UIT DE OUDE DOOS. ninck, in zijne hoedanigheid van grootmeester van H. M. aaigezeien was. De afgevaardigden, allen in ambtskostuum volgens de voorschriften van den hofrouw, schaarden zich in ecea der zalen van het paleis naar orde van anciën niteit, zoodat de heer Van Kerkwijk, als oudste lid in dienstjaren, zich aan het hoofd van dezen kring ge plaatst zag. Kort daarop verscheen H. M. da Koningin-regentes in het midden van bare gasten, en rte voorzitter der Kamer stelde daarop elk zijner medeleden, ook weder naar dezelfde volgorde, aan H. M. voo>'. Na deze voorstelling grag man aan tafel. De koninklijke gastvrouw nam plaats aan het midden van den disch. Aan hare rechterhand was gezeten de president der Tweede Kamer, de heer Beelaerts, aan hare linkerhand de generaal v. d. Sehrjeck, de tweede voorzitter. Tegenover da Koningin werd de eerste plaats ingenomen door den heer Van Kerkwijk als oudste in dienstjaren. Ook eeDige dames en heeren der hofhouding waren mede aangezeten. H. M. knoopte met de heeren, die aan tafel inbare nabijheid waren, o. a. de heeren Viru'y Verbrugge en Haffmans, nu en dan «en gesprek aan. Het diner, dat te uur eindigde, werd gevolgd door eene samenkomst in eene der conversaiiezalen, waar de koffie werd gediend. H. M. de Regentes heeft zich toen op recht hartelijke en vriendelijke wijze met elk dor aanwezigen onder houden. Tegen negen uren trok H. M. zich in hare apartementen terug. Het viel aan de leden op met welk een gemak H M. zich in het Hollandsch wist uit te drukken. Zij bleek volkomen op de hoogte t" zijn van de woonplaats van ieder der leden en va* de door hen bekleede betrek kingen. H. M. verklaarde o. dat zij van plan was met het Koninginnetje successievelijk de verschillende dealen des lands te bezoeken om haar dochter met haar volk bekend te maken en haar sympathie voor de verschillende gewesten in te boezemen. Bij kon. besl. is aan dea heer J. Van Zand bergen Buwalda, ontvanger der directe belas tingen, een psnsioen verleend vsn 2067. Het feestuur van het Indisch Genoot schap heeft aan de besturen van de Kiesverenigingen in Nederland een schrijven gezonden, om bij bet stelten van candidaten voor de aanstaande verkiezingen zoo veel in hun vermogen is ook de belaDgen van onze I id.ëu te behartigen. Zoolang de sociaal-democratische partij bestaat was de zetel van den C«ntralen Raad het leidend omgaan gevegtigd te 's-Gravenhng?, en was Domeis N i? u w 8 n h a i s daarvan het middelpunt. Op het jongste congres te Heerenveen is echter be sloten, den zetel over te brengen naar Amsterdam. D t besluit wo-d g*nora3n trots hevig verzet van den leider. Overeenkomstig de statuten der partij moest het besluit echter nog worden o*derworpeo aan eene stemming van alle leden, en ook dez* viel uit in den zin van verplaatsing naar Amsterdam. De sfdeeling Ara sterdam was nu teg«n gisteren bijeengeroepen om een nieuwen Cratrslen Raad te kiezen. Het hoofdbestuur van de Nod, Mij. voor Tuin bouw en Plantkunde heeft zich per adres tot de Ministers van B nn ralandscho Zaken en van Waterstaa» gewend, m°t h«t verzoek om door een Staatscommissie een enquête over den tuinbouw.In ons land te doen plaats hebben, in den geest, maar minder uit gebreid, als door de Staatscommissie voor den land bouw is geschied. Aan zulk eer» goed samengestelde commissie zou dan tevens opgedragen kunnen worden om aan den Minister voorstellen to doen omtrent Staatsonderwijs in tuinbouw of over de wijze van ondorsteuning van een wellicht nPt onmogelijk particulier initiatief in deze. Door uit de verschillende tuinbouwstreken van ons Vaderland personea in eon Staatscommissie te doen zittisg nemep, zoude zoowel tie warraoizierderij als de boomteelt, zoowel de bloembollencultuur als de bloemisterij tot haar recht kannen komen en ge legenheid geven het onderzo k doeltrc ff rad te doen zijn. Hit Hoofdbestuur