1890. N°. 128.
Donderdag 30 October.
77sle jaargang.
FEUILLETON
Door vreemden wil beheerscht.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,76*
Behalve aan ons Bnrean worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bijdeheeren NIJGH VAN D1TMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 60 cent, elke regel meer 10 cent.
Bi} directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs lechtr
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 29 October 1890.
Da Commissie uit Ged. Staten, belast met het
toezicht op den stoombootdieost op de Wester-Schelde,
Ged. Staten, naar aanleiding van het adres van
den gemeenteraad van Ter-Neuzen, in overweging de
Prov. Staten voor te stellen over te gaan tot aan
schaffing van een nieuwe boot. Zich met de door de
Commissie daarvoor aangevoerde gronden vereenigecde,
stellen Ged. Staten aan de Piov. Staten voor, het
volgende besluit te nemen:
lo. tot aanschaffing van een raderstoomschip naar
het type «Walcheren";
2o. bouw en lavering van schip en machine met
toebehooren op te dragen aan de Koninklijke Maat
schappij «de Scheldu", scheepsbouw- en werktuigen-
fabriek te Vlissingen, mits dienaangaande een voor de
provincie aannemelijke overeenkomst door Ged. Staten
mtt da genoemde Maatschappij kunne gesloten worden.
De Commissie meent, dat de bevrediging van alle
behoeften, de vervulling van alle wenschen, een te
gioot offer zou eischen om daartoe een voorstel te
mogen doen. Daartoe zouden niet minder dan twee
geheel nieuwe snelvarende booten met eene volledige
vierde equipage aangeschaft moeten worden en zouden
voortdurend drie booten in de geregelde vaart moeten
wordrn gehouden.
Om zoodanige uitbreiding te rechtvaardigen zullen
de bestaande relatiëa tusschen het 5e district en Wal
cheren en de algemeene behoefte om met Holland in
betere verbinding te komen aanmerkelijk moeten toe
nemen, maar zal vooral de dienstregaliog op de aldaar
bestaande spoorwegen aanmerkelijk moeten worden
gewijzigd en uitgebreid. ZoolaDg de spoorwegdirectiën
tot het laatste niet willen medewerken, zou de ge-
wenschte uitbreidiag van den stoombootdieost voor
het algemeen van weioig waarde blijken eo slechts
aan enkelen kunnen baten.
Gedeeltelijk echter meent de Commissie dat het 5e
district aanspraak mag maken op tegemoetkoming aan
zeer ernstige bezwaren, vooral nu ook voor andere
min gunstig gelegen gedeelten der Provincie doelmatige
verbetering is aangebracht of voorbereid wordt. Zij
is van oordeel dat meer en latere gelegenheid tot het
maken van den overtocht zou behooren gegeven te
worden en dat, althans op de rechtsdagen te Middel
burg (des Dinsdags en das Vrijdags) later dan te 6
nren 's morgens nit Ter-Neuzen zou moeten gevaren
worden.
Om daartoe te geraken zal echter het aanschaffen
eener nieuwe snelvarende boot als de «Walcheren" nood
zakelijk zijn.
Hiermede zal te verkrijgen zijn dat 's zomers vier
en 's winters drie reizen vice-versa kunnen gemaakt
worden en dat de laatste reis naar Ter-Neuzen later
dan thans zal kunnen gesteld worden.
Door Ged. Staten wordt voorgesteld lo. in te trek
ken het besluit van 11 Juli 1890 no. 26, goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 30 Augustus 1890 no. 15,
tot h>t aangaan eener geldleeniag groot ten hoogste
198.000 met daarbij gevoegd planen 2o. ten be
hoeve der provincie Zeeland aan te gaan eene geld-
leening groot ten hoogste 295.000 gulden, in twee
serieën, waarvan de eerste serie zal bedragen ten
hoogste 261.000 en de tweede serie ten hoogste
34.000. Hieronder is begrepen pi. m. 108,000 als
renteloos voorschot voor de sluiswerken aan de haven
te Goes.
Wissenkerke. Gieter overleed alhier plotseling de
74) (Vervolg.)
