UIT DE OUDE DOOS.
ninck, in zijne hoedanigheid van grootmeester van H. M.
aaigezeien was.
De afgevaardigden, allen in ambtskostuum volgens
de voorschriften van den hofrouw, schaarden zich in
ecea der zalen van het paleis naar orde van anciën
niteit, zoodat de heer Van Kerkwijk, als oudste lid in
dienstjaren, zich aan het hoofd van dezen kring ge
plaatst zag.
Kort daarop verscheen H. M. da Koningin-regentes
in het midden van bare gasten, en rte voorzitter der
Kamer stelde daarop elk zijner medeleden, ook weder
naar dezelfde volgorde, aan H. M. voo>'.
Na deze voorstelling grag man aan tafel.
De koninklijke gastvrouw nam plaats aan het midden
van den disch. Aan hare rechterhand was gezeten de
president der Tweede Kamer, de heer Beelaerts, aan
hare linkerhand de generaal v. d. Sehrjeck, de tweede
voorzitter. Tegenover da Koningin werd de eerste plaats
ingenomen door den heer Van Kerkwijk als oudste
in dienstjaren.
Ook eeDige dames en heeren der hofhouding waren
mede aangezeten.
H. M. knoopte met de heeren, die aan tafel inbare
nabijheid waren, o. a. de heeren Viru'y Verbrugge en
Haffmans, nu en dan «en gesprek aan.
Het diner, dat te uur eindigde, werd gevolgd
door eene samenkomst in eene der conversaiiezalen,
waar de koffie werd gediend.
H. M. de Regentes heeft zich toen op recht hartelijke
en vriendelijke wijze met elk dor aanwezigen onder
houden. Tegen negen uren trok H. M. zich in hare
apartementen terug.
Het viel aan de leden op met welk een gemak H M.
zich in het Hollandsch wist uit te drukken. Zij bleek
volkomen op de hoogte t" zijn van de woonplaats van
ieder der leden en va* de door hen bekleede betrek
kingen. H. M. verklaarde o. dat zij van plan was
met het Koninginnetje successievelijk de verschillende
dealen des lands te bezoeken om haar dochter met
haar volk bekend te maken en haar sympathie voor
de verschillende gewesten in te boezemen.
Bij kon. besl. is aan dea heer J. Van Zand
bergen Buwalda, ontvanger der directe belas
tingen, een psnsioen verleend vsn 2067.
Het feestuur van het Indisch Genoot
schap heeft aan de besturen van de Kiesverenigingen
in Nederland een schrijven gezonden, om bij bet stelten
van candidaten voor de aanstaande verkiezingen zoo
veel in hun vermogen is ook de belaDgen van onze
I id.ëu te behartigen.
Zoolang de sociaal-democratische partij bestaat
was de zetel van den C«ntralen Raad het leidend
omgaan gevegtigd te 's-Gravenhng?, en was Domeis
N i? u w 8 n h a i s daarvan het middelpunt.
Op het jongste congres te Heerenveen is echter be
sloten, den zetel over te brengen naar Amsterdam.
D t besluit wo-d g*nora3n trots hevig verzet van den
leider. Overeenkomstig de statuten der partij moest
het besluit echter nog worden o*derworpeo aan eene
stemming van alle leden, en ook dez* viel uit in den zin
van verplaatsing naar Amsterdam. De sfdeeling Ara
sterdam was nu teg«n gisteren bijeengeroepen om een
nieuwen Cratrslen Raad te kiezen.
Het hoofdbestuur van de Nod, Mij. voor Tuin
bouw en Plantkunde heeft zich per adres tot de Ministers
van B nn ralandscho Zaken en van Waterstaa» gewend,
m°t h«t verzoek om door een Staatscommissie een
enquête over den tuinbouw.In ons land te
doen plaats hebben, in den geest, maar minder uit
gebreid, als door de Staatscommissie voor den land
bouw is geschied.
