1890. N°. 118.
Dinsdag 7 October.
77s10 jaargang.
FEU13XETOX.
Door vreemden wil beheerscht.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en YrlJdagaTOad,
oitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, xoo binnen als buiten Goes, f 1,75,
behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAK te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs lechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 6 cent per regeL
GOES, O October 1890.
Omtrent den toestand van Z. M. den
Koning verneemt het H. Dbl.t dat de ri kteverschijn
selen blijven voortduren en het herstel langer op rich
1 aat wachten dan zich aanvankelijk liet aanzien.
Ook het U. Dbl. deelt mede, dat de toestand van
Z. M. nog geen verbetering ondergaat en dat de zieke
niets dan melk gebruikt en voortdurend het bed houdt.
Dolheid en rusteloosheid wisselen e kander af.
Het Handelsblad meldt nog het volgende
Er is niets geheimzinnigs in den toestand des Konings.
Zijn Majesteit is bejaard. Na en dan lijdt hij erge
pijneD, maar de geest is nog even sterk als de wil.
Zijner Majesteits zwager, de Groot-hertog van Saksen,
die Zijn Majesteit een paar weken geleden bezocht,
verklaarde den Koning niet veranderd gevonden te
hebbenhet oog was nog helder, de stem was nog
krachtig en Zijner Majesteits belangstelling in vele
zaken groot.
Wij gelooven niet onbescheiden te zijn, als wij mede-
dealen, wat aangaande het bezoek van den Groothertog
bij Zijn Majesteit bekend werd. De Koning wees op
de Koningin en zride tot zijn zwager: »lat hij God
dagelijks dankte, die hem zulk een goede, verstandige
gade gegeven had, die hem tot steun en raad was."
Wij weten bovendien, hoe Zijn Majesteit groote be
langstelling toonde en nog toont in de weldra op te
richten Veraeniging, welke voor de belangen van rid
ders der Militaire Willemsorde wil zorgen. Z jn Majesteit
las de statuten en gaf, na eenige opmerkingen gemaakt
te hebben, zija hooge goedkeuring er aan.
Wij hebben het grootste vertrouwen iu den tact
en het liefdevol gezond verstand der Koningin, in het
gevoel van verantwoordelijkheid en de kennis van Zijner
Majesteits genaeshaeren en in het plichtsbesef onzer
Regeericg.
Uit het Loo werd gisteren gemeld, dat Z. M.
de Koning geen koorts had, maar dat zijne kwaal
zekere lichtheid in het hoofd en soms mindere helder
heid van geest veroorzaakte.
Men ducht geen oogenblikkelijk gevaar, maar her
vatting der bezigheden wordt in de eerste dagen niet
verwacht. Het is niet onmogelijk, dat er maatregelen
zullen wordan genomen tot waarneming der regeering.
Toen bijna een jaar geleden de heeren Kreuk
niet, Blaaser en Bigot hierterstede Ibsen's veel be-
«poken tooneelstuk »Nora" deden opvoeren, beschoowde
het Goe8che publiek dit zeer terecht als een événe
ment Van v.-r buiten de stad zoowel als uit Goes zelf
was het in grooten getale opgekomen om de voorstel
ling bij te wonen en wij gelooven, dat slechts wei
nigen toen den gang naar de comedie hebben betreurd.
Morgen bestaat er andermaal gelegenheid om eeoe
opvoering vaD een van Ibsen's meest bekende tooneel-
stnkken te genieten. Thans komen de heeren Kreukniet
en Co. om ons Spoken" te zien te geven. Zij. die
»Nora" hebben gezien of die beoordeelingen van Ibsen's
stukken hebben gelezen, weten dat we hier met een
eigenaardig genre te doen hebben, dat Liet allen
voldoet. Ibsc-n en vele zijner landgenooten, die als
auteurs naam hebben gemaakt, houden weinig rekeniüg
met den bekenden wensch van het publiek, dat in
tooneehtuk en roman bet veind goed, al goed" worde
gehandhaafd. Zij trachten uitsluitend tafereelen te
geven raar het werkelijk leven en ook dit voldoet
64) {Vervolg.)
Dat is Gods handriep graaf Erik. »0, ik wist
wel, dat de Hemel mij ter hulpe zou komen 1"
Mijnheer Spreugler keek treurig voor zich. Thekla
leunde zacht weenend tegen den schouder harer moe
der zij was te zeer bewogen om helder te kunnen
denken en zij had een gevoel als een ter dood ver
oordeelde, wiens terechtstelling is uitgesteld zonder
dat hij daarom hoop durft koesteren op genade.
