litairen en niet-militairen, heeft tot het Noderlandsche tolk het onderstaande manifest gericht «LandgenootenOp den 30 April 4890, den 75- jarigen gedenkdag van het bestaan der Militaire Wil lemsorde, werd onder de hooge bescherming van Z. M. den Koning eene Vereeniging gesticht, die onder de zinspreuk «Moed, Beleid en Trouw1' werkzaam wil zijn in het belang van de Bidders der Militaire Wil lemsorde beneden den rang van Officier. Be Vereeniging wil die Ridders bij hun terugkeer in de Burgermaatschappij zoo mogelijk aan eene pas sende betrekking helpenhen geldelijk steuneo, wan neer zij, voor werken ongeschikt, buiten hun schuld in armoede vervallen na hun dood zooveel mogelijk zorgen voor hunne weduwen en weezen. Om dat doel te kunnen bereiken is er geld, ja zelfs teel geld noodig, doch bij het stichten der Vereeniging rekenden wij op Uwen steun. Nederland zendt zijne zonen naar Oost- en West, ingedeeld bij Land- of Zeemacht, om te waken voor de eer van Nederlands vlag, om het gezag van onzen geliefden Koning ook in onze schoone KoloDiën hoog te houden, doch Nederland vergeit die zonen niet. De braven, die voor dat doel hun leven veil had den, die blootgesteld aan de verwoestende ziekten van een tropisch klimaat, aan de duizende gevaren van een hardnekkigen strijd tegen een dapperen vijand, uit muntten boven velen, hunne kameraden ten voorbeeld waren, en den roem van Nederlands leger en vloot verhoogden die braven worden door U landgenooten hooggeschatgij volgt hen op hun moeieiijk pad. Wanneer die dapperen in het Vaderland terugkeeren, versierd met het kruis voor Moed, Beleid en Trouw, doch dikwerf met eene zwaar geschokte gezondheid, mogen zij niet in armoede vervallen, niet zijn bloot gesteld aan zorgen en gebrek. Helpt ons dat te voorkomen. Met vol vertrouwen doen wij een beroep op Uwe medewerking, Uwe offervaar digheid, Uwen steun. Aan eene jaarlijksche gift van minstens 5.is volgens de Statuten het lidmaatschap der Vereeniging verboLden. Donateurs zijn zij die een jaarlijksche gift van 25.dan wel one gift in eens van ƒ200. storteD. Maar elke g ft, boe geiiDg ook, is als blijk van belargitcll i g m het door ons ondernomen werk hartelijk welkom. Vergeet niet dat met vele kleine giften een groot doel kan worden bereiki' Wanneer iemand o?er eene betrekkirg heeft te beschikken, waarvoor een oud-soldsal: geschikt is, dan doe bij daarvan opga/a aan den secretaris van het bestuur den kolonel der mariniers F. A Van Braam Houckgeest te Amsterdam. De Haagsche briefschi ijver der ZZ. Nieuwsbode schrijft aan dat blad o. a. het volgende «Er is nog een andt«r outwe.p in staat van wijzen, het bekende voorstel van den heer Bahlmano, betreff n- de het h*ff-sn van invoerrechten op graan enz. Doch juist d zer dagen is door de C mmissie van Rapporteurs over dit wetsontwerp een verslag open baar gemaakt, omtrent den inhoud der ad essen vóór en tegen de voordracht ingekomen, en waaruit duidelijk blijkt dat de gevoelens in h^t land 1 jn»vcht tegenover elkander staan, zoowel over het beginsel van het ontwerp bescherming of vrijf.andelst-Jsel ais over de gevolgen van de voordracht voor den land bouw zelf. Ook io deze zaak zou ten slotte de Re geering partij moeten ki< zen en ofschoon zij waar schijnlijk er ttgea gekant is, zal het hr ar bezwaarlijk vallen daarvoor openlijk uit te kom:n, na d^ verwach tingen die hiar optreden in den lande hebben opgewekt. Het is inderdaad een curieus stuk. dat verslag. Er blijkt daaruit toch dat met evenveel ernst en kracht een g deelte des volks uit verschillende provinciën de voordracht bestrijdt, als een ander deel des volks uit dezelfde provinciën het verdedigt «Met het vrijhandelstelsel moet worden gebroken*' zegt eene zeker niet onbelangrijke hoeveelheid adres santen. x>Vooral