Aan zulk eer» goed samengestelde commissie zou
dan tevens opgedragen kunnen worden om aan den
Minister voorstellen to doen omtrent Staatsonderwijs
in tuinbouw of over de wijze van ondorsteuning van
een wellicht nPt onmogelijk particulier initiatief in
deze. Door uit de verschillende tuinbouwstreken van
ons Vaderland personea in eon Staatscommissie te
doen zittisg nemep, zoude zoowel tie warraoizierderij
als de boomteelt, zoowel de bloembollencultuur als
de bloemisterij tot haar recht kannen komen en ge
legenheid geven het onderzo k doeltrc ff rad te doen zijn.
Hit Hoofdbestuur is overtuigd van h*t groote nut,
dat een dfrgelijke goed samengestelde commissie zoude
kunnen stichten, daar zij licht zoude kunnen doen
opgaan 07er een hoogst ^langrijken nijverheidstak, die
thans door zeer vel«n maar al te gering wordt geschat
en van te weinig beteekenis ook voor ouzon handel
en uitvoer wordt geacht.
Een particuliere Atjeh-correspondentit van do
Deli-Courant dato den 261 Januari, het bericht om
trent het overlijden van Tengkoe di Tiroe be
vestigende, schrijft daaromtrent
»Da fanatieke priester Ter.gkoe di Tiroe ie niet meer.
Era zware slag heeft de oorlogspartij door zijn dood
getroffm, want hij, do Odaraa, de geestdrijver, de
raadsman in den strijd togen do ksfi's, die met de
Korao en de klowaag steeds het vuur onder de onte
vredenen wist te stoken en te onderhouden, heeft zijn
verrrderlijk leven ook door verraad verloren. Evn
bloedspuwing, ontstaan door vergiftiging, heeft een
einde geraaikt aan zijn niet priesterlijk leven. Te Ana-
galosng blies hij den laatsten adem uit, in tegenwoor
digheid van hen, wier bezittingen en levensonderhoud
door zijn priesterlijk bedrog en fanatiek verzet zijn
verloren geraakt.
»Na de gewone reiniging werd zijn stoff-lijk over
schot te Djerir ia de miesigit hegraven.
»Het N-jderlandsch-Iadische Gouvernement telt thans
eei grooten en on verzoen lij ken vijand minder.
Zijn zonan als bendehoofden genieten niet dat ont
zag onder de ontevredene en oorlogszuchtige hoeloe
balangs en panglima's als wijlen hun vader en zullen
das niet wagen zich aan het hoofd der oorlogepartij
te stellen.
»Een ander invloedrijk, schrander, doch oud raap,
de Iman van Loogbatta, die ons best.unr evenzeer haat
ais de doode Ofiama, heeft zich opgeworpen als hoofd
der oorlogspartij. Een door h°ra uitgevaardigde circu
laire is reeds door verscheidene hoeloebalangs en pan-
glima's ontvangen, om hem als zoodaoig te erkennen.
Naijver onder de hoeloebalangs zal hom en zijn
piestige echter niet weinig in den weg staan.
»Ook kwamen er berichten van lC?mala, dat Pan
glima Polim, een der r^jksgrooten, overleden moet zijn".
Ia verbaad mot den wensch, meermalen in de
Tweede Kamer geuit, dat bij contracten voor de uit
voering van rijkswerken aan de aannemers de ver
plichting zou worden opgelegd, om de werklieden tegen
ongelukken te verzekeren, bestaat bij de levens-
v e r s e k e r i n g - m a a t s c h a p p ij van Eigen
Hulp het voornemen, haren werkkring ook uit te
breiden tot verzekering tegen ongelukken, ten oinde
gereed te zijn, wanneer de bepaling in werking treedt.
Monnikenliof.