«Hier", sprak hij tot den ouden Reinhold, die binnen
trad, «neem een tijtuig en rijd zoo hard ge kunt naar
het telegraafkantoor. Maar vertel eerst even aan
dezen heer, hoe gij over den markies Salantieri denkt."
De oogen van den ouden dienaar begonnen te
glinsteren.
«Ik heb het nooit verheeld, doorluchtigheid," zeide
hij, «dat ik dien Italiaan voor een der behendigste
en gevaarlijkste dienaren van den duivel houd, als
hij deze niet in eigen persoon is. O, mijnheer",
zoo richtte hij zich smeekend tot dokter Heilmann,
«ik bezweer u, wanneer u het goed met zijne door
luchtigheid meent, wanneer ge werkelijk zijn vriend
aijt, bevrijd hem dan van den invloed van dit ver
schrikkelijk schepsel. Ik kan u niet zeggen waarom,
maar ik zou er een eed op durven doen, dat al de
onheilen der laatste maanden met zijne tegenwoordig
heid in verband staan."
«Stel u gerust, vriend" antwoordde de dokter, «wij
zijn bezig het spoor van dien Silantieri te volgen en
met hem af te rekenen. Ik zal niet rusten voor het i
heer J. Van Schouwen, wethouder en lid der
Prov. Staten in dit kiesdistrict, zoodat weder in het
hoofdkiesdistrict Goes een verkiezing voor de Prov.
Staten moet plaats hebben.
De aanbeveling voor gemeente-secretaris te
Zieriksee bestaat uit de heeren J. S n e 11 j e s ge
meente-secretaris te Het Bildt, en U b b e M ij s te
Oud-Beierland.
U lndépendance Luxembourgeoise bespreekt de
officiëele mededeelingen over 'sKonings
toestand en zegt dan
«Ook het vorige jaar werden geen officiëele bulle
tins uitgegeven, maar alleen «entrefilets" in de Staats
courant geplaatst, zonder dat het publiek wist, wie
verantwoordelijk was voor de juistheid dier mede-
deelirgen, zonder dat zelfs de naam dor ziekte werd
genoemd.
De Ministers zijn verantwoordelijk voor het officiëele
gedeelte der Staats-Courant, maar wat deze pseudo-
bulletins betreft, het Hof gaat daarin de Ministers
voorbij, en dat is heel ernstig. Personen, die daartoe
niet het recht hebben, geven aan den directeur van
de Staats-Courant last een mededeeling aan het hoofd
van dat blad te plaatsen, zonder dat de Ministers er
iets van weten.
Om een conflict te vermijden in dezen treurigen
toestand hebben zij geen maatregelen genomen om
zulke misbruiken tegen te gaan, want hunne positie
is alles behalve aangenaam.
Voor ongeveer twee jaar werd op zekeren dag ver
nomen, dat de toestand des Konings zeer onrustwek
kend was. Een der redacteuren van een der groote
bladen in 's-Hage ging naar het Ministerie van Bin-
nenlandsche Zaken om daar inlichtingen te vragen.
De Minister ontving hem en zeide, zelf nog geen offi
ciëele mededeelingen te hebben, maar door den direc
teur van het kabinet des Konings verwittigd te zijn
dat er 's avonds een bulletin in de Staats-Courant zou
verschijnen.
De redacteur dankte en vra^g vergunning dat bulle
tin te mogen overschrijven. «Het is thans 2 uur",
zeide hij, «eu het publiek wil niet wachten tot van
avond 8 nur de Staats-Courant verschenen is".
«Zeker", zeide de Minister, «kom over een half uur
terug en dan zal ik u het bulletin geven".
De directeur giüg en kwam op het aangeduide uur
terug. «Het spijt mij zeer", zeide de Minister, »u de
beloofde copie niet te kunnen gevenze wordt mij
zelf geweigerd".
Men moest dus tot des avonds 8 uur wachten en
daar de bladen in Nederland tnsschen 5 en 7 uur ver
schijnen, kon geen hunner des avonds de officiëele be
richten mededeelen.
Het volk verliest er wel niet veel bij, want slechts
de particuliere berichten van enkele bladen zijn juist.
Het verhaaltje, dat uit goede bron afkomstig is,
geeft een eigenaardigen blik op den toestand".