is overtuigd van h*t groote nut, dat een dfrgelijke goed samengestelde commissie zoude kunnen stichten, daar zij licht zoude kunnen doen opgaan 07er een hoogst ^langrijken nijverheidstak, die thans door zeer vel«n maar al te gering wordt geschat en van te weinig beteekenis ook voor ouzon handel en uitvoer wordt geacht. Een particuliere Atjeh-correspondentit van do Deli-Courant dato den 261 Januari, het bericht om trent het overlijden van Tengkoe di Tiroe be vestigende, schrijft daaromtrent »Da fanatieke priester Ter.gkoe di Tiroe ie niet meer. Era zware slag heeft de oorlogspartij door zijn dood getroffm, want hij, do Odaraa, de geestdrijver, de raadsman in den strijd togen do ksfi's, die met de Korao en de klowaag steeds het vuur onder de onte vredenen wist te stoken en te onderhouden, heeft zijn verrrderlijk leven ook door verraad verloren. Evn bloedspuwing, ontstaan door vergiftiging, heeft een einde geraaikt aan zijn niet priesterlijk leven. Te Ana- galosng blies hij den laatsten adem uit, in tegenwoor digheid van hen, wier bezittingen en levensonderhoud door zijn priesterlijk bedrog en fanatiek verzet zijn verloren geraakt. »Na de gewone reiniging werd zijn stoff-lijk over schot te Djerir ia de miesigit hegraven. »Het N-jderlandsch-Iadische Gouvernement telt thans eei grooten en on verzoen lij ken vijand minder. Zijn zonan als bendehoofden genieten niet dat ont zag onder de ontevredene en oorlogszuchtige hoeloe balangs en panglima's als wijlen hun vader en zullen das niet wagen zich aan het hoofd der oorlogepartij te stellen. »Een ander invloedrijk, schrander, doch oud raap, de Iman van Loogbatta, die ons best.unr evenzeer haat ais de doode Ofiama, heeft zich opgeworpen als hoofd der oorlogspartij. Een door h°ra uitgevaardigde circu laire is reeds door verscheidene hoeloebalangs en pan- glima's ontvangen, om hem als zoodaoig te erkennen. Naijver onder de hoeloebalangs zal hom en zijn piestige echter niet weinig in den weg staan. »Ook kwamen er berichten van lC?mala, dat Pan glima Polim, een der r^jksgrooten, overleden moet zijn". Ia verbaad mot den wensch, meermalen in de Tweede Kamer geuit, dat bij contracten voor de uit voering van rijkswerken aan de aannemers de ver plichting zou worden opgelegd, om de werklieden tegen ongelukken te verzekeren, bestaat bij de levens- v e r s e k e r i n g - m a a t s c h a p p ij van Eigen Hulp het voornemen, haren werkkring ook uit te breiden tot verzekering tegen ongelukken, ten oinde gereed te zijn, wanneer de bepaling in werking treedt. Monnikenliof. Het molenwater, dat van Eliwerv? zuidwaarts liep, stoad eeEmaal naar alle waarschijnlijkheid in verband met een ander water, dat naar h?t noorden ging en in de Oosterschelde uitmondde. Laatstbedoeld water was betrekkelijk smal en had daarom al vroegtijdig last van aan- en dichtsllbbing. Mea bedijkte het zoo ontstane land en dit was de latere heerlijkheid Kat- tendijka. Deze naam sehijnt in het begin geweest te zijn Katsendijk, dat wil zeggen bedijking der heeren van Kats. Wanneer deze bedijking plaats had, is on zeker; misschien omstreeks 1250, daar er omtrent dien tijd reeds heeren van Kattendijke voorkwamen. In 1327 bestond er zelfs al «en kerk. Oegeveer halfweg tnsschen de dorpen Kattendijke en Kapalle vindt men «en hoogen weg, den Monniken- dijkdie de grens tegen Kloetinge vormt. Aan de oostzijde daarvan ligt een hoeve, iets hooger dan het omliggende landdeze hoeve draagt den naam van Monnikenhof. Te dier plaatse stond eenmaal een gebouw, waarvan kronieken en beschrijvingen zeggen, dat het esn klooster wasdit is echter zoo niethet was slechts eens kloosters uithofdus een bijbezittiag van eeB klooster, waarop da strenge kloosterwetten niet van toepassing waren. Bij de stad Brngge in Vlaanderen lag sedert 1174 het klooster Ter Doest; in 1187 gaven Hendrik Van Schoten, zijn vrouw