Het molenwater, dat van Eliwerv? zuidwaarts liep,
stoad eeEmaal naar alle waarschijnlijkheid in verband
met een ander water, dat naar h?t noorden ging en
in de Oosterschelde uitmondde. Laatstbedoeld water
was betrekkelijk smal en had daarom al vroegtijdig
last van aan- en dichtsllbbing. Mea bedijkte het zoo
ontstane land en dit was de latere heerlijkheid Kat-
tendijka. Deze naam sehijnt in het begin geweest te
zijn Katsendijk, dat wil zeggen bedijking der heeren
van Kats. Wanneer deze bedijking plaats had, is on
zeker; misschien omstreeks 1250, daar er omtrent
dien tijd reeds heeren van Kattendijke voorkwamen.
In 1327 bestond er zelfs al «en kerk.
Oegeveer halfweg tnsschen de dorpen Kattendijke
en Kapalle vindt men «en hoogen weg, den Monniken-
dijkdie de grens tegen Kloetinge vormt. Aan de
oostzijde daarvan ligt een hoeve, iets hooger dan het
omliggende landdeze hoeve draagt den naam van
Monnikenhof. Te dier plaatse stond eenmaal een
gebouw, waarvan kronieken en beschrijvingen zeggen,
dat het esn klooster wasdit is echter zoo niethet
was slechts eens kloosters uithofdus een bijbezittiag
van eeB klooster, waarop da strenge kloosterwetten
niet van toepassing waren.
Bij de stad Brngge in Vlaanderen lag sedert 1174
het klooster Ter Doest; in 1187 gaven Hendrik Van
Schoten, zijn vrouw Ghiistina en zijn vier zonen aan
dit klooster alles, wat zij onder Krabbesdijke in eigen
dom of in leen bezaten. Bij die gift waren getuigen
Gilbert en Arnulf van Kats. Nu ie het niet zeker,
maar oudheidkundigen meenen tccb, dat deze heeren
van Kats hieraan een voorbeeld genomen hebben en
later van hnnue bedijking te Katsendijk eveneens een
deel aan dit klooster hebben afgestaan.
Graaf Floris verklaarde in 1231, dat alle bezittin
gen van de abdij, met name Krabbendijke, Monster-
hoek en andere, vrij zouden zijn van schot en bede.
D t Monsterhoek was Monnikenhof. Ik lees ervan, dat
het was seen zeer schoon speelhof, met schuren, koe
ten, boomgaarden, jscht, visscherij en vogelarij". Er
waren tienden aan verboaden, die eigenlijk behoorden
aan den graaf en aan de heeren van Oud-Munster te
Utrecht. Da geheeïe bezitting besloeg een oppervlakte
van omstreeks driehonderd vijftig gemeten, terwijl
geheel Kattendijke slechts negenhonderd zes en der
tig gemeten groot was. D? bewoners van Monniken
hof, die hier de gezanten en vertegenwoordigers waren
van de abdij Ter Does», zullen het dus waarschijnlijk
nogal hebben kunnen stellen. Ja, m*t hun overgroot
bezit behoefden ze niet onder te doen voor de kanun
niken onder Kapelle, voor den kommandaur vsn het
Sint-Jansridderhof te Wemeldinge en voor de abdis
van het klooster Jeruzalem onder Biaseling», die allen
grootscheeps voeren, en met wie de eerwaarde heeren
van Monnikenhof druk schijnen te hebben omgegaan.
Tenminste ten gemakke der heeren (ea misschien der
danaes) werd aangelegd het hoogepad naar St.-Jans-
vidderhof, en de heerenweg, lat» de monnikendijk
ganaamd, naar Kapelle. Balde bestaan heden ton dage
nog.
Graaf Willem III gaf in 1323 aan de abdij Ter
Doest vergunning, om den uithof Monsterhoek en alles,
wat er bij hoorde, voor acht j iren te verpachten
onder voorwaarde echter, dat er altijd een monnik
zon aanwezig zijn, die tegelijk priester was, om dage
lijks de mis te bedienen en hat buis te bewaren.
