1891. Nü. 1. Donderdag 1 Januari. 78 189 0. stt GOESCHE De uitgave deaer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, soo binnen als buiten Gees, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentibn voor dit blad aangenomen bij de hoeren NIJGH VAN D1TMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdiroetenren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meor 10 cea&t Bi4 directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht* tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegavea 5 eent per regel. Tengevolge van de overal gestremde vaart is het ondergeteekenden onmoge lijk eene eenigszins betrouwbare „Lijst van Stoombootdiensten enz." uit te geven. Zoodra de verschillende diensten zullen worden hervat, zal genoemde lijst on middellijk worden verzonden. Goes, De uitgevers, 31 Dec. '90. F. Kleeüwens Zoon. I. Hst jtar 1890 is geëindigd. Id msnig opzicht zal het door velen met eene zwarte kool worden aaige- teekend. Het is een jaar geweest van veel rouw en smart. Schipbreuken, spoorwegongelukken volgden slkauder op eu eene ernstige epidemie, de influenza, bracht niet alleen groots stoornis in het gewone maat schappelijk verkeer, maar sleepte menige dierbare betrekking, menig vriend of vriendin ten grave. Werd in de afgeloopen week het wrede op aarde" gepredikt en gezongen, ach, als wij den blik rondom ons slaan, dan zien wij dat de vervulliag van dat schoone woord verder dan ooit verwijderd schijnt. De legermachten worden voortdurend versterkt en ver beterd, en ook in ons eigen land wordt eene legsr- hervorming terhand genomen, die, hoe noodig ook, weder meer offors van de natie zal eischen. Socialis tische woelingen nemen toescheuringen op kerkelijk gebied vervreemden en verbitteren de zonen vau het zelfde land al meer en meer van en met elkaar, en In plaats van de liefelijke tonen des vredes ruisehen wanklanken van haat en bitterheid door het gansche land. Wordt reads door dit alles het jaar 1890 als met een rouwrand omgeven, bij den terugblik op het afge loopen jaar wordt het hart bovenal met weemoed ver vuld bij de herinnering, dat Willem III in 1890 aan zijn volk werd ontnomen. Zijn dood ligt ieder nog te versch in het geheugen dan dat we souden behoeven te herbalen wat hij goeds gewrocht heeft, om onzen lezers te doen beseff-n wat Nederland in dezen Jaat- sten mannelijken telg van het aloude Oranjehuis heeft verloren. Eu al gaat ook schijnbaar alles weder zijn gewonen gangal bemerkt men ook in de aangelegen heden van den Staat nauwelijks meer, dat onze grijze Vorst ie heeDgegaan, toch blijft zijn verscheiden een feit, dat alle andere gebeurtenissen in de schaduw stelt en 1890 tot een droevig jaar bij uitnemendheid stempelt. Weliswaar is er groote reden tot vreugde, dat de Koning ons eene dochter naliet, die onder leiding harer verstandige Moeder ongetwijfeld tot eene waardige vorstin zal opgroeien en eenmaal hare beste krachten zal willen wijden aan de belangen van land en volk maar dit neemt niet weg, dat in Koning Willem III het Nederlandache volk een goed vorst verloren heeft en dat zich in de toekomst nog menigmaal het g^mis van een mannelijk hoofd van den Staat zal kunnen doen gevoelen. Want de teekenen des tijds zijn zorgwekkend voor Nederland. De rooden en behoeften vooral in de onderste lagen der maatschappij nemen met don dag toe en alles roept om hulp tot verbetering. Gaen wonder dat zoovefen maar al te licht een willig oor leenen aan de holle phrasen en de onbekookte theo rieën van volksmialeiders, die den oorlog prediken aan het kapitaal en de verschillende standen dar maat schappij tegen elkander opzettenvan mannen, die het onbewimpeld van de daken prediken, dat alleen van eene revolutie heil is te verwachtenvan per sonen, die het luide verkondigen, dat de banier des bloede moet worden gezwaaid, om een