1890. N°. 97. Dinsdag 19 Augustus. 77ste jaargang. De Rekeniug en Verantwoording Belasting op de Honden De Toelatings-examens Stoepen of opene plaatsen VLASMARKT FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. G0ES« De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75, Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bijdeheeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën i» van 15 regels SO cent, elke regel meer 10 coat. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan i regels beslaande en contant betaald 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven t cent per regeL van de INKOMSTEN en DITGAVEN dezer gemeente over het dienstjaar 1889 is aan den gemeenteraad in zijne vergadering van heden ingediend en voor een ieder ter secretarie der gemeente ter lezing gelegd, toi wijl afschrift daarvan, tegen betaling der kosten, I aldaar verkrijgbaar wordt gesteld. Alles ter voldoening aan het bepaalde bij art. 219 der gemeentewet. Goes, den 16 Augustus 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Het eerste suppletoir kohier der over 1889, zooals dit door den gemeenteraad in zijne vergadering van heden werd vastgesteld, is aan den Ontvanger uitgereikt ter invordering en kunnen recla mes tegen den aanslag op ongezegeld papier bij den Raad worden ingediend binnen eene maand na heden. Goes, den 16 Augustus 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d W. HAMER. De Seeretaris, HARTMAN. voor de HOOGERE BURGERSCHOOL zullen dit jaar laats hebben op Donderdag 28 en Vrijdag 29 Angustus e volgende dag zal bestemd worden voor de HER EXAMENS, terwijl de lessen zullen aanvangen op Maandag 1 September, telkens des voormiddags te 9 uren. Goes, den 16 Augustus 1890. Burgemeester en Wethouders vao Goes, J. G. d W HAMER. De Secretaris, HARTMAN Den belanghebbenden wordt herinnerd dat, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders, op ver beurte eeuer boete vau teu hoogste vijftien gulden, de voor de panden in deze gemeente niet voor het geren van vertooningen of het doen van uitstallingen afgestaan of voor dat doel ingenomen mogen worden De aanvrage om vergunning moet geschieden bij den marktmeester. Goes, den 16 Augustus 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J G. d W. HAMER. De Secietaria, HARTMAN. Gedurende de kermis zal de passage met rij- ea voertuigen door HET RIJFELAARSSTRAATJE en DE STALSTRAAT alsmede over de gestremd zijn, met dien verstande, wat de VLASMARKT betreft, dat deze alleen mag bereden worden van uit het Waterstraatje naar de Wijngaardstraat, in rechte richting, langs de woningen der heeren D. Hildernisse en A- Van Schelven. Voorts is het draven op de markten en in de be lendende straten, gedurende de kermis, verboden. Goes, den 16 Augustus 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G, d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. 43) (Vervolg.) Elfde Hoofdstuk. Graaf Erik sprak weinig over zijn bezoek aan de houtvestersfamilie. Op de vraag van den rentmeester hoe mevrouw Hellwald en hare dochter hem bevallen waren, antwoordde hij kort, dat hij beiden zeer aan genaam vond en sprak daarna over andere zaken. Hij was tegen zijn gewoonte zeer stil tegen den rentmees ter bij hun bezoek aan de landerijen en hij gaf dik werf door verkeerde antwoorden blijk van groote verstrooidheid. Ook des avonds, toen hij de rentmees- terafamilie in den tuin ontmoette, was hij lang zoo vroolijk en spraakzaam niet als anders; hij scheen wel wat boos en het hinderde hem zelf den vroegeren toon niet te kunnen terugvinden. Het verschil tusschen