nu het buitenland bet stelsel van bescherming omhelst. Dit ontwerp is een ]eerste schrede op den weg der bescherming, gunstig iu de eerste plaats voor den graanbouw." Mis zeggen een Dog grooter aantal adresseerende bestrijders der voordracht. «Prottc'ie zal den landbouw niet baten. Vermeerdert de graanbouw in kleistreken, dan zal tengevolge van de hoogere mestprijzen de toestand in zand- en veenstreken nog slechter worden. De graan handel, die hier, vooral siDds elders graanrechten worden geheven, e>n hooge vlucht heeft genomen, zal er zeer door worden benadeeld. Het brood zal ir duurder door worden." «Qcb, wat hernemen do voorstan ders >het brood zal niet verduren, maar in elk geval liever duur brood dan werkeloosheid. Hooge «Ik geloof u niet." «Dat kan ik niet helpen." ilk beveel u mij te zeggen, wat u tot dien diefstal heeft geleid." «Neen, dat doe ik niet." Mijnheer Focachon spande zich tot het uiterste in. Juffrouw Margarin bleef aan hevige stuiptrekkingen tf prooi, m8ar op iedere vraag antwoordde zij«Neen, neen, neen" en eindelijk moest mijnheer Focachon het opgeven -, zijne krachten waren uitgeput. Vervolgens hebben wij van een en ander mededeeling gedaan aan den kantonrechter van Charmes, die even zeer levendig belang stelt in het hypnotisme. Hij heeft ten huize vau mijnheer Margarin diens dochter eeu formeel verhoor doen ondergaan en juffrouw Louise verklaarde, terwijl zij bij volle bewustzijn was, dat zij werkelijk den diefstal bedreven had, maar weigerde elke nadere verklaring omtrent de oorzaken, die haar daartoe aanleiding gegeven haddenalsmede omtrent de plaats, waar de armband zich bevond. Zij bleef bij hare bewering, dat ze den diefstal geheel vrijwillig begaan had en ontkende ten sterkste daartoe door iemand te zijn aangespoord of den armband aan iemand gegeven te hebben. «Gij zult moeten toestemmen, mijne heeren, dat hier een volmaakt geval van misdaad aanwezig is. Neemt eens aan, dat ik niet uit belangstelling voor weten schappelijke onderzoekingen maar uit eeuig strafwaardig oogmerk juffrouw Margarin den diefstal had laten be- graanprijzen verminderen de werkeloosheid. Door het protectiestelsel is de welvaart in Duitschland toege nomen." «'t Mocht wat" is het wederantwoord der vrijhandelaren «de broodprijzen volgen de graan prijzen. Het meel zal duurder worden ten vooideele van de broodfabrikanten, die tevens meelfabrikanten 2ijn, maar ten nadeele van een duizend bakkers in 't land, die geen meel fabriceeren. Door het dure brood tullen de uitgaven van een arbeidersgezin met 40 a 45 percent stijgen, en de uitgaven van het gezin met 30 cents per week stijgen. Van een inkomen van 8 par week, zal bij aanneming van dit ontwerp 3 percent en van een inkomen van 2000 per jaar 1/2 percent belasting worden betaald. Die nieuwe last kan niet gedragen worden de bevolking wordt reeds uitermate zwaar door de accijnzen gedrukt. In Duitschland heeft de bescherming niet aan de verwachting beantwoord, de graanbouw is niet toegenomen. Da consument zelf betaalt ds invoerrechten en Diet het buitenland." En zoo gaat het voort. Tegenover elk argument, dat voor het ontwerp wordt aaDgevoerd, wordt een zeker niet minder klemmend argument voorgesteld. Zoowel over het beginsel als over de uitwerking is men in hooge mate verdeeld, en als men nu ziet dat niet wordt tegengesproken dcor de voorstanders dat dit ontwerp den transito-handel des land6 met ver nietiging bedreigt, dan moet men wel tot de slotsom komen dat wij bij dit ontwerp te doen hebben met een hoogst gevaarlijke proefaeming, die, als zij blijkt mislukt te zijn, niet alleen den landbouw niet gebaat, maar ook positief onzen handel zeer geschaad zal hebben. Is het wonder dat de Kamer niet met opge wektheid dit onderwerp ter hand neemt?' Men