Mr. Jac. W. Van den Biesen, een der onder
teekenaars van da motie van den Noord-
Brabantschen bond van R.-K. kiesvereni
gingen, zendt aan de Tijd een schrijven tot beant
woording van verschillende vragen, naar aanleiding
van de motie gedaan, >a!a ware die niet glashelder."
Hij schrijft:
«Wat wij dan wenschen
Den val van het Ministerie en met haar dien
der wet.
mij gelukt is ham te dwingen zich in zijne ware ge
daante ta vartoonen en reeds is het masker, waar
achter hij zich verbergt, een weinig opgelicht".
ïGod zegene u, dokter" riep de oude Reinhold, ter
wijl hij, de etiquette vergetende, den vriend zijns meesters
de hand drukte.
«Maar zorg nu, dat het telegram wegkomt" zeide
de vorst. «Moge het nog groote ongelukken voorkomen
De blik van den vorst viel op de schrijftafel, waarop
de brieven lagen, die pas waren aangekomen.
«Een brief van graaf Kronstein" zeide hij, een der
brieven open brekende. «Ik ben nu weder nieuwsgierig
naar alles wat uit Neubnrg komt. Nu ge toch in
al de ellende van mijn leven zijt ingewijd" vervolgde
hij tot den dokter, nadat hij den brief vlug had door
gelezen, «moet ge ook weten, dat de graaf mij dringend
om antwoord vraagt op een brief, dien hij mij geschreven
heeft naar aanleiding van een bezoek van luitenant
van Meisenberg. Ik herinner mij nu wel, dat Salantieri
mij over dien brief heeft gesproken, maar ik wilde er
toen niets mede te maken hebben, omdat ik alles wat
Meisenberg heeft gezegd als comediespel beschouwde
en ik verzocht daarom den iLaliaan ontwijkend en
terughoudend te antwoorden. Dat schijnt hij echter
niet gedaan te hebben, want de graef heeft niets ont
vangen en hij heeft nu aan den Koning geschreven
om de bekrachtiging der gewijzigde erfopvolging uit
te stellen, omdat de verklaringen van mijnheer van
Wie moeten dien wensch verwezenlijken
De leden der Staten-Generaal, indien zij dit met
hun plicht en geweten in overeenstemming kunnen
brengen.
Als zij het niet doen, wat dan
De kiezers zullen in 4891 daarover hun uitspraak
vellen.
Waarom wij het deden
Omdat de zaak onzes inziens hopeloos stond
omdat tot dusver al dat schipperen en zwijgen ons
geen haarbreed wijder heeft gebracht
omdat wij het uiterste wenschen beproefd te zien,
om aan de ramp te ontkomen
omdat wij onze vrijheid, ons hoogste goed, willen
hewaren totdat ons bewezen worde, dat wij die voor
Koning en Vaderland ten beste moeten geveD
omdat, als het ongeluk wil, dat onze kinderen in
het groffe soldatenpak steken en van uit onze huizen
naar de kazernes, die akelige verblijven in materiëeleD,
die pestholen in moreelen zin, zijn verhuisd, men ons
niet kunne tegenwerpen, éen wettig middel te hebben
verzuimd
omdat wij als Nederlanders, dus als fiere en vrije
manneD, vrijmoedig voor onze belaügen willen uit
komen."
Onder het opschrift: «Wel wat weelderig 1"
kapittelt het antirevolutionnaire blad Bet Noorden
den heer De Savornin Lohman, Minister van Binnen-
landsche Zaken.
De begrooting ziet er nogal redelijk uit, maar op
de vraag, of er bezuinigd wordt, moet een ontkennend
antwoord gegeven worden.
Naar men verneemt heeft de Nederlandsche
regeering de Belgische uitgenoodigd namens haar voor
te stellen, dat de mogendheden, welke de algemeene
akte van Berlijn van 4885 en die der anti-slavernij-
conferentie van Brussel onderteekend hebben, gezamen
lijk door middel eener jaarlijksche bijdrage de som
zullen opbrergen, welke de onafhankelijke Kongo-
8 t a a t zich voorstelt te trekken uit inkomende
rechten, en subsidiair dat de Kongostaat bevoegd
zal zijn reeds aanstonds een recht van 25 franc per
hectoliter alcohol te beffen.
