1890. N#. 146. Donderdag 11 December. 7?" jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, xoo binnen als buiten Goes, f 1,75. behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aongeaomen bij de heeren NIJGH VAN D2TMAR te Botterdam en ▼ardor bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT De prijs der gewone advertentiën is van 45 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bi, directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechtr tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Brieven uit de Ganzestad. XXVIII. Aan den Edeiachtbaren Heer W. J. VADER te Wissekerke. Edelachtbare Heer! Hoewel ik niet de eer heb u persoonlijk te kennen, noch, naar ik geloof, bij u bekend te zijn, neem ik toch bij dezen de vrijheid, near aanleiding van uwe ver kiezing tot lid van de Prov. Staten van Zeeland, een brief tot u te richten. Ik doe dit niet sender eenige aarzeling, want ik koester de vrees, dat op de vele vragen, die ik de vrijheid zal nemen u te doen, uwer zijds geen antwoord zal volgen en voor die vrees bestaat goede grond, daar u, waar het gebleken is, dat uwe dorpsgeaooten, ja, uwe vrienden en magen, in twijfel verkeerden omtrent uwe politieke beginselen, het zelfs niet noodig hebt geacht hun daaromtrent •ene afdoende verklaring te geven. Dit kan mij echter niet weerhouden u de viaag te doen, of het n bekend is aan welke edeie begin selen uwe verkiezing tot lid der Staten is te daoken, m. a. w. op welke edele grondeD de politieke partij, die n tot de haren wil geteld zien, uw candidatuur heeft aanbevolen en aan welke eischen u zult hebbsn ta voldoen, zullen de kiezers, die op u hunne stem hebben uitgebracht, niet nog mier bedrogen zijn dan gewoonlijk het geval is. Ik doe natuurlijk deze vraag in de veronderstelling, dat u het extra-verkieziDgsnommer van de Zeeuw, waarin uwe candidatuur werd aanbevolen, zco onge veer op de wijze als hier des Dinsdags de marktlui hunne onfeilbare middelen aanp téken, niet hebt gelezen. Haddet u dit wei gedaan, de goede klank, welken uw familienaam in onze provincie bezit, alsmede de eer lijkheid en goede trouw, die de karaktertrekken van nwe mij bekende verwanten zijn, zonden u ongetwijfeld beletzelen zijn geweest de n aangeboden candidatuur te aanvaarden. Haar dit alles ontslaat u niet van de verplichting, nn u eenmaal op de gronden, ia dat ver- kietingsnommer vervat, zijt gekozen, de beloften, daarin omtrent u gedaan, iu vervulling te doen komen. Alvorens echter tot die beloften over te gaaD, wensch ik eerst mede ta dealen, dat ter uwer aanbeveling wordt gezegd, dat de Eerste Kamer, zooals zij thans is samengesteld, een sta-in-den-weg is voor de regeering om met eene wet van beginselen aan te komen. De onjuistheid dezer bewering is voor u natuurlijk tastbaar. Van ai da watten van eenig aanbelang door de huidige regeering aan de volksvertegenwoordiging aangeboden is er in de Eerste Kamer slechts éene gevallen, namelijk de begrooting van den minister Keucheniua, waarop ik straks hoop terug te komeo. Daarentegen is de eenige partij wet, waarmede de re geering «aankwam", namelijk de schoolwet, in beide Kamers, dus ook in de Eerste, met groot3 meerderheid aangenomen. Ziedaar de eerste onwaarheid dus, waaraan ge uwe verkiezing hebt te danken, la hoeverre die oawa&rheid nu blijk geeft, dat uwe nieuwe partijgenooten van het recht om tot het verkiezen van onze overheden mede te werken, «tot Godes eer gebruik maken", zooals ik verder in dat verkiezingsnommer lees, is mij niet duidelijk, omdat ik nimmer heb gehoord, dat onwaar heden «tot Godes eer" kuonen strekken. Ik twijfel echter niet of u, de antirevolutionair pur-sangzuit dit wel begrijpen en derhalve ook dienovereenkomstig in da toekomst handelen. Tot Godes eer zult u b.v. in de Prov. Staten work- xaam kunnen, neen moeien zijn, door mede te h> Ipen om in 1893 jhr. mr. Six oit de