L890. N°. 145.
Dinsdag 9 December.
77ste jaargang.
NATIONALE MILITIE
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrij dagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, soo binnen als buiten Goes, f 1,76#
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en
vorder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 45 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ot«
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Voor de eerste maal wordt bekend gemaakt, dat
zich in de maand Januari van 1891 voor den dienst der
moeten laten inschiijven alle mannelijke ingezetenen,
die eeboren zijn im 1872 en tij, die na het intreden
van nun 19e, doch voor het volbrengen van hun 20e
levensjaar ingezetenen worden
dat de inschrijving moet geschieden:
le van een ongehuwde in de gemeente, waar de
vader, of is deze overleden de moeder, of zijn beiden
overleden, de voogd woont;
2e. van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente, waar hij woont;
3e. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door deze is achtergelaten of wiens voogd buiten
lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont;
4e. van den buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft»
dat de inschrijving alhier plaats heeft: op eiken
werkdag tusschen des voormiddags 9 en des namiddags
2 uren ter Secretarie der gemeente;
dat de aangifte moet geschieden door den belang
hebbende telven en bij ongesteldheid, afwezigheid of
ontstentenis, door zijnen vader, of is deze overleden,
zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd;
dat niet worden ingeschreven-.
lo. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van
een ingezetene, die geen Nederlander is
2o. de in een vreemd rijk verblijfhoudende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezetene;
3o. de zoon van een Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
Goes, den 6 December 1890.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
i. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN
GOES, 8 Docember 1890.
De directeur van het Kabinet des Konings maakt
bekend, dat hij beeft ontvangen dezen brief van
H. M. de Koningin-weduwe, Regentes van het
Koninkrijk
s-Gravenhage, den 6de* December 1890.
Ik verzoek U HoogWelGeboren aan allen, die in de
laatste dagen znlke hartelijke blijken gaven van deel
neming en rouw, bij den harden slag die Mijne beminde
Dochter en Mij heeft getroffen, daarvoor Mijn oprechten
dank te betuigen.
Het is Mij ondoenlijk, zooals Ik zoude wenschen,
aan een ieder afzonderlijk, de verzekering te doen
geven, hoezeer ik erkentelijk ben voor de hulde van
alle zijden aan de nagedachtenis van Mijn betreurden
Gemeal gebracht.
Toch heb ik behoefte het uit te spreken, bij de
groote droefheid over Mijn geleden verlies, hoe een
gevoel van innige dankbaarheid Mij vervult, bij de
herinnering aan de bewijzen van liefde en eerbied, door
het Nederlandsche Volk gebraeht aan de lijkbaar van
den ontslapen Koning.
De overtuiging dat het geheele Vaderland deelt in
den rouw van Mijne Dochter en Mij, geeft Mij troost
en steun voor het tegenwoordige, hoop en vertrouwen
voor de toekomst.
EMM A".
H. M. de Koningin-weduwe liet sich
bij het gala-diner ten Hove Vrijdag vertegenwoordigen
door d« Groothertogin van Saksen-Weimar en de
Prinses Von Wied.
Ter rechtersijde van H. K. H. de Groothertogin was
gezetfn Grootvorst Alexis van Rusland, en links de
Aartshertog Frederik van Oostenrijk, terwijl tegenover
H. K. H. geplaatst was het hoofd van het buitenge
woon Fransch gezantschap, de heer Louis Legrand.
Na tfbop van bet diner werden al de vreemde
Vorsten door Hare Majesteit ontvangen.
H. M. de Koningin-Regentes heeft persoonlijk
den heer Eijschen, voorzitter van het Groother
togelijk Bewind van Luxemburg, het Grootkrais der
orde van den Nederlandschen Leeuw overhandigd.
Ook aan Prins Victor van Savooie heeft H. M. dat
Grootkruis geschonken evenals aan eenige andere bui-
tenlandsche vorsten, die de begrafenis van Z. M. den
Koning hebben bijgewoond.