Een geschil, ontstaan tusschen Zijn Excellentie
den Minister van Financiën en de Nederlandsche
Bank over de laatstelijk opgemaakte balans, moet
volgens de wet worden opgedragen aan drie scheids
lieden. AI8DU zijn tot scheidslieden daartoe
benoemd: door den Minister van Financiën de beer
mr. U. H. Huber, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, te Leeuwarden door de Nederlandsche
Bank de heer mr. J. T. Buijs, hoogleeraar te Leiden,
en door de Arrondissements-rechtbank te Amsterdam
de heer mr. J. C. De Vries, advocaat aldaar. Dezo
zuilen nu in hoogste ressort over dit geschil beslissen.
Het weekblad Salland deelt da volgende bijzon"
derheden mede omtrent den heer Tindal:
«Men wete, dat de heer Tindal geen vreemde
aan 't Hof is, daar hij indertijd met prins Alexander
zijne opvoeding heeft genoten, diens lessen deelde en
hem tot speelmakker strekte, zoodat hij door den
KoniDg en de Koningin op gemeenzame wijze werd
behandeld en bij zijnen voornaam genoemd. Zelfs als
officier werd bij door Z. M nog met een «bonjour,
Henri" gegroet; hij was dus vroeger een gunsteling
aan 't Hof."
Meisenberg te gewichtig en te duidelijk zijn om ze
eenvoudig onbesproken te laten. Hij verzoekt daarom
nogmaals een onderzoek te willen instellen".
«Al weder die Salantieri!" riep de dokter, terwijl
zijne vriendelijke blauwe oogen schitterden van boos
heid. «Gij ziet, dat hij voortdurend bezig is om iedere
opheldering te verhinderen en alles ter zijde te stellen,
wat tot de waarheid kan leiden. Het is hoog tijd, dat
zijn onzalige invloed worde tegengegaan".
De beide vrienden overlegden verder wat hun te
doen stond en zij kwamen overeen den weg te ver
volgen, waarop zij met zoo goeden uitslag den eersten
stap hadden gedaan, namelijk door hypnotischen tegen-
invloed al die personen, waarop zij vermoedden, dat
Salantieri zijne macht had aangewend, tot bekentenis
te brengen.
De vorst schreef onmiddellijk aan graaf Kronstein,
deelde hem in korte woorden mede, dat hij de ge
nomen maatregelen volkomen goedkeurdedat hij
bovendien gewichtige ontdekkingen gedaan had, die
ot eene ongedachte opheldering aanleiding konden
geven, zoodat voorloopig geen verdere stappen in zake
het scheidingsproces mochten worden gedaan. Tevens
verzocht hij hem de gravin niets van dit alles te zeggen
en haar alleen mede te deelen, dat er binnenkort een
dokter zou komen om naar haren toestand en dien
van haar kind een onderzoek in te stellen.
Ook schreef hij aan mevrouw Hellwald om haar
Bij Couturier, te Amsterdam, waren Zondag
tusschen 2 en 3 uur ongeveer 200 burgerlijke ambte
naren bijeen, om tegenwoordig te zijn bij de buide,
die het hoofdcomité, namens ongeveer 40,000 burger
lijke ambtenaren in Nederland, bracht aan den heer
J. H. Smits, voor hetgeen hij deed inzake de
pensioenbeweging.
Na in een hoogst waardeerende rede holde gebracht
te hebben aan de verdiensten van Smits en zooveel
anderen inzake de pensioenbeweging, werd door den
heer Overbeek De M*-yer, voorzitter van het comité,
den heer Smits een medaille van goud, zilver en brons
overgereikt, die aan de voorzijde een engel vertoont,
welke de beschermende hand over weduwen en weezen
uitstrekt, en waarvan het randschrift luidt«Pensioen-
verbond voor weduwen en weezen van burgerlijke
ambtenaren", en die vervaardigd is in de Utrechtsche
fabriek van zilverwerken. De keerzijde vertoont een
lauwerkrans, in het midden waarvan men leest«Da
burgerlijke ambtenaren in Nederland aan J. H. Smits,
48554890." Daarbij heeft het hoofdcomité een
oorkonde gevoegd met toepasselijken inhoud.
