2 Dinsdag September. 77ste jaargang. Bij dil iioaimei» behoort eeu bijvoegsel. 1880. - 51 Augustus. - 1890. FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrydagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen ais buiten Goes, f I,J& Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Adverienüën voor dit blad aangenomen bij dehesren NliGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeL Ia het tiental jaren tusschen 1870 en 1880 sag onze grijze vorst de eena loot van den alouden Oran jestam voor en da andere na vallen en Nederland, rouw dragende met zijn Koning en diens Huis, het welk sedarfc dria eeuwen zoo hecht in lief en leed aan ons vaderland was verknocht geweest, was som ber gestemd bij het vooruitzicht, dat geen afstamme lingen uit dat Huis bij het overlijden van zijn Koning diens zetel op den troon zouden kunnen innemen. Prins Hendrik, de Prins van Oranj?, Prins Alexander ze gingen allen heen en het was ledig in het paltis van onzen Koning, aan wien ook zijn gemalin in datzelfde tijdvak was ontvallen. WaB hst wonder, dat gansch Nederland juichte, loan zich de tijding verspreidie, dat Willem III een tward i huwelijk wenschte te sluiten en dat onze Volksveitaganwoordiging daartoe den vorst bij bare instemming hare beste wenschen aanbood Weliswaar wist men weinig van de toen nog zoo jeugdige prinses van Waldeck-Pyrmont, die uitverkoren was als Neêr- land's Koningin op te treden, maar toch, wat men van haar hoorde, gevoegd bij hot feit, dat zij op twintigjirigen leeftijd zich Wilde verbinden aaa een vorst, die, ja toen nog een krachtige figuur was, maar die toch ruim veertig jaren meer telJq dan zij, gaf hoop, dat e-nst en degelijkheideenvoud en minzaamheid de hoofdtrekken van haar karakter zouden zijn. Ën inderdaad, waar bij de tijding van het huwelijk van onzen Knieg in stilte bij ieder welgeaard Nederlander de wensch levendig werd, dat dit huwelijk met een of meer kinderen mocht gezegend 49) (Vervolg.) Dertiende hoofdstuk. Silantieri bracht den graaf in de middelste zaal der bibliotheek, waarin hij gewoonlijk zat te stu leeren en waarin hij ook de vorstin den zonderling geslepen steen had laten zien. Een reeks van deuren naar aangrenzende vertrekken stonden aan beide zijden open, zoodat geen ongewenscht toehoorder zich ergens kon verbergen. Hij bleef in het midden der kamer staan, keek den graaf scherp aan en sprak met bijtenden spot: Wel, graaf van Montau, ik moet u mijne verbazing betuigen, dat gij zoo angstvallig uw woord houden wilt, dat gij in een oogenblik van romantische opge wondenheid aan een jong meisje gegeven hebt, terwijl gij toch zoo weinig waarde hecht aan het woord, dat gij mij gegeven hebt." •En welke belofte gelooft ge, markies, dat ik tegen over u niet gehouden heb of niet zou willen houden?" vroeg de graaf, die, niettegenstaande hij vast besloten was met een ijzeren wil den Italiaan tegemoet te treden, toch huiverde alsof een slang zich om hem heen kronkelde. Uw geheugen is wel kort, mijnheer" hernam Sa- lantieri»herinnert gij u niets meer van dien avond op het terras te Monte Cirlo?" worden, opdat de Oranjestam mot nieuw leven mocht opbloeien, daar waren de karaktertrekken der vrouw van onzen Koning van geen ondergeschikt belang. N èrland'o wensch werd vervuld. Op 31 Augustus 1880 vei kondigde het kanongebulder te's-Gravenhage den voïke en weldra verspreidde de gelukkige tijding zich door geherl Nederland en verre daarbuiten dat onze jeugdige Ko. ingin Emma het leven had geschonken aan een prinses. Deze verkreeg den naam van Wilhelmina, maar het volk gaf haar den veel schooneren van »Nfèrland's llope", en £waarlijk op haar bleef van hare geboorte de hoop van gansch een volk gevestigd. Angstvallig werden de berichten omtrent de jeugdige prinses ge hoord en gelezen en er was voortdurend vreugde over de ontwikkeling naar lichaam en geest van dit vorsten kind en niet minder over de bevestiging der goede verwachtingen, die men koesterde, omtrent de wijze waarop de Koningin