77sl" jaargang. 1890. N°. 130. Diusdag 4 November. OEconomische Spijsuitdeeling, qm de november-veemarkten FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. Do uitgave deser Oourant geschiedt Maandag, Woensdag en Yrydaguvond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, aoo binnen als buiten Goes, f 1,75* Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent# BiA directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs lechtr tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ot« Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeL De commissie voor de bestaande uit de heeren J J. OCHTMAN, Voorzitter, B. M. DEN BOER, E. VAN DEN BOSCH, M STERK, A. DEKKER. J A. VAN HEEL, L. A. KNITEL, I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE, S J J DE JONGE MÜLOCK HOUWER en HILDERNISSE. Secretaris en Thesaurier, heett hare werkzaamheden voer het aanstaande winterseizoen hervat en de biljetten ter inschrijving aan de ingezetenen doen uitreiken. Burgemeester en Wethouders voldoen gaarne aan het verzoek der commissie, om tot milde bijdragen aan te sporen, en vertrouwen, dat de ingezetenen door eene ruime inteekening of bijdrage zullen doen blijken, dat de werking der commissie en haar voortdurend bestaan op hoogen prijs worden gesteld Goes, den 1 November 1890- Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. cL W HAMER. De Secretaris, HARTMAN Sff-l TK «OES zullen dit jaar gehouden worden op Dinsdagen den 11, 18 en 25 van die maand. Goes, den 41 October 1890. Badmeester en Wethouders van Go s, J. O d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Politiek gehaspel Bladen van verschillende richting wijden artikelen aan de tweespalt, welke zich hier te lande in de R.-K. partij onderling, maar voornamelijk tnsscben haar en de anti-revolutionaire partij openbaart. Mag men sommige Katholieke organen gelooven, dan is hst met het tegenwoordig Ministerie gedaaD, is het althaas van die zijde de oorlog verklaard. De Standaard, het orgaan van dr. Kuyper, behandelt het «enigszins luidruchtig optreden der Katholieken met zakvre voorname onverschilligheid. Op het punt van geschil, de afschaffing der plaatsvervanging bij de nat. militie, doet dr. Kuyper wel enkele totaal onmoge lijke huismiddeltjes aan de hand, maar houdt hij stand voor de afschaffing. Sommige bladen leiden hieruit af, dat het verbond der twee antiliberale partijen ten einde loopt. Het is waar, dat beiden ten opzichte der plaats vervanging in tegenovergestelde richting op hnn stuk blijven staan en dat, wanneer dr. Schaepman woorden ia den mond zijn gelegd, waarnit blijken zou, dat hij, om het verbond te behouden, de plaatsvervanging wil opofferen, hij zelf en anderen zich haasten om dit te weerspreken en alzoo het doen voorkomen, dat ook dr. Schaepman het behoul der plaatsvervanging als voorwaarde van verdere samenwerking met de anti revolutionairen onmisbaar acht. Maar dit neemt niet weg, dat nit niets bet voornemen blijkt om van Katho lieke zijde met de liberalen saam te gaan. Eo zoo dit niet het geval is, welk praktisch resultaat kan dan het rumoer van deze dagen teweeg brengen 76) (Vervolg.) Doktor Heilmann boog zich over Betfy hees en sprak «Luister nu goedzoodra ge ontwaakt zult zijn, moet gij alles vergeten wat ge op Hohenwartburg hebt beleefd, sedert die Italiaan daar gekomen is. Gij moet de overtnigiDg hebben, dat ge uit den dienst der vorstin zijt ontslagen, omdat ge onachtzaam ge weest zijt ten opzichte van den aan uwe zorg toe vertrouwden jongen graaf, waarover de vorst zoo vertoornd was. Verstaat ge het goed, al het overige moet ge ve'geten, geheel en al vergeten." Betty boog ten teeken van gehoorzaamheid bet hoofd. «En gij", vervolgde Heilmann zacht