Er worden later nog meer benoemingen in die orde
verwacht.
Bij de verzegeling der lijkkist van Z. M. den
Koning werd voor het eerst gebruik gemaakt van
het nieuwe rijksiegel, het wapen des lands
vertoonende met het randschrift: vWilhelmina, Ko
ningin der Nederlanden."
Volgens de Figaro zal de Hertogin van
Albany, zuster van H. M. de Koningio-weduwe,
gedurende de minderjarigheid der Koningin hier elk
jaar twee maanden komen logeeren.
De algemeene synodale commissie der Ned.
Herv. kerk was op last vau H. M. de Koniogin-
Rpgentes uitgenoodigd zich door een deputatie bij de
begrafenis van wijlen Z. M. den Koning in de Nieuwe
kerk te Delft te laten vertegenwoordigen. Daar echter
de desbetreffende stukken, den 2 Dac. verzonden, door
een verkeerde bezorging door de post, eerst in handen
van den president kwamen, juist op het uur, dat de
genoodigden zich in de kerk te Delft moesten bevin
den, is, in strijd met de bedoelingen der Koningin-
Regentes, de Ned. Herv. Kerk bij de uitvaart niet
vertegenwoordigd geweest.
De deputatie der Sociéié royale des ex-sous-
officiers beiges te Brussel vormde een der merkwaar
digste punten in den stoet, die Donderdag den kleinzoon
van Willem I grafwaarts droeg. Er ware toch moeielijk
beter bewijs te vinden dat de oude vveete tegen de
Belgen," waarvan Hildebrand spreekt, nu een ana
chronisme geworden is.
De drie gedelegeerden, de heeren A. Judenne, G.
Boedrie en Ed. Voisier, hebben den dag vóór de be
grafenis een fraaien krans bij het vorstelijk lijk neer
gelegd, waarvoor hun Damens H. M. de Koningio-
Reg-mtes in vleiende bewoordingen dank gezegd is.
De beer Gustave Boedrie betuigde dat hij en zijne
mede-afgevaardigden er op gesteld waren geweest,
hunne Hollandsche vrienden bij deze gelegenheid de
hand te komen drukken en een bewijs te geven van
hunne gezindheid tot verbroedering.
De Haagsche correspondent der Arnh Ct. noemt
het ejn sprookje dat de maker van de kist, waar n
Koning Willem I begraven was, de maat ont
vangen hebbende in ellen, gewerkt had naar meters.
De maat voor een lijkkist naar de oude benamingen
zal toch wel 3 el wezen oDgeveer 2 meter
maar wien zal het nu in de hersens komen een kist
te vervaardigen van drie meters De waarheid is deze,
dat Koning Willem I was in de eerste plaats een
corpulent man, dat verder zijn lijk moest overgebracht
worden nit Berlijn naar Delft, hetgeen, vijftig jaar
geleden, met vrijwat meer omslag en voorzorgen moest
geschieden dan tegenwoordig en waartoe wel een
buitengewoon stevig en lijvig omhulsel vereischt werd.
Aan 'srijks mnnt is een bronzen medaille
geslagen, ter grootte van 53 millimeter middellijn,
ter herinnering aan de regeering van Koning Willem III.
Aan de voorzijde dezer medaille ziet m«n de beel
tenis des Konings met het randschrift: Willem III,
KoniDg der Nederlanden, G. H. v. L."
De achterzijde vertoont een grafmonument, waarvoor
op een kussen de koningskroon ligt en een treurend
kind, als beeld van het volk, ligt neergeknield. Op de
vooi zijde van het monument prijkt het rijkswapen en
daaronder gedeeltelijk zijn leesbaar de woorden: Wil
lem III, Koning der Nederlanden, Groothertog van
Luxemburg."
