Amsterdam is weer een fraai perceel rijker ge worden, dank zij den ondernemingsgeest der Assurantie- maatschappij tegen brandschade »de Nederlanden" te Zutphen. Door deze Maatschappij werden in den loop tan het vorige jaar aangekocht twee onooglijke per- ceelen, hoek Sophiaplein en Kal verstraat, met het doel daar een harer bijkantoren te vestigen. Daar dit terrein wel een gunstige ligging, maar zeer weinig oppervlakte had, en het dus een moeilijk vraagstuk was daarvoor een goede indeeling te vinden, werden door haar eenige architecten uitgenoodigd hiervoor plannen in te leveren. De uitslag dezer besloten prijsvraag was, dat aan architect Evert Breman, den bouwmeester van den sigarenwinkel aan de overzijde van het Sophiaplein, de uitvoering zijner goedgekeurde plannen werd op gedragen. Het gebouw draagt het karakter der Duitsche renais sance. Tot de eerste verdieping uitgevoerd in hardsteen, is het verder boven den cordonband geheel opgetrokken in rooden baksteen, met ruime toepassing van Udel- fanger zandsteen voor de raamomlijstingea enz. De ruime winkel met magazijnen is, naar wij vernamen, verhuurd voor een zaak in Amerikaansche artikelen, de overige verdiepiagen, met afzonderlijken toegang, zijn deels door de Assurantie-maatschappij in gebruik genomen, deels als kantoren verhuurdterwijl de zolderverdieping, als photographische werkplaats inge richt, door een bekend Arasterdamsch photograaf zal worden betrokken. Hdbl Nadat Zondag middag eenige wagens van de electrische tram in Den Haag den dienst hadden ge weigerd en naar de remise moesten worden gesleept, openbaarde zich Maandag wederom het verschijnsel, bij de proefritten al herhaaldelijk voorgekomen, dat plotseling de vlammen sloegen uit den accumulator. De passagiers verlieten haastig den wagen. De dienst is voorloopig gestaakt. De personen, die betrokken zijn bij het springen van het kanon te Bredevoort, zijn Zaterdag door den rechter van instructie gehoord. De gepasporteerde militair, die het ongelukkige schot loste en daarbij kwetsuren bekwam, is bijna hersteld. Mevrouw Bulkley is te Arnhem gearresteerd, t rwijl zij zich naar den heer mr. H. H. van Capelle aldaar begaf. Niettegenstaande het protest van den heer Soldati (haar advocaat) is zij niet losgelaten. Dit schijnt dan buiten medewerkirg van de politie te zijn geschied, want deze had er niets van vernomen, zegt de Arnh. Ct. Ia het telegram aan het Dagbladdat geteekend is door Soldati, wordt gezegd, dat mevrouw BulkUy op weg was naar den heer van Cappelle. Deze is reeds eenige dageD nit de stadmen zou dus verzaimd heb ben, wat ieder in den regel doet, wanneer hij iemand in eene andere stad bezoeken wiJ, zich te vergewhsen of en wanneer deze thuis is. Waarschijnlijk is het dus eene mystificatie, maar wat er m«de bedoeld werd is ons niet duidelijk. Da heer Léon Mary kon Zaterdag niet uit den tuin van het Kon. Zoöl. Bot. genootschap te 's-Gra- venhage met zijn ballon opstijgen, w«gens den onvol doenden toevoer en slechte hoedanigheid van het gas. Hij heeft daarom het gemeentebestuur van 's-Graven- hage bij deurwaardersexploot doen in verzuim stellen voor de levering, en schadevergoeding gevorderd. Zaterdagnacht had de vijftienjarige bediende in het Hotel Goes'* te Vlissingen, nadat allen zich ter ruste hadden begeven, de onvoorzichtigheid in het vensterraam van zijn slaapvertrek, waarvan het raam hoog was opgeschoven, te gaan zittenzeer waar schijnlijk om het binnenkomen van een loodskotter gade te slaan. Ia deze houding schijnt hij in slaap te zijn gevallen en zijn evenwicht verloren te hebben met het ongelukkig gevolg dat hij uit het ongeveer 10 M. hooge raam op de straat viel. In deerniswaardiger! tosstand werd hij daar ge vonden en per brancard naar het gasthuis vervoerd. Naar men nader verneemt is de toestand nog al bevredigend. Maandagochtend