leest in het Handelsblad Het vooraf beraamde schandaal, waarvoor de heer T i n d a 1 verantwoordelijk is, heeft Maandagavond plaats gehad. Hij wist van te voren wie op zouden komen als hij over zulk een onderwerp een vergadering belegde, waai toe iedereen, die een dubbeltje betaalde, als tot een kermisspel toegang had. In de zaal werd De Oproerkraaier verkochtAls spreker trad op de heer Tiadal, een oud-officier, die, terwijl de oude Koning gevaarlijk ziek ligt, dit ellendig reclame-schandaal om zijn ziekbed maakt. Nu wordt naar het buitenland dat niet op de hoogte is van onze toestanden en evenmin weet waar om een oud-officier zoo weerzinwekkend handelt als w e de personen zijn, dia hij met zijn Turksche trom heeft saamgercfLld nu wordt naar het buitenland geseind dat men in de hoofdstad van Nederland een motie-Fortuyn heeft aangenomen tegen Regeering en Koning, terwijl Z. M. zwaar ziek is. Voorwaar de heer Tindal en de radicalen, die hem gebruiken, hebben eer van hun nobel werk De heer Fortuyn verklaarde sympathie te hebben voor het streven van den heer Tindal. Met dergelijke sympathie zal deze heer het voortaan moeten stellen. Hij heeft de sympathie van alle loy He Nederlanders voorgoed verbeurd. Weerzinwekkender tooneel is niet denkbaar dan dit anarchistisch misbaar bij het ziekbed van den ouden Koning. Omtrent het bericht, dat de commandant van Z jner Majesteits zeemacht in Oost-Iadie zich tot den Minister van Marine gewend heeft met een rapport, waarin hij mededeelt, zich niet langer verantwoordelijk te kunnen stellen voor den loop der zaken in Indie wegens den eUendigea toestand, waarin z;ch onze marine aHaar bevindt, schrijft het Dagblad; «Wij meenen zeer zeker te weten, dat van boven staand bericht niets aan is. Trouwens, behalve voor het personeel, heeft de commandant der zeemacht in Oost-Iadie niets te maken met den Mioist r van Marine. Hij staat onder de bevelen van den Gouverneur-Generaal, die ook het hoofd is van de land- en zeemacht iD Indie. Van den bedoelden commandant zou trouwens moe ten worden verwacht, dat hij, zoo hij werkelijk niet langer de verantwoordelijkheid zou willen dragen voor den toestand der zeemacht in Indie, zijn ontslag aan Z. M. den Koning zon verzoeken." Het bestuur van het Friesche comité van Alge meen Kies- en Stemrecht beeft zich bij adres tot den Minister van Binnen!. Zaken gewend, om nog vóór de verkiezing van 1891 wijziging te verzoeken van art. 100 der kieswet, in dezer voege «dat óf de verkiezingen voortaan plaatsheb ben op een Zondag, óf de dag der verkiezingen ge maakt worde tot een algemeenen rustdag, óf indien hiertegen overwegende bezwaren mochten bestaan de stembus langer open blijve dan thans bepaald is gaao tn haar het gestolene aan mij ter hand stellen, dan lijdt het geen twijfel of het meisje zou door iedere rechtbank op hare eigene bekentenis worden veroor deeld". De vergadering had in ademlooze stilte toegeluisterd. Maar de vorst sprong eensklaps van zijn stoel op en hij beefde over zijn geheele lichaam, terwijl zijne oogen onrustig heen en weder dwaalden. Verschrikkelijk" riep hij,verschrikkelijk. Dan zou dus een geheel menschenlevcn vernietigd kunnen worden, wanneer iemand van deze geheimzinnige kracht mis bruik wilde maken". «Juist, mijnheer" antwoordde professor Liégeois, «dat is hst wat ik wilde bewijzen. Het was mijne bedoeling aan te toonen, dat behalve de doktoren ook de justitie en de wetgever hunne volle aandacht aan het hypnotisme moeten wijden en naar middelen moeten zoeken om misbruik van die geheimzinnige kracht te voorkomen". «Maar, mijne heeren" vervolgde hij, pik ben neg niet ten einde met mijn verhaal. Denzelfden dag van het verhoor door den kantonrechter hypnotiseerde ik juffrouw Margarin weder. Toen zij in slaap was, zeide