Op het monument staat de buste des Konings, en
terzijde daarvan links een engel, de genius des tijds,
die eea lauwerkrans boven het hoofd houdt uitgestrekt
en in de linkerhand eene naar beneden gekeerde uit
gedoofde fakkel draagt. Rechts staat een vrouwen
figuur met gekroond hoofd en een rijksstaf in de
rechterhand, eene voorstelling van het Koningschap
Onder op het monument staat te lezen: Geb. te
Brussel 19 Febr. 1847. Overleden op het Loo 23
Nov. 1890, terwijl het geheel omgeven is door het
volgend randschrift:
»XLI jaren regeerde de laatste Oranjevorst en was
Nederland gelukkig."
De penning is aangeboden aan H. M. da Koningin,
en aan H. M. de Koningin-Weduwe. Hij zal heden
aan 's rijks munt worden verkrijgbaar gesteld, in zilver
voor/12 in brons voor ƒ2 40.
Aan 's Rijks Munt zullen binnenkort munten worden
geslagen met de beeltenis van de jeugdige Koningin
Wilhelmina. Er is voor dat doel reeds een photographie
van H. M. en profil gemaakt.
De beeldhouwer Junger te Amsterdam boetseert hst
model.
De overgang der Kroon!
Mr. S. Van Houten, in no. 2 van zijne Staatkundige
Brieven van den overgang der kroon van Koning
Willem III op zijne dochter gewagende, zegt daarvan,
na een woord van hulde aan de thaus als definitief
regentes optredende vorstin, zwier huwelijk met den
Koning zulk een algemeen erkend gunstigen invloed
heeft gehad, dat haar werkzaamheid in ruimeren kring
algemeen met vertrouwen wordt tegemoet gezien
»Van het standpunt van het hervormingsgezind libe
ralisme geeft de verandering noch tot treuren noch
tot juichen stof. Sedert 1848 winnen de democratische
denkbeelden hier te lande voortdurend veld: het is
niet ta verwachten, dat regentes of koningin dien
voortgaDg zal bevorderen, maar evenmin te vreezen,
dat een harer dien zal kunnen of willen stuiten. De
i monarchie behoeft in Nederland noch angstig noch
achterdochtig te zijnzij behoeft ook niet te vreezen,
dat eenig fel woord over de instelling of een harer
vertegenwoordigers haar zal schaden. Houdt zij gelijken
tred met den geest des tijds, dan is haar voortbastaan
gedurende een niet afzienbaar tijdperk verzekerd. De
historische zin van ons volk en zijn herleef! republi-
keinsch rechtsbewustzijn hebben beide in de parlemen
taire monarchie volkomen bevrediging gevonden en
deze tot een diepgewortelde instelling gemaakt, welke
geen practisch msn uit voorliefde voor een nog hooger
ideaal zou durven aantasten. Slechts een flinke uit
breiding van het kiesrecht is nog noidig om de in
het census-tijdperk gevoede ontevredenheid geheel tot
zwijgen te brengen. Ia alle klassen des volks weet
men te over, dat, evenals de aard eener monarchie
van den aard des volks afhangt, een volk zijn onvol
maaktheden ook in dan republikeinschen staatsvorm
overbrengt. Dj monarchie bepale zich er slechtB toe,
de regelmatige uitingen van den volkswil te bascher-
men en den overwinnaar in eerlijken partijstrijd den
zegepalm uit te reiken Zelve biijve zij buiten en boven
de partijen."
De Luxemburg8che Kamer is tegen morgen
bijeengeroepen voor de eedsaflegging van den Groot
hertog.
H. M. de Koningin-weduwe zal een der dagen
van deze week ten Paleize cour houden voor autori
teiten, collegiën en particulieren, die tot het doen van
rouwbeklag zullen worden toegelaten.
Zooals men weet, was wijlen Z. M. Koning
Willem III Beschermheer der zoo nuttig werkende
Koninklijke Vereeniging van gepensionneerde
Officieren van het Nederlandsche Leger be
staande nit meer dan G00 gepensionneerde en actief
dienende Officieren van het leger hier te lande en
schonk haar bij h*t aanvaarden van het Beschermheer
schap een waai lijk Koninklijke gift van 187.000.