Salantieri echter sprong op mevrouw Hellwald toe,
rukte haar het telegram uit de hand en riep:
»Dat telegram is vervalscht, zoo iets kan de vorst
niet geschreven hebben, die zoo goed van alles op de
hoogte was en die zijn besluit zoo vast genomen had,
dat hem door den plicht tegenover zijn Hnis was
opgelegd. Ik verlang dat het huwelijk zal doorgaan,
ik eisch dat in naam van den vorst krachtens zijn
volmacht, die mij het recht geeft, uit zijn naam te
•preken 1"
»Ik verbied u, mijnheer" zeide graaf Erik, zich
hoog oprichtend, »van plichten tegenover het vorstelijk
Huis te spreken, waarmede gij in iedsr geval niets
te maken hebt. Ik zal mij wel tegenover den vorst
verantwoorden. Maar tegenover u vertegenwoordig ik
het vorstelijk Huis van Hohjowartburg als naaste
slechts 2elden aan bovengenoemden eisch. Toch gelooven
wij, dat op h(t toooeel in de eerste plaats het werke
lijk leven moet worden vertoond en als zoodanig kan
de kunstrichting van Ibst-n eene goede worden ge- i
to md Wij twijfelen er dan ook niet aan of ook
morgenavond zal de comediezaal der sociëteit V. O. V.
goed bezet zijn.
Van de personeD, die vNora" hier vertolkten» vinden
wij er g*en vermeld, die morgen de hoofdrollen zullen
vervullen. Toch zijn die ook ditmaal in uitstekende
handen, daar o. a. mevrouw Anna RottingSablairolles,
die reeds toen zij bij het Nwd. Tooneel was zoovele
lauweren voor haar spel inoogstte, en dhr. Van Kuijk,
bij het Goesche publiek wel bekend, deze zullen ver
vullen. Voorts treden in het stok nog op de heeren
Blaaser en Smith en mej. Blankenstein. Ongetwijfeld
zal ook de opvoering van Spoken" goed van stapel
loopen en ons kunstgenot doen smaken.
Naar men ons mededeelt zal het Rotterdamsche
tooneelgezelschap, onder directie van de heeren Alex.
Faassen Co., 16 October a. s. ia de schouw
burgzaal van »de Prins van Oranje" eene tooneel-
voorstellirg geven.
De sergeant-volontair van de militaire school
Van Asperen heeft met gunstig gevolg het offi-
ciers-examen afgelegd.
Ook de serg.-volontair J. R. Van der Moer
van Kolijnsplaat slaagde bij dat examen.
In de maand September werd het heiwerk voor
de sluiswerken aan het Sas van Goes met kracht
voortgezet. Het meest moeielijke werk, het slaan der
dampalenwanden voor het buitenslaishoofd, kwam na
genoeg geheel gereed, voor het binnensluishoofd voor
34 deel.
De grond binnen de damkisten der sluishoofden werd
tol de vereischte diepte uitgebaggerd, zoodat spoedig
met het betonstorten binnen die dammen zal kunnen
begonnen worden. Ia da kist voor het buitenslaishoofd
staat thans ruim 7 M., in die voor het binnenslais-
hoofd ongeveer 6 M. waterdiepte. Nadat het beton-
storten voor de kleine sualiesluis was voltooid, werd
met het metselwerk begonnen, dat voir 34 deel ge
reed kwam.
Het baggerwerk is thans afgeloopen, terwijl de groote
heimachine weldra buiten werk zal gesteld worden,
kunnende het overige heiwerk met de gewone kleinere
stoomheimachines worden verricht.
Wordt met het betonstorten voor da schutsluis
begonnen, dan zal zulks groote inspanning vorderen,
daar dit werk, eenmaal aangevat, gedurende geruimen
tijd onafgebroken dag en nacht moet worden voort
gezet.
Behalve aan de gemeente Ierseke zal de Com
missaris des Konings in deze provincie a. s.
Woensdag ook een bezoek brengen aan de gemeenten
Kapalle en Kloetinge.
Tot boekhouder bij het Ministerie van Financiën
is benoemd de heer H. S. C. Christiaan, thans
commies aan genoemd Ministerie.