Ghiistina en zijn vier zonen aan dit klooster alles, wat zij onder Krabbesdijke in eigen dom of in leen bezaten. Bij die gift waren getuigen Gilbert en Arnulf van Kats. Nu ie het niet zeker, maar oudheidkundigen meenen tccb, dat deze heeren van Kats hieraan een voorbeeld genomen hebben en later van hnnue bedijking te Katsendijk eveneens een deel aan dit klooster hebben afgestaan. Graaf Floris verklaarde in 1231, dat alle bezittin gen van de abdij, met name Krabbendijke, Monster- hoek en andere, vrij zouden zijn van schot en bede. D t Monsterhoek was Monnikenhof. Ik lees ervan, dat het was seen zeer schoon speelhof, met schuren, koe ten, boomgaarden, jscht, visscherij en vogelarij". Er waren tienden aan verboaden, die eigenlijk behoorden aan den graaf en aan de heeren van Oud-Munster te Utrecht. Da geheeïe bezitting besloeg een oppervlakte van omstreeks driehonderd vijftig gemeten, terwijl geheel Kattendijke slechts negenhonderd zes en der tig gemeten groot was. D? bewoners van Monniken hof, die hier de gezanten en vertegenwoordigers waren van de abdij Ter Does», zullen het dus waarschijnlijk nogal hebben kunnen stellen. Ja, m*t hun overgroot bezit behoefden ze niet onder te doen voor de kanun niken onder Kapelle, voor den kommandaur vsn het Sint-Jansridderhof te Wemeldinge en voor de abdis van het klooster Jeruzalem onder Biaseling», die allen grootscheeps voeren, en met wie de eerwaarde heeren van Monnikenhof druk schijnen te hebben omgegaan. Tenminste ten gemakke der heeren (ea misschien der danaes) werd aangelegd het hoogepad naar St.-Jans- vidderhof, en de heerenweg, lat» de monnikendijk ganaamd, naar Kapelle. Balde bestaan heden ton dage nog. Graaf Willem III gaf in 1323 aan de abdij Ter Doest vergunning, om den uithof Monsterhoek en alles, wat er bij hoorde, voor acht j iren te verpachten onder voorwaarde echter, dat er altijd een monnik zon aanwezig zijn, die tegelijk priester was, om dage lijks de mis te bedienen en hat buis te bewaren. Monnikenhof was evenals Krabbendijke, waartoe het eigenlijk behoorde, verplicht tot zekere diensten aan den graaf. Als deze of een van zijn gezanten met hun gevo'g in den omtrek van den uilhof kwamen, wsren de bewoners daarvan gehouden, al die hoeren te ont vangen en naar hun stand te herbergen. Hunne eer waarden schenen dat echter niet bijster aangenaam te vinden immers, zij beproefden die verplichting afte- koopen. En dit was niet zoo te verwonderen. In de eerste plaats toch werden ze bij dergelijke bezoeken door den graaf erg op de vingers gekeken, zoodat deze duidelijk merkte, dat het hna tamelijk naar den vleegch* gingen vervolgens waren zij steeds onzeker, wanneer het den graaf behaagde te komenhet kon zelden, het kou ook dikwijls gebeurenen in het laatste ge val kostte dia herbergiag van een ganschen stoet, soms gedurende reeksen van dagen, hun wat al te veel naar hun zin. Ia het jaar 1395 werden zij nu, na herhaalde aanvragen, van genoemden plicht door hertog Albrpcht van Beieren voor twaalf jaar ontslagen, mits de geestelijke heeren aan dezen te D»lft jaarlijks drlohonderd hoed haver bezorgden. Een aardig beetje 1 Toch waren zij ermee tevreden. Da zoon van dezen hertog veranderde de haver in een zekere som golds. Vrouw Jakoba bepaalde in 1432 die som op 1866 B^iersche gulden van 30 grooten, d. i. ongeveer /1400. Vijf-en-veertig jtar later werd deze jaarlijksche schatting afgekocht voor zeveoduiz-md gulden in eens. Voorwaar, de Monsterhoekers hadden niet te klagen, dat het leven hun al te zuur werd g*msnkt Nu was de uithof dus geheel vrijhij werd bestuurd door een geestelijke, wiens titel een trapje lager was dan abt, omdat de abt van Ter Doest zijn meester was; hij heette proost. Ia de kerk te Kattendijke zijn zerken bi waard, waarop de namen van drie proosten en éen pastoor te lezen zijn. Was er maar éen monnik aanwezig, wat hoogst