1890. N°. 108. Zaterdag 13 September. 77ste jaargang. FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Yrijdagsvond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, xoo binnen als buiten Goes, f 1,75, Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij deheeren NÏJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Bookverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent* Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ot* Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeL Chr. school om te spreken over een candidaat voor de a. s. verkiezing der Provinciale Staten. Op de candidatenhjst werden gebracht de heeren M. Noordijke, notaris te Kolijnsplaat, H. D. Van Noppen te Wiss^kerke en M. De Jorge Jr. te Goes, terwijl ook nog genoemd werd dhr. Mulder, burge meester van Ovezand. De heer De Jonge had beslist een eve&tueele candidatunr geweigerd, terwijl de heer Van Noppen, zijn hoogen leeftijd in aanmerking ge nomen, slechts bij hooge noodzakelijkheid zich daarvoor zon laten vioden. Van den heer Noordijke was een schrijven ontvangen dat hij wel genegen was een even- tueele candidatunr aan te nemen. Bij de stemming bleek dat 42 stemmen op den heer M. Noordijke werden uitgebracht, terwijl de heer Mulder éen stem verwierf, zoodat dhr. M. N o o r d ij k e als candidaat was gekozen. Verder werd medegedeeld dat dezelfde candidaat, te Kapelle met 72 stemmen en ook te Krabbendijke tot candidaat was geproclameerd. Ter vervulling van eene sedert lang bestaande va cature in het bestuur werd gekozen de heer W. Cense. De vergadering, die door dhr. B. Quist als voorzitter werd geleid, werd met psalmgezang en gebed geopend en gesloten. Door de Langevorststvaatbewoners werd Woensdagavond in het koffiehuis van dhr, N. Jacobs eene vergadering gehouden, waarin rekening en verantwoording werd gedaan omtrent het gehou den Prinsessefeest. De totale ontvangsten in geld be droegen 133,85 ^2, terwijl de uitgaven met gelijk bedrag sloten. Bovendien was er veel aan goederen en voorwerpen voor het kinderfeest ontvangen en had ieder bewoner op eigen kosten geïllumineerd. De voor zitter de heer Van der Leeuw deelde mede, dat in vergelijking met het feest van het vorige jaar veel minder was ontvangen, doch desniettegenstaande had de straat er niet minder sierlijk uitgezien. Dat men voor weinig geld zoo veel had gedaan gekregen, was vooral te danken aan de werkbazen, die met zuinig heid en beleid alles hadden tot stand gebracht met opoffering van werkkracht en eigen materialen. De voorzitter was dan ook de tolk van de Lange- vorststraat-bewoners toen hij zijn daDk uitsprak voor den betoonden ijver. Voorts dankte hij allen die hadden medegewerkt om het feest te doen slagen, en hij hoopte dat, als er weer eens feest gevierd mag worden, allen weer zich zullen beijveren om deze straat een feestelijk aanzien te geven. Door een der aanwezigen werd den voorzitter en den verderen leden van het comité hartelijk dank ge bracht, den eerste voor zijn initiatief en den anderen voor hunne vele bemoeiingen. Het denkbeeld van een der aanwezigen om eene vaste vereeniging te stichten met betaling van contributie vond geen instemming op grond, dat de bewoners door verhuizing te veel wisselen. Wanneor men feest wil vieren zal ieder toch genegen bevonden worden om medetewerken, zooals nu reeds tweemaal gebleken is. Naar wij vernemen zal op Zaterdag 20 Sept. a. s. vanwege het Comité voor het Prinsessefeest alhier nog een feestje worden bereid aan de kinderen van de bewaarschool op de Beestenmarkt, die niet gedeeld hebben in het feest naar aanleiding van Prinsesjes jaardag. Bij die gelegenheid zullen de kinderen eenige versnaperingen ontvangen en zal hun ook het portret van het Prinsesje worden uitgereikt. Kolijnsplaat. Da afdeeling