ik haar in tegenwoordigheid van verscheidene getuigen «Ik ben over u tevreden, gij hebt weerstand ge boden en geweigerd te zeggen, dat ik de heler ben". sik moest wel" antwoordde zij bevendso, ik heb zooveel geleden; ik zal het niet overleven, wanneer en de werbmaD, voor zoover hij kiezer is, gelegenheid krijge, na volbrachte dagtaak, zijn kiezersplicht te vervullen." Mocht er bij den Minister tegen de beide eerst genoemde maatregelen bezwaar bestaan, dan meenen adressanten dat het toch zeer goed mogelijk is de stembus laDger dan tot nu toe open te houden. Dit zou wel niet dien werklieden baten, die hun werk in andere gemeenten hebben, doch wel denzulken, die hoewel in bunne woonplaats werkzaam toch soms een uur van het stembureau verwijderd zijn en dus om te stemmen in den thans vastgestelden tijd, een sschoft" moeten verzuimen en permissie moeten vragen van hun werkgever. Staten-GeneraaL TWEEDE KAMER. Ie de zitting van gisteren hield de heer Cremer zijne interpellatie tot de regeering over het gebeurde op Flores. Hij vroeg op welke gronden twee gewapende mijnbouwkundige expedities naar FJores zijn onder nomen en of onder de tegenwoordige omstandigheden het voornemen bestaat dat onderzoek voort te zetten. De Minister van KoloDiën constateerde dat de eerste expeditie tin-onderzoek bedoelde en wel naar aanlei ding van de geruststellende berichten omtrent de ge zindheid der bevolking. De tweede expeditie was een militaire om de Robkaneezen voor hun verraderlijken aanval te straflón. Uit militair oogpunt mislukte die niet maar men vond geen tin. Thans is, op voordracht ven den kommandant van het leger, eene derde expe ditie afgezonden, die van bet Noorden uit op Flores zal komen, en een gewapende expeditie kan worden genoemd met het doel om een onderzoek naar tin in te stellen, want de gouverneur-generaal wil geen aan sluiting met de Zuider-expeditie als de bezwaren te groot blijken. De heer Van Houten bestreed de expeditie naar Fiores als eene onrechtmatige handeliDg, eü, uit politiek oogpunt, een misslag. Hij drong er op aan om alsnog verdere gewelddadige maatregelen op Flores tegen te houden. De heer Cremer stelde de volgende motie voor «De Kamer, vertrouwende dat de regeering elke gewelddadige aanraking met de bevolkirg van Flores, zoowel ten behoeve van een hernieuwd tinonderzoek als ter zake van hetgeen plaats gehad heeft bij het vroegere onderzoek, zal weten te beletten, gaat over tot de orde van den dag". Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Tot predikant der Ned. Herv. gem, te Bieze- linge is beroepen ds. J. Hoekstra, te Workum. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gem. te Tuil door ds. G. B. Fijnvandraat, te Nieuwerkerk op Duivaland naar 's-Heer HeDdrikskinderen door dr. J. Pzn. Proost, te Koog a/a'. Zaannaar Bruinisse c. a. door ds. C. Knap, te Kampen. Omtrent het geschil tusschen den Consulent der Herv. gemeente te Baailand en het Klassikaal Bestuur vau Goes, doende aldaar «wat des kerkeraads is", heeft het Klassikaal Bestuur beslist, dat het recht van benoeming van ouderlingen en diakenen alleen berust bij de stemgerechtigde manslidmaten der gemeente (en den Ambachtsheer), zoodat aan de benoeming van D. Kole tot ouderling geen gevolg kan worden gegeven. Naar gemeld wordt is gisteren te Arnhem eene vergadering gehouden van de inspecteurs van het lager onderwijs met eenige deskundigen, om het ontwerp- examenprogramma voor de akte voor vrije- en orde- oefeningen der gymnastiek vast te stellen. Koloniën. A in het Mail-overzicht van de Jaoabode dd. 43 Sept. is het volgende ontleend De Regeering meende, op grond van vroegere be richten en vooral van mededeeliDgen van prof. Max Weber, die niet lang geleden Flores bezocht, dat een onderzoek naar tin aldaar de