zich van hare moederplichten kweet. Ioderdaad, wanneer men meent te moeten twij felen of er het volgend jasr aanleiding kan bestaan om de koperen bruiloft van ons vorstenpaar feeste lijk te herdenken en door eene stichting te vereeuwi gen, dan moet, dunkt ons, die twijfel spoedig wijkan bij het hooren hoe onze Koningin Emma zich kwijt van hare levenstaak om onze jeugdige prinses t3 vormen en voor te bereiden voor de taak om eenmaal de vorstinnenkroon in Nederland te dragen. Prinses Wilhelmina was een nianwe baad, die Neder land en Oranje aan elkander bond, en de meer be jaarden in dea lande, gevoelende dat wellicht zij niet meer geroepen zouden worden de toekomstige koningin ta sieuaen in da regearingstaak, te beschermen bij e^ne eventuecle bedreiging van haren troon, wilden althans het hunne doen om te zorgen dat de liefde voor de prinses bij het j engere geslacht zou levendig worden en blij feu, en dat 31 Augustas al meer en meer zou worden een nationale feestdag. Daartoe warden op dien dsg allengs meer in den lande kinderfeesten georganiseerd en leerde men den kinderen des volks het kind des vorsten lief te heb ben, en zoo wordt ook ditmaal door gansch Nederland de tiende jaardag van onze prinses mot vreugde begroet, met geestdrift en opgewektheid geïierd. Aloca wordt da wensch geuit, dat dit vorstenkind moge opgroeien tot eene deugdzame en verstandige vorstin, die eenmaal een waarachtige moeder voor haar volk moge zijn. Nederland gevoelt het, dat zijn toekomst voor een groot deel in de thans nog jeug dige handen berust on daarom volgt het ook de ver dere ontwikkeling van de Prinses met belangstelling- Mj ge het den vorstel ijken ouiers gegeven zjo nog lange jiren het kind onder hunne leiding te houden en het voortebreiden voor de mieieiijko taak, die het wacht, het liefle inteboazemin voor bit volk, waar over het aanmaal gestald zal zijo. Dm voorzeker zal »Zeor zeker'' hernam de graaf, »die avond staat mij tot in de kleinste bijzonderheden helder voor den eeest." •Welnu" zei Salantieri, die als altijd zacht, maar daarom met des te meer nadruk sprak, welnu, dan zult ge loch ook weteD, dat ik u voorspeld heb, dat ge binnen het jaar vorst van Hohenwartburg zoudt zijn en dat gij mij daarentegen uw woord verpand hebt iederfn wensch te zullen vervullen, dien ik aan u zou stellen." Dat herinner ik mij zeer goed" hernam graaf Erik, »9D ik heb die belofte reeds meermalen diep betreur J." Dat is uwe zaak, maar gegeven hebt ge uw woord eenmaal en wel zoo dui lelijk en onomwonden, dat het voor een edelman en voor ieder man van eer bindend moet zijn." •Ik heb het gegeven" antwoordde de graaf, »op een oogenblik, dat mijn geest door de vernietiging van de laatste hoop, die ik toen koesterde verward was en zelfs in die verwarring hield ik die belofte voor eene grap, een misleiding, in ieder geval voor eene belofte, die niet te vervullen was". Dat is mij alles onverschillig" hernam Salantieri op koelen toon. »Ik heb u geene aanleiding tot zulk eone meening gegeven, ik heb ernstig met u gespro ken en een ernstig antwoord, eene gelofte van u verlaagd. Ik hob u bovendien" ging hij voort, »het bewijs geleverd, dat het mij vollen ernst was en dat ik de macht had mijne voorspelling te dosn uitkomen. Ik heb een termijn van een jaar gesteld en nog zijn gaen drie maanden verstreken, of ga zijt reeds erfgraaf van Hohenwartburg, de naaste erfgenaam van den vorstenkroon gij zult moeten toestemmen, dat ook dat volk zich steeds meer aan prinsas Wilhelmina verknocht gevoelen en doordrongen zijn en blijven, dat ook onder hare regeering de aloude spreuk be waarheid zal worden: »Oranje en Nederland zijn on afscheidbaar éen l" Ter kennis van de ingezetenen wordt gebracht, dat gisteren het volgende telegram is verzonden «Den Koning, Het Loo. »Uwe Majesteit, Hare Majesteit de Koningin en Hare «Koninklijke Hoogheid Prinses Wilhelmina wordt met «Hoogstdezer tienden jaardag «door het bestuur, ook namens de ingezetenen dezer «gemeente geluk