Eerste Kamer te ver drijven. U hebt als geschikt caodidaat voor de Prov. Staten natuurlijk de politieke geschiedenis van ons vaderland van het laatste tiental jaren in hoofdtrekken bestudeerd. Derhalve is het u bekend, dat jhr. Six Minister van Binnenlandsche Zaken was toen de onder wijswet moest worden uitgevoerd en dat hjj, te dien opzichte zijn plicht gedaan hebbende, van dat oogenblik af een doorn in het oog is van de antirevolutionaire partij. Maar lang vóór u van die zijde geschikt werd geacht voor het lidmaatschap der Staten, was u reeds burge meester van Wissekerke, en ongetwij/«ld hebt u in die betrekking de beste ervariDgen opgedaan omtrent de kennis, de kunde en de minzaamheid van jhr. Six, alsmede omtrent zijne algemeen bekende sympathie voor Zeeland, toen hij als 's Konings vertegenwoordiger in dit gewest werkzaam was. Mag ik u vragen of de burgemeester vau Wissekerke werkelijk meent, dat het lid der Prov. Staten van Zeeland «tot Godec eer15 werkzaam zal zijn, wanneer hij madebeipt om jhr. Six uit de Eerste Kamer te verdrijven En wanneer de Burgemeester op die vraag ontkennend mocht ant woorden, mag ik dan varder vragea of hij meent, dat het Statenlid daarmede daa toch wellicht het belang der provincie sal behartigen T IA doe die vraag aan dia Bjrgem jester ea niet aan het Statenlid, want de laatste zou als renegaat u weet zoo iemand is erger dan een Turk wellicht zeggen, wat ook het verkiezingsnommer zegt, dat jhr. S>x den Minister Keucheniua deed vallen, omdat hij «Christusbelijder" was. Maar de Burgemeester weet beter en kvnt de ware motieven, waarom mr. Keuchecius zijne begrooticg zeg afgestemd. Mochten die motieven u niet alle helder voor den geest staan, I dan kunt u er gemakkelijk naar infermeeren, niet slechts bij vertrouwde liberalen van welke er toch ook voor u nog wel enkelen zullen bestaan, maar ook b.v. bij uwe nieuwe bondgenooteD de Katholieken, die al even weinig «ympathie voor het ministriëel be leid van mr. Keuchenius koesterden als uwe tegen woordige politieke tegenstanders. Waar de Burgemeester derhalve als trouwe Zeeuw niet anders dan symphathie kan koesteren voor jhr. S x, daar zal het Statenlid als anti-revolutionaire stemmachine, van groote antipathie moeten blijk geven. Ik hoop voor u, dat die dubbele functie tot geene verwarring zal aanleidiDg geven, ofschoon ik u eene mogelijke wei gissing" niet ten kwade zal duiden. Ik kan mij intusschen nog voorstellen, dat het waar is, wat het verkiezingznommer zegtdat u beloofd hebt voor de Eerste Kamer te stemmen op acti-revo- lutionairenmaar ongeloofelijk komt het mij voor, wat datzelfde blad beweert, dat u zult toezien, «dat Gedeputeerde Staten bij het goedkeurea eu afkeuren van gemeentebegrootingen of gemeenteraadsbesluiten zich laten leiden door de zuiver christelijke, histori schelet wel niet christelijk-bistorische «anti revolutionaire spreuk van Groen van Piinsterervrije school regelneutrale, oponbare, staatsschool, of hoe die heeten mag, uitzondering." Zie, dat kan niet anders dan onwaar zijn. II, die jarenlang burgemeester zijt van een der grootste ge meenten uit ons district, en die derhalve mag geacht worden te zijn doorkneed in alle* wat de gemeentead ministratie betreft, u kunt eene dergelijke belofte niet hebben afgelegd. U weet te goed, dat geen gemeente- begrooting, geen gemeenteraadsbesluit in staat is aan het in vervulling komen van de aangehaalde anti-revo lutionaire spreuk iets toe of af te doen. U weet boven dien, dat de Gedeputeerde Staten evenals u zelf in uwe dubbele qualiteit van lid der Prov. Staten en vaa burgemeester, verplicht zijn mede te werken tot handhaving van de grondwettelijke bepaliog, dat overal voldoend lager onderwijs moet worden gegeven. In één woord, u weet, dat Gedeputeerde Staten omtrent regel of uitzondering ten opzichte vaD vrije of open bare scholen niets hebben te beslissen. Dat