Amsterdam is weer een fraai perceel rijker ge
worden, dank zij den ondernemingsgeest der Assurantie-
maatschappij tegen brandschade »de Nederlanden" te
Zutphen. Door deze Maatschappij werden in den loop
tan het vorige jaar aangekocht twee onooglijke per-
ceelen, hoek Sophiaplein en Kal verstraat, met het doel
daar een harer bijkantoren te vestigen. Daar dit terrein
wel een gunstige ligging, maar zeer weinig oppervlakte
had, en het dus een moeilijk vraagstuk was daarvoor
een goede indeeling te vinden, werden door haar eenige
architecten uitgenoodigd hiervoor plannen in te leveren.
De uitslag dezer besloten prijsvraag was, dat aan
architect Evert Breman, den bouwmeester van den
sigarenwinkel aan de overzijde van het Sophiaplein,
de uitvoering zijner goedgekeurde plannen werd op
gedragen.
Het gebouw draagt het karakter der Duitsche renais
sance. Tot de eerste verdieping uitgevoerd in hardsteen,
is het verder boven den cordonband geheel opgetrokken
in rooden baksteen, met ruime toepassing van Udel-
fanger zandsteen voor de raamomlijstingea enz. De
ruime winkel met magazijnen is, naar wij vernamen,
verhuurd voor een zaak in Amerikaansche artikelen,
de overige verdiepiagen, met afzonderlijken toegang,
zijn deels door de Assurantie-maatschappij in gebruik
genomen, deels als kantoren verhuurdterwijl de
zolderverdieping, als photographische werkplaats inge
richt, door een bekend Arasterdamsch photograaf zal
worden betrokken. Hdbl
Nadat Zondag middag eenige wagens van de
electrische tram in Den Haag den dienst hadden ge
weigerd en naar de remise moesten worden gesleept,
openbaarde zich Maandag wederom het verschijnsel,
bij de proefritten al herhaaldelijk voorgekomen, dat
plotseling de vlammen sloegen uit den accumulator.
De passagiers verlieten haastig den wagen. De dienst
is voorloopig gestaakt.
De personen, die betrokken zijn bij het springen
van het kanon te Bredevoort, zijn Zaterdag door den
rechter van instructie gehoord.
De gepasporteerde militair, die het ongelukkige schot
loste en daarbij kwetsuren bekwam, is bijna hersteld.
Mevrouw Bulkley is te Arnhem gearresteerd,
t rwijl zij zich naar den heer mr. H. H. van Capelle
aldaar begaf. Niettegenstaande het protest van den
heer Soldati (haar advocaat) is zij niet losgelaten.
Dit schijnt dan buiten medewerkirg van de politie
te zijn geschied, want deze had er niets van vernomen,
zegt de Arnh. Ct.
Ia het telegram aan het Dagbladdat geteekend
is door Soldati, wordt gezegd, dat mevrouw BulkUy
op weg was naar den heer van Cappelle. Deze is reeds
eenige dageD nit de stadmen zou dus verzaimd heb
ben, wat ieder in den regel doet, wanneer hij iemand
in eene andere stad bezoeken wiJ, zich te vergewhsen
of en wanneer deze thuis is.
Waarschijnlijk is het dus eene mystificatie, maar
wat er m«de bedoeld werd is ons niet duidelijk.
Da heer Léon Mary kon Zaterdag niet uit den
tuin van het Kon. Zoöl. Bot. genootschap te 's-Gra-
venhage met zijn ballon opstijgen, w«gens den onvol
doenden toevoer en slechte hoedanigheid van het gas.
Hij heeft daarom het gemeentebestuur van 's-Graven-
hage bij deurwaardersexploot doen in verzuim stellen
voor de levering, en schadevergoeding gevorderd.
Zaterdagnacht had de vijftienjarige bediende in
het Hotel Goes'* te Vlissingen, nadat allen zich ter
ruste hadden begeven, de onvoorzichtigheid in het
vensterraam van zijn slaapvertrek, waarvan het raam
hoog was opgeschoven, te gaan zittenzeer waar
schijnlijk om het binnenkomen van een loodskotter
gade te slaan. Ia deze houding schijnt hij in slaap te
zijn gevallen en zijn evenwicht verloren te hebben
met het ongelukkig gevolg dat hij uit het ongeveer
10 M. hooge raam op de straat viel.
In deerniswaardiger! tosstand werd hij daar ge
vonden en per brancard naar het gasthuis vervoerd.
Naar men nader verneemt is de toestand nog al
bevredigend.
Maandagochtend ontstond er in de keuken van
het militair hospitaal te Amersfoort twist tusschen
twea milicien hospitaalsoldaten. De milicien Van Nooij
bracht daarbij met een mes den milicien Vermeulen
een steek oader het hart toe, zoodat deze eenige oogen-
blikken later overleed.
