1890. N". 114. Zaterdag 27 September. 77ste jaargang. van een lid vau de Proviuciale Staten FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75» Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs lechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel Van het stembureau voor de VEUK1EZ1VG zijn ontvangen de processen-verbaal van inlevering en opening der stembriefjes, welke stukken ter secretarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd, terwijl afschritten daarvan zijn aangeplakt. Uit het proces-verbaal van opening blijkt, dat van de 2629 geldig uitgebrachte stemmen o a. op zich vereenigd heeft de heer M. NOORDIJKK 1325 stemmen, zoo dat deze is gekozen. Goes, den 25 September 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 26 September 1890. Zooals we gisteren reeds per bulletin aan onze abonré's mededeelden is bij de verkiezing van een lid der Prov. Staten in ons kiesdistrict jl. Woensdag ge kozen dhr. M. NOORDÏJKE (a.) met 1325 stemmen. De heer P. DEKKER (I.) verkreeg 1245, dhr. W. J. Vader 31 stemmen. Iageleverd waren 2667 biljetten, waarvan 38 van onwaarde en blanco, zoodat de vol strekte meerderheid 1315 bedroeg. We gelooven, dat in het algemeen de liberalen in ons district met dezen uitslag tevreden mogen lijn. We zeggen met voordacht: in het algemeen want ons dunkt, wanneer men nagaat dat de heer Noordijke shchts 10 stemmen boven de volstrekte meerderheid had, d. w. z. dat slechts 21 kiezers meer hadden moeten opkomen om den antirevolutionairen candidaat niet in ééns gekozen te zien en dat de heer Vader nog 31 stemman had, welke stammen moed willig weggeworpen waren, omdat da heer Vader zeer beslist had te kennen gegeven de candidatunr niet te kunnen aanvaarden, dan moet wel bij sommigen, die zonder dringende oorzaak wegbleven, een gevoel van berouw opkomen over hunne nalatigheid, bij anderen over hunne vasthoudendheid aan persoonlijke opinie, die ten allen tijde de grootste vijandin is gebleken van waarachtig partijverband. Voor de laatster* is dan ook geen excuus te vindenvoor de eersten wellicht dit, dat de jongste ervaringen bij de stembus de mee ning hebben doen levendig worden, dat het voor de liberale partij op enkele stemmen toch niet aankwam. Doch gisteren is gebleken, dat de liberale partij in ons district gelukkig een nog niet gering te schatten vijand is voor de antirevolutionairen en dat deze zon der de hulp der katholieken lang niet alvermogend zijn. Van eene kentering in de meening van het kie zerscorps te gewagen komt ons voorshands nog voor barig voor, maar wel mag worden geconstateerd, dat met groote inspanning onzerzijds Goes nog geen ver loren district is, zooals onlangs werd beweerd. Dat de persoonlijkheid van den liberalen candidaat tot het hooge stemmencijfer, dat hij behaalde, het hare heeft bijgebracht, lijdt, gelooven we, geen twijfel. We hopen hem een volgend maal weder bereid te vinden om ter wille van onze partij zich in het strijd perk te begeven. 60) (Vervolg.) De vorst richtte het hoofd op en keek Ine» met schitterende oogen aan. »Zoo is het!' riep hij. »Wia kan mij dwiDgen vorst te zijn tegen mijn wil? Één pennestreek verbreekt de ketenen, waarmede de plicht tegenover mijn titel mij boeit, éen pennestreek en mijn neef Erik is vorst van Hohenwartburg en ik ben graaf van Montau of baron van Helmenhorst, een eenvoudig, onaanzienlijk edelman, op wien niemand let, over wien niemand spreekt, die doen en laten kan wat hij wil, wonen waar hij wil en die de geheele wereld kan doorreizen met de vriendin, die hem den beker der vergetelheid reikt als geneesmiddel tegen al de ellende, die de we reld over hem