1890. N". 129.
Zaterdag 1 November.
Bij dit noiwuei' behoort een bijvoegsel.
FEE1ELETOM.
Door vreemden wil beheerscht.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag gr YrIj dagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,7HL
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bijdeheeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent»
JB», directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs lechtr
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en do daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van i8 regels a 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct»
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 31 October 1890.
De schrijver van het Kameroverzicht van de N-
R. Ct. zegt o. a.
Volgens art. 45 der grondwet wordt het koninklijk
gezag nu waargenomen door den Raad van State,
zoolang nog g«=en regent is benoemd. Binnen den
tijd van eene maand na de aanvaarding der waarneming
van het koninklijk gezag is de Raad van State ver
plicht een wetsontwerp tot voorziening in het regent
schap in te dienen. Indien de geruchten, die ons ter
oore kwamen, juist zijn, dan zal de Raad van State
daarmede niet zoo laüg wachten als het vorige jaar,
maar zou binnen een dag of tien een wetsontwerp mogen
worden tegamoetgezieD, om de Koningia tot regentes
te benoemtn".
Art. 35 der Grondwet schrijft voor, dat ingeval
da Koning buiten staat geraakt om de R^geering waar
te nemer, in het noodige toezicht over zijn persoon
wordt voorzien naar de voorschriften omtrent de voog
dij vsn een minder j-rigen Koning in art. 32 bepaald.
In vereenigde vergaderirg zullen de Stater-Generaal
dan een voogd of voogden hebben te benoemen en de
voogdij te regelen. Wordt de Koningin tot voogdes
aangewezen, wat wel buiten twijfel is, dan wordt
Haar een raad van voogdij toegevoegd.
Het Hbl. herinnert dat de wet van 1888 als leden
van dien Rand aangewezen heeftden vice-president
en het eerstbenoemd lid van den Raad van State
(thans dus de heeren Van Reeteo en jhr. mr. W. A. C.
Da Jonge), den voorzitter der Alg^meene Rekenkamer
(thans de heer E. A. A. J. De Roy van Zuidewijnj
en den president en den procureur-generaal bij den
Hoogen Raad (thans de heeren mr. J. G. Kist en
mr. C Polis).
De wet beveelt bovendien, dat nog vier leden van
den Raad van Voogdij door den Koning zei ven worden
benoemd, nadat de Raad van State is gehoord. Z M.
heeft daartoe reeds twee jaren geleden aangewezen de
heeren mr. W. baron Van Goltstein van Oldenaller,
oud-Minister van Koloniën, A. baron Schimnaelpenninck
van der Oye, Comm. des Konings in Utrecht, jhr. mr.
J. Roëll, lid der Tweede Kamer, en A. N. J. M. baron
Van Bri^nen van de G^oote Lindt.
75) (Vervolg.)
In de deur stonden twee heerpn, de eene lang en
krachtig, de andere klein en slank. Reinhold trad eer
biedig ter zijde en Vincentius riep op een toon van
blijde verrassing: »Hij is het, het is zijne Doorluch
tigheid, mijn genadige heer!''
Stil, stil!" zeide de vorst; «noem mijn naam niet
zoo luid, niemand mag weten, dat ik hier ben. Da
oude Reinhold heeft gelijk, er is een lichtstraal in de
duisternis gekomen en ik wil ti achten de onschuldigen
te redden en den schuldige te straffen. Zooals ik zie"
liet hij er glimlachend op volgen, terwijl hij in de kamer
rondkerk, »gaat het u beiden goed en wanneer ik
verzoek een oogenblik nw gast te mogen zijn, dan zal
u dit een bewijs zijn, dat ik niet boos op olieden ben".
Betty zat nog altijd half versuft door 3e onver
wachte gebeurtenissen in haar stoel. Docter Heilmann
was ongemerkt achter haar geslopenhij bewoog nu
eenige oogenblikken de banden en trad toen snel ter
zijde.