Monnikenhof was evenals Krabbendijke, waartoe het
eigenlijk behoorde, verplicht tot zekere diensten aan
den graaf. Als deze of een van zijn gezanten met hun
gevo'g in den omtrek van den uilhof kwamen, wsren
de bewoners daarvan gehouden, al die hoeren te ont
vangen en naar hun stand te herbergen. Hunne eer
waarden schenen dat echter niet bijster aangenaam te
vinden immers, zij beproefden die verplichting afte-
koopen. En dit was niet zoo te verwonderen. In de
eerste plaats toch werden ze bij dergelijke bezoeken
door den graaf erg op de vingers gekeken, zoodat deze
duidelijk merkte, dat het hna tamelijk naar den vleegch*
gingen vervolgens waren zij steeds onzeker, wanneer
het den graaf behaagde te komenhet kon zelden,
het kou ook dikwijls gebeurenen in het laatste ge
val kostte dia herbergiag van een ganschen stoet,
soms gedurende reeksen van dagen, hun wat al te
veel naar hun zin. Ia het jaar 1395 werden zij nu,
na herhaalde aanvragen, van genoemden plicht door
hertog Albrpcht van Beieren voor twaalf jaar ontslagen,
mits de geestelijke heeren aan dezen te D»lft jaarlijks
drlohonderd hoed haver bezorgden. Een aardig beetje 1
Toch waren zij ermee tevreden.
Da zoon van dezen hertog veranderde de haver in
een zekere som golds. Vrouw Jakoba bepaalde in 1432
die som op 1866 B^iersche gulden van 30 grooten,
d. i. ongeveer /1400. Vijf-en-veertig jtar later werd
deze jaarlijksche schatting afgekocht voor zeveoduiz-md
gulden in eens. Voorwaar, de Monsterhoekers hadden
niet te klagen, dat het leven hun al te zuur werd
g*msnkt
Nu was de uithof dus geheel vrijhij werd bestuurd
door een geestelijke, wiens titel een trapje lager was
dan abt, omdat de abt van Ter Doest zijn meester
was; hij heette proost. Ia de kerk te Kattendijke zijn
zerken bi waard, waarop de namen van drie proosten
en éen pastoor te lezen zijn. Was er maar éen monnik
aanwezig, wat hoogst zelden voorkwam, dan bediende
deze de mis en bestnurde Monnikenhof; hij was dus
pastoor en proost tegelijk. In gewone omstandigheden
échter was er naast en onder den proost, die voor
de wereldlijke zaken zorgde, een pastoor, die de geeste
lijke behartigde.
Ia 1560, ten tijde der Hervorming, verdween de
abdij Ter Doesthare besittiegen, das ook Monniken
hof, werden door graaf Filips en den Paus geschonken
aan het bisdom Brugge. Maar dit had er niet lang
plezier van want de Zuid-Bivelaodscha goederen werden
door de stad Brugge aan zich getrokken en das tot
weroldlijke goederen gemsakt. Burgemeesters, schepenen
en raad van Brugge schonken ze in 1582 aan Guuthar,
graaf van Schwartzburg, een zwager vaa prins Willem I,
in mindering op de schnld, die men aan hem had voor
oorlogsdieosten. De waarde dier goederen werd toen
gerekend op vijf-en-zeventig duizend ponden van 40
grooteo. De vrouw van graaf Gunther verkocht na
den dood haars mans alles aan Aart Dijkstraten.
Wel werden de landerijen na Dijkstratens overlijden
gesplitst, maar mr. Johan Huijssan, een der erfgenamen,
liet ze alle in 1611 opkoopen. Hij verpachtte ze nu
en verkocht den uithof ia 1629 voor afbraak. Later
is op dezelfde plaats een hofstede gebouwd.
BAVO.
Gemengde Berichten.
Heinkeuszauil. Voor de betrekking van gemeente
veldwachter te Nieuwdorp hebben zich ruim 20 solli-
tanten aangemeld.