gebracht heeft Men zou meenen dat Ines opgewonden van vreugde moest zijn over de vervulÜDg harer weDSchen; maar integendeel, zij keek zwijgend voor zich. Steeds lag diezelfde uitdrukking van een zoeken in hare herin neringen op haar gelaat, alsof zij zichzelf niet begreep en zij niet besefte wat zij zelf gesproken en wat de vorst geantwoord had. Salantieri daarentegen sprak op een toon van schrik >Houd op, doorluchtigheid, houd op. Wat u daar zegt, beslist over een geheel menschenleven en zooiets mag waarachtig wel lang en ernstig worden overwo gen. Hoezeer een dergelijk besluit u ook toelacht, moogt gij het toch maar niet zoo in eene plotselinge opwelling nemen." aSnelle besluiten zijn altijd de beste, mijn vriend," De Standaard protesteert er tegen, dat men van maer dan éao kant aan de anti-revolutionaire partij da velKïteit hoeft toegedicht van het kazerne leven als reddingsplank aan te grijpen, ten einde da r.-katholieke oppositie tegen de afschaffing van de plaatsvervanging in het gevlei te kunnen komen, en daardoor bij de stembus van 1891 zich deD steun voor hare eigen candidaten te verzekeren. Die gedachte moge bij een enkel afgevaardigde zijn opgekomen na tuurlijk blijven ook onze afgevaardigden »menschen" maar de houding van een staatspartij wordt niet be paald door de zwakheid van een enkele van haar af gevaardigden. »De positie, door de anti-revolutionaire partij in te nemeD, ligt afgebakend in haar program; wordt be- beerscht door haar beginselen is bepaald door de verplichtingen, die ze bij de stembus van 1888 op zich nam. En waar nu de anti-revolutionaire partij in haar prcgram, krachtens haar beginsel, voor afschaffing van het remplaceerstelsel strijdt, en in 1888 dit in haar program van actie nogmaals herhaalde, zou het félonie zou het beginselverzakiüg en politieke ontrouw zijn, om een Kabinet, dat, meê steunende op deze weten schap, een wetsontwerp tot afschaffiog van de plaats vervanging indient, in den steek te laten, en uit egoïs tische berekening mee te gaan met een oppositie, die haar, als prijs voor deze ontrouw, steun bij de stem bus van 1891 beloofde. Toch weigeren we daarom tot de verbetering van het kazerneleven het zwijgen te doen; en het zou ons smarten, zoo onze partij in de Kamer niet haar uiterste kracht aanwendde, om ook in dit opzicht voor den eisph van ons program van actie pal te staan". Het komt aan de Stand, noodzakelijk voor althans een poging te wagen om in het ingezondea ontwerp bepalingen op te nemen, die de rechtspositie van den soldaat tot op zekere hoogte waarborgen. Ook al be stond hiertegen bij den Minister van Oorlog bedenking, dan nog is het noodig, dat onverwijlde regeling hier van pertinent worde toegezegd, en dat de in-werking- trediog van deze wet worde afhankelijk gesteld van de nakomiDg der gedane belofte. Dit zal te eer kunnen, zoo men aan deie verbetering van het kazerneleven geen onmogelijke eischen stelt. Gevaar uit religieus en zedelijk oogpunt brengt elke inrichting mee, waar men veel jonge mannen samenbrengt. Gevaar blijft er, en zal er blij vod, zoowel met als zonder plaatsver vanging, in en buiten de kazerne. Nu waren er zeker veel van die gevaren te voor komen, zoo de militaire tucht het rxternaat gedoogde en de ingelijfden verlof konden erlangen, om buiten dienst zich uit de kazerne te verwijderen, en althans voor heD, wier ouders in de garnizoensplaats woonden, ware hier zeer zeker aan te denken. Maar zal de in gelijfde metterdaad militaire vorming ontvangen, dan schijnt de Zwitsersche regeling onvoldoende, en zal het groote aantal ingelijfden altoos in de kazerne moeten huizen. Doch juist daarom is