Mijn God" riep Betty, terwijl ze rechtop ging zit
ten, »wat was dat? Welk een zonderling gevoel over
viel mij eensklaps Dat heb ik nog eens gehad in
mijn levenhet was toen ik in het park op Hohen-
wartburg wandelde met den jongen graaf, nadat ik
Vincentius had weggebracht. Toen overviel mij ook
plotseling zulk eene zonderlinge verdoovirg en toen ik
daaruit weder bijkwam, lag ik bij den kinderwagen
en kon ik mij volstrekt niet herinneren wat er eigenlijk
met mij gebeurd was. O", vervolgde zij aarzelend, «ik
zal het nooit vergeteD, het was kort voor het begin
van dien ongelukkigen tijd Ze hield op en keek
schuw naar de zijde waar de vorst zat.
•Gij hoort het" zeide Heilmaan, »rij heeft diezelfde
gewaarwording gehad kort voor al die duistere voor
vallen, ze heeft toen het bewustzijn verloreD, ik ben
zeker, dat mijne meecing de juiste is. Toen heeft die
Salantieri zijne krachten op haar beproefd, juist zoo
achter haar staande en even opgemerkt als ik het nu
gedaan heb".
De markies Salantieri" riep Vincentius. Zonden
Reinhold en Betty dan toch gelijk gehad hebben toen
zij hem beschouwden als iemand die ongeluk aan
brengt
De d.kter strekte andermaal zijne handen uit raar
Op last van den Raad van State, krach
tens artikel 45, 2o. der Grondwet waarnemende
het koninklijk gezag, brengt de directeur van
het Kabinet des Konings ter aigemeene kennis dat alle
stukken, voor den Raad in voornoemde hoedanigheid
bestemd, aan het Kabinet des Konings moeten worden
bezorgd.
Het Hbl. verneemt, dat de hertog van
Nassau voornemens is, indien het regentschap in
Luxemburg noodig wordt, voor korten tijd naar Luxem
burg te gaan.
Reuter seint, dat de Luxemburgsche minister-presi
dent Eyschen gisteren naar het kasteel van den hertog
is vertrokken.
Middelburg. De gemeenteraad heeft de ge-
meente-begrooting in ontvang en uitgaaf vastgesteld
tot een bedrag van 621,924,23, met een post van
onvoorziene uitgaven ad 3527,16. Onder de uit
gaven is gerekend 240,625 voor aanleg der gemeente
lijke duinwaterleiding; onder de inkomsten/250,000
van opbrengst geldleeningen.
Ter-Neuzen. Het getal raadsleden zal hier
blijkens de laatste volkstelling met 2 vermeerderd
en op 13 gebracht moeten worden.
Een der oudste leden van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, de heer Hengst, heeft, wegens
redenen van gezondheid, zijn ontslag genomen als lid
dier Kamer.
Bij de Woensdag gehouden herstemming voor
een lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland in het
district Brielle is gekozen de heer C. M. L o e f f (lib.)
met 752 van de 1305 stemmen.
Door de volkspartij in bet district Dokkum is
tot kandidaat voor da Tweede Kamer voor de a. s.
verkiezingen io Juni 1891 gekozen de heer J. D. Stoffel
te Deventer. Dat is bijtijds.
Een schrijven uit Paramaribo, voorkomende in
het Vaderlandbevat verscheidene mededeelingen, die
nieuwe bewijzen geven van de ongeschiktheid
des Gouverneurs voor zijne betrekking. Met
de 20 a 30 politie-agenten door hem ontslsgen, moest
weder onderhandeld worden om ben te verzoeken
B tty, die opgestaan was en den vorst vragend aan
staarde.
Nadat Heilmann eenige bewegingen met de hand
door de lucht had gemaakt, zonk de jonge vrouw in
haar stoel terug. Nu trad hij langzaam op haar toe
en terwijl hij de bewegingen met de hand voortzette,
sloten zich hare oogenhaar hoofd lennde achter
tegen den stoel, hare armen vielen slap neder en baar
gezicht werd wasachtig bleek. Da dokter streek nu
met de handen langs haar gezicht, bewoog ze daarna
strooiend boven haar hoofd en sprak
Hoort ge mij?"
•Ja" antwoordde Betty zacht, als dwong ze zich
zelf, maar toch duidelijk verstaanbaar.
•Gij hebt daar gezegd, dat ge eens in het park
van Hohenwartburg eene dergelijke gewaarwording
hebt gehad als zooeven denk eens goed na en her
inner u, wat er toen verder met u geschiedde."