moeite allicht zou loonen, en naar aanleiding van een rapport door een vorig resident van Timor ingediend, mocht zij aannemen dat men daarbij niet op ernstigen tegenstand zou stuiten, doch nooit kan het haar voornemen zijn ge weest, om, al werd er in voldoende hoeveelheid tin gevonden, de ontginning daarvan door te zetten, waa neer die niet anders dan onder sterke militaire dekking zou kunnen geschieden. Ea daar het nu ook bij den gunstigsten ad iop der expeditie te voorzien is, dat dit laatste het geval zou wezen, kan het op het oogenblik alleen da vraag zijn, hoe de onderneming op Flores tot zulk een goed einde kan woiden gebracht, dat de ik voor den diefstal gestraft word". »Dat zal niet gebeuren" zeide ik. «ik wil mij op iemand wreken en gij moet mij daarbij behulpzaam zijn". Hoe dan vroeg zij angstig. «Mijnheer Meunier ik noemde een aanzienlijk koopman te Charmes die met mijnheer Focachon bevriend is, is mijn vijandgij meet, zoodra gij ont waakt zijt, hem van den diefstal aanklagen, gij moet den kantonrechter schrijven, dat gij onschuldig zijt, dat mijnheer Meunier de dief is en dat gij door de openstaande deur van een nevenvertrek gezien hebt, hoe bij den di-fstal heeft gepieegd". x>Maar" hernam zij, «dat is niet waar, want ik heb toch zelf den armband weggenomen en hem aan u gebracht". «Het is wel waar" riep ik, terwijl ik mijn wil met volle kracht op den hare liet inwerken, «het is precies zooals ik het n zeg, verstaat ge, zoo is het en niet anders. Gij hebt gezien, dat mijnheer Meunier den arm band uit de kast genomen en bij zich gestoken heeft." De slapende zat als het ware gebukt onder den druk van mijn wil, maar zij sprak duidelijk «Iaderdaad, het is zoo mijnheer Meunier heeft den armband gestolen, ik heb het zelf gezien". «Gij kunt dat dus volkomen naar waarheid getuigen?" «Zeker". »Eo ge zult het den kantonrechter schrijven en de aanklacht instellen?" «Ongetwijfeld". troepen het eiland met schik weer kunnen verlaten. Dit laatste kan volgens enkelen alleen gebeureD, wanneer die troepen de Rokka's zwaar hebben getuchtigd, dat wil zeggen hun land te vuur en te zwaard hebben verwoest en verbrand, maar anderen, minder barbaarsch gezind, ge- looven dat aan de eer zou zijn voldaan, of liever dat ons prestige zou zijn gered, wanneer de expeditie het eiland weer verlaat, niet aan de Zuidkust, waar zij geland is, maar, na het land dwars te zijn doorgetrokken, aan de Noordkust. In elk geval wordt over een paar dagen eene nieuwe troepenmacht naar Flores gezonden, die waarschijnlijk aan de Noordkust zal landen en dan aan de eerste expeditie de hand zal trachten te reiken. Of zij beiden te zamen daarna in de eene of andere, zooeven aangegevene richting aan de zaak een einde zullen zien te maken, schijnt nog een onderwerp van overleg te zijn tusschen de regeering en het legerbestuur. Gemengde Berichten. 's-Ueer Hendrikskinderen. In eene onlangs gehou den bestuursvergadering vau de alhier ten vorige jare opgerichte vereeniging «Eendracht maakt Macht" bleek, dat voor de 68 leden 1438 H.L. (72 kar) steenkolen waren aangekocht, welke voor 80 cent per H.L. vrij aan huis konden bezorgd worden. Krniningen. Maandag liepen eenige kinderen achter een paard, toen het beest plotseling een van hen, een jongen van negen jaar, een slag tegen het hoofd toe bracht, waardoor hij ernstig gewond werd. Op het oogenblik is de joDgen, hoewel deerlijk verminkt, buiten gevaar. Naar wij vernemen zal de dienst van het wa- terwaarnemen aan de Rijkspeilschalen met 4 Januari a. s. belangrijk worden ingekrompen. Ia Zuid-Baveland worden een viertal plaatsen genoemd waar de titula rissen van hunne betrekkiüg zullen worden ontheven. Voor de personen is het te hopen dat zij op wacht geld zullen worden gesteld als het besluit