paradijs op aarde te doen ontstaan. Gelukkig is da groote meerderheid van ons volk kalm en verstandig genoeg om aan deze inblazingen geen geloof te slaan en daardoor is voor direct gevaar nog gaene aanleiding. Mear dit neemt niet weg, dat toch tal van ingrijpende maatregelen dienen genomen te worden om in de socale toastauden afdoende ver betering te brengen en zoodoende te voorkomen, dat de kommervolle omztandigheden van oen groot deel der ingezetenen nog verergeren en daarmede de bin- nenlandsche ruit nog meer wordt bedreigd. Eene krachtige regiering is daarom mser dan ooit voor Nederland noodzakelijk, eene regeering, die, nu de teugels van het bewind rusten in de hand eener vronw, deze terzijde staat en raai geeft in de meest spoedeischende gevallen van sociale wetgeving, waartoe ook het üaanciewezen van den StaAt moet worden gerekend. Eq zuik eene regeering heeft Nederland thans niet. Bijoa aan het einde van haar eerste vierjarig tijdperk staande, hebben ministerie en volksvertegenwoordiging «reinig of niets tot stand gebracht wat verbetering kaa brengen op de meest dreigonde punten. Want boe men over do nieuwe schoolwet moge denken, moer dan bevrediging geven aen een paar politieke partijen doet «ij nfattot Jmjgiog vsn ie e^c-e^ nood#» doet zij niets to« of af. De steden wet moge billijk zijn of niet, de toestand van landbouwer of werkmae zal niet verbetoren of Amsterdam éen kies district vormt of ia negen districten wordt verdeeld. De opheffing van den vaccinedwang moge door en kelen gewenscht worden, tot opheffing van de rampen der maatschappij zal zij allerminst leiden. En toch, aan zulke onderwerpen moet de tegenwoor dige regeering zich wijden uit kracht van het pro gramma, waarop hare meerderheid in de Kamer is gekozen. Zij moat do wenschen der politieke partijen trachten te vervullen met achterstelliog van meer nood zakelijke onderwerpen, die den derden en vierden stand ten goede komen. Niet dat bedoeld programma niet ook punten bevat, die, kwamen zij tot oplossing, den socialen toestand zouden verbettrenmaar juist die oplossing laat zich wachten, hetzij dan dat de regee- riag de kracht mist zo ter hand te nemen, hetzij dat ze alleen in het programma der partij zijn opgenomen opdat do leiders zonden kannen peseoren als weldoe- nors van hst volk. En nog, wanneer de regeering maar vast kon rekenen op den steun en de medewerking van al hare mede standers in de Tweede KamerMaar de laatste dagen des jaars hebben haar ook die illusie ontnomen, wan neer ze die nog koesterde. In den eigen boezem der verbonden meerderheid heerscht grootelijks verdeeld heid. Een de«l ontziet zich niet zich rechtstreeks tegen over het ministerie te stelleneen leider der aotïre- volutionnaire partij acht het zijn plicht zijn wantrouwen tegen den Minister van Financiën in het openbaar uit te spreken. Bij zooveel tweespalt en verschil van inzicht In den boezem der heerscbende partijen kan Nederland wel varendaarom is van eene bestendiging van de tegenwoordig# meerderheid in de volks vertegen wc or- diging geon heil te verwachten. Nooit kan er kracht uitgaan van eeDe regesring, voortgekomen uit twee partijen, die tijdelijk samengaan om een gemeenschappe- lijken vijand te bestrijden, maar di« intusschen elkander haten als vnur en water, die in godsdienst en politiek op meer dan ésn punt eikanders tegenvoeters zijn, wier inzichten ook op het gebied van verbetering dsr sociale toestanden hemelsbreed varschillen. Kamermeer derheid en regeering moeten berusten in banden van éene krachtige meerderheid van dezelfde beginselen en zeer zeker bestaat die op dit oogeoblik niet. Of het jaar 1891, waarin de verkiezingen voor de lie Kamer moeten plaatshebben, daarin verbetering zal brengen? Op deze vraag valt nog geen antwoord te geven, maar de liberale partij, aan welke onge twijfeld de