1891. N'. 22.
Donderdag 19 Februari.
jaargang.
ste
GOESGHI
De uitgave dezer Oouraot geschiedt Maandag, Woensdag an YrijdflgfcYOii&j
uitgezonderd op feestdag en.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,7&,
Behalve &&n ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad
aangonojnan bij de hoeren N1JGH VAN DITMAR te Rotterdam en
verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
iOURANT.
Da prijs der gewone advertontiën ia van 15 regels 50 oent, elke regel meer 10 cent.
Br. directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht?
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—8 regels a f berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan <4 regels beslaande en contant betaald 20 cU
Aanvragen om en vermolding van liefdegaven 5 cent per regel
Aan een schiyvon uit Paramaribo ia het
Vaderland ontleenen wij het volgende, dat, althans ten
deele, voor verantwoording van den coircspondenk van
dat blad komt:
Ten onrechte wordt do hooge opbrengst van de
invoerrechten aan eene betere conti 61e geweten, welke
door den heer Lobman in het leven zou zijn geroepen
en ten gevolde waarvan de smokkelhandel zou zijn
onderdrukt- Niets is minder juist. Wel is waar, is
eindel jk, onder het bestuur van den heer Lobman, aan
den herhaaldelijk uitgesproken waosch der Kol. Staten
en ook doordien het eatrepöt van den K. W.-I. mail
dienst beter werd ingericht, eene betere coati 6le ge
komen op de inklaring van aangebrachte goederen,
wat natuurlijk tot stijving der middelen leidt, maar do
aanzienlijke vermeerdering der invoerrechten en van
den accijns op het buitenlanduch gedistilleerd is hoofd
zakelijk te danken aan het verhoogd tariefdat op
initiatief van den oud-gouverneur Smidt ontworpen
door de Koloniale Staten nog hooger opgevoerd werd
dan de ontwerper aanvankelijk zelf gewild had.
venzoo komt ai et aan den heer Lohman de eer
toe te hebben gemaakt, dat Sariname telegraphisch
met het buitenland in verbinding is gekomen.
Op herhaalden drang der Staten werd da post voor
subsidie voor telegraphiscbe verbindingtoen de zaak
ook door den heer Sm:dt sterk aanbevolen werd
door de regeerlDg op de Sur. begrooting gebracht.
Voor den heer Lobman was het derhalve zeer eenvou
dig, toen de aanvraag voor concessie door da tele-
graafmaatscbftppij gedaan werd, die aanvraag goed
te keuren. Zijn echter de belaQgen dar kolonie daarbij
door den gouverneur naar behooren waargenomen
Verre van dien, ten minste Fransch Guyana, dat in
evenredigheid van zijn verderen afstand tot Martinique
geen hoogsre snbsidie dan Suriname aan de Compagnie
betaalt, heeft betere voorwaarden erlangd dan ons
gouvernement verkreeg.
Tot dasverre heette alles wat uit de kolonie tegen
den gouverneur wordt aangevoerd bij den minister
logen. Zal de minister dit ook kunnen volhouden,
wanneer straks da Engelsche regeering met de grieven
te berde zal komen, die consul Wyndhsm het zijn
plicht heeft geacht haar bekend te maken
Men zal zich herinneren hoe hiei gewaarschuwd
werd om den heer Ka Iff niet tot procnrccr-generaal
te benoemen. Men vreesde torecht, dat het lid van
het Hof van Justitie, dat zich had kunnen leenen de
niet te verdedigen zaak van gouverneur L ;hman in
Den Haag te gaan veidadigen, onmogelijk het ver
trouwen kon verwerven, dat het hoofd der politie in
deze kolonie toekomt. Toch werd mr. Kalff tot pro
cureur-generaal benoemd. Nauwelijks was dit geschied
of het regende ontslagen bij do politie. Met onver
biddelijkheid werden personen, die daartoe niet de
minste aanleiding hadden gegeven, ontslagen en velen
moesten het pensioen derven, waarvoor ze jarenlang
hadden gecontribueerd. De gevangenen, onder het toe
licht van den proc.-gen. staande, werden niet beter
behandeld. Terwijl* da wet op de gevangenissen het
opleggen van lijfstraf alleen in uiterste gevallen en
dan niet anders dan in tegenwoordigheid van de com
missie van toezicht binnen (1e gevang-mis toelaat,
werden da gevangenen bmten de gevangenis op gezag
van de opzichters alleen en voor het mmste delict
afgeranseld. Herhaaldelijk en dagen achtereen kon
men in de maanden No7. en Dec. gestraftenop het
Gouvernementsplein weikzaam, telkens zien afranselen,
als ze maar niet hard genoeg liepen of werkten, altijd
naar het oordeel van den over hen gestelden opzichter.