dezen kring en dien van den vorigen dag was te groot en hij begreep nn best, dat die beide familiën niet bij elkander pasten en dus geen nauwer omgang met elkander zochten. Een paar dagen later reed hij weder naar de hout vesterswoning, doch nu had hij Hellwald vooraf van zijne komst verwittigd. Deze kwam hem dan ook met Thekla tegemoet. De graaf was zeer verheugd toen hij haar wederzag, la weinige uren had dit meisje een GOES, 18 Augustus 1890. De door B. en W. dezer gemeente aan den Raad overgelegde rekening over 1889 sluit met een batig saldo van 4332,87. De voornaamste posten \an uitgaaf waren: ondeihoud openbare werkers 12604 75, middelb. onderwijs 18387,16 */2 (waar tegen als ontvangsten staan 11200 van de Rijks subsidie en-schoolgelden) lager onderw. 25596,86 (waarvan 10000 terugkomt door de vergoeding van het Rijk en de schoolgelden). Aan de politie werd uitgegeven f 5805,10 aan de straatverlichting 4379,76; aan renten en aflossingen 12476. De ingediende begrooting voor 1891 wijsteen totaal aan van214247,35%J2, waarvan/114121,22!/2 ten behoeve van het Sas. De hoofdei, omslag wordt voor dat jaar geraamd op 25000, zijnde 1000 meer dan in 1890 en 1500 minder dan in 1889. Da post voor onvoorzien bedraagt 2265,98, welke som echter vermindering zal ondergaan met het oog op eene waarschijnlijke subsidie aan het Gasthuis, welke nog niet geraamd kon worden. Aangezien de teruggave aan de provincie van een deel van het renteloos voorschot voor het Sas zich in 1891 Eog slechts bepalen zal tot Vee van wat in 1890 genoten wordt, kan, terwijl nog ongeveer de gewone post voor verdere verbetering der straten is uitgetrokken, voor 1891 nog met een H. O. van 25000 worden volstaan. Voor 1892, als wanneer een vol twintigste gedeelte in bovengenoemd voorschot zal moeten gerestitueerd wordeD, zal eene grootere verhooging van den H. O. waarschijnlijk onvermijdelijk zijn. De overige posten leveren geen stof tot beschouwing. Alleen verdient vermelding dat 1000 zijn geraamd als opbrengst van eventueelen verkoop van het gebouw der voormalige gemeente-apotheek, waartegen 1000 is uitgetrokken voor eene verbouwing van het vrij komende telegraafkantoor voor politie-bureau. De oprichting eener nieuwe part ij 1 Met het oog op de aanstaande Kamerverkiezingen zou, meent De Wageningerhet nuttig zijn de handen ineen te slaan voor de vorming van een nieuwe partij en wel een partij, die, zich op geloovig Christelijk standpunt stellend, toch niets wil weten van samen werking mei Rome. Er zijn toch in ons goede vaderland vele personen, die zich niet kunnen vereenigen met de antirevolutio naire partij. Zij zijn afkeerig van het vereenzelvigen met de politiek van 't geen uit den aard der zaak thuis be hoort op kerkelijk gebied. Zij zijn tegen de ontzettende heftigheid en hartstochtelijkheid, die zich telkens in de antirevolutionaire pers openbaart tegen dezulken, die niet m6t die paitij kunnen en mogen medegaan. Zij betreuren van harte den slaafschen zin, die zich van de meeste leden dier partij heeft meester gemaakt, welke geene eigene meening of ooit gehad hebbeD, of de?e niet durven openbaren. En boveoal stuit hun tegen de borst Int bondgenootschap met de Roomschen. De nieuwe partij, die evenals da antirevolutionaire en de Roomsche partij lijnrecht moet staan tegenover het beginsel van het liberalisme, moet hiervan uit gaan, dat men ook op politiek gebied gehoorzaamheid verschuldigd is aan God en Zijn woord. In vele op zichten zal zij zich vereenigen met de antirevolutionaire partij, doch in de toepassiDg en de gevolgtrekkingen zullen zij