Daardoor werd het bestuur der Vereeniging gemach
tigd en in staat gesteld vele gepensionneerde officieren,
die van een zeer klein pensioen moeten leven, hulp en
bijstand te verleenen, welke weldaad geenszins opge
houden heeft met den dood van den Koninklijken wel
doener.
Zaterdag hebben de meeste vreemde vorsten de
residentie verlaten.
Aan d n voet van het standbeeld van Koning
Willem II, op het Buitenhof, was Ziterdag een lauwer
krans, waaraan een rouwstrik bevestigd, neergelegd
ter herinnering aan den geboortedag van dien vorst.
's-Heer Arendskerke. Tengevolge van het overlijden
van den beer M. De Back alhier is eene vacature
ontstaan in den gemeenteraad, zoomede in het polder
bestuur van den ouden West-Craaijert, waarvan de
overledene gezworen was. Als lid van het college van
zetters en kerkvoogd der Ned. Herv. gemeente zullen
mede opvolgers moeten worden benoemd.
Morgenvoormiddag te elf nur zal de Tweede
Kamer hare werkzaamheden hervatten.
De voorzitter zal aan de Kamer voorstellen in deze
vergadering terstond een aanvang te maken met de
behandoling der Indische begrooting voor 1891, en
tevens een voorstel doen tot verdere regeling van de
werkzaamheden.
Voorstellen tot ingrijpende reorganisatie
der protestantsche kerk in Nederlandsch-
Indië zijn, naar men verneemt, bij de regeering in
behandeling.
Volgens de Loc. zou het Opium-rapport
van den heer Groenewegen op uitdrukkelijk verlangen
van den Minister van Koloniën geheim worden ge
houden.
Door den Directeur-Generaal der Exploitatie-
Maatschappij is bepaald, dat aan iederen stationschef
die een werkman van zijn station voor 1 Februari
1891, in die mate op de hoogte van dec telegraaf
dienst brengt, dat hij in dien tak van dienst vol
doend examen kan afleggen, een premie zal worden
toegekend.
vorige, de officieels aanvraag om termiinsverlenging
kan worden gericht. Uit hetgsen de Indépendance
dezer dagen mededeelde, moet wellicht worden afge
leid, dat onze Regeering ondershands de vertegenwoor
digers der andere Mogendheden te Brussel heeft ge
polst, om te weten, hoe zulk een aanvraag zou wor
den opgenomen.
Bij het voorloopig comité uit de Friesche
handels-vereeniging tot het maken van propaganda
Ugen de inkrimping van post - en tele
graafdienst op Zondag zijn nit alle provinciën
des lands, behalve Noord-Brabant, adhaesie-betuigin-
gen ingekomen, o. a. van een 25tal Kamers van
Koophandel en Fakrieken. Met het oog op deze in
zoo groote mate ontvangen blijken van ondersteuning
zal de voorgenomen bijeenkomst van adhaesie-betuiging
nu dtfinitief plaats hebben op Zondag 14 December
a. s. te Zwolle, teneinde tot genoemd doel een Neder
landsche vereeniging op te richten.
Volgens een Reuter-Telegram uit Londen heeft
Sir James Fergusson in het Lagerhuis verklaard, dat
bij de Regeering niets bekend was van een verzoek
der Nederlandsche Regeering tot verschuiving van
het tijdstip voor het onderteekenen van de akte der
anti-sla vern ij - conferentie te Brussel. Zulk
een aanvrage zou slechts tot de conferentie kunnen
gericht worden. Stappen worden door de Britsche
Regeering in vereeniging met de andere Mogendheden
gedaan om Nederland tot on lerteekening te nopen,
maar vooralsnog kan de aard dier stappen niet aan
gegeven worden.
Verstaan wij dit wel, zegt Het Vaddan is de
bedoeling van den Minister, dat alleen tot een con
ferentie, samengesteld als en oen voortzetting van de
Koloniën.