De heer A. L o o ij A z., in Februari jl geslaagd
bij de examens voor commies 4e klasse, is, met 15
October a. s., als zoodanig geplaatst te Budel.
Op de prijsvraag*Sur le traitcment de bois
mannelijke erfgenaam, als wettig plaatsvervanger van
den vorst. Ia zijne afwezigheid eisch ik, dat aan zijn
duidelijken en ondubbelzinnigen wensch wordt gevolg
gegeven, wanneer tenminste mevrouw Hellwald en
hare dochter, wat zij trouwens reeds gedaan hebben,
den vorst de macht toekennen te beslissen over de
gewichtigste aangelegenheden huns levens, waarover
hij eigenlijk niets te zeggen heeft."
»De graaf heeft gelijk" zeide mevrouw Hellwald
op ernstigen toon. »Het geluk van mijn kiod strookt
niet met het bevel, dat de vorst met het oog op zijn
Huis heeft uitgevaardigd. Heeft hij thans reden om dat
bevel intetrekken, dan zullen wij allen en ook mijne
dochter nog eenmaal te overwegen hebben, wat ons
thans te doen staat."
»Zeer juist, mevrouw" sprak mijnheer Sprengler.
sik zou aan het groote offer van Toekla het geluk
te danken hebben mija leven te mogen wijden aan het
reinste, het edelste wezen, dat ik ken. Maar wanneer de
Hemel zulk een offer niet van haar verlangt, dan zal ik
zonder afgunst mij verheugen in haar geluk en in
geen geval kan ik na het bericht van den vorst Thekla's
hand aannemen vóór alles is opgehelderd".
Thekla reikte hem de hand en zeide met tranen in
de oogen tot den graaf:
sKunt gij u een edeler hart, een trouwer vriend
denken
»Gij ziet alzoo, markies", zeide mevrouw Hellwald,
dat er voor het oogenblik niets anders te doen over
blijft dan eene nadere verklaring van den vorst af te
wacht jn".
de construction pendant sa vègètationy\ uitgeschreven
door de sSocié'é Frartjaise d'agriculture", zijn 34
antwoorden uit verschillende landen ingekomen. Als
commissie ter beoordeelirg fungeerenprof. Dolemart,
Blois de Moteau en Jacques Toulmoct, die eenstemmig
den lsten prijs (La croix nationale en 500 francs)
toekenden aan onzen landgenoot, den heer Z w i g t-
man van Noppen, wiens antwoord door zijn
beknopten d-gelijken inhoud uitmuntte.
Scherpenisse. Nog is de varkensziekte hier
niet geheel geweken, daar er op het oogenblik nog 5
aangetaste dieren zijn. In het geheel zijn er 137 stuks
als ziek aangegeven, waarvan er 72 gestorven zijn,
die men dooreen op 70 K.G. per stuk kan schatten,
zoodat er in 't geheel een boeveelheid van 5040 K G.
varkensrieesch totaal verloren gegaan is, hetgeen be
rekend tegen 0,50 de K.G., een waarde van 2520
vertegenwoordigt.
In eene Vrijdagavond door de afdeeling Middelburg
van de schipparsvereeniging Schuttevaer" gehouden
buitengewone vergadering te Middelburg weid mede-
deeling gedaan van een brief van den inspecteur van
het loodswezen in het 6e district.
Naar aanleiding van een door de afd. aan hem
gericht schrijven betreffende een verkennings-
ton in de Zandkreek deelt hij mede geen bezwaar
te hebben aan het verlangen der afdeeling te voldoen
zoodat de bedoelde ton voortaan rood zal zijn.
Gedurende de zomerbetonning is het een ankerboei-
vormige, reeds voorzien van een stok met bal zooals
door de afd. wordt gewenscht.
Aangezien die ton echter niet bestand is tegen
ijsgang wordt zij gedurende de winterbetonning ver
vangen door een winterton le grootte met een stok,
waaraan voortaan eenige steekbakens zullen worden
bevestig! ter onderscheiding van andere tonnen in de
Zandkreek.
De verlangde ton tusschen de 8a en 9e ton zal
worden uitgelegd en het nummer voeren 8a.
(Af. Ct)
Middelburg. Vanwege de hier bestaande afdeeling
van den bond voor algemeen kies- en stemrecht trad
Zaterdagavond alhier als spreekster op mejaffrouw W.
Drucker uit Amsterdam, met het onderwerp: »de
vrouw in staat en godsdienst."