Men waarschuwde om daarmede op te houden; doch
het schijnt in deze kolonie juist eene aanmoediging
bij het beatnur te zijn om dan zulke we. k n niet
op te volgen. Althans men ging voort met het ran
selen der gestraften, waarvan de meesten B.-I. koelies
waren, totdat op een goeden morgen voor de woning
van den Engelschen consul een tal van koelies zooda
nig werden afgebeuld, dat de heer W. het zijn plicht
achtte om zich daarover bij den gouverneur te beklagen.
Oigelukkig was het niet deze grief alleen, die den
heer W. op het harte lag. De consnl had reeds vroeger
bij den gouverneur aangedrongen om de benoemingen
van directeurs en plantage-opzichters tot buitengewoon
politieagent in te trekker, doch zonder gevolg.
In het belang der planters had de heer Kalff eenlge
maanden geleden, door tnsschenkomst der verschillende
district8-commissarissen, dezen uitgenoodigd zich tot
buitengewoon politieagent te doen benoemen. Het doel,
met deze benoeming te bereiken, was, naar 's heeren
Ka ff s meeting, dat voortaan geen koelies, die hun
patroons op een eenzaam plekje zonder getuigen zouden
slaan, daarvan, zooals een paar malen al plaats had,
vrij zouden komen. De rechter zou dan voortaan op
den ambts-eed van den buitengewonen agent van politie
kunnen recht doen. De heer Kalff had ontegenzeggelijk
iets goeds voor met deze circulaire, doch zag daarbij
over het hoofd het misbruik, dat van eene dergelijke
bevoegdheid niet-consciëntieuse menschen zouden kun
nen maken. Gelukkig wilden slechts vijf planters zich
tot politiebeambten do«n benoemen. Niettemin stond
do Engelsche consul er op, dat de benoemingen moesten
worden ingetrokken.
De gouverneur weigerde en toen hij den consul telkons
belet gaf, wanneer deze hem om audiëntie vroeg om
de zaken ia der minne af te doen, besloot mr. W.
eindelijk zijue regearlng met deze zaken io kennis te
stelles on ook met de onverantwoordelijke benoemingen
van den postdirecteur tot districts-commissaris van
Saramaeca en van die van den cipier op het fort Now-
Amsterdam tot districts commissaris over Boven-Para
en Suriname. Over deze zaken nadir iu een volgenden
brief.
Het Venl. Weekbl. haalt uit de beschouwingen
van de Standaard over zeen vergelijk", als gulden
woorden aan die, wolke aan het slot voorkomen: «Kun
er een vergelijk tot stand komen, dan zullen wij dit
van harte toejuichen". De schrijver, mr. Haffmass,
laat daarop dan volgen:
«Voortreffelijk, niet waar Ietusschon verhangt u
niet al te zeer, want er volgt een «mits", dat uwe
vreugde over de inschikkelijkheid van den Standaard
aanmerkelijk tempert.
Mits 1. zulk een vergelijk door de dissidenten eer-
lijkwQg aanvaard worde2. mits we de kracht onzer
weerbaarheid er niet bij inschieten.
De zin van mits lo ontsnapt ons. Zonder weder-
zijdscho aanvaarding toch bestaat er geen vergelijk.
«Eerlijk weg" is leelijk on ware beter weggebleven.
Mits 2o sluit alle vergelijk buiteD. Elke concossie toch
aan de anti-militaristen schaadt in de oogen van
militaristen aan de kracht onzer weerbaarheid
gelijk doze heeren die begrijpen.
De Standaard stolt echter nog eenen anderen en
zwaarderen eiech aan het vergelijk, dat hq van harte
z«l tofjuiehen, wanneer hij schrijft «Wie in de min
derheid is, mag wel eischen, dat er met hem gere
kend worde, maar hij moet tegelijkertijd mijnerzijds
toegeven, dat de meerderheid bij de regeling den toon
aangeeft".
De meerderheid dit spreekt van zelf zijn zij,
die er over denken als de Standaardterwijl de
r.-katholieken (de Standaard spreekt van dissidenten,
alsof de overige r.-katholieken het mot hem eens
waren) da minderheid vormen.
