1891. N". 30.
Dinsdag 10 Maart.
Voor jaar s-Veemar kt,
TE GOES,
Ontheffing van Dienst,
Z E E - M I L I T I E
HET EINDEXAMEN
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75*
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij da heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en
verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De nr'i* der gewone advertentiën is van 15 regels 50 eent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht»
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en oontant betaald 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeLj
Den belanghebbenden wordt herinnerd, dat de esrste
zal gehouden worden op Dinsdag den 14 April 1891.
Goes, den 7 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders *an Goes,
J. G. d W HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
De aanvrage door miliciens, die geestelijken en be
dienaren van den godsdienst bij erkende kerkgenoot
schappen of studenten in de godgeleerdheid zijn, om
moet tusschen den 20 Maart en den 1 April met het
bewijsstuk worden ingediend bij den Burgemeester der
gemeente, binnen welke zij voor de militie zijn inge
schreven.
Goes, den 7 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
De lotelingen voor de Nationale Militie dezer gemeente
voor de lichting 1891, die dienstplichtige nummers ge
trokken hebben en welke verlangen mochten bij de
te dienen, kunnen zich daartoe voor den eersten April
eerstkomende ter gemeentesecretarie aangeven, alwaar
de verlangde inlicntingen te verkrijgen zijn.
Goes, den 7 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d W HAMER.
De Secretarie,
HARTMAN.
Bij Koninklijk Besluit van 10 dezer no. 14 is bepaald
dat zullea worden opgeroepen om ven ft18 April
1891 in den wapenhandel te worden geoefend van het
3e regiment Infanterie de navolgende milicienB-verlof-
gangers der lichting 1886
Huibregt De Pan, Gcrardui Hnbertus Holtkuizen,
Cornells Korstanje, Mnrlnus Roijnhont, Johannes
Verhuist, Marinas Van Zweden, Amandus Theodorus
Croin, Guiljaam Bruel, Marlnus Tan LIere, Adamus
Meijler, Pieter Johannes Hengstmangers, Johannes
Pieter Van Paassen, Marinus Govers, Pieter Cornells
Van Immerzeel.
Zij worden opgeroepen om des middags vóór
4 uren tegenwoordig te zijn bij hun corps, werwaarts
zij zich rechtstreeks moeten begeven.
Hij, die niet aan de oproeping voldoet, wordt als
deserteur behandeld, en hij, die niet op den bestemden
tijd onder de wapenen komt of niet voortdurend aan
de oefeningen deelneemt, of wel achterlijk blijft in het
aanleeren van den wapenhandel, wordt zooveel langer
onder de wapenen gehouden als de kommandant noodig
acht.
Goes, den 7 Maart 1891.
De Burgemeester van Goes,
J G. d. W. HAMER.
aan de BURGER-AVONDSCHOOL zal dit jaar gehou
den worden, wat het mondeling gedeelte betreft, op
Donderdag den 19 Maart, van de9 voormiddags 9 tot
12 uren, tot bijwoning waarvan belangstellenden worden
uitgenoodigd
Zij die zich aan bedoeld examen wenschen te onder
werpen behooren daarvan aangifte te doen voor of
uiterlijk op Woensdag 18 Maart a s aan den directeur
der school dr Z. Th. DIEHL.
Goes, den 7 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d W HAMER.
De Secretaris,
hartman
Brieven uit de Ganzestad.
xxx.
Aan
de heeren Kwik en Kwak
te Qanzestad.
Mijne heeren I
Uwe samenspraak, door uw vriend H. dezer dagen
in een blad ia deze provincis gepubliceerd, waardoor
ik voor het eerst vaa uw bestaan kennis kreeg, doet
mij mija langdurig stilzwijgen verbreken. Niet omdat
ik uw gesprek op zichzelf van zooveel belang aekt,
integendeel, ik vind het van dat soort, dat eigenlijk
het best wordt doodgezwegen maar ik meea eruit
te moetsa opmakea, dat óf u of uw vriend H. onte
vreden is, en ontevreden menschen zie ik niet gaarne
om mij heen. Ik wil daarom traehten door «ene
wederlegging van uwe beswaren, maar vooral van
uwe argumenten, n de gewenschte tevredenheid terug
te bezorgen.