Er is gezegd, zoo begint spreekster, dat elke keten
twee slaven he^fté?n, die haar houdt en een die
haar torst Dit gezegde is wel eenigermate toepasselijk
op deu eigendom. Eigendom toch is dat, wat wij
gelooven, dat aan ons meer toekomt dan aan anderen
en waarom staan we er op, dat zx> iets ons eigen
dom blijve? Omdat er aan elk bezit zekere voorrech
ten, aangenaamheden, eer verbonden zijn. Was dat zoo
niet, niemand zou bezit willen. Alzoo is de bezitter
de slaaf van zijn eigendom.
Doch ook het bezetene voorwerp is slaaf, voorzoover
het niet dood is: bet is onderworpen aan dan wil
en de gril van den eigenaar. Wij onderscheiden de
goederen, zooab men weet, in onroerende eo roerende.
Spr. zou liever zeggen er is productief en onproduc
tief goed. Productief goed noemt zij alles, wat iets
voortbrengt en wat verkoopbaar is, of liever wat men
losweg aan een ander kan overdoen. Hiertoe behooren
bijv. koeien, schapen enz., en ook de vrouw. Onpro
ductief is alles, wat dood terneerligt en niet verme
nigvuldigt, zooals huizen.
»En ik ben overtuigd" voegde graaf Erik op trot-
schen toon er aan toe, »dat de markies begrijpen zal,
dat zijne tegenwoordigheid in dit oogenblik hier vol
komen overbodig is en dat zijne vo'macht niets te
beduiden heeft tegenover de telegrafische verklaring
van den vorst zelf".
»Ik blijf er bij" zeida Salantieri tandeknarsend, »dat
het telegram vervalscht moet zijn of de vorst is het
offn' geworden van eene intrige, die hem op zoo
schandelijke wijze zijne eigene eer en de toekomst van
zijn Huis doet verloochenen. Hier is voor mij verder
niets te doen. Bedenkt intusschen wel, dat gij allen
de verantwoordelijkheid draagt en dat deze u zwaar
zal drukken
Zonder iemand te groeten stormde hij het huis uit
en een uur later reed hij met dan trein weg.
zGraaf", sprak mijnheer Sprengler ernstig en wee
moedig, »ik bemin juffrouw Thekla meer dan mijn
leven, maar ik heb haar lief zonder hartstocht, die
vreemd is aan mijne natuur, wijl ik van mijne jeugd
af geleerd heb mijn wil te buigen voor het noodlot en
de omstandigheden. M jne liefde voor Thekla beoogt
alleen haar geluk, voor haar geluk zal ik mijn gansche
leven zorgen en waken. Is het haar toebedacht dat
geluk aan uwe zijde te vinden, graaf, dan zult ge
beiden ten allen tijde een trouw en waarachtig vriend
in mij vinden. Wordt het u niet gegeven met Thekla
vereenigd te worden, dan blijf ik steeds bereid haar
mijne hand tot steun ia het leven te bieden".
De graaf drukte hem zwijgend de hand en Thekla
keek hem met innige dankbaarheid aan. Daaina ver-
Proudhon heeft gezegdeigendom is diefstal."
Volgens Spr. is dit niet juistdiefstal veronderstelt
iemand, die het gestolene rechtmatig bezeten heeft.
Eigendom echter is aanvankelijk verkregen door een
voudige inbezitneming van iets, waarop niemand recht
had. Wij allen zijn afkomstig van nomaden, zwer
vende herdersvolken. Bij dezen waren allen griijk,
mannen en vrouwen, zoowel in kracht van lichaam
als in kracht van geest. De stammen breidden zich
echter uit in getaldaardoor ontstond op een zekere
plaats gebrek aan voedsel voor menscben en vee.
Men trachtte dus andere plaatsen te viodeü, waar wel
voedsel was-, doch daarbij kwam het voor, dat deze
reeds door een anderen stam waren ingenomen. Zoo
ontstond strijd om het bezit van zulk een plekde
vrouw trok nu mee ten oorlogeen eerste blijk van
zekere beschaving. De vrouw deed dit niet ter wille
van den man, maar voor zichzelve. Een schaduwzijde
van dit leven was, dat er geen gemeenschap bestond
tusschen twee menschen; zij leefden ieder voor zich
alleen. De kinderen behoorden dan ook niet aan een
vader of een moeder, maar aan den stam en waren
zoodoende meer tot last dan tot genot. Naarmate de
stam grooter werd, ontstond de behoefte, om van den
grond meer te krijgen, dan hij uit de natuur opleverde.