het dan ook noodig1dat de overheid toezie, dat het publiek gezag ook in de kazerne zijn eere ophoude, en zich tegenover alles wat onzedelijk is of naar Godslastering en spotternij zweemt, sprak Ioes op onverschillige, bijna werktuigelijke wijze. »Nu wij er toch van spreken smeek ik u, doe wat gij gezegd hebt, bevrijd u van de ketenen, waarin men u slaan wil om u van mijn zijde wegterukken, om u vastteklinken aan die naakte rotsen, waarop gij eens zooveel geleden hebt, evenals die god der oudheid, wiens beeld ik onlangs op de tentoonstelling gezien heb." Zij rilde en keek verwilderd rond alsof ze zelf ver baasd was over wat ze zeide. vPi Ometheus! liep de vorst. »Ja, ja, zij heeft ge lijk. Maar ik ben er beter aan toe dan hij, want hij moest op Hercules wachten en ik kan door mijn eigen wil mijne boeien verbreken." Bedenk u eerst nog eens, doorluchtigheid" smeekte Salantieri. »Zulk eene ernstige zaak moet ernstig over wogen worden." »En wie zegt u, dat ik haar niet reeds ernstig over wogen heb Wat Ioes, door haar gevoel beheerscht, als juist erkent, is reeds lang mijn dierste wenscb. Dit uur heeft het tot een vast besluit doen rijpen want werkelijk, wanneer het mogelijk is, dat ik nog, ooit vreugde en vrede op aarde wedervind, zal dit toch nooit gelukken, zoolang ik niet alles van mij geworpen heb, wat mij aan het verleden herinnert, zoolang ik niet door een nieuw leven een nieuw mensch geworden ben". »Uwe doorluchtigheid heeft mij meermalen zijn vriend genoemd" sprak Salantieri bewogen, »en om mij dien schoonen titel waardig te maken ben ik ver plicht altiji en altiid weèr tot kalmte en omzichtig heid aan te sporen. Uwe doorluchtigheid zie toch niet over het hoofd, dat er niet alleen sprake is van af stand te doen van den vorstelijken titel met zijne rechten en plichten, maar ook dat gij moet afzien van de inkomsten der bezittingen, die tegelijk met de over stelleen 2. dat de ingelijfde, waar de immoreele en irreligiöuse overlast van zijn kameraden zekere grenzen overschrijdt, het middel bezitte, omhurtegen in 7erzet te komen, met de zekere wetenschap, dat hij door het gezag worde gehoord, en niet in het ongelijk gesteld maar gehandhaafd. (Het komt ons voor, dat er tusschen het begin en het einde van dit «Standaard-oordeel wel iets ligt, dat te denken geeft.) Door den heer Henry T i n d a 1 is een mani fest gericht aan zijne landgeoooten. Daarin vangt hij aan met te herinneren aan zijn betoog, dat wij na de uitgave vaa honderd millioea gulden weerloos zullen blijven, tenzij men tot meer ingrijpende hervormingen besluite. Om dit doel te bevorderen had hij ook eene audiëntie aan den Koning gevraagd, maar de adjudant van Z. M. had hem medegedeeld, dat de gezondheidstoestand van Z. M. van dien aard was, dat hij weigeren moest zelfs het verzoek om audiëntie aan den Koning over te brengen. De heer Tindal besloot toen alles nauwkeurig te onderzoeken ea als vrucht van zijn onderzoek deelt hij nu in zijn manifest mede x>D$ Koning wordt afgescheiden gehouden van de geheele wereldniemand, behalve enkele personen, die met {den dienst zijn belast, worden bij Hem toe gelaten, en de personen, die toegang tot Ham hebben, weten vooraf waarover zij mogen spreken en waarover zij moeien zwijgen. De verzoeken van personen, die den Koning wenschen te spreken, worden niet over gebracht, zelfs niet al betreft dit de gewichtigste belangen van den Staat. Brieven of stukken den Ko ning toegezonden komen niet in zijn handen, zij wor den achtergehouden. De Koning krijgt alleen datgene te hooren en te weten, wat de Regeering en Zijna omgeving goeddunkt. Hoe streng dit isolement wordt toegepast