verschillen. grooten invloed op hem verkregen maar ofschoon ze blijkbaar goede vrienden waren, gevoelde hij zich toch een weinig verlegen, toen hij haar de hand gaf en ook zij sloeg de oogen neder, toen zij zijn groet be antwoordde. Zij hadden veel aan elkander gedacht, wat ze niet zoo dadelijk door hun blik wilden toonen. Het was vermoedelijk de eerste maal in Thekla's leven, dat zij een jongen man had ontmoet, die verstandelijk haars gelijke was en de graaf, die in de groote wereld zulk een dolkop was geweest, gevoelde zich tegenover dit eenvoudige, reine kind zoo verlegen als een school jongen. Na in de houtvesterswoning een weinig uitgerust te hebben, togen de beide heeren het bosch in en Hellwald hield niet op den graaf op alles opmerkzaam te maken, wat zijne aandacht verdiende. Het was reeds donker toen zij weder aan Hellwald's woning kwamen, waar h. t avondeten bereids op tafel stond. Mevrouw noodigde den graaf uit daaraan deel te nemen en de honger maar meer nog de vragende blik van Thekla deden hem ras besluiten de uitnoodiging aan te nemen. Het gesprek aan tafel was zoo opgewekt alsof men elkander reeds jaren lang kende, ofschoon toch de houtvester en zijne vronw niet vergaten, dat hun gsst een neef van den vorst was en zij hem dus al den eerbied hadden ta bewijzen, dien zij dezen verschuldigd waren. Tusschen Thekla en den graaf was alle verlegenheid geweken en wanneer zij soms zelfs eens wat al te vrijmoedig werd, keken hare ouders bezorgd naar den graaf of het hem geen aanstoot gaf, dat er zoo ge- Naar zij mag niet veroordeelen en lichtvaardig bfoo-'deelen de beweegredenen van andersdenkenden. Zij zal op het Evangelie steunen en geen heil zoeken in formules en belijdenisschriften enz. Zij zal steeds het waarachtig goede moeten zoeken en het goede in de tegenstanders waardeeren. Men zepge niet dat de partij een doodgeboren kind zal zijn. Zij zal met Gods hulp kunnen bestaaner zijn nog wel mannen in ons land, zelfs onder de antirevolutionaire Kamerleden, die haar in de Kamer kunnen vertegenwoordigen. Het moet ook niet dadelijk om het succes te doen zijn of om leden der partij in de Kamer te brengen. Dat zal niet zoo spoedig gaanlaat men echter een begin met de zaak maken. De mannen der partij bestaan reeds; niet bij honderden, doch bij tientallen worden ze gevonden. Omdat zij geen liberalen willen, steunen zij de antirevolutionairen, of wel onthouden zij zich van stemming, omdat zij geen heil verwachten van hen, d e sameDgaan met Rome. Laten allen dezen zich vereenigen in eigen kring." «Wel verwachten wij, zegt De Wageningerdat de antirevolutionaire pers zich zal vroolijk maken over deze poging. Zij zal ons wijzen op de nationale partij, zij zal ons misschien bespotten. Wij gunnen haar reeds bij voorbaat dit zoogenaamd genot. «Jaren lang zijn immers de antirevolutionairen uit gelachen. En ziet eens, welk een macht die partij geworden is. «Daarom niet versaagd in den strijd, maar ons aangegord in Godes kracht." Jl. Vrijdag gaf het harmoniegezelschap »E u p h o- n i a" alhier het concert voor de leden op het Ra- velijD, dat eerst op jl. Dinsdag was bepaald, doch dat toen uithoofde van het ongunstige weder was uitgesteld. Hoewel ook Vrijdag het weder niet bepaald uitlokkend kon genoemd worden was er toch een talrijk publiek, dat met groote aandacht de uitvoering bijwoonde, die wederom getuigde van de goede vor deringen, die «Euphonia" onder de leiding van dhr. Kooiman heelt gemaakt. Dhr. C. Walraven, chef de bureau bij de staatsspoorwegen te Breda, is benoemd tot adjunct inspecteur met behoud van zijne