Dus de Standaard c, s. zullen bij de regeling van
het vergelijk den toon aangeven, m. a. w. zeggen
hoe het zijn moet.
Wat zonderling denkbeeld van een vergelijk Begrijpt
gij dan niet, dat bij een vergelijk noch meerderheid,
noch minderheid te pas komen
Overigens ontkennen wij ten stelligste, dat de mili
taristen, hetzij in de Kamer, hetzij in den lande, de
meerderheid vormen.
Slotsom. Wanneer de Standaard werkelijk van heeler
harte zal toejuichen, indien er een vergelqk omtrent
de legerwet tot stand kan komen, dan moest hij aan
dat vergelijk geen voorwaarden verbinden, die het tot
stand komen daarvan onmogelijk makon.
Intusschon moet men het met den Standaard zoo
nauw niet nemen.
't Ia al wel dat hij ditmaal niet als gewoonlijk
zijn bliksems slingert tegen den heel toevalliger), elk
uur opzegbaren en alleen daarom dragelijken bondgenoot.
De Standaard fulmineert in dit artikel slechts tegen
de «dissidenten" onder de Roomschen. Maar wie heeft
die dissidenten gemaakt?
Toen dezer dagen in het district Amerongen op
den anti-revolutionairen candidaat 200 stemmen minden,
en op den liberaal 280 stemmen meer werden uitge
bracht dan bij de vorige verkiezing, vond De Standaard
om dan schijn te redden, er op, dat de candidaat der
liberalen niet liberaal, maar "onaarvatief was. Zoo
waren wij aan al die stemmen gekomen. Hst moet
toch een vreemd slag anti-revolutionairen zijn, die
tegen den candidaat hunner eigene partij, een Asch
Van Wijck nog wel, op eenen conseivatief iets wat
sop den wortel der revolutie stoelt" gaan stemmen.
Ongelukkig echter voor De Standaard bracht een
paar dagen latar in een ander gedeelte des lands, te
Zaidhorn, de stembns eene soortgelijke verrassing,
maar waarbij het Amerongsche vertelseltje geen dienst
kon do8n de liberale candidaat was van alle conser
vatieve smetten vrij. Ook daar achteruitgang van de
anti-revolutionaire partij, en nog wel met het puik der
candidates, met den onvolprezen Brammelkamp. Wat
zal er nu op gevonden worden Hoor
vlo Zaidhorn is weer slecht gestemd.
>Er kwamen 800 kiezers minder op; en deze
verdeelden zich gelijkolijk over alle drie de partijen,
die met een eigen candidaat aan de stembus stonden.
«Ook in Zuidhorn kwam in de sterkte-verhouding
der partijen geen noemenswaardige verandering.
«Toch gingen de anti-revolutionairen iets achter
uit en dat, waar vooruitga^ had mog3n verwacht
worden."
Ziehier de ware cijfers
Ib Maart 1888 zijn uitgebracht 2800 stemmennu
2378. Alzoo, in plaats van 800, 422 kiezers minder
dan toen.
In 1888 op den liberalen candidaat 1146 stemmen
nu 1252, dat is 106 meer,
In 1888 voor de anti-revolutionaire partij 1171, nu
891, dat is 280 stemmen minder.
Op den caudidaat der volkspartij toen 341, nn 220.
De verhouding is dus niet onveranderd geblevende
liberale partij beeft aangewonnen, de anti-revolutionaire
partij is, niet ietsmaar veel achteruitgegaan.
Vergissen kan een ieder zich. Maar den legger op
te slaan, en dan, olq don monschen een rad voor de
oogen te draaien, andere cijfers te geven dan daar
geboekt staan, daarvoor staat een mensch stil.
(N. R. Ot.)
In een artikel over het geheimzinnig vergelijk,
dat dr. Schaapman meent te kunnen vinden om voor-
en tegenstanders van de legerwet te versoenen,
schrijft de lijd o. a.