tot Vincentius, «moogt, wanneer de rust en de zielevrede van uwe vrouw u wat waard zijn, nooit meer over het verledene spreken en nooit trachten in haar geheugen terug te roepen, wat zij van nu aan zich toch nooit meer helder voor den geest kan halen." »Dat zweer ik u, mijnheer antwoordde Vincentius. «Ik zal blij zijn wanneer ik over al die akeligheden niet meer mag spreken en wanneer ik mijne Betty weder even vroolijk en opgeruimd zal zien als vroeger." Dokter Heilmann zwaaide toen met de hand voor het voorhoofd der jonge vrouw en beval haar wakker te worden. Zij sloeg langzaam de oogen op en keek den doktei verbaasd aan. «Waar ben ik", vroeg zij; «wat is er met mij gebeurd «Gij waart ontsteld mij in eens voor u te zien", sprak da vorst op haar toetredende, »en toeo zijt ge Het is misschien wat pessimistisch, maar toch mee- nen wij grond te hebben in dazen te denken aan een ijdel vertoon. Esn vertoon va« zelfstandigheid tentinde aan wtór«zijden de gemoedoren der kiezers tot bedaren te brengen. Oategenzoggelijk toch doen zich bij de anti-re vol. en bij de Roomeche kiezers teekenen voor waaruit blijkt, dat men slechts met tegenzin gevolg geeft aan het drijven der leiders, die het verbond willen behouden zien. Kan nu van w*êrszijden met zekeren ophef voor een tegenovergesteld beginsel worden op- gtkomen, dan wordt een gevoal van zelfstandigheid, van eigenwaarde levendig gehoudpn en de wederzijdsche weerzin «enigszins gevleid doordat men elkaar eens de tanden kan laten zien. Maar de tanden laten zien is nog geen bijten. Ja, de onderling getoonde en geluchte verbittering zal, zoo wij ons niet bedriegen, in de hand der leiders juist het middel zijn om de volgelingen bij de stembus tot wederzijdsche toenadering bereid te maken. Er zal nog eon tijdlang hoog worden opgegeven van beginsel- vasthe d, maar tegen het er op aankomt zal men zien dat alle grieven weder opzij zijn gesteld om toch maar geen zetels te verliezen, en andermaal zal de natie het schouwspel moeten zieD, dat de groote quaestiën van den dag door geestelijke invloeden worden b-heerscht en van katholieke zijde vooral aan het verbond wordt vastgehouden. Men herinnert zich wat bij de verkiezing van dbr. v. d. Velde te Delft is gebeurd. E«n gedeelte der katholieke partij trok heftig tegen dezen aotirevol. candidaat te velde. Op 6tenn van katholieke zijde mocht hij niet rekenenEven vóór de verkiezing echter draait de wind. De heftige bestrijding verandert io broederlijken steun en dhr. v. d. Velde wordt gekoz»n! Ook kan het de aandacht niet ontgaan, dat tot dusverre de strijd der katholieken geleverd wordt op een terrein, waar zij niets te verliezen en de liberalen niets te winDen hebben. Dit maakt de vertoouiog der katholieken tot eene zeer onschuldige liefhebberij. Vermoedelijk beschouwt dr. Kuyper het ook als zoo danig en vandaar zijne eenigstins hooge houding tegen over het gerezen geschilpunt. Immers de onthouding der katholieken bij verkie zingen in hat kiesdistrict Goes kan zonder eenige schade voor de verbonden partijen geschieden, aan gezien de antirevolutionairen daar sterker sijn dan de liberalen. Was hot den katholieken ernst om deze regeering tot aftreden te nopen, dan zouden zij moe ten trachten den liberalen in de Tweede Kamer de meer derheid te bezorgen en dus de katholieken ook in ons district zich met de liberalen moeten vereenigen. Ver bonden toch winnen de liberalen en katholieken in ons district het van de antirevolutionairen. Onthouding der katho- lieken is dus hier van zeer onschuldigen aard voor de regeering en voor het verbond. De geruchtmakende Brabantsche motie heeft even min aenig praktisch nadeelig gevolg voor de tegen woordige regeering. Hetzij de Noord-Brabantsche