen, maar elk jaar willen
oefenen, waardoor de landweer bv. geschikt zou
worden, de mobilisatie te dekken.
Doch er zijn twee hoofdzaken, die voor alles ge
regeld moeten worden en die, ongeregeld, de militaire
quaestie op de baan zullen houden, ook al is de
persoonlijke dienstplicht ingevoerd.
Mag men, vraagt de sehr., eene regeling aannemen,
waarbij 5/s deel der voor den dienst geschikte Neder
landers, door loting of om andere redenen, niet alleen
wordt vrijgesteld, maar ook geheel ongeoefend blijft?
En ten tweede, mag de toestand van weerloosheid
tegen een plotseling dreigend oorlogsgevaar, tegen
onmiddellijk of zeer kort na de oorlogsverklaring
overschrijden onzer grenzen door vijandelijke afdee-
lingen nog langer worden bestendigd
Do schrijver acht het echter mogelijk, door amen
dementen binnen bet stelsel der wet deze beide
zaken te regelen. Hij geeft aan, welke veranderingen
hij daartoe noodig zou achten.
Of deze wijzigingen als amendementen bij de be
handeling zullen opgenomen worden, acht de schr.
moeilijk te beantwoorden. Het hangt er van af, of
de tegenstanders der wet bereid zijn tot verbetering
mode te werken. Geschiedt dit niet, dan is wel eene
verbetering der levende strijdkrachten door deze wet
verkregen, doch daarop komt bet niet alleen aan.
Men vergete nooit, dat de aanneming van de onge
wijzigde wet eene groote hinderpaal zou zijn voor
eene goede wet, die ons ten minste eene ongestoorde
mobilisatie van het leger zou waarborgen, en last
not least ons volk werkelijk tot eene weerbare natie
zou maken.
Door de Regeering zijn een aantal w ij z i -
gingen gebracht in do ingediende wetsontwerpen
tot uitvoering der Legerwet, die verband hou
den met veranderingen, welke hebben plaats gehad
in het wetsontwerp tot regeling van den krijgsdienst
of strekken ter bevordering van eenheid van uit
drukking met dat ontwerp.
Teneinde te voorkomen dat in het Politieblad
gesignaleerde personen, die bij aanhouding verklaar
den hunne straf reeds te hebben ondergaan, een vrij
gemimen tijd van hunne vrijheid worden beroofd in
afwachting van een onderzoek naar de waarheid
hunner verklaring, heeft de Minister van justitie de
besturen der gevangenissen aangeschreven, voortaan
een ontslagbrief uit te reiken of een bewijs
van ontslag aan al de personen die de gevangenis
na expiratie van straf verlaten, onverschillig van
welken duur die straf is geweest. Mocht een ver
oordeelde, nadat hem door het hoofd van een ge
sticht is medegedeeld, dat hij een bewijsstuk als hier
wordt bedoeld kan bekomen, daarop volstrekt geen
prijs stellen, dan zou voor zulk een met ontslag ver
trekkende de uitreiking achterwege kunnen blijven.
Al de mogelijke onaangename gevolgen van bet ge
mis van een ontslagbrief, waarop de aandacht van
den betrokken persoon behoort te worden gevestigd,
zou deze dan toch aan zichzelven te wijten hebben.
De heer mr. H. P h. De Kanter te Haar
lem is door de centrale liberale kiesvereeniging
Veluwe met algemeeno stemmen als candidaat voor
bet hoofdkiesdistrict Apeldoorn aangewezen.
Het verslag der Commissie van inspectie over
de Militaire Academie is thans verschenen.
Volgens deze zijn de gezondheidsbelangen goed ver
zorgd, mits de tocht geweerd wordt, de slaapzalen
verwarmd worden, een automatische filter worde
aangeschaft voor zuivering van het drinkwater en
eene eigen waschinrichting worde gemaakt. De voe
ding was goed. De oorzaak der ziekte in November
is onnaspeurlijk. Zonder eenig feit te kunnen be
wijzen, erkent de commissie, dat plagerijen van jonge
door oudere cadetten niet altoos van schuldeloozen
aard zijn. Streng toezicht en strafbedreiging moeten
daartegen waken. De cadet Stuffkens stierf niet aan
do gevolgen van mishandeling. Veel lof wordt toe
gezwaaid aan de geneesbeeren, bijzonder aan den
lieer II o o g e b o o m.
Door het departement van binnenlandsche
zaken is uitgegeven bet eerste deel van do uitkom
sten der laatste volkstelling van 31 Dec. 1889
(met uitzondering van de beroepstelling). Het betreft
do provincie Zuid-Holland. Achtereenvolgens zullen
verder verschijnen éen deel voor olk der overige tien
provinciën, benevens éen deel voor het geheele rijk,
terwijl in het 13e deel zullen worden opgenomen
overzichten van de in andore deelen gepubliceerde
uitkomsten, in vergelijking mot de uitkomsten dor
vorige volkstelling.
Do uitkomsten dor beroepstelling verschijnen af
zonderlijk.