«De heer Bergansius heeft er o. I. overvloedig voor
gezorgd dat aan eun dergelijk beëindigen der qaaestie
niet gedacht kan worden. Wat sommige ook katho
lieke bladen te verstaan gaven omtrent concessies,
die van regofringswege zouden zijn toegezegd of ten
minste in 't vooruitzicht gesteld, kan ons geen aan
leiding govon om den ernst te betwijfelen, waarmee
de Minister van Oorlog bij de indiening van zijn wets
ontwerp getuigde van de ondergeschikte punten in
mijn voordracht laat ik wqziging toe, maar tn hoofd
zaak moet mijn ontwerp blijven wat het is. Welnu,
juist tegen die hoofdzaak gaat ons verzet. Blijft die
onveranderd, dan blijven wij ia den Minister onzen
vijand zieD, in zjjn ontwerp een onrechtvaardige wet,
in de politiek, door hem voorgestaan, de politiek die
door ons moot worden bestreden. Da naam, onder
welken hij zich bij ons aandient, doet voer ons niots
ter zake, en evenmin het persoonlijk karakter van den
Minister, dat wij als volkomen intact eerbiedigen,
zijn beleid stuurt aan op een strand, dat wij nooit
wea*chen te beiciken, en derhalve achten we het onzen
plicht, hem de roerpen uit de hand te wringen.
En wat ons tegen de wensehelijkheid van een ver
gelijk" in déze omstandigheden niet het minst schijnt te
pleiten, is de overweging van hetgeen in de toekomst,
van zoodanig vergelijk voor ons het gevolg wezen zal
Indien wij medehelpen aan het tot stand komen van
een wet, die het anti-nationaal karakter van onze
legervorming bestendigt en verscherpt, indien wij onzen
stean blijven bieden aan een Minister, die al is
het met opoffering van veel wat ons in zijn ontwerp
onaannemelijk voorkomt de hoofdbeginselen ervan
blijft haudhaven, dan geven wij ons recht uit de
handen, om later te hervormen wat wij nu zelf hielpen
bederven.
laderdaad, wij kunnen niet inzien om welke roden
in de tegenwoordige omstandigheden een vergelijk1'
ten opzichte van een wet als die door den Minister
Bergansius werd ingediend voor onze katholieke partij,
voor het geheele Vaderland wenscholijk zou zijn".
GOES, 18 Februari 1891.
Men verzoekt ons in hot belaDg van het publiek
eraan te herinneren dat het kantoor van regis
tratie alhier slechts tot des namiddags drie uur
geopend is.
Op de gisteren in de «Prins van Oranje" ge
houden eindvergadering tot oprichting eensr onderlinge
bagelverzakeringsmaatschappij traden
staande die vergadering een 23tal landbouwers als lid
toe met een totaal van pl. m. 1150 H.A.
Tot bestuursleden der vereeniging werden gekozen
de heeren E. Van den Bosch, J. J. Mol, C. Der Weduwen,
C. Zuidweg, M. De Kater, P. Van den Dries, A. Brugge-
man, J. Van Nieuwen hu ij zen en I. G. J. Kakebeeke,
die onder elkaar de verschillende betrekkingen znllen
verdeelen.
Op voorstel van dhr. C Zuidweg werd de verkiezing
van tien schatters uitgesteld tot eene latere bijeenkomst.
Met een woord van opwekking aan de verschillende
leden om ieder in hun kring het doel der vereeniging
meer bekend te maken en zoo te trachten het ledental
te doen toenemen, werd de vergadering door den heer
E. Van den Bosch gesloten.
Kapelle. Jl. Maandag werd door de liberale
kiesvereeniging «Vrijheid en ords" al
hier eene vergadering gehouden, waarin dhr. A. v. d
Brugge op duidelijke wijze eene verhandeling hield
over «graanrechten". Het bestnur, dat volgens de
statuten in zijn geheel aftrad, ward herkozen, met uit
zondering van dhrn. J. Fopma en J. De Jonge, die
niet meer in aanmerking wenschten te komen. De
eerste werd a's voorzitter vervangen door dhr. v. d.
Brugge, de tweede door dhr. A GaMis Merens.
Het voornemen is om de S t e d e n w e t ra
afhandeling van de staatsbegrooting in de afdeelingen
van de Eerste Kamer te onderzoeken, welke don medio
Maart zou vergaderen voor de openbare beraadslagirg
over dat voorstel.
Men schrijft aan de N. R. Ct.
In zijne beantwoording van het voorloopig verslag
der in de afdeeiingen van de Eerste Kamer geleverde
beschouwingen over de begrooting van zijn departement,
heeft de minister van buitenlandsche zaken, gelijk
reeds is medegedeeldverklaard, dat naar zijne meening
degeloofsvrijheid der Nederlandsche
protestanten in Spanje voldoende beschermd
en gewaarborgd wordt door de in ons handelstractaat
met deze mogendheid voorkomende clausule \an be
handeling op den voet'der meest begunstigde natie,
en hem nimmer eenig bepaald feit is medegedeeld,
waaruit zou zijn af te leiden, dat op die bescherming
niet gerekend zou kunnen worden.