Kolijnsplaat der liberale kiesvereeniging Algemeen belang" hield Donderdag 11. eene vergadering in zake de verkiezing van een lid der Provinciale Staten. Er waren 21 leden en 1 gf intro duceerde aanwezig. Van da drie genoemde candidaten de heeren J. J. Ochtman, P. Dekker Js. en W. J. Vader verkreeg eerstgenoemde 3 de tweede 16 en de laatste 1 stem, zoodat de heer P. Dekker Jz. van We- meldinge de candidaat der afdeeliDg is. Da voorzitter da heer mr. L. A. Bybau besprak daarna op aangename en bevattelijke wijza de door de rrgeering pas ingediende wetsontwerpendat ter bepaling van het bedrag der grondbelasting en de wijziging der gemeentewet in zake de plaatselijke belastingen. Met cijfers ook voor deze gemeente toonde hij aan, hoe de plattelandsgemeenten, worden deze ontwerpen wet, in hare financiën er zeer mee gebaat zullen worden en de gemeenten meer vrijheid in hare plaatselijke belastingen zullen erlangen. Na eenige discussie en na het geven van eenige ophelderingen sloot de voorzitter de vergadering, de leden opwekkende toch trouw ter slembus op te komen. Borsele. Woensdagmorgen verspreidde zich alhier het verblijdend bericht, dat onze geachte burgemeester de heer J Rottier Lz. als zoodanig was herbe noemd, Als om strijd beijverden zich de ingezetenen om door het uitsteken der vlaegen hunne ingenomenheid met 's Konings keuze te betuigen, terwijl het ZEA. niet ontbrak aan felicitatiën met de hernieuwing van zijn zesjarig mandaat. Tot leden van den gemeenteraad te Zieriksee zijn mat groote meerderheid gekozen de liberale can didaten de heeren jhr. A. C. Roëll, C. J. Van den Bout Cz. en mr. J. C. Van der Lek de C 1 e r c q. Z. M. heeft benoemd tot subst.-griffier bij de arrond.-rechtbank te Rotterdam mr. J. F. Van der Lak da Clercq, thans rechter-plaatsverv. in de arr.-rechtb., adv. en gem.-secr. te Zieriksee De lait. tje. 2a kl. C. A. Dominicus wordt met 16 dezer geplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Koningin Emma der Nederlanden. Bij koninklijk besluit is bepaald, dat de tegen woordige zitting van de Staten-Generaal zal worden gesloten op Zaterdag 13 September 1890, des na middags te di ie uren. De minister van binnenlandsche zaken wordt ge machtigd zich op het in art. 1 vermelde tijdstip te begeven naar de vergadering der Staten-Generaal, ten einde, ia eene vereenigde vergadering der beide Ka mers, de zitting in 's Konings naam te sluiten. De St.'Ct. bevat een Kon. besluit waarbij bepaald wordt dat de gewone zitting van de Staten-Generaal op Dinsdag 16 September 1890, des namiddags te éan uur, in een vereenigde vergadering der beide Kamers, geopend wordt door een Commissie van 's Konings wege, waartoe worden benoemd de Ministers, Hoofden van Ministeriëele Departementen. De opbrengst van 'sRijks middelen gedurende de maand Aug. II. bedroeg 9,619,861,16, tegen 10,401,671,14 in dezelfde maand van 1889. Over de eerste acht maanden van dit jaar beliep de opbrengst 71,979.045,54%, tegen 72,938,399,83 gedurende dezelfde maanden van 1889. Z. M. heeft de luit.-kolonels A. L. W. S e y f- fardt en W. Rooseboom, van den generalen staf, op non-8ct. gesteld, te rekenen van den dag, waarop zij het lidmaatschap der Tweede Kamer van de Staten-Generaal zullen hebben aanvaard. Door den directeur generaal der Maatschappij tot Expl. van Staatsspoorwegen is bepaald, dat het personeel, dat den leeftijd van 65 jaar zal hebben be reikt, behoudens eenige uitzonderingen, onherroepelijk zal worden gepensioneerd. Het feit, dat bij de Exploitafcie-Maat- s c h a p p ij eerst tien jaar na den aanvang der Maat schappij (1 September 1873) het pensioenfonds kon worden opgericht, had ten gevolge, dat aan veel ambtenaren (van de eerste jaren van het bestaan der Maatschappij af reeds in dienst, of wel aan hunne nagelsten