Aan het mail-overzicht van den Javabode van
8 November is het volgende ontleend
Het groote nieuws van den dag is het besluit van
de regeering om de naar Flores gezonden troepen te
laten terugkeer en zoo spoedig als met het doel hunner
uitzending is overeen te brengen. En daar dit doel
oorspronkelijk geen ander was dan dekking van een
onderzoek naar tin, zal de expeditie, welke aan de
Zuidkust vertoeft, waar men niet naar tin zoekt, ter
stond van daar heengaan, terwijl die, welke aan de
Noordkust is geland, niet langer zal blijven dan totdat
men omtrent de al of niet aanwezigheid van tin
zekeiheid zal hebben verkregen, hetgeen, nu de mijn-
opziener Heusch na de evacuatie wegens ziekte van
den mijn-ingenieur van Schelle, den 2den November
met het onderzoek hoopte le beginnen, binnen kort
het geval kan zijn. Wordt er geen tin gevonden, dan
is hiermede de zaak uitwordt er wei tin gevonden,
dan is de zaak ook uit, want men zal het dan eenvoudig
laten liggen, hetgeen zeker het verstandigste is, na
men op eene vreedzame exploitatie niet schijnt te kunnen
rekenen. Uit de laatste berichten toch valt op te maken,
dat de bewoners der vlakte niet dan noode aan de
onzen den doortocht hebben vrijgelaten, en dat het
bergvolk zou trachten zich te verzetten tegen de uit
voering van onze plannen, terwijl uit niets blijkt van
ook maar het geringste spoor van ingenomenheid met
de kans door ons geopend, om nit den rijkdom van
den bodem voordeel te trekken.
Da Deli Ct. schrijft naar aanleiding van de
Flores-interpellatie in de 2e Kamer en de daarbij door
den minister van koloniën aaigenomen houding, het
volgende
»Met uitzondering van de Tjiomas-zaak zijn er weinig
voorbeelden in de koloniale geschiedenis der laatste
jaren, dat de homogeniteit tusschen de regeeriog hier
en die in 't moederland, zóo openlijk verbtoken werd
als met da Flores-interpellatie h6t geval is geweest
en, waar de tegenwoordige landvoogd zich in zijn
parlementaire loopbaan steeds een stoer aanhanger van
Thorbecke heeft betoond, is het volkomen verklaarbaar
dat hij regeeringsdaden, welke niet volkomen door de
ministeriëele verantwoordelijkheid in Nederland gedekt
worden, onbestaanbaar acht mat onze staatsinstellingen.
Het eenige antwoord dat op de ministeriëele verklaring
paste is dan ook gegeven: de gouverneur-generaal
heeft volgens gerucht zijn ontslag ingediend. De meest
correcte houding, welke kon worden aangenomen.
DLuidens latere berichten stelt de Nederlandsche
regeeriDg thans pogingen in het werk om den land
voogd op zijn voornemen te doen terugkomen, en
bestaat er veel kans dat de treurige toestand van
's Konings gezondheid aanleiding is, dat de crisis
gestuit wordt, maar veel zal toch geheel anders moeten
worden, vóór dat er van samenwerking en wederzijdsch
vertrouwen tusschen den Haag en Buitenzorg wederom
sprake zal kunnen zijn."
ij_
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Bij de Ned. Ger. gemeente te Gapinge is be
roepen ds. F. W. J. Wolf, predikant bij de Nad. Ger.
gemeente te Aksel.
Bedankt voor het beroep naar 's-Heerenhoek
door den heer W. Back, cand. te Utrecht.
Aangenomen het beroap naar de Ned. Herv.
gemeente te Schore c. a. door den heer J. E. B.
Meloen, candidaat te Kloetinge.
Ellewoudsilijk. Herkozen tot notabelen bij de Ned.
Hervormde gemeente alhier de heeren A. Looy Mc.
en A. Noels.
's-Heer Arendskerke. Herbenoemd tot ouderling
dhr. J. Msulenberg en gekozen tot dukea dhr. Jacob
i B enhakker.