ontstond er in de keuken van het militair hospitaal te Amersfoort twist tusschen twea milicien hospitaalsoldaten. De milicien Van Nooij bracht daarbij met een mes den milicien Vermeulen een steek oader het hart toe, zoodat deze eenige oogen- blikken later overleed. Door het onklaar raken van eenen tros aan boord van een Eogelsch stoomschip, liggende in de Westkolk te Ter-Neuzen, werd Zaterdag de kapitein van dien bodem het rechterbeen verbrijzeld, aan de gevolgen waarvan hij den volgenden namiddag over leed. De vorst deed eene schrede voorwaarts en strekte de hand gebiedend naar zijne gemalin uit. Salantieri stond achter hem; zijne blikken waren doordringen 1 op de vorstin gevestigd. »Ik vraag dan" sprak de vorst, »ean haar, wie ik eenmaal het recht gaf mijn naam te dragen en trotsch in de wereld op te treden ia den onbevlekten glans der eer van eene lange reeks van edele geslachten, ia vraag haar of zij voor den troon van den almachtigen en alwetenden God, in het aangezicht van zijn eer waarden dienaar, zweren kan, dat graaf Kurt van Hohenwartburg werkelijk mijn zoon isdat hij door zijn bload geroepen is eenmaal de vorstenkroon te dragen; dat dei halve mijn wapenschild Diet door de schande van een bastaard bevlekt kan worden Steeds hield de vorstin de oogen strak op Salantieri gericht, die nog altijd onmiddellijk achter den vorst stond. »lk eisch antwoord'riep de vorsv, nik eisch den eed voor het aangezicht Gods." De vorstin werd doodsbleekhare lippen trilden. Plotseling maakte Salantieri eene lichte beweging met het hoofdde vorstiD, wie haar vader en de geeste lijke sprakeloos aanstaarden, liet zwijgend het hoofd op de borst zinken. »M jne dochter", riep de graaf buiten zichzelf, terwijl hij opsprong en de bevende handen naar de vorstin uitstrektp, uweigert gij dien eed? Wil het woord.dat a althans van het ergste kan vrijspreken, niet over Zondag is notaris C. te Zevenbergen met zijn i gezin aan een groot gevaar ontsnapt. Met zijn huis- gezin naar het Liesbosch rijdende, ontmoette hij onder weg de stoomtram van Breda, en had het ongeluk dat zijn rijtuig met de locomotief in botsing kwam. Het bovenste gedeelte van het rijtuig werd door den schok van het onderstel geworpen, en terwijl genoemde heer C. met vrouw en dochter erin waren gezeten, kwamen allen met den schrik vrij. Alléén de vronw van genoemden notaris bekwam in het gelaat eene lichte kwetsure. Niettegenstaande er in Den Haag voortdurend wordt gespuid, is er geen spoor van vervuiling of onaangename lucht aan het water op de kust bij Scheveningen te bemerken. In Den Haag is de toestand belangrijk verbeterd en de stank der grachten genoeg zaam verdwenen. Uit Scheveningen meldt men dat eenige leden van Kogel's orkest het plan hadden opgevat om als het jicht Hohenzollernaan boord waarvan zich de Duitsche Keizer bevond, op de reis van Wilhelmshaven naar Ostende, Scheveningen zou passeeren, den Keizer eene serenade op zee te brengen. Zij begaven zich daartoe met hunne instrumenten omstreeks den tijd dat het jacht en het begeleidend eskader voor Sche veningen verwacht werd, in eenegroote op-n rotiboot. Hoewel zij zeer ver in zee geweest zijn, is het hun niet gelukt het eskader in het gezicht te krijgen. Zij maakten dus eene vruchtelooze reis. Te Haamstede werden de dorpsbewoners inden nacht tusschen Zaterdag en Zoudag uit den slaap opgeschrikt door klokgeklep. E°n zeer dicht bij de bebouwde kom der gemeente staande hooistapri was door broeiing in brand geraakt. Het hooi is verbrand of gehepl waardeloos, doch verdere schade aan nabij- staande gebouwen enz. is gelukkig kunnen voorkomen worden. Naar aanleiding van het bericht, dat bij de beuring va*j de sdspiranten vo^r cadet aan de Kon. Mik Academie to Bredi v< le j >ngelieden werden af gekeurd wegens zoogenaamde aderspattenhetgeen werd toegeschreven aan de