Uw eerste klaeht, genit door mijnheer Kwik en
door éen enkel bewgs gestaafd door mijnheer Kwak,
lu'dtadat alle groote lui (doch liever gezegd de
aristocratie) hun inkoopen niet doen bier, lij hunte
stadgenooten, neen dat gast naar Rotterdam, Am
sterdam of in dergelijke groote steden 1"
Te bewijzendat die klacht onwaarheid bevat,
zou mij niot gemakkelijk vallen. Maer het te beweren
en daarbij een beroep te doen op het oordeel der
neringdoenden in onze gezamenlijke woonplaats, dat
zult ge mij wel willon vcroorlooven, niet waar Dat
go de uitdrukking »groote lui" wilt verbeteren door
haar te vervangen door »da aristocratie" bewijst
alreeds, dat go eigenlijk slechts zeer enkelen op het
oog kunt hebben, of dat ge niet weet wat het woord
beteekent.
Aristocratie" als zoodanig treft men In ons stedeke
sl zeer luttel aan. Doch aannemende, dat uwe be
doeling is pde meergegoeden," dan durf ik u wei
het bewijs vragen voor uwe bewering. Ik hoop niet,
dat ze uitsluitend gegrond is op het argument van
den heer Kwak, dat hij onlangs een voornaam keer
met zijne dame uit ons stadje in een winksl hun
inkoopen zag doen te R. Dit argument toch zou al
te zwak sijn. Verondersteld eens, dat die heer en
dame, te R. een winkel passeerende, daar juist iets
zagen, dat van hunne gadiag was, zoudt ge den wil
len, dat ze wachtten het te koopen tot ze in Gan
zestad waren teruggekeerd, waar ze dan misschien
wel iets dergelijks, maar vermoedelijk niet iets pprecies
eenders" zouden vinden, evenmin els ze het in Am
sterdam of eenige andere aanzienlijke plaats zouden
aantrefLn Of wel, waren die heer en dame oek
wellicht eenige dagen op reis geweest en hadden ze
hunnen kinderen beloofd iets voor dezen medetebrengen
uit R Of kochten zs misschien iets voor een jarige,
die op sijn verlanglijstje" iets had, dat in Ganzestad
niet te bekomen was
Ziet, dit alles zult ge vermoedelijk evenmin weten
als ik en ik verlang vau u balden dan ook op deze
vragen geen antwoord. Ik wilde u en uw vriend H.
alleen maar aantooneu, dat z ch tal van gevallen kun
nen voordoen, waarin men elders inkoopen doet, zonder
daarmede opzettelijk de neringdoenden in de
eigsn woonplaats tt willen voorbijgaan.
Ik wil u dit nog door een enkel voorbeeld ophelderen.
Toen mijne vrouw onlaogs eenige dagen in de Geldersehe
hoofdstad had vertoefd, bracht ze mij van daar eene
kotveelheid »Arnhemcchs meisjes" mede ik bedoel
na nurlijk het banket vaa dien naam, mijne heeren
omdat ie weet, dat ik daarop zoo bijzonder belust
ben. Zoudt ge het nu niet al te lichtvaardig vladen
daaruit te besluiten, dat ik alle banket-winkels te
dezer stede voorbijga om mijne inkoopen te Arnhem
te doen? Eene ouderstellisg, die lk trouwens onmiddel
lijk zou kunnen wraken op getuigenis vaa uwe naam-
genooten Kwik en Kwak uit den Haagschen winkel,
tot welks getrouwe klanten mijn haisgezin mag ge
rekend worden.
Vergun mij buitendien é«n vraag, speciaal aan bet
adres van u, mijnheer Kwak. Wat deedt u in dien
winkel te R. toen die voorname heer met zijne dams
er hun inkoopen deden Ik hoop toch niet, dat u
dear i-tts kocht?
Ik wil wel gelooven, of liever ik weet wel zeker,
dat er ook in onze stad, als overal elders, enkele
menschen gevonden worden, die hunne beeoodigdbeden,
vooral die niet tot het dageiijkich gebruik behooren,
van elders laten komen eu ik betreur dat zeer, want
onze neringdoenden hebben ook behoefte aan hun steun.