betrekkingen) slechts een betrekkelijk gering pensioen kon worden toegekend. Bij gelegenheid van het feit van het 25jarig bestaan der Maatschappij, dat niet feestelijk werd herdacht, heeft de raad van commissarissen, ten einde hierin tegemoet te komen, bepaald, dat door de Maatschappij eene som van driehonderd tienduizend gulden in de kas van het pensioenfonds zal worden gestort. Door dezen vrijgevigen maatregel wordt verkregen lo. dat de deelgenooten van het fonds, behoorende tot het personeel, op 1 September 1873 reeds in dienst van de Maatschappij, zonder fiaanciëele opofferingen hunnerzijds, geheel m denzelfden toestand komen als het personeel, Da 1 September 1873 aangesteld 2o. dat met 1 September 1890 de pensioenen, zoo wel van de nog in leven zijnde pensioengerechtigden als van de nagelaten betrekkingen, voor zoover betreft het personeel, aangesteld vóór 1 September 1873, eene verhooging zullen ondergaan overeenkomstig het aantal dienstjaren, voor laatstgenoemden datum in dienst der Maatschappij doorgebracht. Door den minister van waterstaat enz. was aan den Raad van Tucht op de koopvaardijschep°n gelast een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ramp, de »P r i n s F r e d e r i k" in den avond van den 25en Juni in de Golf van Biscaye overkomen. Maandagavond hoorde deze raad het personeel van de »Prins Frederik". Deze getuigen verklaarden allen onder eede te blijven volharden bij de scheepsverkla- ring, uitgebracht voor den vice consul te Falmoath, waar zij het eerst aan wal stapten, en waarin zij mede deelden, dat gedurende den mist, welke er heerschte, x>alle voorzorgen voor veilig varen" waren genomen. Bij de koffieveiling van Dinsdag te Am sterdam gingen alle partijen boven de ram'ng. Het bericht uit Amsterdam, betreffende een ver schil van zienswijze tusschen B. en W. en den Minister van Binnenlandsche Zaken, berustte op een misverstand. Een ministeriëele beschikking voor harstelling is dan ook niet genomen. Hat gerucht, dat dienaangaande liep, bleek bij on derzoek gegrond op het feit, dat zeer vele kaarten, welk getal uit enkele buurten, als Uylenburg enz. zelfs onrustbarend mocht heeten, wegens onvolledige en foutieve opgaven, om opheldering werden terugge zonden. Dit was weder veroorzaakt door de omslachtige wijze, waarop ditmaal de volkstelling was voorgeschre ven, die voor Amsterdam in velerlei opzicht ondoenlijk werd geacht, en waarvan destijds aan het Dip. van Binnen). Zaken kennis werd gegeven. Da terugzending der kaarten en de beantwoording der vragen veroorzaakt natuurlijk groote vertraging in de jaiste opgaaf van het getal inwoners der hoofdstad. Door de R^geering is een wijziging voorgesteld van art. 96 der Kieswet, ten einde te bepalen dat een lid der Eerste Kamer, dat op het tijdstip zijner verkiezing geen «hooge en gewichtige openbare betrekking bekleedde of bekleed had," maar dus ge kozen is op grond dat hij tot de hoogstaangeslagenen behoorde, ophoudt lid te zijn wanneer hij niet meer onder de hoogstaangeslagenen voorkomt. De Minister van Binnenl. Ziktn meent dat indien de Staten der provincie iemand hebben gekozer, die slechts verkies baar was om Jat hij behoorde tot de hoogstaangeslu- genen, bun do gelegenheid zal worden gtgeven ejn nieuwe keuze te doen, daar de gekozene niet meer tot dien kring behoort. Het staat hun vrij dan dien persoon te herkiezeD, op grond *an zijn vroeger lid maatschap der Eerste Kamer, doch dat lidmaatschap behoort niet vanzelf vooit te leven. De zelfstandigheid der grondslagen van benoembaarheid dient te worden gewaarborgd. De Amh. Ct. merkt daaromtrent op »Het geval heeft zich vroeger inderdaad voorge daan, dat een der leden ophield tot de hoogstaan geslagenen te behooren. Onder de oude Grondwet had hij daardoor, krachtens de