gevolgen van veelvuldig of geforceerd wielrijdaD, heeft liet dagelijksch bestuur van den Algemeenen Nedeil.enischen Wielrijdersbond daarover een schrijven gericht aan den gourerneur van de Kon. Md. Academie te B eda, en ten antwoord gekregen, dat geen noem mswsar lig aantal adspirant- caletten is afg'keur t wagens a hrspatten, en dat het voor hem volstrekt geen punt van overweging heeft uitgemaakt, of die aderspatten al dan niet het gevolg waren van wiehijdöD. P zer degen was iennnd aan het Tesselsche strand g\an baden met laag water. Hij legde zijn kleed^ren op d n waterkant neer, doch lette er Diet op, dat do vLed in aantocht wis. Topn hij eindelijk uit het wat-.r kwam, na een kiein half uur in zee te hpbben g-sparteld, deed hij da onaangename ervarirg op, dat zijne kledderen door den stroom waren mee gevoerd. Alleen zijn schoenen, gedeeltelijk vol zand en water, stonden een stukje verderop, door de golfjes omhoog geworpen. Hij durfde zoo niet huiswaarts keoren in zulk e^n onvoegzaam costuum. Vijf uren lang moest hij aan den waterkant toeven, waar 't inmiddels wel wat frisch was geworden, eer er iemand opdaagde om hem uit zijn onprottigen toestand te verlosseü. Toen bij een opkomend onwedor de dienstbode van den heer C. te Apeldoorn naar boven ging om de ramen eener kamer te sluiten voor een inwonend familielid, werd haar bij het openen der deur de lamp uit de hand ges'agen door een totnogtoe onbekend persoon. Door den heer C. eu zijn dienstbode werd een onderzoek ingesteld, doch niemand gevondeD. Wel kwam men tot de overtuiging, dat een kast was open gebroken en dat een trommel met waarde werd ver mist. Da trommel werd kort daarop bij het huis terug gevonden, ontdaan van het geld en geldswaardig pa pier, alsmede van eenige familiepapieren. Vreemd ge noeg was het goud en zilverwerk, dat nogal belangrijk was, nog in de trommel. Van den dader is nog niets bekend. Volgens een ander b'richt is de diefstal gepleegd tan naieele van mej. B., en bedroeg het ontvreemde ruim 1400. Ook het afschrift van haar testament is ontvreemd. Zaterdagavond was er aan het station te Zut- fen groote drukte bij aankomst en vertrek der ver schillende treinen. Plotseling valt er een geweerschot ter hoogte van het plaatskaarten-bureau. Een wolk kruitdamp wijst de plaats aan, waar h»t vermoedelijke ongeluk, mis- uwe lippen komen Verkeert gij zelve in twijfel vZij waagt het niet God te lasteren door een mein eed", riep de vorst, j>maar ik, ik verlang den eed, wanneer ik rust zal hebben voor mijn gemoed. Vraag gij het haar, eerwaarde heer, als dienaar van den God der waarheid." De pastoor trad op de ongelukkige vrouw toe en herhaalde langzaam en plechtig de vraag van den vorst maar zijne smartelijke gelaatstrekken gaven weinig hoop te kennen. De vorsliu boog het hoofd nog dieper, hare oogen waren half gesloten, maar er kwam geen geluid over hare lippen. »Ik vraag u, graaf Kronstein" zeide de vorst, x>is dit stilzwijgen voldoende bewijs voor de zwaarste aanklacht x>Helaa8 ja", sprak de grijsaard, wiens edele gelaats trekken door smart verwrongen waren. »Maar nu, doorluchtigheid, moet de marteling ten einde zijn" zeide Salantieri, »de vorstin is een onmacht nabij en zelfs de misdadiger, die voor Gods gericht zal treden, verdient het medelijden der menschen." Hij trad, als ware hij bewogen met haar lot, op de vorstin toe en wuifde haar met zijn zakdoek frissche lucht in het gelaat. Langzaam hief de vorstin het hoofd op. De pastoor trad op haar toe en bood haar den arm. Worktuigelijk legde zij hare hand erin en met laugzamen, slependen tred verliet zij de kamer. {Wordt vervolgd.) schien wel een misdaad, zou zijn gepleegd. Nieuws gierigen schiiteu van alle kanten toe. Er wordt ge fluisterd en men trekt een bedenkelijk gezicht. Een der omstanders had zalis een kogel langs het oor hooien snorren. En