afge vaardigden voor of tegen de legerwet met persoonlijken dienstplicht stemmeD, de meerderheid in de lie Ka mer ondergaat daardoor geene verandering; want óf dezelfde öf andere katholieken worden in 1891 inde flauw gevallen. Mijn vriend hier is een dokter en die heeft u weder bijgebracht." Betty sprong op. «O, doorluchtigheid, is u hier?'' ri-p zij. «Ja, ja, nu herinner ik mij, ik schrikte bij uwe komst. Och, ik heb mij* zoo ongelukkig gevoeld, dat u zoo boos op mij geweest i Ik heb toch heusch den jongen graaf niet opzettelijk uit de wieg laten vallen. O, de vorstin weet toch wel hoe ik aan haar gehecht ben en dat ik voor hasr door een vnur zou gaan. Ik smeek u, doorluchtigheid, wil mij toch ver geven «Daarom kwam ik juist hier; ik moest in de resi dentie wezen" hernam de vorst, «en ik begreep, dat ik wat al te streng jegens u geweest was. Ik schenk u dus vergiffenis en Vincentius ook, die zoo koppig was om met u made te gaanmaar hij deed het uit liefde voor u en ga hebt beiden door hard werken gezorgd het hoofd boven water te houden. Alles is nu vergeten en ge moogt beiden weder met mij naar Hohenwartburg terugkeeren. Vincentius herneemt zijne oude plaats weder uij de houtvesterij en gij, Betty, wordt belast met het toezicht op de hnishoudiog, want als getrouwde vrouw kunt ge nu toch niet meer voor kindermeisje spelen. Gij kunt dan samen in het slot wonen." Beiden stonden een oogenblik overstelpt van vreugde zwijgend voor hun heer. Toen vielen ze voor hem op de knieën en bedekten zijne handen met kussen. «Morgen vertrek ik" zeide de vorst, hen beiden oprichtende; «gij moet dadelijk naar Hohenwartburg reizen; ik kom eerBt later, misschido met de vorstin, die nu nog bij haar vader logeert." «Bij haar vader logeert?' zeide Betty nadenkend. «O ja, dat is waar, zij wilde naar haar vader gaan en daar deed zij goed aan. O, zeker, ik was daar blij om, waot de lucht op Hohenwartburg was niet goed Brabant che districten gekozen. Eerst, wanneer cok in tal van districten, waar de antirevolutionaire candidaat h«t niet halen kan zonder den steun der katholieken, deze zich onthouden van dien sUun, zullen wij gelooven aan den ernst der tegenwoordige beweging. Tot zooleng blijven wij haar beschouwen als een volkomen onschuldig vertoon van zelfstandigheid en als eene ontlasting van het gemoed, zonder eenig schadelijk gevolg. Wij vertrouwen dan ook, dat de liberalen, zich aangordende voor den aanstaanden verkiezingsstrijd, er weder op zullen rekenen, alleen op eigen kracht te moeten steunen. Zoo tr kentering in de politieke meenicg is ontstaan zal dit zeker den liberalen ten goede komen, maar die mogelijkheid moet hen juist leiden tot verdubbelde krachtsinspanning. Zoo zij re kenen op winst tengevolge van de troebelen aan de overzijde, zullen zij bedrogen uitkomen. GOES, 8 November 1890. Bij bon. besluit is met ingang van 1 Nov. be noemd tot burgem. van Serooskerke (Walcheren). J. R i e m n s en is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan J. G. Talen, als 2ie luit. bij de dd. schutterij te Goes. Benoemd tot gezworen van het waterschap Ho ven en Wilfemskerke A. Dieleman Willem- Ge r a r d s z o o n tot lid van het b-stuur der water- kaering van den calamiteuzen Nieuw Neuzenpolder D. Scheele Janszoon. Krabbendijke. Benoemd tot lid van het Burgerlijk Algemeen Armbestuur, in plaats van wijlen B. West- strate, de heer A. W a b e k e. Middelburg. Ia de jongste zomervergadering werd aan het lid den heer mr. P. C. J. Henmqnin verlof gegeven, omtrent den stoombootdienst op de Wester- Schelde de volgende vragen tot Ged. Staten te richten a bestaat er geen mogelijkheid om de dienstregeling voor de bemanning van de stoombooten op de Wester- Schelde