kan uit het volgende blijken. Gedurende de laatste jaren is door dagbladen in Nederland onze defensie druk besproken. Telkens kwam men er op terug, deze schreef in eenen, gene in andere zin, maar de «aak bleef steeds aan de orde. Walau, tot op het huidige oogenblik weet Z. M. de Koning niet, dat er eemge quaestie hieromtrent bestaat. Het is Hem geheel onbekend, dat ooit eenige aanmerking werd gemaakt op het beleid van den Minister van Oorlog. De gevolgen van eene dergelijke afsluiting van de wereld zijn duidelijk. Hoe is het voor een Vorst mo gelijk te regeeren, als men den toegang weigert aan iedereen, die Hem inlichtingen zou kunnen geven wanneer geen brieven of stukken tot Hem komen, zelfs niet die, welke betrekking hebben op de ge wichtigste staatsbelangenwanneer Hij niet door de organen der publieke opinie op de hoogte wordt ge houden van wat er in de wereld eu in zijn koninkrijk omgaat 7 Twee onderstellingen zijn in deze slechts mogelijk, óf wel Z. M. de Koning wordt tegen zijn zin gevangen gehouden, en dit komt mij niet waarschijnlijk voor, óf wel de Koning is werkelijk niet in staat i mand te ontvangen en zich met hem over gewichtige zaken kro n aan uw opvolger moeten worden overgedragen". »Da' weet ik wel" antwoordde de vorst, terwijl Ines in gepe.n? verzonden zat en weinig of geen deel meer aan het gtsprek scheen te nemen, »maar mijn waarde vriend, gij kent mij en ge weet, dat ik geene groote behoeften heb. Met den naam geraak ik ont slagen van vele lasten en de baron van Helmenhorst is met een kwart van het iakomen van den vorst van Hohenwartburg veel rijker dan deze met het geheel. Wij zullen duizendmaal genoeg hebben om als vlinders over de aarde te zweven, overal het genot der ver getelheid en het geluk vau het oogenblik zoekend en al onze wenschen bevredigend". lues sloeg de oogen neder en hare wenkbrauwen fronsten zich, maar zij [knikte toestemmend en zeide Juist, mijn vriend, zoo is het wij zullen vrij zijn, vrij als de vogels in de lucht". »Wel, zeg nu, mijn vriend", ging de vorst voort, »heb ik niet gelijk? Zou baron van Helmen borst niet een volkomen rijk en vrij man zijn als hem een kwart van de inkomsten van den vorst van Hohenwartburg overbleven 7" »Dat zon hij zijn, doorluchtigheid, ongetwijfeld" antwoordde Salantieri, »en toch, toch, moet ik u tegen overijlirg waarschuwen. Het is gemakkelijk van een vorstenkroon afstand te doen, maar het is onmogelijk haar terug te krijgen, wanneer men berouw heeft." De vorst keek Salantieri scherp aan. Beantwoord mij ésne vraag markies", sprak hij ernstig, »maar beantwoord haar naar uwe innige overtuiging: Wan neer gij in mijo toestand waart, waarvan gij al de verhoudingen kentwanneer gij mijne meaning en mijn karakter bezat, waarin ik u herhaaldelijk een blik deed slaan zoudt gij dan niet eveneens handelen als ikzoudt gij dezen titel, die mij aan mijn ongeluk en aan mijae schande herinnert, niet wegwerpen om bezig te houden-, Hij is niet meer in staat brieven en stukken te lezen en te beoordeelende staat van zijne gezondheid is van dien aard, dat zelfs couranten Hem onthouden moeten worden. Maar in dit geval is de Koning zeker abuiten staat de regeering waar ts nemen", da Minister verzuimde dan den plicht hem door art. 38 der Grondwet opgelegd." Het verzuim van dien plicht wordt in de wet op de ministeriëele verantwoordelijken strafbaar gesteld. De heer Tindal is van oordeel, dat de eer van het Nederlandscbe volk gemoeid is bij de toepassing ook van deze wetten. Op de Woensdag jl. te Oostburg gehouden ten toonstelling van zaaigranen vanwege de afd. Oostburg van de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt is de firma v. d. Bosch Co. alhier be kroond met 3 tweede prijzen voor ruwarige Essexlarwe, uit Zeeland, witte Baardtarwe en Victoriatarwe, uit Zeeland, en met een eersten prijs voor onbevriesbare tarwe. Voorts verwierf ze nog 2 tweede prijzen voor geïmporteerde Engelsche Mold's veredelde roode tarwe en voor reuzentarwe, benevens een eersten prijs voor geïmporteerde roodkaftarwe. Nog werd zij bekroond met een tweeden prijs voor Zeeuwsche rogge, met een eersten prijs voor Eogelsche winterboonen en met een tweeden prijs voor Engelsche winterhaver. Van antirevolutionaire zijde is tot candidaat voor de Prov. Staten, in het district Zieriksee, vacature v. d. Vliet, gesteld de heer P. Way, notaris aldaar, die de candidatuur heeft aangenomen. (St.) De toestand van Z. M. den Koning blijft, naar ons gemeld wordt, over het geheel geno men, steeds bevredigend. Alleen begint zich meer be hoefte aan rust te openbaren. Ook schijnt in de laatste dagen de eetlust minder goed te zijn. (Hand) De afdeeliogen van de Tweede Kamer, welke Woensdag het onderzoek van de legerwet hebben aangevangen, waren reeds vroegtijdig druk bezocht. Men verwacht, dat het onderzoek deze week ten einde zal worden gebracht. Door de heeren Bahlmann en Land zijn te dier zake afzonderlijke nota's overgelegd. Da eerste algemeene indruk van de Tijd over de Indische begrooting is deze, dat niet slechts het ongunstige eindcijfer bezorgdheid wekt, maar dat ook bij deze bagrootiag de opdrijving van uitgaven in de verschillende afdeelingen de nauwlettende zorg vraagt van onze vertegenwoordiging. »Van bezuinigingen viel bij deze begrooting zeer weinig te bespeuren." Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Krniningen. Tot leden van het kiescollege alhier zijn gekozen de heerenJ. Wondergem, P. J. Visser, J. Griep en C. Stroosnijderterwijl in de plaats van dhr. J. Deurwaarder dhr. M. Baveco gekozen werd. Ierseke. Voor de betrekking vao onderwijzeres aan school 2 alhier hebben zich 8 sollicitanten aangemeld. als een nieuw mensch te beproeven of er uit de puin- hoopen van dit armzalig menschenleven nog een enkel bloesempje kan te voorschijn komen 7" Salantieri scheen een oogenblik te aarzelentoen antwoordde hij: »Ik zou handelen, zooals gij handelen wilt en ik ban overtuigd, dat ik na zooveel leed als gij onder vonden hebt, alleen gelukkig zou kunuen zijn ver van alle herinneringen aan het verleden en van alle aan raking met de wereld, die u zoo zwaar heeft doen lijden. Maar, doorluchtigheid", ging hij voort, »ik ben geen bevoegd rechter, ik heb het nooit onder- ondervonden, wat het beteekent hoog boven alle anderen verheven te zijn, op de treden van een troon wat het zeggen wil nooit het hoofd te moeten buigen dan voor zijn koning, nooit een van zijn wenschen onver- vald te zien". Welnu" riep de vorst, idat alles laat mij koud, nooit heb ik daarin mijn geluk gezocht, toen rangen rijkdom voor mij nog geene ketenen waren. En zou ik dan thans, nu ik, met de vorstenkroon getooid, zoo nameloos leed heb ondervonden, aarzelen, die weg te werpen 7 Zou ik thans, nu ik als vorst van Hohen wartburg ddr wereld tot scbaode en spot geworden ben, aarzelen als baron van Helmenhorst een vrij man te worden, die voor iedereen de oogen kan opslaan, zonder te mo6tun vreezen in iemands oogen medelijden of leedvermaak te lezen 7 Uwe verklaring, mijn vriend, heeft de laatste aarzeling bij mij Weggenomen en ik ben blij, dat wij hedenavond dit onderwerp hebben besproken, want thans is mijn besluit genomen en morgen zal het uitgevoerd worden!" (Wordt vervolgd). 4' 0

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1