Betty bewoog zich onrustig heen en weder.
•Ik kan niet" sprak ze.
Ik wil het, ik beveel het, herinner het u f"
•Ik kan niet, ik kan niet, ik mag niet!" sprak
Betty aan stuiptrekkingen ten prooi.
Herinner het u, ik wil het, ik beveel het." Hij
bewoog de handen al sneller en sneller boven haar
hoofd en sprak nogmaals: •herinner het u, ik wil
bet." Zijne stem werd nog krachtiger en zijn gebie
dende blik rustte bijna dreigend op de gesloten oogen
der jonge vrouw.
Het scheen, dat deze eene pogiDg wilde wagen om
opte8taan, maar ze viel dadelijk weêr teiug in haar
stoel en zeide onderworpen
•Ik herinner het mij o, hoe heb ik het ooit
bunnen vergeten I Waarom heb ik het mij niet her
innerd in dien vreeselijken tijd toen ik aan mijzelf
en aan God twijfelde."
Vertel mij dan, wat ge u herinnert. Wat is er
met u geschied?"
O, ik zag het duidelijk" zeide Betty en er kwam
een blijde glimlach op haar gelaat, >de Italiaan, die
verschrikkelijke markies Salantieri, kwam uit een zijpad
op mij toegeloopen. Ik zonk onder de macht die van
hem uitging op de knieën naast den kinderwagen, hij
hield da handen boven mijn hoofd, ik gevoelde, dat
al mijne wilskracht verdween en dat ik aan hem
ondergeschikt werd, hoezeer ik mij daartegen ook
trachtte te verzetten."
En wat gebeurde er verder?"
Hij beschreef mij nauwkeurig den armband der
vorstin, met dien kostbaren steen, dien hare doorluch
tigheid als eeno soort talisman beschouwdebij beval
weder in dienst te treden. Met den chef fan den
militairen geneeskundigen dienst is de heer Lohman
gebrouilleerd omdat diens vrouw omgaat met de vrouw
van iemand, die geen vriend van den Gouvermur is.
Met dr. Salomons, den chef van den burgerlijken
geneeskundigen dienst, heeft hij hooggaande oneenig-
heden de dokter zal zich tot de Regeering wenden.
Eindelijk heeft hij thans zijn derden adjudant, luite-
rait Koene, ontslegan om futiliteiten uit het parti
culier leven. Vroegere Gouverneurs hebben er steeds
maar éen gehad. Luitenant Kiüger is nu de opvolger.
In verband met het in de Indépendance Beige
van 29 dezer voorkomend bericht, dat de Nederlandsche
Regeering de uitnoodiging heeft aangenomen om zich
officieus te doen vertegenwoordigen in de internatio
nale commissie, welke den 5n November e. k. te
Brussel zal vergaderen tot het uitwerken van een
stelsel van inkomende rechten voor den Congostaat,
verneemt het Vad. dat die handeling der Nederlandsche
Regeerirg enkel beschouwd kan worden als een daad
van couitoisie tegenover de Mogendheden, welke haar
tot bijwoning der commissie hebben uitgenoodigd.
Op die bi teekeDis der dezerzijdsche bereidverklaring
tot cfïicieuse deelneming aan de commissie moet bij
het antwoord der Regeering op de nitnoodiging van
België uitdrukkelijk zijn gewezen, terwijl tevens akte
moet zijn genomen van de verzekering dier Mogend
heid, dat de vertegenwoordiging van Nederland in do
commissie haar verdere houding in geenen deele zal
prejudic'ëeren.
De Indépendance Beige heeft dus de bedoelingen
der Nederlandsche Regeering niet met juistheid weer
gegeven.
De Koningin van Rumenië heett een
treurspel geschieven, getiteld: Meester Manolby. H<-t
onderwerp is eene oud-Rumeen«che legende, volgens
welke de bouwmeester Manolby den dom eerst kan
voltooien, wanneer hij zijne vrouw levend in de muren
vastmetselt.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
In de zitting van gisteren zijn de wetsontwerpen
aaugenomen tot regeliog van de koopsom van de
mij het kleinood te stelen, wat ik gemakkelijk kon
doen, omdat ik vrij in en uit de kamers der vorstiu
mocht gaen. Verder moest ik den armband bij den
juwelier in Steinau verkoopen en zeggen, dat ik op
bevel van de vorstin kwam, die voor de opbrengst een
geschenk voor haar gemaal wilde koopen. Het geld
moest ik echter aan Vincentius geven en zeggen, dat
ik bet bespaard had voor ons toekomstig huishouden".