in dier voege te wijeigen dat zij nu niet eens gedurende eenige weken onafgebroken dienst moet doen, dan weder gedurende eenige weken, wanneer het schip waartoe zij behoort buiteo de vaart is, geheel werkeloos is b. is de dienst zoodanig geregeld dat de bemanning op bepaalde tijden recht heeft op een vrijen Zondag? c bestaat er bij Gid. Staten bezwaar om eene vaste pensioensregeling voor de bemanning der stoombooten te ontwerpen Ged. Staten deelen thans, naar aanleiding dezer vragen, het volgende aan de Staten mede: Wat betreft het sub a. vermelde. Die mogelijkheid bestaat niet, althans voor zooveel de gezagvoerders en de machiusten betreft. De uiteenloopende aard der booten en de verschillende machinerieën maken het wenschelijk dat zij, die daarmede het meest vertrouwd zijn, niet dan bij de hoogste noodzakelijkheid vervan gen worden. De dienst is in den regel niet zoo druk, daar gewoonlijk slechts twee der drie booten in dienst zijn, dat Diet gemakkelijk door ruiling om de drie voor den kleinen graaf. Waarom weet ik eigenlijk niet precies meer, maar ik herinner mij wel, dat ik zelf erop aandrong, dat de vorstin naar Neuburg zou gaan. O, wat zal ik gelukkig zijn mijne meesteres terug te zien «Alles is dus vergeven en vergeten" zeide de vorst «morgen gaat gij op reis. Neem dit, dat zal wel vol doende zijn om uwe zaken hier te regelen Htj nam eenige banknoten uit zijne portefeuille en gat ze aan Vincentius. Daarna vertrok hij, nog vóór deze of Betty hem konden bedanken. Het joDge vrouwtje was geheel veranderd; de som bere, strakke, pijnlijke uitdrukking was van haar gelaat verdwenen. Ook nu parelden er wel tranen ia hare oogen, maar het waren thaDs tranen van vreugde en tusschen deze door straalde zulk een gelukkige blik alsof ze reeds weder onbezorgd met den kleinen Kurt door het park van Hohenwartburg wandelde. «Hoe is dat alles toch gebeurd? sprak zij. «Het is mij als een droom nn de vorst in onze nederige woning is geweest, is het alsof alles op eens anders, mooier geworden is. Ik was altijd even treurig ge stemd, niettegenstaande ge zoo goed voor mij zijt ik had verdriet, dat de vorst 100 ,hard tegen mij was geweest. Misschien heb ik hem wel onrechtvaar dig genoemd, maar nu is alles weder goed. En hij mocht ook wel streng tegen mij zijn" liet zij er peinzend op volgen, «waut het was toch ook heel nalatig van mij om niet beter op den kleinen Kurt te passen." Vincentius toonde allereerst zijne vreugde door dade lijk zijn groene uniformjas als boschwachter Wtder aan te trekken. «Nu ben ik weder in dienst bij mijn ouden meester en nu mag de hofmaarschalk zien, dat hij andere hulp krijgt." Hij sloeg de armen om Betty heen, drukte haar aan zijn borst en sprong daarna weken aan allen een vrije Zondag kan worden toege staan, als dit verlangd wordt. Van dit verlangen blijkt echter zelden. Sub b. Uit het vorenstaande blijkt dat ook deze vraag ontkennend moet beantwoord wordeD. Een be paald recht om te eiscben bestaat nietalleen de mogelijkheid om aan daartoe gedane aanvragen te voldoen is aanwezig, en zij worden in dat geval inge willigd, tenzij bijzondere omstandigheden, als bijv. ziekte van kameraden, zich daartegen verzetten. Voor buitengewone diensten worden buitengewone beloo ningen gegeven en deze worden zeer gewaardeerd. Met wijzigingen in de bestaande regeling zou de be manning, de gezagvoerders en machinisten ingesloten, Ged. Staten kunnen dit met zekerheid verklaren, aller minst ingenomen zijn. Sub c. Zoodanige pensioensregeling achten Ged. Staten niet raadzaam. Meermalen is daaraan gedacht, maar de bezwaren zijn steeds te groot geacht. Voor bet in het leven roepen van een /onds met verplichte deelneming is het personeel te klein. Voor