u met die wetenschap eene dergelijke belofte zoudt hebben afge legd, kan dus niet waar zijn. Maar niettemin is bet van u gezegd en h bben de kiezers hat geloofd; dit vaisch getuigenis heeft zijns werking op de voorstanders der vrije school niet gemist. Maakt zich van u als eerlijk man Diet een onaangenaam gevoel meester, nu u weet aan welke valeche leuzen, aan welke onver vulbare beloften ge uwe nieuwe waardigheid hebt te danken Voorts staat nog in hetzelfde verkiezingsnommer, dat thans, «nu wij eene anti-liberale Rageering hebben", da uitgaven voor het Rijk 15 millioen minder be dragen dan in 1884. Dit staat er zoo maar zonder nadere toelichting, dus ook zonder opgave, waarin dat verschil ligt. Ook staat er niet, dat de uitgaven voor onderwijs hooger zijn dan vroeger, evenmin als er staat 't is waar dat die vermindering aan de anti liberale Regeering te danken is. Het berichtje is alleen zoo ingekleed, dat de onergdenkende lezer er dit uit leest en daarom is het te doen. Onder school jongens noemt men zoo iets «geniepig", in de anti- re voluiioDnaire partij-politiek heet dat «Christelijk.1* Doch dit behoef ik u niet te zeggen, want u stemt in met art. 1 van Ons Program: «Jat niet in den volkswil, maar in God bet gezag der Overheid is wortelend.'7 Eilieve, kunt u mij wellicht ook zeggen, waarom er dan 12 kolommen moesten volgeschreven worden om den kiezers uiting te doen geven niet aan den volkswil, maar aan den Goddeljjken wil Ik hoop, dat die vraag niet al te onbescheiden is, want ik wenschte u eindelijk nog een vraag van meer intiemen aard te doenWelke verborgenheden zijn er in uwe huiskamer te ontdekken?Ziet u, ik lees in het verkiezingsnommer«Natuurlijk zullen er ook nog wel menschen zijn die een blik willen slaan in de huiskamer van deu heer Vadermaar denzulken raden wijweest bescheiden." Wat mag oorzaak zijn, dat met grond verwacht kan wordeD, dat de menschen zoo graag een blik willen slaan in uw huiskamer? De aanblik vau een huiskamer heeft gewoonlijk iets aantrekkelijks in de fatsoenlijke gezelligheid van het boekje van den haard. Maar die mag toch zeker ook bij u wel aanschouwd worden; of moet ik uit de Zeeuw opmaken, dat er in uwe huiskamer iets te aanschouwen is, dat beter voor het oog vau den mademenach en vooral van den antirevolutionairen kiezer verborgen blijft? Natuurlijk nietmaar vijdt u het zelf niet opmerkelijk en weinig vleiend om dergelijke zaken in een courant te zetten Is bat niet verregaand onbescheiden eene dergelijke bescheidenheid aan te raden Wat zult gij u onder dergelijke bescheiden «vrinden" gelukkig gevoelen 1 Zooals ik reeds in den aanvang van dezen wellicht door de Zeeuw weer «zouteloos" genoemden britf opmerkte, duif ik mij niet vleien oo't uwerzijds met een antwoord op dit schrijven verwaardigd te worden. De u «eigene voorzichtigheid", zooals het verkiezings nommer het noemt, zal u daarvoor een beletsel zijn en bovendien het protec'oraat en patronaat *an den heer H., die zelf* uw ingezonden stuk in de Midd Ct. van een beschermend en toelichtend woord meende te moeten doen vergezeld gaan, is mij borg, dat u geen blijk zult geven deze letteren te hebben gelezen. Wanneer u ze evenwel maar leest en daardoor tot de overtuiging komt, dat niet veel meer van u ge- eischt wordt dan dat u in dej Staten een willige stem- machine zijt, maar vooral, dat ga uwe verkiexiDg hebt te danken aan de grofste onwaarheden en aaD beloften, die go nimmer in vervulling zult kunnen brengen, omdat ze niet te vervullen zijn of omdat ze ieder eerlijk man tegen de borst moeten stuiten, dan is mijn doel volkomen bereikt. Juist omdat ik uw familienaam als waarborg neem voor uwe eerlijkheid en goede trouw teeken ik mij hoogachtend Uw dw. dn. Adspirant 3. GOES, 10 December 1890, «Het blijkt meer en meer" zegt da N. R. Ct., «dat er nog altijd bij velen misverstand bestaat omtrent de