toekomst behoort, heeft in de 3 jiren, waarin zij minderheid was, veel kunnen leeren. Op menig puat van regeringsbeleid gaf zij blijken van goeden wil en het lijdt geen twijfel dat, werd zij meerderheid, zij krachtig de hand aan den plosg sou slaan en, met terzijdestelling van alles wat op kerke lijk gebied verdeelt en verlamt, de maatschappelijke toestanden in de allereerste plaats zou trachten te ver beteren en op goede grondslagen te vestigen. We laten hiermede de politieke zijde van ons jaar overzicht rusten om nog «ven een blik te slaan op den maatschappolijken toestand in ons land. Over het algemeen kan gezegd worden, dat er eenige verbetering valt waar te nemen in den toestand van handel en nijverheid, al valt niet te ontkennen, dat de malaise slechts langzaam wijkt. In onze naaste omgaving bleef alles nog vrijwel bij het oude, want ook landbouw en veeteelt, da hoofdbronnen van bestaan iu deze streken, gaan slechts langzaam vooruit. Toch mogen we ook aan hua bloei in de toekomst niet wanhopen, waar we weten, dat ook op Zuid- eu Noord-B aveland vele wakkere mannen zich beijveren om krachtig mede te werken tot wederopheffiag van beide bronnen van bestaan. Eon sprekend bewijs daarvan heeft men dezen zomer gehad bij het landbouwcongres, dat binnen onze kleine stad is gehouden, en waarbij de corypheaën op landbouwgebied waren samengekomen om de belangen van landbouw en veeteelt te bespreken en te behar tigen. Da organisatie vau dit congres wat natuurlijker wijze in handen van de voornaamste landbouwkundigen uit deze streken, en hos zij zich van dis taak hebben gekweten is genoegzaam bekend uit menig waardeerend woord door stadgenoot en vreemdeling daarover geuit. Ongetwijfeld beeft ook dat congres het zijne bijgebracht tot verheffing van landbouw en wat daarmede in ver band staat en zullen da resultaten van dergelijke bij eenkomsten zich op den langen duur krachtig openbaren. Maar niet bij handeldrijvenden, neringdoenden of landbouwers openbaart zich de ongunst der tijden het meest,de lagere stand gevoelt haar nog dubbel zooveel. Eq dan is het esn verblijdend iets erop te mogen wijzen hoe in de laatste maand des jaars, in dezen meer dan barren winter door zoo velen wordt gearbeid aan de lenigiBg der armoede. Wat al gaven on giften worden hier en elders vmtiekt om de «T'iutbrdöelden dit jaargetijde te helpen doorworstelen. - >.»t> cotn meniën en besturen komen vragen, maar nooit tevergeefs. Welk eene heerlijke gedachte te weten, dat de meergegoeden een warm hart hebben voor hunne milder bevoorrechte medemenschen en willig de beurzen openen om hun voedsel, kleeding en brand stof te schenken en den winter zoodoende voor hen niet al fa nijpend te maken. Deze gaven mogen gear.e oplossing zijn van de sociale qna^stie, zij zijn daarom een gelukkig blijk van de waarachtige liefde tot den naaste. In een kring waar het beginsel van humani teit zoo sterk geworteld is behoeft men de toekomst nog niet angstig tegemoet te treden. Doen we dit dan eek door elkander bij de intrede van het nieuwe jaar veel goeds toetewenschendoor elkander aan ts sporen het waarachtig goede ta be trachten en te leven niet slechts voor zichzelven maar voor elkander. Iu eene maatschappij, waarin dat be ginsel voorzit, moet het goed gaan, kan waarachtig geluk niet uitblijven. Wanneer ieder zijne levenstaak, vrij van egoïsme, aanvaardt en ten nitvoer brengt, dan wordt zij licht en verschaft zij steeds nieuw en op gewekt leven. Wij wenschen hiermede onzen lezers een gelukkig en voorspoedig jaar en brengen hun en onzen mede werkers onz*n hart'.dijken dank voor den zUun, dien wij in 4890 in zoo ruime mate mochten ondervinden. GOES, 81 December 1880. Zij, die getrouw de vergaderingen van het jongste landboawcongres hebben bijgewoond, zullen zich onge twijfeld nog wel de belangrijke voordracht van mr. A. S 