Kolijnsplnat. De hevige storm in den nacht van
Maandag op Dinsdag sloeg het tjalkje van schipper
Vermeulen, te Hardingsveld thuis behoorende, en ge
laden met metselsteenen voor Den Haag, dat voor
Ouwerkerk voor anker lag, van zijn anker en nood
zaakte de opvarenden hun behoud in de roeiboot te
zoeken. Na een allertreurigstc-n tocht kwamen ze Dins
dagmorgen omstreeks 5 uur aa* den dijk van den
Oud-Noord-BsveIandpo!der, waar de schipperzijne
vrouw en hun zoon liefderijk werden opgenomen door
den heer Mar. De Ragt Jz. op zijne daar diehtbij
gelegen hofstede.
Maandag is te Krabbendijfee gearresteerd en
naar het huis van bewaring te Middelburg overgebracht
A. v. d. B., koopman en winkelier te Gees, die bij op
2 Decimber 1890 door da Middelb. rechtbank gewezen
vonnis werd failliet verklaard en verdacht wordt goe
deren, tot zijn boedel behoorende, ten nadeele zijner
crediteuren te hebben verduisterd. (Al. C«.)
Een candidaat, dia om, de stem der kiezers te
winnen, een leziDg houdt, bek'imt de tribune en
begint
»Mijne hoerenMaar van de volgende woor
den verstaat niemand een lettergreep.
Plotseling roept een dikke bierbrouwer, met een
zware stem
öH-'t verwondert me niet, dat dis man mijn stem
wenscht 1"
Ooder een vreeslijk gelach dar vergaderdon verlaat
de candidaat de vergadering.
Esr schipper te Eemnes, een reil ontrollende,
dat den geheelen winter opgerold op het dek had ge
legen, ontwaarde damn meer dan vijftien doode
muizen en mollen. Die beesten, beducht voor de strenge
vorst, hadden daar «en veilig toevluchtsoord meenen
te vinden, maar waren, naar het blijkt, in hunne
verwachting bedrogen.
Een trouwlustig paar te Vuren had de afkon
diging van het voorgenomen huwelijk reeds in handen
van den sflner der afkondigingen gesteld, toen h»t
biljet ter elfder ure nog werd teruggevraagd, omdat
de luiherouw gekregen hadden en voor het oogap-
blik meer heil in scheiding dan in vereaniging zagen.
Ta Oud-Hvusde* is in den ouderlom van 102
jaren overleden de oudste inwoner der gemeente, J.
Van Herwaarden. Tot de bijzonderheden van zijn le
vensloop kan man rekeneD, dat hij 3 keer gehuwd
is geweest en met alle 3 zijne vrouwen de zilveren
bruiloft heeft gevierd.
Een Duitscher, op weg naar Amerika, nam
Vrijdagavond te Amsterdam zijn intrek in 't logement
»Du Nordop den hoek »an de P^ins Hendrikkade
en do Martelaarsgracht en begaf zich, na do waard?,
die hij bij zich had, aan den eigenaar ter bewaring
te hebben gegeven, vroegtijdig naar zijn slaapkamer.
Omstreeks drie uor in den nacht bemerkte de schoon
vader van den hotelhouder, die op een kamer naast
die van den Doitscher logeerde, dat het houten be
schot tusschen beide kemertjss brandde.
Terstond maakte hij de huisgenooten wakker en
snelde naar de kamer van zijn buurman, die door den
schrik zóó ontsteld bleek, dat hij, in plaats van den
brand te blusechen, de binnentredenden met zijn mes
te lijf ging en eenigen hunner, gelukkig niet ernstig,
verwondde. Ook eonige po'.itiv-agenten en «en com
mandeur der stadsreiniging schoten to», tegen wien
de Duitscher zoo te keer ging, dat de agenten ver
plicht waren, hunne sabels te gebruiken, waardoor de
woesteling «enige verwondingen kreeg.
De gekwetsten zijn in het Binnengasthuis verbon
den en de Duitscher is ter beschikking van de ju
stitie gesteld.
Aanvankelijk meende men dat de man in eene vlaag
van krankzinnigheid het bed In brand had gestoken,
maar den volgenden morgen was zijn toestand zoo-
dsnig dat dit vermoeden verviel.