wet, zijn lidmaatschap verloren, omdat hij niet meer aan den voornaamsten eisch beantwoordde. Onder de tegenwoordige Grondwet kan hij lid blij ven, omdat hij, ophoudende tot de hoogstaangeslage nen te behooren, toch het radicaal heeft voor dat lidmaatschap vereischtbij zou, aftredende, als oud- lid der Eerste Kamer verkiesbaar zijn. Kan een oud lid der Eerste Kamer tot lid worden gekozen, dan kan a plus forte raison een lid zitting blijven houden. Hij ontleent zijn recht aan het feit, dat hij lid is. De wet sluit hem dus volstrekt niet uit, maar nu wordt verlangd, dat hij toch zich aan eene herkiezing zal onderwerpen. Dit strekt tot niets anders dan tot het maken van omslag en kosten. De leden der Provin ciale Staten toch hebben hem niet gekozen omdat hij tot de hoogstaangeslagenen behoorde, maar omdat zijne bekwaamheid en zijn karakter hem daarvoor in aanmerking deden komen en de wet zijne verkiezing niet belette. Die eigenschappen giDgen niet verloren door den verminderden aanslag in de belastingen. De herkiezing is dus niets anders dan eene formaliteit maar eene formaliteit door geon redelijk motief ge rechtvaardigd. Dat bij bevordering in den staatsdienst de leden der Staten-Generaal zich aan eene herkiezing moeten onderwerpen is te verdedigen: er is plaats voor het vermoedeD, dat die bevordering hunne onafhankelijk heid schaadt. Maar dit vermoeden kan hier niet bestaan, daar vermindering van den aanslag toch waarlijk niet aan een gunstbetoon der R9geering kan worden toe geschreven. Het wetje is dus ten eenemale onnoodig. In het bijna nooit voorkomende geval, dat een lid der Eerste Kamer ophoudt tot de hoogstaangeslagenen te behoo ren, bij afzonderlijke wet te voorzieD, is een vrucht der legomanie. Er zijn waarlijk wel andere dingen te regelen en zulk een voorstel is niet meer dan morsen met den natiooalen tijd, zoowel van de lauds- als van de gewestelijke vertegenwoordiging." GOES, 12 September 1890. Gisteravond vergaderde de antirevolutionaire kiesvereeniging «Nederland en Oranje" alhier in de 54) {Vervolg.) Mevrouw Hellwald tilde het hoofd harer dochter zachtkens op en sprak «Zoo ciet, mijn lievelinghet offer heeft alleen dan waarde, wanneer hij, wien het gebracht wordt, zich daarvan niet bewust is en hij dus gedwongen wordt het aantenemen. Indien ik den graaf zeide, wat gij mij opdraagt, dan zou hij uw offer van de hand wijzen, hij zou zijne vrijheid niet aannemen, hij zou hierheen komen en trachten met al de welsprekend heid, waarover de liefde kan beschikken, uw besluit omver te werpen en dan zou juist geschieden, wat uw plicht u gebiedt te voorkomenoneenigheid in de vorstelijke familie en vernietiging van de vorstelijke waardigheid, waartoe de Hemel den graaf heeft ge roepen. Wilt gij werkelijk nw plicht vervulleD, doe het dan, zooals ik het gedaan heb geef hem de vrijheid weder zonder dat hij het weet, zonder dat hij haar kan van de hand wijzen." Thekla keek haar moeder diep bedroefd aan. «Hoe kan ik dat doen vroeg zij. «De Hemel beschikte het zoo" antwoordde mevrouw Hellwald, «dat gij het thans juist kunt doen als ik het vó>r jaren heb gedaan. Mijnheer Sprengler heeft eeDe ernstige liefde voor u opgevat, hij is een braaf, trouw en eerlijk mensch, zooals nw vader was, toen hij mijne hand vroeg. Mijnheer Sprengler heeft met mij gesproken wanneer gij ja zegt, is alles in orde. Zijn huis is geheel ingericht, binnen korten tijd kan het huwelijk plaatshebben en wij zullen tot zoolang alles geheim houden en zorgdragen, dat de graaf niets te weten komt vóór hem zijne vrijheid onherroepelijk is teruggegeven." «Mijnheer Sprengler" riep Thekla, «hij, die ernstige, kalme man Neen, neen, dat is onmogelijk 1" «Het is zooals ik u zeg. Hij heeft met mij gesproken en mij gevraagd zijn voorspraak bij u te