Door het onklaar raken van eenen tros aan
boord van een Eogelsch stoomschip, liggende in de
Westkolk te Ter-Neuzen, werd Zaterdag de kapitein
van dien bodem het rechterbeen verbrijzeld, aan de
gevolgen waarvan hij den volgenden namiddag over
leed.
De vorst deed eene schrede voorwaarts en strekte
de hand gebiedend naar zijne gemalin uit. Salantieri
stond achter hem; zijne blikken waren doordringen 1
op de vorstin gevestigd.
»Ik vraag dan" sprak de vorst, »ean haar, wie ik
eenmaal het recht gaf mijn naam te dragen en trotsch
in de wereld op te treden ia den onbevlekten glans
der eer van eene lange reeks van edele geslachten, ia
vraag haar of zij voor den troon van den almachtigen
en alwetenden God, in het aangezicht van zijn eer
waarden dienaar, zweren kan, dat graaf Kurt van
Hohenwartburg werkelijk mijn zoon isdat hij door
zijn bload geroepen is eenmaal de vorstenkroon te
dragen; dat dei halve mijn wapenschild Diet door de
schande van een bastaard bevlekt kan worden
Steeds hield de vorstin de oogen strak op Salantieri
gericht, die nog altijd onmiddellijk achter den vorst
stond.
»lk eisch antwoord'riep de vorsv, nik eisch den
eed voor het aangezicht Gods."
De vorstin werd doodsbleekhare lippen trilden.
Plotseling maakte Salantieri eene lichte beweging met
het hoofdde vorstiD, wie haar vader en de geeste
lijke sprakeloos aanstaarden, liet zwijgend het hoofd
op de borst zinken.
»M jne dochter", riep de graaf buiten zichzelf, terwijl
hij opsprong en de bevende handen naar de vorstin
uitstrektp, uweigert gij dien eed? Wil het woord.dat
a althans van het ergste kan vrijspreken, niet over
Zondag is notaris C. te Zevenbergen met zijn i
gezin aan een groot gevaar ontsnapt. Met zijn huis-
gezin naar het Liesbosch rijdende, ontmoette hij onder
weg de stoomtram van Breda, en had het ongeluk
dat zijn rijtuig met de locomotief in botsing kwam.
Het bovenste gedeelte van het rijtuig werd door den
schok van het onderstel geworpen, en terwijl genoemde
heer C. met vrouw en dochter erin waren gezeten,
kwamen allen met den schrik vrij. Alléén de vronw
van genoemden notaris bekwam in het gelaat eene
lichte kwetsure.
Niettegenstaande er in Den Haag voortdurend
wordt gespuid, is er geen spoor van vervuiling of
onaangename lucht aan het water op de kust bij
Scheveningen te bemerken. In Den Haag is de toestand
belangrijk verbeterd en de stank der grachten genoeg
zaam verdwenen.
Uit Scheveningen meldt men dat eenige leden
van Kogel's orkest het plan hadden opgevat om als
het jicht Hohenzollernaan boord waarvan zich de
Duitsche Keizer bevond, op de reis van Wilhelmshaven
naar Ostende, Scheveningen zou passeeren, den Keizer
eene serenade op zee te brengen. Zij begaven zich
daartoe met hunne instrumenten omstreeks den tijd
dat het jacht en het begeleidend eskader voor Sche
veningen verwacht werd, in eenegroote op-n rotiboot.
Hoewel zij zeer ver in zee geweest zijn, is het hun
niet gelukt het eskader in het gezicht te krijgen. Zij
maakten dus eene vruchtelooze reis.
Te Haamstede werden de dorpsbewoners inden
nacht tusschen Zaterdag en Zoudag uit den slaap
opgeschrikt door klokgeklep. E°n zeer dicht bij de
bebouwde kom der gemeente staande hooistapri was
door broeiing in brand geraakt. Het hooi is verbrand
of gehepl waardeloos, doch verdere schade aan nabij-
staande gebouwen enz. is gelukkig kunnen voorkomen
worden.
Naar aanleiding van het bericht, dat bij de
beuring va*j de sdspiranten vo^r cadet aan de Kon.
Mik Academie to Bredi v< le j >ngelieden werden af
gekeurd wegens zoogenaamde aderspattenhetgeen
werd toegeschreven aan de gevolgen van veelvuldig of
geforceerd wielrijdaD, heeft liet dagelijksch bestuur
van den Algemeenen Nedeil.enischen Wielrijdersbond
daarover een schrijven gericht aan den gourerneur van
de Kon. Md. Academie te B eda, en ten antwoord
gekregen, dat geen noem mswsar lig aantal adspirant-
caletten is afg'keur t wagens a hrspatten, en dat het
voor hem volstrekt geen punt van overweging heeft
uitgemaakt, of die aderspatten al dan niet het gevolg
waren van wiehijdöD.