Men vestigde zich nu, men nam den grond, dien men
vond, in bezit. Nu zou de genomen grond door den
ganschen stam als zoodanig bewerkt moeten zijn
geworden, omdat hij door den geheelen stam tot
eigendom was verklaard. Doch heb- en heersch-
zucht slopen de ziel van den mensch binnen. Ieder
lid wilde een deel voor zich aileen hebben, waarover
niemand anders zou te bevelen hebben dao hij.
Doch daartoe moest de bezitter handen zien te ver
krijgen, die hem zijn grond hielpen bewerken, wat bij
alleen niet doen kon. Wat deed daarom de man Hij
kocht een kind, een vrouwelijk kind van deu vader
of vau wie er recht op had; dat meisja was nu zija
eigendom geworden als productief goed, dat van nu
aan t>t hoofdtaak had: het voortbrengen van kinderen.
Deze kinderen, waarvan hij er hoe meer hoe liever
wenschte, waren nu ook zijn eigendom, wijl ze af
komstig waren vau zija productief bezit.
Uit dit nomaden-systeem ontwikkelden zich twee
stelsels: het patriarchale eu het constitutioneele. Bij
het eerste was de man in het bezit der vrouw, of
liever van vrouwende polygamie was geboren. Het
ideaal voor de vrouw waszij moat vermenigvuldigen.
Rechten had zij niet; de patriarch, de vader, was haar
heer en meester, die alle rechten voor zich behield.
De man kreeg nu echter een familiekring, die hem
lief werd; deze toch werkte voor hem en bewaarde
zija naam en zijo roem ook voor lateren tijd: door
zijn familie bleef hij leven en heerscben, ook na zijn
dood. Om het gezag, dat de man uitoefende, meer
recht vaa bestaan en meer kracht te veriaenen, had
men een god of goden noodig. Dat de vrouw bij dezen
niet zeer in tel was, spreekt van zelfde goden waren
een uitvinding der mannen, waardoor de vrouw juist
in meerdere onderworpenheid zoa worden gehouden.
Slechts éen postje was bij den gidsiienst voor de
vrouw bestemd. B j de beelden, die men had vervaardig!
voor den man en zija voorvaders, moïst een vuur
brandenen het werd nu aaa de vrouw opgelegd, dit
vuur te onderhouden. Dit was alweer een middel, om
haar aan het huis te binden; want giog zij daaruit,
dan konden wel eens andere begrippen in haar ont
liet mijnheer Sprengler kalm en ernstig het huis.
Graaf Erik verklaarde, dat hij Birgewald niet wilde
verlaten voor de geheole zaak opgehelderd wasdoch
daar mevrouw Hellwald onder de gegeven omstandig
heden eiken omgang tusschen hem en Thekla verbood,
bleef hem niet anders over dau den loop der dingen
in een hotel aftewachten.
Toen ook de graaf het huis verlaten had, deelde
mevrouw Hellwald aan de bruiloftsgasten mede, dat
gewichtige familie-omstandigheden aanleiding waren,
dat het huwelijk mosst worden uitgestald en zij drong
er nogmaals op aan, dat allen het stilzwijgen over
de gebeurtenissen van dien morgen zouden bewaren.
Dit belette evenwel niet, dat een uur daarna het
geheele stadje Bergewald vervuld was van het nieuwtje,
dat het huwelijk van juffVouw Hellwald was uitgesteld,
terwijl over de aanleiding daartoe de zonderlmgste
verhalen liepen, waarbij de beide vreemde indringsters
niet gespaard werden.
Salantieri was onmiddellijk naar Parijs vertrokken.
Toen hij in de woning van den vorst aankwam vond
hij niemand dan Ioes, die ham op zijne vraag waar
de vorst was, antwoordde, dat deze met een vreemden
mijnheer vertrokken was. Zij scheen kalm en vroolijk,
maar toch maakte Salantieri uit eene zakere geheim
zinnigheid bij haar op, dat zij hem niet de volle waar
heid mededeelde. Hij kreeg een gevoel alsof al de
draden, die hij zoo kunstig had geweven, een voor
een aan zijne hand ontvielen en dit werd nog sterken
toen hij zijne geheimzinnige kracht opnieuw op loes
beproefde eu hit mrisji spottend ea vol zelf 'ertrouwar