spoedig verspreidt zich het gerncht van een moordaanslag. De verdachte is een boer, die een grooten zak bij zich heeft. Het schietwerktuig is evenwel niet te vinden en het slachtoffer evenmin. Maar die geheim zinnige zak De boer wordt naar het politiebureau gebracht. Da zak wordt onderzocht en daarin bevond zich onder verschillende voorwerpen ook een soort schietwerktuig, dat onze landbouwer van een voormalig geweer zelf gemaakt had. Dat moordend wapen was met los kruit geladen geweest en door het misschien wat ruw neer zetten van den zak was het schot afgegaan. Dit was do eenvoudige oplossing van het raadsel. De goedaardige landman was geheel van zijn stuk door de opschudding, welke hij onwillens te weeg had gebracht. Misschien kost hem zijn onvoorzichtigheid nog wel eene bekeuring wegens overtreding van het verbod op het dragen van wapenen. (L. C.) Twee vrienden uit Gennep brachten dezer dagen bij een goeden kennis te K. een bezoek. Al aanstonds viel het oog op een op de tafel liggende revolver. Op de verzekering van den eigenaar, dat het voorwerp niet geladen was, werd het 'door een der personen die nimmer een dergelijk wapen gezien had bezichtigd. Op het zelfde oogonblik knalde een schot en de duitsche pijp, dia zijn kameraad in een der zij zakken had geborgen, vloog m honderd stukken. De kogel miste hare verdere uitwerking, de man kwam met den schrik vrij en behield nog zooveel tegenwoordigheid van geest, dat hij zijn onvoorzichti- gen vriend toevoegde: »gij betaolt de piep, manneke, sonst schick ik oe den deurweerder." Zonder ons in den theologischen strijd te mengen, zegt de Arnh. Ctplaatsen we de volgende aanhaling U't In Nihilisme geen heileen antwoord van Praeco op Domineepastoor of rabbiom bet staaltje van eenvoudige repliek, dat er in uitkomt. Een onzer vrienden, zoo verhaalt de schrijver, maakte een reis met een stoomboot. Er was een heer in de kajuit, die veel wist te vertellen in den geest van het tijdschrift de Dageraad. Da wereld, verhaalde hij, was vanzelf ontstaan, werd door eigene krachten in haar gang onderhouden. Het geloof aan een God was pure dwaasheid enz. veel bijval vond zijn spreken echter niet. Men word over het algemeen stil, en niemand scheen den blasphcmeerenden man aan te durven. Eindelijk richtte bij zijne vragen naar een oud vrouwtje en zeide: »Zeg moedertje, zijt gij ook zoo gek om aan Gid te gelooven Het vrouwtje antwoordde niet. Onze vriend, een persoon van phlegraatisch karakter, toegerust met een degelijk hoofd, word ten laatste op gelijke wijze aangesproken en antwoordde »Acb, meneer, wat zal ik u antwoorden. In die dingen waarvan u spreekt, heb ik weinig ervaring. Ik bon meer een praktisch mensch. Dat heb ik vooral opgedaan in Amerika, weet u." »Daar zijn de menschen bijzonder praktisch, en houden er meer van nuttig te werken, dan van veel te praten." »Laat mij u eens mededeelen wat ik daar gezien heb. Het was in de omstreken van Chicago." Allen luisterden aandachtig. De spreker vervolgde »Op zekeren dag wandelde ik door het veld en zag een man ijverig graven. Ik, meenende dat hij naar goud groef, bleef kijken. Eindelijk stootte zijne spade op hts hards, en verbeeld u mijne verbazing, mijnheer. De man bracht waarlijk een machine te voorschijn, een naaimachineen naar die machine heeft SiDger sedert al zijne machines vervaardigd." Kerelantwoordde de geleerde heer, ®gij zijt gek, een naaimachine uit den grond gravendenkt ge mij zulke dwaasheden op de mouw te kunnen spelden dNu, mijnheer," hernam mijn vriend, apermitteer mij dan te vragen, hoe grooter gek of u moet zijn, die stelt, dat het geheele onmetelijke ruim, met al zijn wereldbollen, wentelende in de grootste regel maat, vanzelf zou zijn voortgekomen, terwijl u mij reeds voor gek verklaart, als ik slechts spreek van het uit den grond graven van een eenvoudige machine