tegenwoordig* stand plaats. Wissekerke. Aan de Vlietepolder is thans eene drukte, zooals in langen tijd niet werd waarge nomen. D» aannemer van het leggen van een inlaag- dijk aan dezen polder, de heer Van der Vlies, is thans met 230 a 240 personen bezig om het werk zoo spoedig mogelijk te volvoeren. Ook aan den Thoornpolder is de heer Verbist volop bezig om den dijk van dieq polder te verzwaren. De St. Ct. bevat het verslag omtrent de ver wachtingen van den oogst van 1890 in Zeeland. Dit luidt als volgt: De wintertarwe en wintergerst hebben, vooral op de lichtere gronden, wat de laat gezaaide betreft, een te dunnen stand. Ook brachten de zware regens in Juli nadeel te weeg. Overigens was de ontwikkeling gunstig, zoodat, dooreengenomen, gezond graan en eene matige opbrengst kan worden verwacht. Rogge groeide aanvsnkelijk goed, doch had een ODgur stigen bloeitijd, zoodat dit gewas niet meer dan een middelmatig beschot zal opleveren. rondigd werd tegen het respect, dat zij hem hadden te bewijzen. Maar Erik bemerkte dit niet, omdat hij geheel opging in het genot van zich met dit meisje te onderhouden. Toen dan ook het avondmaal was afgeloopen, bleef hij nog een geruime poos zitten en won hij zelfs h-t hart der moeder geheel door te ver zoeken, dat Thekla nogmaals haar lievelingslied zou doen hooren. Daarna werden verschillende plaatwerken bekeken en de graaf, die veel gereisd had, wist daar omtrent menige bijzonderheid mede te deelen. Zoo werd het vrij laat eer de graaf zijne nieuwe vrienden verliet. Het was verwonderlijk zooveel belang als Erik in het boschwezen begon te stallen. Om de twee of drie dagen reed hij naar de houtvesterswoning en hij bleef 's avonds dan soupeeren en muziek maken, of men las gezamenlijk de boeken, die de graaf uit de stad had laten komen. De houtvester was zeer m*t zijn nieuwen heer ingenomen en ook mevrouw Hellwald gevoelde al het aangename van de geestige gesprekken met den graaf. Toch was hare vreugde niet onverdeeld. Met vrouwelijke scherpzinnigheid en den scherpen bhk eener moeder bemerkte zij al spoedig hoeveel genot de graaf en Thekla in elkanders bijzijn vonden en zij zag met bezorgdheid hoe de belangstelling van hare dochter in den eersten beschaafden en ontwikkelden man, dten zij ontmoette, met den dag toenam. Nu koesterde zij wel geen vrees dat de graaf op min edele wijze mis bruik zou maken van de toegenegenheid van het meisje, maar zij was terecht beducht voor de ontgoocheling, die eenmaal volgen moest, wanneer Thekla zich bewust werd van het verschil in stand tusschen haar en den Zomergerst en haver hebben zich evemnin krachtig ontwikkeld, maar toch mag door de gunstige Wfêrs- gestelJheid der laatste weken op een matig beschot worden gerekend. De boekweitslechts ia enkele gemeenten in de grensstreek verbouwd, staat vrij voordeelig. Van de erwten was bloei en aanslag gunstig, maar door de regens in Juli werd aan het zware gewas veel nadeel toegebracht. Beschot en hoedanigheid zullen echter over het algemeen, bij gunstig oogstweder, ze*r bevredigend zijn. D* paardenboonen vertoonen een zwaar gewas; slechts bij uitzondering deed de luis «rustig nadeel, en vrij algemeen wordt een ruim beschot verwacht. Ofschoon bruine en witte boonen aanvankelijk weinig beloofden, herstelt het gewas zich thans langzamer hand, zoodat, bij gunstige weêrsgesteldheid, eene vol doende opbreDgst kan worden verwacht. De teelt van winter koolzaad is in een groot gedeelte der provincie weder toegenomen en dit jaar zier voor deelig geslaagd. Vlas werd mede veel geteeld. De ontwikkeling liet veelal te