Ja, ia eene kleine plaats als de onze, waar hot ver
band tusschen de verschillende deelen der bevolking
als vanzelf grooter is dan in aanzienlijker gemeenten,
daar zou misschien van een zeker recht sprake kunnen
zijn. Toch, al keur ik in het algemeen de handelwijze
dier ingezetenen af, mag van een onpartijdig stand
punt niet verzuimd worden over de qnaeetia eens
door te denken. En dan wensch ik in de eerste plaats
erop te wijzen, dat men hier vaak niet die uitgebreide
keuze heeft en ook niet kan hebben, welke men in
een zelfde artikel elders aantreft; daartoe is de omzet
uit den aard der zaak te gering. Verder, het harde
woord moet er uit, omdat ik dit werkelijk in 't be
lang der handelaars zeiven acht, meoD ik te moeten
opmerken, dat enkele neringdoenden zich wel wat
weinig er om bekommeren om in vormen en manieren
met hun tijd medêtegaan. Mag het b. v. niet gevergd
worden, dat men esn jasje aanhebbe of aantrekke als
msn klanten in den winkel te woord staat? Eu zijn
er niet enkeleB, die deze geringe moeite veronacht
zamen Man moge dit op zichzelf kleingeestig noemen,
het oog wil immers ook wat. Op de kermis ziet men
eene voorstelling toch ook liefst in eene goed ingerichte
en net versierde tent door personen in goede, frissche
costumesal zou de voorstelling zelve er niet minder
om zijn nis aan de klseren wat minder zorg was
besteed. Daarom, de zonen eens eenige jaren naar
elders gestuurd om te lseren hoe het publiek bediend
moet worden. En eindelijk, hoe vaak gebeurt bet niet,
dat men in een winkel iets willende koopen, dat nog
kort gelsden voorhanden was, dit dan is uitverkocht
eu men ten antwoord krijgtpmaar als er weer eens
een reiziger komt, dan wil ik wel eens probeeren of
ik het nog krijgen kaD."
Daarin schuilt eene groote fout van den hanlel in
kleine afgelegen plaatsen: men is te veel afhankelijk
d-n commis-voyzgeur. Men stelt r.ich te weinig
in verbinding met den fabrikant, vooral ook omdat
d e vaak buitenslands woont en men niet de vreemde
talen genoeg machtig is om daarin te aorrespondeeren.
Voortgizet onderwijs voor de kinderen kan daaiin
voorde toekomst alleen verandering brengen. Nu moet
men vaak weken of maanden wachten op het een of
ander, dat men gaarne wilde hebben. Is het wonder,
dat men in zulk een geval elders tracht terecht te
komen.
Ziet, dat zijn enkele eigenaardigheden aan den klein
handel verbonden, waaraan een Gsnzestadter van ouder
tot onder als ik beD, zich niet ergert. Msar ik
kan me best voorstellen, dat iemand, die veel buiten
ons stedeke vertoeft, of die slechts voor enkele ja-en
hier metterwoon gevestigd iv, daarmede minder ver
trouwd geraakt eu liever, al kost het ook wat meer,
sommige artikelen van elders laat komen.
Maar dat zijn dan toch maar enkelen en daarom
gaat het niet op, mijae heeren, dat gij aw vloek slin
gert naar het hoofd van alle pgroote heeren'1, veel
minder nog dat ge op dien grond werkstaking predikt
in het teekenen op lijsten voor feestelijkheden als die
voorname hseren daaimede aan uwe deur kloppen.
Komt, laten we om dat dreigement samen eens lachen.
Maar neen, laten we liever ernstig blijven en zegt
gij mij dan eeDS of ge werkelijk gelooft, dat, wanneer
die voorname heeren zich daarvoor spannen en dat
zijn er maar zeer enkele, niet waar ze dit doen
uit eigenbelang Waarlijk, wanneer die voorname
heeren mat hunne dames eens een pretja willen hebben,
dan kunnen zij zich dat nu juist zooveel beter buiten
Ganzestal verschalfm. Daarvoor hebben zij den steun
der »burgers" ni-t noodig. 't Is dan ook veel meer
in het beiarg dier «burgers" zelf, dat die heeren trach
ten werkzaam te zijB. Eu is de burgerij daarvan niet
gediend, ik weet het niet, want ik behoor niet tot
de »voo* namen", maar ik heb zoo'n idé«, dat de
heeren" dan zeer gaarne dat aankloppen met lijsten
achterwege zullen laten.