•En verder vroeg de dokter.
Ik heb alles gedaan zooals hij het bevolen heeft"
zeide Betty, die thans blijkbaar van allen dwang was
ontheven en opgewekt en vrij sprak.
Wist gij, dat ge op bevel van Salantieri handeldet?"
•Neen, o, neenHij had mij immers bevolen te
vergeten en ik had het ook vergeten. Wel schrikte ik
zelf terug voor mijne misdaad, wel had ik een gevoel
alsof ik Gods hulp moest inroepen tegen eene gehe.m-
zinnige kracht, die mij beheersebte, maar ik kon mij
niets bepaald herinneren. Ik moest den wil van den
Italiaan volgen en toen de zaak aan het licht kwam,
wist ik alleen maar dat alles waar was, waarvan men
ftjij beschuldigde. Ik kon het niet begrijpen wat ik
gedaan had, maar dat ik het gedaan had kon ik niet
ontkennen en zoo moest iedereen mij wel verdenken
mijne meesteres, de vorst en ook Vincentius. O, die
ellendelingHoe heeft God ooit kunnen toelaten, dat
een duivelscbe geest zooveel macht over een onschul
dig mensch verkrijgt Maar Hij heeft zich over
mij ontfermd" sprak ze glimlachend, «en nooit kan ik
Hem genoeg danken, dat hij mij van de helsche macht,
die mij gevangen hield, heeft bevrijd".
•O, mijnheer" riep Vincentius, die niet begreep wat
er met zijne vrouw geschiedde, maar alleen dat zij
onschuldig was, «hoe zal ik u ooit genoeg danken.
Gij zijt door den Hemel hieiheen geleid".
De dokter weerde hem af en sprak gestreng »Leid
mij niet af. Mag ik haar" vroeg hij toen aan den
vorst, vin tegenwoordigheid van dezen man verder
ondervragen."
•Ga uw gang" antwoordde de vorst. »Ik heb voor
deze men8chen geene geheimen. Zij hebben zooveel
geleden, dat zij recht hebben op mijn vertrouwen."
•O, doorluchtigheid" riep Vincentius, »nu hebt ge
n kunnen overtuigen, dat de arme Betty werkelijk
onschuldig was en dat ik gelijk had haar te ver
trouwen
•Gij zijt een beschamend voorbeeld" antwoordde de
vorst ernstig, zijn trouwen dienaar de hand reikende.
•Misschien was uwe liefde reiner, inniger dan de mijne,
misschien ook had ik meer vertrouwen moeten heboen
boawei de schijn tegrn de vorstin was, maar wie
Rijnspoormaatschappij en tot bekrachtiging der over
eenkomst, betrrfTende de oprichting van een reparatie-
werf te Tandjong Priok.
De heer Wertbeim hield zijne interpellatie over de
politieke en maatschappelijke verhoudingen in Suriname.
Hij wees vooral op de ongunstige verhoudingen tus-
schen den Gouverneur en de Koloniale Statenhij
geloofde dat de Gouverneur niet bezadigd genoeg regeerde,
en de Staten geheel voorbijgaat. Zelfs wilde hij geen
qnarentaine gelasten, ofschoon de militaire geneeskun
digen die noodig keurden. Zonder de Staten te kennen
gaf hij gronden uit in exploitatie. Ook de juistheid
der aan de Regeering verstrekte inlichtingen laat te
wenschen over. In éen woordde Gouverneur ging al
zeer zonderling met de constitutioneele rechten en
wetten om.
De heer Wertheim wees ook nog op het antisemi
tisme in Suriname gekweekt. Dat in ons land met zijn
verleden antisemitisme wortel zou kunnen schieten, ge
looft spr. niet. Het is als een influenza, die tijdelijk
de zwakken aantast; maar in Suriname wordt zege-
voed door den Volksbode en oogendienaars, die den
gouverneur meenen daarmede een dienst te doen, of
schoon deze uitdrukkelijk aan den opperrabbijn te
Amsterdam heeft verklaard gaen onderscheid te zullen
maken tusschen Israëlieten en anderen.