Daarenboven werd den heer Smits een bronzen beeld
vereerd, de overwinnaar op zwarten piëdestal, dat hem
dagelijks het toonbeeld zijn zal van wat volharding
vermag.
De National Zeitung deelt mede, dat prof. Koch
zijne proefnemingen tot genezing der tering
heeft voortgetet, en wel met zulk een gunstig gevolg,
dat thans kan worden gezegd het «zenezingsprobleem
is opgelost, de tering is geneeslijk. Het blad verneemt,
dat het geneesmiddel niet in apotheken gereed gemaakt,
of door scheikundigen samengesteld, maar langs an
deren weg, ongeveer als de lympha voor inenting tegen
pokken, verkregen moet worden. De geneeswijze moet
men zich ongeveer aldus voorstellen Door de stof, welke
Koch heeft ontdekt, wordt bij teringachtige menschen
of dieren het lichaam in zoodanigen toestand gebrachte
dat de teringbacillen zich niet meer kunnen ontwik
kelen, maar wegkwijnen en te gronde gaan. Daardoor
komt het teringproces tot stilstand en volgt er geheele
genezing. Door het eigenaardige der methode is het
lichaam tevens tegen een nieuwen inval van tering
bacillen beschermd immun geworden), zonder zelf
daardoor nadeel te lijden.
Oost Indië. Bevorderd bij de K. N. Marina tot
machinist 3e klasje da machinist-leerling le klasse,
D. A. S a u e r van Wemeidinge.
Staten-Generaal.
Vereenigde vergadering op Dinsdag 28 October.
Dezelfde treurige oorzaak, die de beide Kamers dei
Staten-Generaal op den 2den April van het vorige jaar
deed bijeenkomen, had ook thans de Vereenigde Ver
gadering noodzakelijk gemaakt. Evenals toen werd ook
gisteren door den minister Mackay, naast wien al de
overige ministers gezeten waren, aan de Staten-Generaal,
ten aanhoore van de overvolle tribunes, verslag gedaan
van den toestand des Konings.
Het bleek nit deze officiëele mededeeling, dat de
Koning, nadat hij het vorige jaar de waarneming der
regeering hernomen had, weer geregeld zijne gewone
werkzaamheden had kunnen verrichten, tot op 26 Sep
tember jl. Toen echter was er zulk een keer in den
toestand gekomen, dat Z. M. geen staatsstukken meer
kon behandelen.
Op 43 October waren de ministers van koloniën en
van justitie naar het Loo geweest en hadden daar de
nogmaals op het hart te drukken het huwelijk harer
dochter met den heer Sprengler voorloopig niet te
doen doorgaan en aan graaf van Montau om hem te
verzoeken zoo spoedig mogelijk op Hohenwartburg te
komen. Toen dit alles geregeld en afgedaan was werd
de reis op den volgenden ochtend bepaald.
Des morgens vroeg deelde de vorst Ines mede, dat
er zich omstandigheden hadden voorgedaan, die mis
schien al zijne plannen voor de toekomst konden ver
anderen. Zij zouden elkander wellicht nimmer weder
zien, maar zij kon zeker zijn, dat hij toch altijd voor
haar zou blijven zorgen.
Het meisje keek hem een oogenblik verbaasd aan;
toen sprak zij:
«Ik had als 't ware een voorgevoel, dat iets der
gelijks gebenren zou en ik werd dagelijks meer over
tuigd, dat Salantieri iets in het schild voerde. Wat
onze verhouding betreft", vervolgde zij tot den vorst,
«daaromtrent wil ik in dit oogenblik geheel oprecht
zijn. Bepaald lief gehad heb ik u nooit, maar wel
heb ik dagelijks meer oprechte deelneming en vriend
schap voor n gevoeld. Daarom ook zal het mij eene
groote vreugde zijn eenmaal te mogen vernemen, dat
gij het verloren geluk hebt wedergevonden."
De vorst drukte haar een kus op het voorhoofd
en waarschuwde haar vooral zoo terughoudend moge
lijk tegenover Salantieri te zijn en te zorgen, dat zij
nooit met hem alleen was om zich voor het gevaar