Ja, wanneer ik tot die heeren behoorde, zou uwe
samenspraak voor mij reden genoeg sijn er mij aan
te onttrekken, tot tijd en wijle er uit de burgerij een
andere stem dan de mijne opging om hen te danken
voor hunne bemoeiingen. Maar ik zou mij dan tevens
onthouden van te teekenen op lijsten voor «Excelsiors",
Sparta's" cn zoovele verenigingen uit de burgerij.
Slechts met é«ne zinsnede uit uwe samenspraak,
mijne heeren, kan ik mij volkomen vereenigen, na
melijk die, waarin u, mijnheer Kwak, aan mijnheer
Kwik xegt, dat hij gekkentaal slaat, als bij beweert,
dat de winst d»r gasfabriek verdeeld wordt onder de
•groote heeren''. Inderdaad, dit gelijkt naar gekken-
taal. Toch wil ik u, mijnheer Kwik, nog wel even
op de hoogte brengen van de wijze, waarop de winst,
door de gasfabriek gemaakt, wordt besteed.
Toen de fabriek door de gemeente werd overgeno
men en daaraan tevens verbeteringen werden aange
bracht is daarvoor eene aanzienlijke som geleend. Voor
de jaarhjksche rente en aflossing van die schold wordt
de winst der gasexploitatio in de eerste plaats ge
bruikt. Blijkt dan nog everteblijven en meent men te
mogeu veronderstellen, dat een volgend jaar de exploi
tatie minstens even voordeelig zal zijn, dan wordt de
gasprijs verlaagd, wat niet alleen ten goede komt aan
de «groote heeren", maar zeker niet het minst ook
aan tal van neringdoenden, die gasverlichting in hunne
woningen en winkels hebben doen aanbrengen. Met
die prijsverlaging mag echter niet te luchthartig wor
den omgesprongen, omdat de hooge prijzen der steen
kolen het zeer moeielijk maken eene eenigssins juiste
raming vau de winst voor een volgend jaar te maken
en de gemeente aansprakelijk is voor de behoorlijke
aflossing en rentebetalingook al maakte de gasfa
briek eens geen winst. Ea wanneer er eens wat over
blijft, dan wordt daarvan een extra- flossmg gedaan,
of het vloeit in de gemeentekas. Ge ziet dus, mijnheer
Kwik, dat er werkelijk geen percenten voor de »groote
heeren" te verdoelen overblijven.
Ik vermoed, dat verscheidene mijner lezers erover
zullen glimlachen, dat ik uwe samenspraak tot een
onderwerp voor een bri»f heb gekozen. Eerlijk gezegd
moet ik zelf verklaren, dat zij dit dan ook nauwelijks
verdient. Maar er openbaart zich tegenwoordig zulk
een zucht tot ontevredenheid en gemopper, dat zelfs
van de onzinnigste verwijten allieht iets blijft hangen
en daarom achtte ik het gewenscht mijne argumenten
tegenover de uwe te plaatsen en aan te geven wat
de neringdoenden zeiven kunnen doen om elke aan
leiding om elders te koopen weg te nemen.
Ik ben de eerste om te erkennen, dat er ook hier
heel wat malaise heerscht, en ik heb mij in vroegere
brieven niet onbetuigd gelaten te wijzen op fouten,
die kegasn worden ten opzichte vau handel en industrie
in onze kleine stad. Mes herinnvre zich o. a. wat ik
eenmaal schreef over cioperatie in verband met do
groote vercenigiog »E gen Hulp" (oiet te verwanen
met de galijknamige weikliedenvereeniging alhier) eu
over aanbestedingen. Maar oaware klachten, scheeve
voorstellingen en tastbare leugens als in uwe samen
spraak voorkomen, kunnen alleen dienen om dn on'e-
vredenheid te doen stijgen, niet om verbetering in de
toestanden te brengen. Den vinger te leggen cp een
wondeplok in ome maatschappij kan zijn nut hebben.
Wonden te fantaseeren is altoos gevaarlijk.
Eq wanneer men, zooals gij, mijne heeren, dan daarbij
nog tracht de klassen eener kleine maatschappij »!b
die in Ganzestad tegen elkander in het harnas te jagen,
dan zie ik daaruit groote rampen voortspruiten, maar
niet in de eerste plaats voor de groote heeren".