het sluiten eener over eenkomst met eene maatschappij zijn de eischen veel te hoog en sommige leden der bemanning te oud. De gevallen, waarin het verleenen van pensioen tot dusver gevorderd werd, zijn buitendien zeldzaam. Ged. Staten achten het daarom meer in het finan cieel belang der provincie geen vaste regels te stellen, te meer omdat zoodoende meer vrijheid behouden b'ijft om bij elk geval met bijzondere omstandigheden, die alleen moeilijk vooraf aan regels te binden zijn, reke ning te houden. Aan de Tweede Kamer is een adres ingediend door het hoofdbestuur der «vereeniging van landbou wers, die suikerbieten verbouwen". Daarin geeft het te kennen dat het met leedwezen heeft kennis genomen van het wetsontwerp nadere bepalingea bevattende omtrent den accijns op de suiker, door Z. E. den minister van financiën bij de Staten-Generaal ingediend dat deze regeling, mocht ze wet worden, op den landbouw een nieuwen ongemotiveerden druk zal leggen; dat toch de suikerfabrikanten, bij de thans bestaan de verhouding tnsschen hen en den suikerbietverbou wer, de meerdere opbrengst van den sniker-accijns geheel of voor een groot deel op hem zalien verhalen, door den prijs der beetwortelen te verlagen dat alzoo deze belasting indirect zal geheven wor den van den landbouw, die in ds tegenwoordige ge drukte tijdsomstandigheden eer op vermindering dan op vermeerdering van lasten vermeent aanspraak te mogen maken. Redenen waarom het hoofdbestuur der «vereeni ging van landbouwers, die suikerbieten verbouwen", Uedelhoogmogenden eerbiedig maar dringend verzoekt, uwe goedkeuring aan bovenbedoeld wetsontwerp te willen onthouden. Eenzelfde adres is ook door de Noord-Brabandsche maatschappij van landbouw aan de Kamer opgezonden. De heer Halverhout, gep. kapt. luit. ter zee te IJmuilen, schrijft in het N. v. d. D. Met belangstelling nam*n wij dezer dagen in oogen met haar door de kamer, terwijl zij half lachte en half schreide van vreugde. Toen togen zij aan den arbeid om hunne zaken te regelen, zoodat zij den volgenden morgen konden ver trekken. Tot laat in den nacht waren zij bezig, maar toch vingen zij ter bestemder tijd hunne reis naar Hohenwartburg aan. Vincentius behoefde niet bang te zijn, dat de herinnering aan h*t verledene in Betty zou worden gewekt, want geen der bedienden had eigenlijk ooit de juiste reden van haar vertrek ver nomen. Men had natuurlijk wel vermoedens, maar daaraan werd door den terugkeer van Betty en Vin centius de bodem ingeslagen, vooral nu zij beiden eene betere betrekking hadden verworven dan zij vroeger bekleedden. De vorst en zijn vriend Heilmann reisden dien zelf den dag naar Neuburg. De vorst werd, naarmate zij het bniten verblijf van graaf Kronsteiu nade deD, hoe langer hoe zenuwachtiger. ThaDs toch zou de groote vraag omtrent de schuld zijner gemalin worden beantwoord, ten minste, wanneer het gelukken mocht ook bij haar het bewijs te leveren, dat zij gehypnotiseerd was en onder den invloed daarvan sprak en handelde. Dit hing volgens dokter Heilmann hoofdzakelijk daarvan af of de kracht der tegenwerking sterk ge noeg zou zijn om den eersten invloed te overwinnen. En de vorst gevoelde, dat, wanneer het volledig be wijs van de onschuld zijner vrouw niet geleverd kou worden, zoodat er nog altijd een zweem van twijfel overbleef, zijn gemoedsrust en zijn levensgenot toch verloren zouden zijn, en dat het onmogelijk zou we een de vorstin te bevrijden van de afschuwelijke verden king, die door hare eigene bekentenis werd versterkt. Werd bij haar da hypnotische boei niet verbroken, dan bleef de ear van zijo Huis voor altijd iu de handen van den Italiaan. Deze laitste overweging maakte

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1