Dit antwoord van den minister slaat op een vraag
in het voorloopig verslag gedaan en die niet door de
bladen is meegedeeld, en toch tot recht begrip der
zaak dient te worden gekend. In eene der afdeelingen
namelijk werd, naar aanleiding van klachten die over
geloofsvervolging van protestanten in Spanje door Gagel
te Malaga aan den president der Algemeens Synode
van de Nederl. hervormde kerk waren gericht, de
vraag gedaanof de geloofsvrijheid der protestanten,
voor zoover die Nederlanders zijn en men meende
te weten dat bovengenoemde persoon dat was in
Spanje genoegzaam beschermd en gewaarborgd is door
bat bestaande tractaat met die mogendheid, en zoo
ja, of dan op die bescherming kon worden gerekend
De vraag scheen te meer gerechtvaardigd, omdat daar
omtrent, blqkens de discussie bij de behandeling van
bedoeld tractaat (Handelingen Tweede Kamer 1887/88
bladz. 681 vlg.) bij enkele leden der vertegenwoordi
ging twijfel scheen te bestaan.
Geeft men zich nauwkeurig rekenschap van de daide-
lijke strekking der vraag, dan valt het niet te ont
kennen dat het antwoord des ministers ontwijkend is.
Had men niet het recht gehad, het flinke, cordate,
een minister van een protestantsch land alleen waardige
bescheid te verwachten, dat «bij voorkomende gevallen
onze diplomatie, krachtens hare roeping, met da haar
ten dienste staande middelen zou optreden ter hand
having der bepalingen van het cractaat en ter behar
tiging der belangen van onze landgenooton
Het is te hopen, dat onze senaat zich niet met zulk
een kluitje in het riet zal laten sturen.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
Bij het algemeen debat over de staatsbegrooting
constateerde gisteren de heer Van Oennepdat da
liberalen, die meewerkten tot schoolwetwgzigiag, hun
beginsel niet prijs gaven, maar het neutraliteitsbe
ginsel handhaafden. D§ heer De Bruijn dreigde, dat
de katholieken de Regeering zoaden bestrijden als da
legerwet hier komt. De heer Fransen Van de Putte
kritiseerde het staatkundig beleid der Rageering, hij
achtte de dagen van het kabinet geteld maar de tijd
voor het optreden der liberalen niet gewenscht. Da
heer Van Lijnden verdedigde de Regeering en laakte
de voorbarige oppositie van den heer De Bruijn. Da
heer Van Roijen pleitte voor eene nieuwe partijformatie.
De Minister van Koloniën verdedigde de Regeering,
die door de schoolwet pacificeerde, en kiesrecht-her
vorming nu nog onnoodig achtte. Da legerwet is in
gediend in 's lands belang. Wijzigingen sullen daarin
misschien gebracht worden.
Het algemeen debat is afgeloopen.
Kerkelijke Zaken en Oadsrwlis.
Kruin!ngen. De heer F. Van der Paijl, godsdienst
leeraar alhier, heeft het beroep naar de gemeente Kats
aangenomen.
Beroepen te Sirjansland ds. H. A. Lienmans Sr.,
te Overlangbroek.
Bedankt voor het beroep naar de Gsr. gemeente
te Grand Rapids (N.-A.) door den heer D. Janse te
Middelburg.
Bij de examens voor de nuttige handwerken to
Breda is geslaagd mej. A. D. Nijland, van Middelburg.
Te Zieriksee hebben da onderwijzers eene ver
eeniging gevormd met het doel zich te oefenen in de
vrije en orde-oefeningen der gymnastiek. Hat onderwijs
zal gegeven worden door dhr. P. v. d. Meulen, leeraar
aan de H. B. S. te Goes.
Rechtszaken.
Door de Arrondissements-Rechtbaak te Middel
burg ziju gisteren veroordeeld: C. v. d. W., 19 j., te
Kolijnsplaat, wegens vernieling, tot ƒ5 b. s. 5 d. h.
J. K22 j., te Kolqnsplaat, wagens mishandeling, tot
2 ra. gev.straf.
Vrijgesproken werdC. S., 55 j., te Wissskerke,
e klaagt van diefstal.