1 o t e m a k e r uit 's-Gravenhage herinneren. De algemeene secretaiis deelt ons mede, dat deze tnsschen 5 en 13 Januari a. s. vanwege de Maat schappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland in de verschillende afdeeÜDgen voordrachten zal komen houden over landbouw-coöperatie. Te Goes zal mr. Slotemaker Dinsdag 6 Januari optreden en gaarne wakken we allen, di# belang stellen in dit onderwerp, op, den begaafden spreker te komen hooren. De landbouw-ccoperatia is een zaak, die meer en meer de aandacht trekt en die zeer zeker voor den landbouw van het hoogste belaag is. Daarom is het te hopen, dat, nu het de landbouwmaatsehappij is g lukt mr. Slotemaker als deskundige op dat gebied te bewegen voor hare afdeelingen op te treden, de landbouwers in de eerste plaats van hunne belang stelling door eene trouwe opkomst zullen doen blijken. Men schrijft ons uit Middelburg: Wij kunnen den inzender van de advertentie in het vorig nommer dar Goesche Courantof er recht is in Middelburg, wat betreft de handhaving dor drank wet, verzekeren, dat er nauwkeurig wordt toegezien en er bij overtreding proces-verbaal wordt opgemaakt. De inzender gelieve niet te vergeten, dat de politie of justitie niet overal tegenwoordig kan zijn en men de wet dus dikwerf genoeg kan ODtduiken. Oudelande. Tot lid vau het Bargerlijk Armbestuur is herbenoemd de heer Johs. Van Wingen. Men schrijft aan het U. D. De toestand op Schouwen en Duiveland is in de laatste dagen bijoa had ik geschreven weken weiaig opwekkend. De dienst der stoom- booten van Rotterdam naar Zioriksee is sedert 12 December gestaakt en de spoorboot, die anders via Catsche veer naar Middelburg gaat, kan nog slechts buitenom (door do Roompot) naar Veere varendaar vinden de reizigers rijtuigen naar Middelburg. (Blijkens annonce in dit nommar is ook deze dienst thaas ge staakt. Red. G. Ot.) Daze laaisto dianst hooft echter alleen plaats op dagen zonder mist; Dinsdag b. v. was er geen sprake van, dat da boot kon varen en op dsn 2 in Kerstdag vertrok de boot te 7 uren maar keerde halverwege de haven terug, het was zbuiten pot licht". Iloa het mat de aankomst dor posten gaat behoef ik wel niet te zeggen, hulde aan de ambtenaren te ViaaeStaveoisse die zoo laug hun uneielijke taak volhoudenDo postwagen, die anders morgens om half zes Zierikses binnenrijdt, verschijnt nu en daa zijn wij al zaer verheugd, tegen elf uur; op den 2aa Kerstdag kwam de eerste post om half vijf 's avonds aaa. Vraag niet hoe de beambten te Viaue huu brood hebban verdiend 1 Hit ie te wenschen, dat de aandacht van de regee ring op dezen treurigan toestand eens met nadruk worde gevestigd, maar in Holland (men noemt hier de buiten Zeeland gelegen streken altijd Holland) heeft men geen begrip van diea toestand. Z.j, die met de Kerstdagen en op den Oudejaarsavond hunoe kin deren en vrienden verwacht m, zijn immers zeker, dat zij komen, al is de trein ook wat laatvooral sedert den overgang van den Rijnspoorweg. Hier moet man zich, 6f een zeer dure en onzekere reis getroosten, óf zijne kinderen en vrienden kalm thuis laten. Men is bovendien in het eerste geval volstrekt niet ztker van da terugreis, en dat anno 4891 11 Maar ook de tegenwoordige regeering trekt zich van dit alles weinig aan. Ik zou fraaie bewijzen kun nen bijbrengen voor de stelling, dat men onze eilanden als een achterhoek beschouwt. Er is thans definitief besloten tot oprichting eener coöperatieve stoomzuivelfabrlek in de meestoof »de Landbouw" onder Zonnemaire. Door ruim 40 landbouwers, die omtrent 300 koelen hebben, is de medewerking toegezegd. Tot bestuursleden zijn gekozen de heeren J. M. Klompe, C. J. Hocke Hoogeboom en Chr. Greeneveld de Kater en tot plaatsvervangende de heeren L. C. Boogerd, burgemeester te Kerkwerve, Joh. der Weduwen Htn. te Dreiechor en A. A. Vis te