wijs*, waarop hier te lande de troonopvolging is geregeld. D arom kan het zijn nut hebben die regeling nog eens mede te daelen". En het blad komt dan tot de conclusie, dat het dichtst bij den troon staat Prinses Sopbie, getrouwd met den groot-hertog van Ssksen- Weimar, dat hare rechten overgaan op haar zoon en diens twee zonen, daarna op hare beide dochters, resp. gotrouwd met prins Hendrik VII van Reuss en hertog Johan Albert van Mecklenburg. «Bij het ontbreken van eenen troonopvolger uit het Weimarsche Huis" zegt het blad verder, «gaan de rechten over op da kroonprinses van Denemarken, wier moeder, wijlen koningin Louise van Zweden, de oudste dochter was van Prins Frederik der Nederlanden, zoon van Koning Willem I. Da Deensche kroonprinses heeft vier zoons en drie dochters. Na deze vorstin en bare nakomelingen staat het dichtst bij den Nederlandschen troon de jongste doch ter van Prins Frederik, Prinses Maria dar Nederlanden, gehuwd met den vorst van Wied. Daze vorstin heeft twee zoons en twee dochters. Het laatst aan de benrt der troonopvolging komon Prins Albert van Pruisen, zoon vau Prinses Marianne der Nederlanden, en na hem en zijne afstammelingen de nakomelingen zijner oudste zuster, wijlen prinses Charlotte van Pruisen, en zijne jongste zuster, prinses ADxindrine van Pruisen, weduwe van hertog Wilhelm van M ckLnburg-Schwerio. Prinses Albert heeft drie zoons; wijlen prinses Charlotte het ft uit haar huwelijk met G org* II, hertog van Saksen-Meningen, twee kinderen nagelaten: den erfprins Barnard van Saksen Mainingen, gehuwd met prinses Charlotte van Pruisen, docht*r van wijlen keizer Frederik, en prinses Maria van Meiningen. Prinses Alexandrine heeft eene dochter, gehuwd met prins Hendrik XVIII van Russ. De orde van opvolging in de verschillende vorsten huizen is dus: Weimar, Reuss, Mecklenburg, Dene marken, Wied, Hohenzollern, MeiniDgen, Reuss". We gelooven dat het Rotterdamsche blad zich in deze volgorde vergist. Mocht onze tegenwoordige Koningin komen te over lijden dan komt prinses Sophie met al hare descendenten aan de beurt om Neerland's troon te beklimmen. Maar mochten ook die allen komen te overlijden, dan is daar mede de lijn van Koning Willem II uitgestorven. Dan opklimmende tot den vooroverleden Koning Willem I staat prins Albert van Pruisen daar prins Frede rik geen zoon naliet het naast aan den troon, We gelooven daarom dat de volgorde der vorsten huiten, die over Nederland kunnen komen te regeeren, is: Saksen-Weimar, Reuss, Mecklenbuig, Hohenzollern, Meiningen, Reuss, Denemarken, Wied. De heer Farncombe Sanders, die zeker wel een specialiteit op dit gebied mag worden genoemd, kwam in de kamerzittingen van 1 en 4 Maart 1887 bij de behandeling van het lie hoofdstuk der Grondwet tot dezelfde conclusie en uit de toen gevoerde discussiën blijkt voortdurend, dat er tusschen hem of een zijner medeefgevaardigden, en de regeering omtrent dit punt geen verschil van meening bestond. De hedCQ alhier gehouden collecte voor de Nieuwjaarsbe deeling heeft opgebracht 221,25 »/v Ten vorigen ja--e -bedroeg diezelfde collecte 238,94 en aan nagiften 29,50, totaal 268 44. Einigszins belangrijke nagiften zullen noodig zijn, wil de bedeeling niet nog meer moeten worden inge krompen. Men schrijft ons A. s. Zondag zal de werklieden-vereenigiDg «Eigen Hulp" alhier haar tienjarig bestaan op feestelijke wijze herdenken. Het is zeker niet ongepast bij deze gelegenheid eens te herinneren aan de hulpvaardigheid, waarmede enkele personen hebben medegewerkt aan het tot stand breDgen dier vereeniging. Ia de eerste plaats komt te dien opzichte zeker een woord van waardeeiing toe aan wijlen dr. A. W. Van Campen, die menigen avond opofferde om met de oprich ters van «E. H." besprekingen te houden over de wijze waarop da vereeoigirg sou moeten werken. Hij was het, die zorg droeg, dat van zoovele gegoeden ruime geldelijke