gewenscht. Ramondt, «waarnemend Burgemeester", en dat denzelfden dag het volgende telegram is ont vangen //Ramondt, waarnemend Burgemeester Goes /Zijne Mojesteit de KoniDg draagt mij op U Hoogst- «deszelfa bijzonderen dank te betuigen. «Adjudant van dienst, „Simon". Goes, den 1 September 1890. De Burgemeester van Goes, J. J. RAMOfïDT, 1. b. GOES, 1 September 1890. Door den hoer J. F. B a x, gemeente-geneesheer alhier, is ontslag gevraagd wegens zijne benoeming in gelijke betrekking te Genemuidon. lersoke. Iq de Gemeenteraadsvergade ring van jl. Zatordigavond, waarin 6 leden tegen woordig waren, werd voorgelezen een schrijven van den Comm. des Konings en van den Minister, betref fende het herhaald weigeren om de verplegingskosten der krankzinnige W. K. in het gesticht te Medemblik voor rekening der gemeente te nemen. De Minister herinnerde aan het vonni3 van den Off. van Justitie en aan de vroeger reeds afgelegde verklaring van den Directeur-g meesheer van het gesticht te Medemblik, dat eene verpleging in het gezin onmogelijk is, en eindigde met de mededeeling dat, zoo de Raai onge negen blijft, het verschuldigde aan het gesticht te voldoen, eene rechterlijke vordering te wachten is. Eene verplaatsing naar een ander gesticht blijft ia de keuze van den Raad. Na eenige discussie, waarbij een paar leien zich op de wet beriepen, welke toch eene verpleging in het gezii duidelijk toestaat, en de Voorzitter het ge vaar van een misschien kostbaar proces voor oogen stelde, stelde de beer Sauer voor, om, vóir verier te beslissen, eerst het advies van een rechtsgeleerde in te winnen. Daarmede vereenigde zich de Rard eenparig en de keuze van den rechtsgeleerde weid aan B. en W. overgelaten. Vervolgans werd eervol ontslag verleend tegen 1 Oct. a. 8. aan den onderwijzer aan school 2 A. M. Polier man, en besloten in diens plaats eene onder wijzeres aan te stellen, en zulks met het oog op het onderwijs in de vrouwelijke handwerken, dat tot heden op school 1 voor de leerlingen van beide schobn wordt wat tot du'oö veriicht is, mooielijker uitvoerbaar scheen dan de stap, die nu nog te doen overblijft om u werkelijk vorst van Hohenwartburg te maken." •Ik kan mij niet voorstellen, hoe die stap gedaan moet worden" antwoordde graaf E-ikde vorst is jonger dan ik en naar den gewonen loop der din gen zijn mijne vooruitzichten op de kroon tamelijk vaag. Maar" voegde hij er op bitteren toon bij, »ik erken, dat een duistere, geheimzinnige kracht, die in staat is eene vrouw, die algemeen bekend was om haar rein en edel karakter, zoo diep te laten zinken, ook in staat kan zijn den loop der natuur te veran deren of te bespoedigen." Salantieri haalde de schouders op. »R)edsin Monte Carlo, graaf, spraakt ge vermoedens en veronderstel lingen uit, die ik slechts met verachting van mij kan werpen. Ik heb noch den dolk van een bravo noch d*n beker van een giftmenger noodig om mijne plan nen te volvoeren. Ik heb u gezegd, dat gij op volkomen wettige wijze vorst van Hohenwartburg zoudt worden, gij zijt thans op zulk een wijze reeds erfgraaf gewor den en zult eveneens, eer het jaar verstreken is, vorst zijn." •Na alles, wat ik hier gezien heb" zeide graaf Erik, twijfel ik er niet aan, d afe ook dit, hoe onmogelijk het ook moge schijnen, in vervulling komen zal, dat wil zeggen, dat alle hinderpalen zullen verdwijnen, die mij thans nog van de vorstenkroon gescheiden houden; en toch markies, toch zal ik geen vorst van Hohenwartburg worden." En hoe zoudt gij den loop van het noodlot willen stuiten of veranderen vroeg Salantieri. •Ik geef toj" hernam graaf Montau, »iat na alles gegeven. Het traktement werd bepaald op 400 met 2 verhoogingen van 25 telkens na een vol jaar ver blijf, en dus tot een maximum van f 450. Daarna werden aangeboden de rekening der gemeente over 1889 en de begrooting voor 4891, alsmede de rekening en de begrooting van het Burg. Armbestuur. Tot list onderzoek dezer 4 stukken werden benoemd de heeren Sinke, Sauer en Schipper. De rekening der gemeente