wenschen over, zoodat een gedeelte te kort is gebleven ea niet gemakkelijk verkoopbaar is. Over hot geheel wordt de verkregen opbrengst, zoo van lint als van zaad, zeer middelmatig geacht. Karwijzaad en ajuinin een gedeelte der provincie op vrij ruime schaal geteeld, lieten zich aanvankelijk zeer ongunstig aanzien. Nochtans werd van het eerst genoemd gewas een vrij ruim beschot verkregen; ook de ajuin «taai thans gunstighier en daar kwam het gewas slecht op en moest het worden omgeploegd. De aardappelen groeiden goed en gaven tot dusver eene zeer bevredigende opbrengst. Wanneer de ziekte, welke zich hier *n daar openbaart, niet te zeer toe neemt, mag over het algemeen eene gunstige uitkomBt verwacht worden. Suikerbieten en mangelwortels vertoonen een schoon gewasvan de eerste is wel de ontwikkeling van het blad in verhouding sterker dan die van den wortel, maar daaria wordt bij warm en droog weder verbete ring verwacht. De eetste snede van het klavergewas was matig goed; de tweede belooft ruim te zijn. Het gras der weilanden was reeds vroeg in groei en levert tot op dit oogenblik ruim voeder op. De hooioogstofschoon niet zoo overvloedig als ia 1889, was ruim maar werd ten deel* door regen be moeilijkt, waardoor het product in waarde verloren heeft. Onze zenuwachtige tijd. «Dr. Foukin, een Russisch geneesheer, heeft de hagelkorrels bac teriologisch onderzocht *n per kubiak centimeter 729 bacteriën daaria ge7oadeo, waaronder de bacillus mycoides, uit de aarde afkomstig. Hat schijnt das mogelijk dat infectieziekten ook door regen, sneeuw en hagel veroorzaakt worden." Zoo bericht de pers van den dag. Men heeft wel eens gewenscht, dat wetenschappe lijke werken weder in het Latijn geschreven werden, de taal der geleerden. Men zou het haast begeeren van de werken der medici, van de bulletins hunner ontdekkingen bovenal. Of verstaat men niet, dat men door znlke berichten de zenuwachtigheid van onzen zenuwachtigen t'jd im mer doet toenemen Met lofwaardigeD ijver spannen graaf, dat zij in haar eerste liefderoos geheel over het hoofd scheen te zien. Mavrouw Hellwald was echter eene verstandige vrouw en zij besloot dan ook over de zaak geen woord te spreken en evenmin eenigen hinderpaal aan het vrije verkeer der beide jongelieden in den weg te leggen. Zij wist maar al te goed, dat dit alles olie in het vuur zou zijn en dat daardoor de ontluikende liefde misschien tot een verteerenden gloed zou worden aan gewakkerd. Maar ze schreef in alle stilte aan haar broeder, die in een afgelegen stadje woonde en vroeg hem of Thekla daar niet eeDigen tijd mocht komen logeeren, en toen daarop een toestemmend antwoord was ontvangen besprak zij met haren man de nood zakelijkheid, dat hunne dochter eens wat van de wereld leerd* kennen en daarto* de eenzaamheid van het woud voor een tijdlang vaarwel zeide. Zij moest Ieertn met jongelieden van haren stand om te gaanmisschien leidde dit nog eenmaal tot een gelukkig huwelijk. De houtvester was spoedig overtuigd van de juist heid der inzichten van zijne vrouw. Dit was trouwens gewoonlijk het geval in alle zaken buiten die van zijne betrekkinghij was te wel doordrongen van het ver standelijk overwicht zijner wederhelft. Toen Thekla van de plannen harer ouders hoorde schrikte zij hevig. Eenigen tijd vroeger had zij ze wellicht met vreugde begroet, doch thans, al kon ze zichzelve nog geen rekenschap geven waarom, vond ze het een verschrikkelijk denkbeeld het ouderlijk huis te moeten verlaten. Mevrouw Hellwald begreep zeer goal de smart, d.e

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1