bijdragen werden ontvangen om de zaak te steunenhij was het die altijd een willig oor en een warm hart toonde te bezitten voor de jonge vereeni ging eu die bereid was raad te geven, waar men met moeielijkheden had te kampen. Verder dienen dankbaar herdacht te worden de heeren Joh. L. v. d. Pauwert en jhr. M. J. Da Marees van Swinderen, die eveneens menigen avond hebben besteed om met dr. Van Campen «Eigen Hulp" in het leven te roepen. Met hoevele moeielijkheden deze vereeniging heeft te kampen gehad zullen zeker zij zich het best her inneren, die van de oprichting af tot nu toe onafge broken lid zijn geweest. Ruim vijf jaren moesten er verloopen, vóór vele der Goesche werklieden doordrongen waren van de waarheid, dat wie zich zelf helpt, het best wordt geholpen. Het is een opmerkelijk feit, dat de lezingen die voor de leden werden gehouden en de cursussen over staathuishoudkunde, schei- en natuurkunde, die voor hen werden opgericht, weinig of niets tot den bloei der vereeniging bijbrachten. Maar toan er uitspanningen eu feestjes werden georganiseerd nam het ledental toe. Gelukkig echter zijn die feestavonden niet vele, want anders zou er te veel te loor gaan van het goede doel: «uitkeering bij ziekte of ongeval". Dat in dat opzicht de vereeniging groot nut afwerpt zal zeker ieder lid erkennen, die in dagen van ziekt9, wanneer hij niets verdiende, zijn leed zag verzacht door «Eigen Hulp", zijne vereeniging, waardoor hij met vrouw en kroost voor nijpende armoede werd bewaard. «Het moet uw trots zijn, vaders, wanneer ge, aai het ziekbed gekluisterd, vrouw en kinderen door eigen middelen tegen de grootste ellende kunt behoeden" aldus ongeveer sprak de eerste voorzitter der vereeni ging, de heer P. W. Stortenbeeker, toentertijd werk zaam op de Zeeuwsche schoenenfabriek van den heer Lireen Hij was het, die met esnige zijner kame raden de Goesche werklieden opriep om deze nuttige vereeniging te stichten. En zeker tollen allen, die eens of meermalen de zegeningen van het ziekenfonds heb ben ondervonden, de waarheid dezer woorden erkennen Welnu, dat dan a. s. Zondig de leden van «E. H." dankbaar feestvieren op eene wijze zooals het den werkman past. Een programma vol afwisseling wordt u geboden, want het Giesche harmoniegezelsohap «Eu- phonia" zal geheel belangeloos het feest opluisteren, de oude Bamberg zal met een coupletzanger trachten u aangenaam bezig te houden, een tooneelstukj 4 zal door enkele leden der vereeniging worden opgevoerd, terwijl bovendien een tombola zal worden gehouden en last not least aan elk lid met zijne vrouw van het heden of de toekomst eene ruim onthaal wordt aangeboden Da werklieden van deze fabriek waren de eersten bij wie de gedachte rijpte om eene werklieden-vereeni- ging op te richten. 29 Augustus 1880 hielden zij een a vergadering, waarin die gedachte tot uitvoering kwam. De deelneming onder hen alleen was echter te gering en daarom werd besloten ook voor andere werklieden de toetreding tot de voreenigiüg open te stellen. 29 Augustus is dus de juiste datum van het lOjarig bestaan van «Eigen Hulp". Wissekerke. Maandagavond werd aan het nieuw benoemd lid van de Provinciale Staten van Zeeland, den heer W. J. Vader van 's Gravenpolder, burge meester alhier, na de terugkeer van zijne reis, door het, onder directie van den heer A. T. C. Swenne, in deze gemeente bestaande fanfaregezelschap «Apollo" eene serenade gebracht. St* Maartensdijk. Tal van vlaggen wapperden Maan dag van de huizen der ingezetenen. Ooze burgemeester, de heer N. Polderman, en zijn gade vierden hun zilveren bruiloftsfeest. Algameene deelneming mocht het echtpaar ondervinden. Vele geschenken, en daar onder zelfs zeer kostbare, werden als zoovele blijken van waardeering den jubilarissen aangeboden Dioalhn op te sommen mag hier overbodig geacht woriea; I

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1