Noordgouw#. (M. Gt.) Te Ter-Neuzen circuleert thans onder de land bouwers een adres ter t#skening, gericht aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ter bestrijding der hooge suiker-acc ij nzen en waarin uitvoerig het na deel der ingediende wet op den suiker-accijns voor de suikerpseën-verbouwers wordt aangeduid. r>Wat Be Standaard eigenlijk met ons Land voorheeft" zegt de Tijdy wordt ons meer en meer onbegrijpelijk. In zijn jongste artikel over de Wet op den Krijgsdienst komt het blad tot de conclusie, dat zoo spoedig mogelijk alle forten en vestingen, die de zoogenaamde Hollandsche Linie vormen, moeten ge sloopt worden. Alleen eenige veldwerken in den omtrek van Utrecht en Naarden en de forten om Amsterdam moeten behouden blijven. Het bezetten der bedoelde linie toch zou iu oorlogstijd een groot gedeelte van onze beschikbare manschappen vorderen, en dat mag niet, vo!g«ns De Standaard. Wat wij noodig hebbeu, is een veldlegersn wel een zoo sterk mogelijk veld leger, bestaande uit minstens drie volledige legerkorpsen, die bij het uitbreken van een oorlog dadelijk ga- reed moeten zijn, om hetzij binnen, hetzij buiten da granen te ageeren. De Standaard rekent uit, dat dit veldleger, na aftrek der troepen voor da eigenlijke landsverdediging be stemd, 80.000 k 83.000 man sterkj zou kunnen zijn, eu oppert verder het plan, om het Jland ta verdeelea in 66 recruteerings-districten, die eik de miliciens voor éen bataljon infanterie van het veldleger, plus zeker aandeel voor da overige wapenen (cavalerie, artillerie, genie enz.) tullen te leveren hebben. Da regimenten kunnen dan weder de namen dragen der gewesten, waaruit zij afkomstig zijn, hetgeen een adelen wedijver in het leven zal roepen, vliet 3j Hol landsche irjfanterie-regiment no. 5" bijv. zou er een eer in gaan stellen, zich »op het slagveld" niet te laten beschamen door >het Groningsche infanterie- regiment no. 46. En omgekeerd natuurlijk." Het Nederlandsche leger zal dus weder veldslagen gaan leveren 1 Men zou haast vragen, welke veroverings plannen de redactie van De Standaard in den laat- sten tijd door het hoofd spoken." Aan het einde der zitting van de Eerste Kamer van gisteren, waarin eenige spoodeischende ontwerpen werden aangenomen, deed de miaister van buiten- landsche zaken eene mededeeling, omtrent de Congo- quaestie. D) R'geering had in Juni j). hare on- derteekening niet verleend aan de Algemeen8 Akte van de Auti-Slavernij-C mferentie te Brussel, om lat er verband gebracht was tusschen de Akte en de déclaratie waarbij, in strijd met art. 4 der Congo-akte werd beskoten tot het invoeren van inkomende rechten in den Congo-Staat, en het teekenen vau de akte niet werd toegelaten zonder gelijktijdige teekening der déclaratie. Da regeering heeft gedurende de maanden, die sedert vsrloopen zijn, vruchtelooss pogingen aan gewend om de andere mogendheden tot hare ziens wijze over te halen en heeft nu gemeend dat's lands belaag vordert hare ouderteekening ts voegen bij die van al de andere mogendheden, die op de anti-slavernij- conferentie waren vertegenwoordigd. De minister beeft thans onzau gezant te Brussel gemachtigd tot oador- teekeniag der akte eu déclaratie. Da Provinciale 3 aten vau Zuid-Holland hebben gisteren gekozen tot leden der Eeiste Kamer voor de vacatura-Huydecoper da heer mr. E C r e- mers, lid van da Tweede Kaour; en voor de vaczture-filuszé dn heer H. A. N a b b n s Sterling, burgemeester van Dordrecht. li de Locvnotief (no. 267) schrijft de heer P. Brooshooft dat de verzekering van den Minister M*ck*y, dat hij in saks da Gouvernemeatz- koffiecultuur de vo3t3tappan zijns voorgangers zal drukken als diplomUisoh a u woord zeker uaiak is, om lat het hem tot niets veroindt. Da heer B. denkt hier aaa: »Wit roer ji ult% lit

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1891 | | pagina 1