Wanneer ge dit voortaan wat meer wilt overwegen
en aan mijnheer H. wilt verbieden uwe vertrouwelijke
gesprekken te publiceeren, dan zult ge daarmede een
goed werk verrichten en den dank inoogsten van alle
weidenkenden, o. a. ook van
Uw dw.
Adspirant
Bijdraaien.
Het concept-program, van het bestuur der kathol,
ktesvereeniging »R«cht en orde" uitg-gaan, schijnt,
bij nadere overweging, De Standaard toch boter te
bevallen dan dit blad aanvankelijk deed onderstellen.
Vóór enkele dagen heette het
•Gevolg van zulk een program sou dus wel moeten
ziju, dat alle politieke samenwerking tussehen beide
partijen niet slechts tijdelijkmaar voor altoos werd
afgesnedeo."
Thans heeft deze scherpe veroordeelisg reeds voor
•ingenomenheid" plaats gemaakt, en ofschoon, na
tuurlijk, het anti-revolutionaire blad op moer dan éen
punt de voorgestelde formuleering bestrijdt, wordt
samenwerking op dien grondslag niet meer als te
eanenmale nutteloos en ongeoorloofd veroordeeld, maar
integendeel verdedigd, zij bet dan ook ale een »xeer
tijdelijke" en »zeer beperkte."
Als m?n voor meer tijdelijke" zoo iets leest als
tijdens de verkiezingen", dan zal men 'c aan 't juiste
eind hebben. Hoe meer deze naderen, hoe meer er
nog wel bijgedraaid tal worden. Een groot gedeelte
Uch der antirevol. kamerleden leven slechts bij de
genade der katholieken en in dat licht zal ook be
schouwd moeten worden de bekende houding van den
heer Van Velzen, die blijkbaar zijne kiezers te Bode
graven niet door eene pertinente verklaring omtrent
de legerwet wenschte te ontstemmen.
Zoo wat er om heen gepraat, adres axn da verkiezing
van den heer Van de Velde te Delft, en de kans op
een zetel is behouden I Wel gaan op deze wijze zoowel
beginselen als zelfstandigheid van de antirevolutionairs
partij en van hare kamerleden »b:jgedraaid" liggen.
Maar wat nood, als de heeren maar kunnen blijven
zitten. Na de verkiezing kan het politieke vaartu g
den steven wenden
Minisiriëele zorg voor den landbouw f
Wi« ook van de zegeningen van ons tegenwoordig
Ministerie genieten mogen, zeker niet de landbou
wende bevolking. Tot dusverre is voor de
boeren nog slechts vermeerdering van druk in 't voor
uitzicht gesteld man denke aan ;!e belastingvoorstellen
en nu weder aan het ontwerp op den suiker-
a c c ij n s. En hoe de Minister van Financiën denkt
over de adressen, die daartegen ook uit onze omgeving
bij de Kamer ziju ingezonden, blijkt als wij mededeelen,
dat de Minister die adresbeweging jl. Vrijdag noemde
een opgezweepte boel Waarlijk, onze boeren,
die zoo trouw medehelpen om een kabinet als het
tegenwoordige mogelijk te maken, beleven weinig
vreugde van hun werk
Terecht kwam dan ook de heer Van Kerkwijk op
tegen het dooden van een tak van den landbouw, die
in treurigen toestand verkeert. De productie zou van
51 tot 29 millioen verminderen. En evenzeer terecht
vroeg de hoer Van Kerkwijk is dat nu de zorg, die
de Rogeering voor den landbouw heeft beloofd
Een zonderling argument
is door den Minister van Financiën en door den heer
Rutgeis tegen de adressen intake den suiker-accijns
aangevoerd, nl. dat de boeren zei ven daardoor aan
de suikerfabrikanten een wapen in de hand geven om
op grond der nieuwe regeling voortaan minder voor
de bieten te betalen! Alsof de fabrikanten, wanneer
zij in hunie industrie schade lijden, dat toch niet
zouden doen ook zonder erkenning van da zijde der
boeren 1 Welk eene redeneeringDie in de tweede
hand schade lijdt zou dus maar het best doen te
zwijgen om de eerBte hand, die met beide oogen open
•n druk in de weer is, niet.... wakker te maken 1
Wij w;ten er wat op, dat meteen eene ongezochte