En wat voor antwoord meent men, dat onze vriend ontving tot loon Het bestond slechts uit éen woord, maar dat niet getuigt dat al de leden der ongeloo- vige richting ook door beoefening van nette vormen, het geluk van zich en den naaste zoeken te bevor deren. Het luidde eenvoudig, doch onder de zeer triviale verwensching van verrek In den nacht tusschen Maandag en Dinsdag brak er brand uit in de landbouwschuur van den heer A. Der Weduwen te Dreischor. Vijf stuks jong hoornvee, een stier en twee varkens werden eene prooi der 7lammen. De brand wordt toegeschreven aan het broeien van het hooi. Alles was tegen brandschade verzekerd. Maandagochtend is uit de gracht te Zutfen nabij het gerechtsgebouw opgehaald het Kik eener dienst bode te dier stede. Niet ver van deze plaats werd gevonden de politiemuts van een huzaar. Korten tijd later is gevankelijk naar de kazerne gebracht de huzaar H. B., de vrijer der ongelukkige, die zich in den Hoven had schuil gehouden. Aan zijn uniform ontbraken politiemuts en atila. Maandagavond zes uur is het perceel 308, Amstel bij de Achtergracht te Amsterdam, waarschijnlijk door uitwijking van de muren ingestort. Het perceel, eigen dom van en bewoond door den heer Schagen, was bijna voltooidalléén waren eenige werklieden nog bezig in het benedenhuis. De heer Schagen woonde met zijn echtgenoote tijdelijk op de zolderverdieping en op het oogeablik der instorting bevond zich in gezelschap der vrouw een kind van een der buren. Met donderend gekraak stortte de massa steen en balken ineen en daar men wist dat onder den bouwval eenige personen moesten bedolven liggen, haastte men zich de brandweer te waarschuwen. Deze begon spoedig met het werk der ontruiming en smaakte de voldoening om spoedig eenige werklieden, vervolgens juffr. Schagen en het kind van onder het puin te voorschijn te halen. Als door een wonder waren allen slechts in lichte mate ge deerd. De gekwetste werklieden werden naar het gast huis gebracht, juffrouw Schagen vond bij de buren zorgvuldige verpleging en de kleine werd aan de ouders teruggegeven. Men vermoedde, dat de 7ijarige metselaar Burgerhout, die in het huis werkzaam was, nog onder het puin bedolven moest liggen. Zijn lijk is dan ook gevonden. De Justice maakt de opmerking, dat Keizer Wilhelm, uit vrees voor minder hartelijke ontvangsten, geen der hoofdsteden bezoekt van de Vorsten, aan wien hij een bezoek brengt. De Koning van België ontvangt hem te Ostende, Koningin Victoria op Wight. Dit komt omdat men te Brussel manifestaties zou te duchten hebben gehad en omdat het Kabinet van Londen niet veel lust had om de kosten der receptie te dragen. En te Peters- borg zal de Keizer zich ook wel niet wagen. Een correspondent van de lndépendance had te Ostende een interview met een officier des Keizers. Deze verklaarde, dat het bezoek aan den Koning van België eenvoudig een beleefdheidsbezoek was; dat het volgend jaar Spanje zou worden bezochtdat er voor het oogenblik geen sprake was van een bezoek aan Parijs, maar wie weet wat gebeuren kan. De Keizer wil den vrede en zou alles doen om dien te bewaren. Indien een reis naar Parijs niet werd opgevat als een uittarting, maar als een bewijs van den wensch om in vrede met Frankrijk te leven, zou de Keizer niet aarzelen daarheen te gaan. Te Fontaine-le-Port, bij Fontainebleau, werd een zestier-jarig seminarist, die als alle jaren bij den pas toor Léger logeerde, bij het baden in de Seine door den stroom medegesleept. De zoon van de dienstbod® des pastoors, een jongmeosch van 22 jaar, sprong hem na, maar verdween op zijn beurt. Gelijk lot wedervoer den hoer Léger, een man van 45, die zich geheel ge kleed te water begaf om de anderen te redden. De drie lijken zijn gevonden. De vorige maand werd een groote, zwarte slang, vier voet lang, in de Bank van Chell, Soil Co. te Carthage, in