doorgaat. Als eene bijzonderheid in dit jaargetijde wordt gemeld, dat op 44 October door eene firma te Breda nog 2400 kg. frambozen naar buitenlandsche markten zijn verzonden. Enn Zutphensche adspirant-korporaal der schut terij heeft epn minder aangename ervaring gehad, die hij in de Zutph. Ct. beschrijft. De man is namelijk op een Zondagmorgen aange sproken om een boete groot 4.60, die hij echter reeds betaald had. Hij weigerde nogmaals te betalen en zeide te zullen informeel en of er ook een vergissing in 'i spel was. Den volgenden dag moest hij voor zaken naar 01- denzaal vertrekken, doch werd gevengenomen, zelfs toen bij de kwitantie der betaalde boete vertoonde. Hij betaalde toen nogmaals, doch onder protest, dat hij dit slechts deed om zijn vrijheid terug te krijgen, 't Spreekt vanzelf dat de man een klacht heeft inge diend tegen den kwartiermeester, aan wiens grove onvoorzichtigheid deze behandeling schijnt te wijten te zijn. Men schrijft uit NunspeetSedert Vrijdagna middag was eene oude, bijna blinde weduwe van ruim 74 jaar, die hier bij het dorp woonde, spoorloos verdwenen. Zij was met een zak naar het veld gegaan om eenige heide te balen en keerde niet terug. Die zelfde avond, de geheele daaropvolgende dag en nacht en gisteren 2ijn met zoeken doorgebracht, doch of schoon wel 50 a 60 mannen op de been waren, en alle bosschen zijn afgezocht, beeft men haar eerst hedenvoormiddag omstreeks 10 uur teruggevonden. Zij was, niettegenstaande zij drie dagen en drie nach ten in de open lucht doorbracht en sedert Vrijdag namiddag geen voedsel had gebruikt, nog flink gezond, en iu een bosch (een half uur van Nunspeet) aan het dwalen, trachtende den weg terug te vinden, 's Nachts had zij zich onder de dennen ter ruste gelegd. Hoe ver men met geduld en overleg komt om dieren af te richten, waarvan men niet kon denken, dat ze eenig gehoor of begrip hadden, bewijst de eebtgenoote van den heer G. De Bree, veehandelaar te Baambrugge. In een breede en diepe sloot langs de weide en het erf staat een gebouwtje, waar men melkgereedsehap schoonmaakt in die sloot bevinden zich zeven of acht palingen. Al6 nu de vrouw, en zelfs soms anderen, zich op de stoep bevinden en roepenkom, jongens, waar ben jelui! dan komen die dieren haastig aan gezwommen en zuigen aan de vingers of nemen een worm uit de hand aan, zelfs een eind boven water. Velen komen het zien, en het wordt zelfs voor een liefdadig doel gebezigd, daar er een busje voor de armen staat. Daarop werd juffrouw Margarin uit haren hypno- tischen slaap gewekt en alleen gelaten. Des anderen daags ontving de kantonrechter den volgenden brief van hare hand: «Geachte Heer! Ik heb tegenover u een plicht te vervullen. Bij den heer Focachon is een armband gestolen. Een oogen blik beeft men mij daarvan verdacht, maar ten on rechte. In mijne verwarring en mijn angst heb ik een valsche getuigenis afgelegd, maar ik zweer u, dat ik onschuldig ben. Ik kan u den dief noemen, want ik heb uit een nevenvertrek, waarin ik mij bevond, alles gezien. Mijnheer Meunier is de dief. Hij is door een zijdeur in het huis van mijnheer Focachon gekomen, is de kamer binnengeloopen, heeft de kast geopend, die naast het raam stond, en daaruit den armband genomen. Ik heb gezien, dat hij hem in den zak stak en er mede heengegaan is. Ik zweer u, dat alles zich heeft toegedragen, zooals ik het n hier schrijf en ik ben bereid deze verklaring voor de rechtbank te herhalen. Louise Margarin". «Ik merk hierbij op" vervolgde professor Liégeois, «dat ik de woorden van den brief niet aan de gehyp notiseerde heb ingegevenik deelde haar alleen de hoofdzaak mede en sprak van de aanklacht bij den kantonrechterden brief heeft zij geheel zelf opgesteld". (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 2