sluit met een ontvangst van 24813,85 en een uitgaaf van 24363,55, zijnde 650,58minder ontvangen en 1111,68minder uitgegeven dan geraamd was. Goed slot alzoo 450,30. De gemeente-begrooting bedraagt in ontvangst en uitgaaf 23318,571/i. Van Ged. Staten was ingekomen de goedkeuring der benoeming vao den heer A. J. Geill tot waarnemend secretaris, maar tegen zijne benoeming tot waarnemend ontvaDger maakten zij bezwaar en stelden dus voor een tijdelijken ontvanger te benoemen. Tegen eene ver- eeniging van beide betrekkingen in éen persoon zouden zij zich Diet verzetten. B. en W. bevalen ter benoeming van een tijdelijken ontvanger aan do heeren A. J. Gsill alhier en J. Lake- man te Wilnis. De eerste werd met algemeene stemmen benoemd. Nu deelde de Voorzitter mede, dat hij van den ontvaüger der directe belastingen te Hansweerd kennis geving had ontvangen, dat hij, gedurende zijne functie alhier, nooit ophooping van belastingbetalenden had ondervonden, zoodat gewoonlijk van 2 tot 4 uren en somtijds zelfs vóór 2 uren reeds, zich niemand meer aanbiedt ter betaling van bslasting. Dat dit vroeger geschied is, moet aan mindere actualiteit vau zijn voorganger toegeschreven wordan. Hij (ontvanger) wenschte dus aan de bsvoegde macht te verzoeken om de zittingsuren weer tot den gewonen duur (9 tot 2 uren) terug te brengen, belovende op dagen, waarop buitengewone drukte te wachten is, meer adsistentie te verschaffen. Nu wenschte de Voorzitter te weten of een der raadsleden feiten wist mede te deden, die hem ver hinderen konden een ongunstig advies op dit verzoek te geven. Niemand had iets van dien aard in het midden ta brengen. Bij do rondvraag nam de hear J. C. Van der B arght ontslag als wethouder. De Voorzitter drukte zijn leedwezen uit over dit besluit, maar moest de redenen, welke hem bekend waren, billijken. Da heer Sauer gaf zijn wensch te kenneD, dat het schoolgeld voortaan niet meer op school ootvangen, maar door den veldwachter-bode zou opgehaald worden. De Voorzitter antwoordde, dat dit aan dan ont vanger staat, die de bolastingen int, zooals hij ver kiest, en ontraadde ook het denkbeeld van dea heer Sauer. Ook de heer Van Oaveren oordeelde de tegen woordige wijze van inning van het schoolgeld de beste. De andere raadsleden schenen het daarmede geheel eens te zijn. Z. M. heeft benoemd tot rechter in do arr.- rechtbank te Zieriksee mr. B. W. F. Kronen berg, thans subst.-griff. bij de arr.-rechtbaQk te Rotterdam. wat ik gezien en beleefd heb, ik u ia staat acht alle hinderpalen uit den weg te ruimen, die de wetten der natuur tusschen mij en de vorstenkroon hebben ge steld, behalve éone waarover gij geene macht bezit." •Ea die is •Mijn wil, die toch wel noodig zal zijn, om mij de hand te doen uitstrekken naar de vorstenkroon, die het noodlot of eenige duivelsche macht mij mocht willen aanbieden." Ea wanneer ik kans zag ook dien hinderpaal uit den weg te ruimen Hij trad nader bij den-graaf, zijne pupillen vernauwden zich, eene eigenaardige phosphorglans straalde uit zijne oogen, terwijl hij de hand uitstrekte en met de toppen der vingers eenige streken door do lucht maakte in de richting van den graaf. Deze gevoelde dat een zonderlinge stroom door zijne ledematen ging, die verlammend en verdoovend daarop inwerkte. De blikken van den markies schenen tot in het diepst van zijne ziel te willen doordringen. Neen" riep Erik, »neen, gij zult mijn wil niet beheerschen, zooals dien van den bankier in Monte- Carlo neen, ik zal u niet gehoorzamen." Salantieri antwoordde niet, maar zijne blikken scho ten steeds meer stralen en een heete adem stroomde sissend over zijne lippen. Al sneller en krachtiger wa ren de bewegingen zijner hand in de richting van zijn slachtoff ir. •Neen, neen, ik wil niet" riep de graaf, terwijl hij heftig met den voet op den grond stampte en de vuisten balde, »neen, ik geef q geen macht over mij de helsche blik uwer oogen zal nrjn geest niet erdusterea."

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1