zelden voorkwam, dan bediende deze de mis en bestnurde Monnikenhof; hij was dus pastoor en proost tegelijk. In gewone omstandigheden échter was er naast en onder den proost, die voor de wereldlijke zaken zorgde, een pastoor, die de geeste lijke behartigde. Ia 1560, ten tijde der Hervorming, verdween de abdij Ter Doesthare besittiegen, das ook Monniken hof, werden door graaf Filips en den Paus geschonken aan het bisdom Brugge. Maar dit had er niet lang plezier van want de Zuid-Bivelaodscha goederen werden door de stad Brugge aan zich getrokken en das tot weroldlijke goederen gemsakt. Burgemeesters, schepenen en raad van Brugge schonken ze in 1582 aan Guuthar, graaf van Schwartzburg, een zwager vaa prins Willem I, in mindering op de schnld, die men aan hem had voor oorlogsdieosten. De waarde dier goederen werd toen gerekend op vijf-en-zeventig duizend ponden van 40 grooteo. De vrouw van graaf Gunther verkocht na den dood haars mans alles aan Aart Dijkstraten. Wel werden de landerijen na Dijkstratens overlijden gesplitst, maar mr. Johan Huijssan, een der erfgenamen, liet ze alle in 1611 opkoopen. Hij verpachtte ze nu en verkocht den uithof ia 1629 voor afbraak. Later is op dezelfde plaats een hofstede gebouwd. BAVO. Gemengde Berichten. Heinkeuszauil. Voor de betrekking van gemeente veldwachter te Nieuwdorp hebben zich ruim 20 solli- tanten aangemeld. Kolijnsplnat. De hevige storm in den nacht van Maandag op Dinsdag sloeg het tjalkje van schipper Vermeulen, te Hardingsveld thuis behoorende, en ge laden met metselsteenen voor Den Haag, dat voor Ouwerkerk voor anker lag, van zijn anker en nood zaakte de opvarenden hun behoud in de roeiboot te zoeken. Na een allertreurigstc-n tocht kwamen ze Dins dagmorgen omstreeks 5 uur aa* den dijk van den Oud-Noord-BsveIandpo!der, waar de schipperzijne vrouw en hun zoon liefderijk werden opgenomen door den heer Mar. De Ragt Jz. op zijne daar diehtbij gelegen hofstede. Maandag is te Krabbendijfee gearresteerd en naar het huis van bewaring te Middelburg overgebracht A. v. d. B., koopman en winkelier te Gees, die bij op 2 Decimber 1890 door da Middelb. rechtbank gewezen vonnis werd failliet verklaard en verdacht wordt goe deren, tot zijn boedel behoorende, ten nadeele zijner crediteuren te hebben verduisterd. (Al. C«.) Een candidaat, dia om, de stem der kiezers te winnen, een leziDg houdt, bek'imt de tribune en begint »Mijne hoerenMaar van de volgende woor den verstaat niemand een lettergreep. Plotseling roept een dikke bierbrouwer, met een zware stem öH-'t verwondert me niet, dat dis man mijn stem wenscht 1" Ooder een vreeslijk gelach dar vergaderdon verlaat de candidaat de vergadering. Esr schipper te Eemnes, een reil ontrollende, dat den geheelen winter opgerold op het dek had ge legen, ontwaarde damn meer dan vijftien doode muizen en mollen. Die beesten, beducht voor de strenge vorst, hadden daar «en veilig toevluchtsoord meenen te vinden, maar waren, naar het blijkt, in hunne verwachting bedrogen. Een trouwlustig paar te Vuren had de afkon diging van het voorgenomen huwelijk reeds in handen van den sflner der afkondigingen gesteld, toen h»t biljet ter elfder ure nog werd teruggevraagd, omdat de luiherouw gekregen hadden en voor het oogap- blik meer heil in scheiding dan in vereaniging zagen. Ta Oud-Hvusde* is in den ouderlom van 102 jaren overleden de oudste inwoner der gemeente, J. Van Herwaarden. Tot de bijzonderheden van zijn le vensloop kan man rekeneD, dat hij 3 keer gehuwd is geweest en met alle 3 zijne vrouwen de zilveren bruiloft heeft gevierd. Een Duitscher, op weg naar Amerika, nam Vrijdagavond te Amsterdam zijn intrek in 't logement »Du Nordop den hoek »an de P^ins Hendrikkade en do Martelaarsgracht en begaf zich, na do waard?, die hij bij zich had, aan den eigenaar ter bewaring te hebben gegeven, vroegtijdig naar zijn slaapkamer. Omstreeks