Illinois, gedood. De Bank bevindt zich in een der voornaamste straten der stad, maar toch had niemand de slang de bank zien binnengaan. Het beest had twee groote pskken banknoten opgeslokt en was op het punt om met bet geroofde te verdwijnen. Aan de telegrammen van den correspondent der limes te Buenos-Ayres, gedagteekend van 3 en 4 dezer, is het volgende ontleend Het blijkt al duidelijker, dat de feitelijke overwin ning aan de oppositie zou gebleven zijn, indien president Celman zijne belofte tegenover generaal Roca en dr. Pellegrini, van onmiddellijk na het herstel der orde te zullen aftredeD, gehouden had. De pogingen echter van die beide mannen, om hem deze belofte te doen naleven, zijn tot dusver vergeefsch gebleven. Zij die met Celman's belofte en tevens met de vast beraden houding van Roca en Pellegrini bekend waren, verlangden van mij dat ik aan de Times zou tele- grafeeren dat Celmans aftreden zeker was. Deze ver antwoordelijkheid wees ik af. Ik herhaal dat de uitzichten voor de toekomst volslagen afbangen van de gedragslijn welke Celman zal gelieven te volgen. Nadat Celman er niet in slaagde, eenen enkelen minister uit de provincie te verkrijgen, heeft hij der stad Buenos-Ayres allerlei voorrechten aangeboden, feitelijk neerkomende op autonomie. Da bevolking echter, verbolgen en dreigend, wil van niets weten dan van Celman's aftreden. De officieren, die onlangs tegen elkander vochten, hebben zich verbroederd en verklaren dat in het ver volg de troepen elkander niet meer bestrijden zullen. Da zee-officieren aan den kant der oppositie worden kalm in hunne commando's gelaten. De toestand hier is weergaloos en schier ougeloofeliik. Toen Alexander Jacques 42 dagen gevast had, was hij nog zoo flink, dat hij aanbooi tegen 1000 pd. st. meer nog 10 dagen te vasten. Het bestuur van het Westminster Aquarium nam het aanbod niet aan. waarop Jacques zich vergenoegde met een zeer dikken heer, die tot de toeschouwers behoorde, op te tillen. MüncheD, de hoofdstad der bierbrouwers, heeft bepaald geleden onder den invloed der influenza en toont voor het eerst sedert vele jaren een verminde ring der bierproductie aan. In het boekjaar 1889/90 hebben de 31 brouwerijen der stad 2,583,136 hecto liter bier gebrouwen, dit is 3101 hectoliter minder dan in het vorige jaar, waarin 227,844 hectoliter meer gebrouwen werd dan in het boekjaar 1887/88. Van de groote brouwerijen hebben alleen Löwenbrüu en Angustinerbriiu meer gebrouwen dan verleden jaar. Eerstgenoemde produceerde in het laatste jaar 462,546 H.L., d. i. meer dan eenige andere brouwerij in München of geheel Duitschland. Een ijsberg-ontmoeting. Een der passagiers van de oNormannia", het nieuwste schip van de Hamburg- Amerikaansche lijn, verhaalt de aanvaring met een dr ij venden ijsberg als volgt: Wij bevonden ons 300 mijlen oostelijk van Kaap Race, toen een dichte mist opkwam, die het uitzicht zoo goed als onmogelijk maakte. De misthoorn klonk met korte tusschenpoozen, om toevallig naderende schepen te waarschuwen, en eene. aanvaring te vermij den. De kapitein Hebich bevond zich op de brug, de wachten in den mastkorf werden tot bijzondere voor zichtigheid aangemaand, en een officier op den boeg geposteerd, om, voor zoover de mist het toeliet uit te kijken. Tegen 5 uur des avonds, terwijl de meeste pas sagiers zich aan tafel in de eetzaal bevonden, merkte plotseling de wachthebbende officier op korten afstand een resuachtigen ijsberg op, dien de nevel tot dusver verborgen had, en waarschuwde de kapitein, die op 't zelfde oogenblik het gevaar zag en met groote tagen- woordigheid van geest den stuurman door de spreek buis het bevel gaf het schip zijwaarts te wenden en den ingenieur in de machinekamer het signaalvollen stoom" gaf. Beiden gehoorzaamden dadelijk, en het

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 2