Aaogaande de oorzaak van den brand bleek niets
zekersmaar sommige aanwijzingen doen vermoeden
dat de logeergast in bed hoeft liegen rooken. Het
brandje Is golnkkig xóó snel gebluscht, dat de schade
zeer klein is.
Volgens de Voltaire heeft de burgemeester van
Espefeuillis, een plaatsje in de Opper-Pyreneën, de
volgende verordeniag uitgevaardigd: »OTerwegende,
dat de jongelieden dezer gemeente alle Zondagen na
de kerk gewoon zijn ten dans bijeen te komen
overwegende, dat het door hen veroorzaakt gedruisch de
hennen, hanen, eenden en andere dieren in het dorp
verschrikt; overwegende, dat daaruit groot nadeel
voor de belangen van den Undbonwer voortvloeit
verbieden wij het dansen binnen het grondgebied der
gemeente op tijden en uren, wanneer de huisdieren
hun rast nemen."
Gisteren fiacht woedde er een geweldige sneeuw
storm door geheel Engeland, waardoor de sneeuw
voetenhoog werd opgestapeld. H?t verkeer met post
en telegraaf is verbroken. Te Dover konden geene
stoombooten aankomen of afvaren, dewijl de opge
zweepte golven ©nder eene verblindende sneeuwjacht
over de havenhoofden sloegen en die onzichtbaar
maakten.
Ingevolge daartoe door den chef der firma Krupp
te Essen aan onze Regeoring gedane uitooodiging, zullen
weldra eenige officieren van het Ned. en het Indische
leger en van de Marine naar Essen vertrekken om
eenige schietproeven met nieuw geschut bij genoemde
firma bij te wonen en tevens een kijkje te nemen ia
de uitgebreide werkplaatsen en terreinen van dien
oorlog8-industriëel.
Een gebeartenis, welke als eenigzaowel in de
Pruisische oorlogs-geschiedeais als in de verhalen om
trent den Duitschen dorst" staat aaageteekend, of
schoon zij tamelijk onbekend Is gebleven, had, naar
de Berlijnsche Tdgl. Rdsch. vermeldt, in bet gedenk
waardige jaar 1814 plaats.
Een afdeeling der verbonden legers, voor het grootste
gedeelte te Oost-Pruisen, belegerde de vesting Chalons.
De Fransche geoeraal Macdonald hield de stad bezet
en weigerde hardnekkig haar over te geven. York
beval daarom haar te bombardeeren. Van tijd tot tijd
deed de vijand uitvallen, die echter telkens terugge
slagen werden, waarra het bombardement werd voort
gezet. Op zekeren dag werd langzamerhand het vuur
zwakker on zwakker, totdat het ten slotte geheel
ophield. De bevelvoerende generaal bevond zich destijds
met zijn staf in een boerenhuis vóór de stad. Hij had
juist vijn rijknecht naar St-Memmie gezonden, om
wijn voor het diner te halen. D*^ kwam echter zonder
wijn en bleek van schrik tei ug. Alles dood, excellentie
alles dood!'' stamelde hij.
De veldmaarschalk zond er onmiddellijk een adjudant
op af. Toen deze te St.-Memmie op de kampplaats
aankwam, werd hij verrast door een schouwspel, dat
hom deed schrikken. Honderden lagen daar in en
buiten het gelid, zonder zich te verroeren de dood
moost hier op verschrikkelijke wijze gewoed hebben.
Langzamerhand kreeg de adjudant zijn tegenwoordig
heid van geest terug, en nu hoorde hij dat uit veel
kelon doff.t tonen kwamen, die anders klonken dan
het reutelen van stervenden, en bovendien bemerkte bij
op den grond splinters en overblijfselen van duizenden
ilessch»n. Hier en daar ontwaarde zijn oog ook groepen
van schertsende, lachende en dripkeode soldateD. Nu
werd het raadsel opgelost. De brave 0_>st-Pruisen hadden
een paar champagne-kelders ontdekt en het witte bier,"
waarvoor zij het in hun onkunde hadden gehouden, in
overvloedige mate gedronken. Velen van hen hadden
in hun roes met de flesch in de hand de muren be
stormd en hadden daar den dood gevonden de meeste
lagen midden in het vijandelijk vuur te slapen. De
adjudant koerde terug en meldd? wat hij gezien had.