drie uor in den nacht bemerkte de schoon vader van den hotelhouder, die op een kamer naast die van den Doitscher logeerde, dat het houten be schot tusschen beide kemertjss brandde. Terstond maakte hij de huisgenooten wakker en snelde naar de kamer van zijn buurman, die door den schrik zóó ontsteld bleek, dat hij, in plaats van den brand te blusechen, de binnentredenden met zijn mes te lijf ging en eenigen hunner, gelukkig niet ernstig, verwondde. Ook eonige po'.itiv-agenten en «en com mandeur der stadsreiniging schoten to», tegen wien de Duitscher zoo te keer ging, dat de agenten ver plicht waren, hunne sabels te gebruiken, waardoor de woesteling «enige verwondingen kreeg. De gekwetsten zijn in het Binnengasthuis verbon den en de Duitscher is ter beschikking van de ju stitie gesteld. Aanvankelijk meende men dat de man in eene vlaag van krankzinnigheid het bed In brand had gestoken, maar den volgenden morgen was zijn toestand zoo- dsnig dat dit vermoeden verviel. Aaogaande de oorzaak van den brand bleek niets zekersmaar sommige aanwijzingen doen vermoeden dat de logeergast in bed hoeft liegen rooken. Het brandje Is golnkkig xóó snel gebluscht, dat de schade zeer klein is. Volgens de Voltaire heeft de burgemeester van Espefeuillis, een plaatsje in de Opper-Pyreneën, de volgende verordeniag uitgevaardigd: »OTerwegende, dat de jongelieden dezer gemeente alle Zondagen na de kerk gewoon zijn ten dans bijeen te komen overwegende, dat het door hen veroorzaakt gedruisch de hennen, hanen, eenden en andere dieren in het dorp verschrikt; overwegende, dat daaruit groot nadeel voor de belangen van den Undbonwer voortvloeit verbieden wij het dansen binnen het grondgebied der gemeente op tijden en uren, wanneer de huisdieren hun rast nemen." Gisteren fiacht woedde er een geweldige sneeuw storm door geheel Engeland, waardoor de sneeuw voetenhoog werd opgestapeld. H?t verkeer met post en telegraaf is verbroken. Te Dover konden geene stoombooten aankomen of afvaren, dewijl de opge zweepte golven ©nder eene verblindende sneeuwjacht over de havenhoofden sloegen en die onzichtbaar maakten. Ingevolge daartoe door den chef der firma Krupp te Essen aan onze Regeoring gedane uitooodiging, zullen weldra eenige officieren van het Ned. en het Indische leger en van de Marine naar Essen vertrekken om eenige schietproeven met nieuw geschut bij genoemde firma bij te wonen en tevens een kijkje te nemen ia de uitgebreide werkplaatsen en terreinen van dien oorlog8-industriëel. Een gebeartenis, welke als eenigzaowel in de Pruisische oorlogs-geschiedeais als in de verhalen om trent den Duitschen dorst" staat aaageteekend, of schoon zij tamelijk onbekend Is gebleven, had, naar de Berlijnsche Tdgl. Rdsch. vermeldt, in bet gedenk waardige jaar 1814 plaats. Een afdeeling der verbonden legers, voor het grootste gedeelte te Oost-Pruisen, belegerde de vesting Chalons. De Fransche geoeraal Macdonald hield de stad bezet en weigerde hardnekkig haar over te geven. York beval daarom haar te bombardeeren. Van tijd tot tijd deed de vijand uitvallen, die echter telkens terugge slagen werden, waarra het bombardement werd voort gezet. Op zekeren dag werd langzamerhand het vuur zwakker on zwakker, totdat het ten slotte geheel ophield. De bevelvoerende generaal bevond zich destijds met zijn staf in een boerenhuis vóór de stad. Hij had juist vijn rijknecht naar St-Memmie gezonden, om wijn voor het diner te halen. D*^ kwam echter zonder wijn en bleek van schrik tei ug. Alles dood, excellentie alles dood!'' stamelde hij. De veldmaarschalk zond er onmiddellijk een adjudant op af. Toen deze te St.