zijn." «Neen, moeder, neen, ik kan hem nooit, nooit lief hebben ik zou hem op onwaardige wijze bedriegen." «Hebt gij achting voor hem, stelt gij vertrouwen in hem vroeg mevrouw Hellwald. Zeker, volkomen" zeide Thekla, «maar o, God, nu, nu ik gevoeld heb, wat h'et zeggen wil te bemin nen en bemind te worden neen, neen, bet is mij onmogelijk 1" «Uit achting en vertrouwen" zeide mevrouw Hell wald, de armen om hare dochter heenslaande, «is bij mij de hartelijke, innige liefde voor uw vader ont sproten, die mij zoo rijke belooning is geworden voor alles wat ik eens met tranen van smart ten cffer bracht evenals gij thans daarom zal ook bij u uit achting en vertrouwen liefde worden geboren. Ik smeek u, doe wat uw plicht is en breng het offar zoo, dat het werkelijk een offar is, dat het aan zijn doel be antwoordt, en dat het hem, wien het wordt gebracht, niet aan een smartelijken tweestrijd ten prooi doet worden". «O, moeder, moeder", li p Thekla, hij zal mij voor valsch en trouweloos houden". «Ea wanneer hij dat deed" sprak mevrouw Hell wald ernstig, «zou dan het doel van zijn offer en van het uwe niet des te zekerder worden bereikt zou hij niet des te vrijer, gemakkelijker en trotscher de hooge, edele levenstaak, die voor hem is weggelegd, opvatten; zoudt gij niet, in het bewustzijn uw plicht gedaan te hebben, met gerust geweten kunnen wachten tot eens voor Gods rechterstoel uwe handelwijze naar waarde zal worden geschat?" Eene rilling van afschuw doorliep het lichaam van het jonge meisje. Dik zal beproeven" sprak ze eindelijk op doffen tooD, «te dragen, wat God mij oplegtik zal al de verwach tingen, die ik zoo vreugdevol gekoesterd heb en waar mede al mijne gedachten en gevoelens waren samen- geweven, opofferen aan den plicht, dien gij mij hebt aangewezen en dien ik erkeD, hoezeer ook mijn hart 2ich er tegen wil verzetten. Maar schenk mij tijd, moeder, om na te denken en tot mij zei ven in te keeren, opdat ik d«n moed vinde en de onderwerping, die voor zulk een offer noodig zijn. Verlang geen overijld be sluit van mijvergun mij eenige dagen in eenzaam heid door te brengen. Zeg dat ik ziek ben het is mij onmogelijk bij zulk stiijden, bij zulk worstelen voor andere menschen te verschijnen en voor hen mijn zieleleed te verbergen". «Neen, mijn kind" sprak mevrouw Hellwald op zacbten, liefderijken toon, «een opgeschort besluit is slechts een verlengd lijden en men komt elk ongeluk het snelst te boven, wanneer men het moedig aanvat. De zieke moet niet dralen met het middel in te nemen, dat hem genezing zal brengen, hoe bitter het ook moge smaken. Geloof mij, lieveling, iedere smart, ieder ongeluk draagt men het gemakkelijkst, wanneer men het in het diepst van zijn hart moet begraven, wan neer men de tranen moet terugdringen, opdat jaloersche spotters ze niet zouden zien, wanneer onze trots ons moed en kracht schenkt. Ik smeek u om uwzelfswil, schort uw besluit om te doen wat gij goed en nood zakelijk acht niet op, want van alle kwalen is de twijfel het moeielijkst te dragen. Da volbrachte daad schenkt verkwikking, troost en onderwerping, hoe hard zij ons ook moge toeschijnen. Wat voor ons ligt is in nevelen gehuld, wat achter ons ligt is helder. Dezen nacht moogt ge nog strijden en lijden en twijfelen, uwe moeder zal u daarbij steun en troost verleenen, maar morgen moet alles geëindigd zijn." «Alles geëindigd" jammerde het meisje, «ja, wel is alles geëindigdwaarom kunnen ook deze adem, deze hartslag niet eindigen en mij zoo ellende en smart worden bespaard?" «Gij bezondigt u mijn kind, door zulke woorden te spreken" zeide mevr. Hellwald, «zoowel tegenover uwe moeder als tegenover al hek stille, reine en vreedzame geluk, dat de Hemel u heeft toebeschikt en dat ik

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1