Spr. vraagt een regeling te ontwerpen, om de ge
wetensvrijheid te beschermen en het rechtsgevoel te
bevredigen.
De Minister van Koloniën erkende het bestaan van
eeno spanning tusscben den gouverneur en de Staten;
maar die is in Suriname geen ongewoon verschijnsel.
De scherpe toon der Staten verklaart den toon dien
de Gouverneur aanslaat.
In de openingsrede is over Suriname niet gesproken,
omdat de onderhandelingeo nog voortduren over de
middelen om Suriname uit zijn verval op te heffen.
D* Minister verdedigde den Gouverneur. Eens wette
lijke regeling der concessies voor goud en balata heeft
de Minister den Gouverneur aanbevolen. Het zooge
naamde oproer van 1 Juli is sterk overdreven; het
was slechts eene verstoring van een levendig volksfeest.
Eindelijk wees de Minister op de lage en gemeene
verdachtmaking van den Gouverneur nog vóór diens
komst in Suriname, toen hem ten onrechte antisemi
tisme werd aangewreven.
De heer Wertheim verklaarde zich door dit ant-
kan ook denken aan zulk een weefsel van bedrog en
verraad."
Vincentius begreep den vorst niet geheel, maar
dokter Heilmann begon weder met zijne ondervrag:ngen
en daarom zweeg hij.
Hebt gij" vroeg de dokter aan Betty, »ooit be
merkt, dat uwe meesteres, de vorstin van Hohenwart
burg, voor iemand anders dan voor den vorst eene
bijzondere neiging heeft gekoesterd
Wat is dat nu voor eene vraag" riep Betty eeaigs-
zins boos. •Mijne meesteres hield van niemand op de
wereld zooveel als van den vorst en hun beider kind
en dikwijls, als ze zoo eens vertrouwelijk met mij
sprak, wat ze wel eens deed, beschuldigde ze zich
zelf, dat de liefde voor haar vader, wiens eenig kind
zij is, in haar hart verdrongen was door de liefde
voor man en kind. Neen wie haar op dat punt durft
verdenken, heeft haar nooit gekend."
•En ik heb haar gekend en toch aan haar getwij
feld" fluisterde de vorst voor zich heen; »maar moest
ik dan baar eigen woordon niet gelooven I"
•Hebt gij" vroeg Heilmann aan Betty, «luitenant
Meis«nberg ook gekend?"
•Zrker ik ken hem reeds lang, toen hij nog bij
graaf Kronstein aan huis kwam en hij zeer bevriend
was met gravin Sophie. O, die twee waren als broeder
en zuster."
Kan er geen andere, geen inniger verhouding tus
schen hen bestaan hebben
•Och, welk een dwaasheidze dachten er niet aan.
Ik herinner mij nog, dat mijnheer van Mtisenberg de
gravin altijd tot zijn vertrouwde maakte als hij ver
liefd was op de eene of andere joüge damedan lachte
zij hem uit, maar dan noodigde ze die dame toch
altijd op een of ander partijtje. En toen hij later in
Steinau in garnizoen was bleef hij oven vertrouwelijk
met de vorstin. Zco vertelde hij haar onder anderen,
dat hij verliefd was op eene jonge dame uit Steinau
en dat het dezen keer nu eens wezenlijk ernst was
en toen de vorstin het mij vertelde och, ze ver
trouwde me zooveel toe, want we kenden elkander al
van onze jeugd af maakte ze zich werkelijk on
gerust, want de vader van het meisje wilde er niets
van weten en nu had mijnheer van Meisenberg gevraagd
of zij niet eens een goed woordje wilde doen en dat
had ze hem beloofd."
Heilmann wendde zich tot den vorst.
Wilt ge nog meer vernemen?" vroeg hij.
•Neen" antwoordde deze, »ik weet genoeg; laat er
een einde aan komen. Wat we hier zochten hebb»n
we gtvoiden." (Wordt vervolgd.)