»Een nuchtere brgade ter sfbssingbeval York.
Da vijand had, gelukkig, van dit alles, niets bemerkt,
anders zou het hem gemakkelijk zijn gevallen den
gordel der belegeraars op deze plaats te verbreken.
Dit was dan ook de reden waarom York de zaak
niet ernstig opnam en zich met een strenge berisping
tevreden etelde.
De Rijn heeft in de laatste dagen den laagsten
waterstand bereikt, die in den loop dezer eeuw werd
waargenomen. Men zou haast zeggen, dat bij uitge
droogd is.
Een eigenaardig schouwspel kan men tegenwoordig
zien, wanneer men de beweegbare brug bij Kehl pas
seert. De bedding van de rivier is bedekt met allerlei
overblijfselen uit do vorige eeuw. Do fondamenten der
pijlers, die eertijds de bruggen over den Rijn onder
schraagden, maar die tijdens de oorlogen in de vorige
eeuw werden vernield, vertoonen zich thans op nieuw
aan do blikken der verwonderde Elzassers. Het wrak
van een ond vaartuig ligt in het midden van de rivier
en op eenige meters afstand ?an dit wrak bemerkt
men eene vormlooze machine, half vergaan en over
dekt met mos. Deze toestel heeft gediend in 1829 om
het Ijs te breken, tijdens den vreeselijken ijsgang, die
zooveel verwoestingen aanrichtte. Groote steenklom
pen en reusachtige balken mot ijzeren verbindingen
vormen de laatste overblijfselen der brug, die op 9
Januari tijdens de capitulatie van Straatsburg door de
Franschen werd vernield.
Vrijdagmorgen stond op den Berg van 't Hof
te Brussel een schilder op eene leer, twee verdiepingen
hoog, aan een gevel te werken. Eensklaps brak de
leer en de man, die zich stevig aan het bovengedeelte
vastklampte, viel van eene groote hoogte naar beneden.
Het stuk leer stootte op het gaanpad waardoor de
hevigheid van den val werd gebroken. Toen men den
schilder ter hulp snelde, stond hij, wel bevend van
schrik, maar toch heelhuids op. Alleen had hij zich
wat op de tong gebeten.
E-ra Engelsc.h echtpaar op hun jzcht een pleizier-
reis doende in West-Indië, heeft het voorrecht gehad
tusschen Barbados en Trinidad zes zeelieden te redden,
die 14 dagen lang in een half zinkende boot hadden
rondgezwalkt. Zij waren geheel uitgeput en verklaar
den behoord te hebben tot da bemanning der Carribon,
van Brazilië naar Liverpool, den 20 ten Januari gezonken.
De bemanning van 14 koppen was in twee booten
gevlucht, welke na vijf dagen van elkaar waren ge
raakt. Da geredden, die twee dagen te voren hun
laatste beschuit deelden, hadden reeds alle hoop opge
geven, en den dag te voren was een neger die zij bij
zich hadden in wanhoop overboord gesprongen. Aan
vankelijk hadden zij zich gevoed met vliegende visschen,
die 's nachts door het schijnsel vsn hun lamp werden
aangetrokken.
Volgens de Figaro zijn vier zieken te Parijs,
wien men geitenbloed in de aderen gebracht had, ge
storven.
Volgeas het T. v. Gen. zijn de inspuitingen met
Koch's lymphe te Warschau in de stedelijke gasthuizen
verboden, op last van den gouverneur-generaal.
Een slager te Antwerpen heeft de 150,000 fl.
getrokken bij de jongste trekking der Oostenrijkscht
loten.