-Memmie op de kampplaats aankwam, werd hij verrast door een schouwspel, dat hom deed schrikken. Honderden lagen daar in en buiten het gelid, zonder zich te verroeren de dood moost hier op verschrikkelijke wijze gewoed hebben. Langzamerhand kreeg de adjudant zijn tegenwoordig heid van geest terug, en nu hoorde hij dat uit veel kelon doff.t tonen kwamen, die anders klonken dan het reutelen van stervenden, en bovendien bemerkte bij op den grond splinters en overblijfselen van duizenden ilessch»n. Hier en daar ontwaarde zijn oog ook groepen van schertsende, lachende en dripkeode soldateD. Nu werd het raadsel opgelost. De brave 0_>st-Pruisen hadden een paar champagne-kelders ontdekt en het witte bier," waarvoor zij het in hun onkunde hadden gehouden, in overvloedige mate gedronken. Velen van hen hadden in hun roes met de flesch in de hand de muren be stormd en hadden daar den dood gevonden de meeste lagen midden in het vijandelijk vuur te slapen. De adjudant koerde terug en meldd? wat hij gezien had. »Een nuchtere brgade ter sfbssingbeval York. Da vijand had, gelukkig, van dit alles, niets bemerkt, anders zou het hem gemakkelijk zijn gevallen den gordel der belegeraars op deze plaats te verbreken. Dit was dan ook de reden waarom York de zaak niet ernstig opnam en zich met een strenge berisping tevreden etelde. De Rijn heeft in de laatste dagen den laagsten waterstand bereikt, die in den loop dezer eeuw werd waargenomen. Men zou haast zeggen, dat bij uitge droogd is. Een eigenaardig schouwspel kan men tegenwoordig zien, wanneer men de beweegbare brug bij Kehl pas seert. De bedding van de rivier is bedekt met allerlei overblijfselen uit do vorige eeuw. Do fondamenten der pijlers, die eertijds de bruggen over den Rijn onder schraagden, maar die tijdens de oorlogen in de vorige eeuw werden vernield, vertoonen zich thans op nieuw aan do blikken der verwonderde Elzassers. Het wrak van een ond vaartuig ligt in het midden van de rivier en op eenige meters afstand ?an dit wrak bemerkt men eene vormlooze machine, half vergaan en over dekt met mos. Deze toestel heeft gediend in 1829 om het Ijs te breken, tijdens den vreeselijken ijsgang, die zooveel verwoestingen aanrichtte. Groote steenklom pen en reusachtige balken mot ijzeren verbindingen vormen de laatste overblijfselen der brug, die op 9 Januari tijdens de capitulatie van Straatsburg door de Franschen werd vernield. Vrijdagmorgen stond op den Berg van 't Hof te Brussel een schilder op eene leer, twee verdiepingen hoog, aan een gevel te werken. Eensklaps brak de leer en de man, die zich stevig aan het bovengedeelte vastklampte, viel van eene groote hoogte naar beneden. Het stuk leer stootte op het gaanpad waardoor de hevigheid van den val werd gebroken. Toen men den schilder ter hulp snelde, stond hij, wel bevend van schrik, maar toch heelhuids op. Alleen had hij zich wat op de tong gebeten. E-ra Engelsc.h echtpaar op hun jzcht een pleizier- reis doende in West-Indië, heeft het voorrecht gehad tusschen Barbados en Trinidad zes zeelieden te redden, die 14 dagen lang in een half zinkende boot hadden rondgezwalkt. Zij waren geheel uitgeput en verklaar den behoord te hebben tot da bemanning der Carribon, van Brazilië naar Liverpool, den 20 ten Januari gezonken. De bemanning van 14 koppen was in twee booten gevlucht, welke na vijf dagen van elkaar waren ge raakt. Da geredden, die twee dagen te voren hun laatste beschuit deelden, hadden reeds alle hoop opge geven, en den dag te voren was een neger die zij bij zich hadden in wanhoop overboord gesprongen. Aan vankelijk hadden zij zich gevoed met vliegende visschen, die 's nachts door het schijnsel vsn hun lamp werden aangetrokken. Volgens de Figaro zijn vier zieken te Parijs, wien men geitenbloed in de aderen gebracht had, ge storven. Volgeas het T. v. Gen. zijn de inspuitingen met Koch's lymphe te Warschau in de stedelijke gasthuizen verboden, op last van den gouverneur-generaal. Een slager te Antwerpen heeft de 150,000 fl. getrokken bij de jongste trekking der Oostenrijkscht loten.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 2