P zer degen was iennnd aan het Tesselsche
strand g\an baden met laag water. Hij legde zijn
kleed^ren op d n waterkant neer, doch lette er Diet
op, dat do vLed in aantocht wis. Topn hij eindelijk
uit het wat-.r kwam, na een kiein half uur in zee te
hpbben g-sparteld, deed hij da onaangename ervarirg
op, dat zijne kledderen door den stroom waren mee
gevoerd. Alleen zijn schoenen, gedeeltelijk vol zand en
water, stonden een stukje verderop, door de golfjes
omhoog geworpen. Hij durfde zoo niet huiswaarts
keoren in zulk e^n onvoegzaam costuum. Vijf uren
lang moest hij aan den waterkant toeven, waar 't
inmiddels wel wat frisch was geworden, eer er iemand
opdaagde om hem uit zijn onprottigen toestand te
verlosseü.
Toen bij een opkomend onwedor de dienstbode
van den heer C. te Apeldoorn naar boven ging om
de ramen eener kamer te sluiten voor een inwonend
familielid, werd haar bij het openen der deur de lamp
uit de hand ges'agen door een totnogtoe onbekend
persoon. Door den heer C. eu zijn dienstbode werd
een onderzoek ingesteld, doch niemand gevondeD. Wel
kwam men tot de overtuiging, dat een kast was open
gebroken en dat een trommel met waarde werd ver
mist. Da trommel werd kort daarop bij het huis terug
gevonden, ontdaan van het geld en geldswaardig pa
pier, alsmede van eenige familiepapieren. Vreemd ge
noeg was het goud en zilverwerk, dat nogal belangrijk
was, nog in de trommel. Van den dader is nog niets
bekend.
Volgens een ander b'richt is de diefstal gepleegd
tan naieele van mej. B., en bedroeg het ontvreemde
ruim 1400. Ook het afschrift van haar testament
is ontvreemd.
Zaterdagavond was er aan het station te Zut-
fen groote drukte bij aankomst en vertrek der ver
schillende treinen.
Plotseling valt er een geweerschot ter hoogte van
het plaatskaarten-bureau. Een wolk kruitdamp wijst
de plaats aan, waar h»t vermoedelijke ongeluk, mis-
uwe lippen komen Verkeert gij zelve in twijfel
vZij waagt het niet God te lasteren door een mein
eed", riep de vorst, j>maar ik, ik verlang den eed,
wanneer ik rust zal hebben voor mijn gemoed. Vraag
gij het haar, eerwaarde heer, als dienaar van den
God der waarheid."
De pastoor trad op de ongelukkige vrouw toe en
herhaalde langzaam en plechtig de vraag van den vorst
maar zijne smartelijke gelaatstrekken gaven weinig
hoop te kennen.
De vorsliu boog het hoofd nog dieper, hare oogen
waren half gesloten, maar er kwam geen geluid over
hare lippen.
»Ik vraag u, graaf Kronstein" zeide de vorst, x>is
dit stilzwijgen voldoende bewijs voor de zwaarste
aanklacht
x>Helaa8 ja", sprak de grijsaard, wiens edele gelaats
trekken door smart verwrongen waren.
»Maar nu, doorluchtigheid, moet de marteling ten
einde zijn" zeide Salantieri, »de vorstin is een onmacht
nabij en zelfs de misdadiger, die voor Gods gericht
zal treden, verdient het medelijden der menschen."
Hij trad, als ware hij bewogen met haar lot, op
de vorstin toe en wuifde haar met zijn zakdoek frissche
lucht in het gelaat. Langzaam hief de vorstin het
hoofd op. De pastoor trad op haar toe en bood haar
den arm. Worktuigelijk legde zij hare hand erin en
met laugzamen, slependen tred verliet zij de kamer.
{Wordt vervolgd.)
schien wel een misdaad, zou zijn gepleegd. Nieuws
gierigen schiiteu van alle kanten toe. Er wordt ge
fluisterd en men trekt een bedenkelijk gezicht.
Een der omstanders had zalis een kogel langs het
oor hooien snorren. En spoedig verspreidt zich het
gerncht van een moordaanslag.
De verdachte is een boer, die een grooten zak bij
zich heeft. Het schietwerktuig is evenwel niet te
vinden en het slachtoffer evenmin. Maar die geheim
zinnige zak
De boer wordt naar het politiebureau gebracht. Da
zak wordt onderzocht en daarin bevond zich onder
verschillende voorwerpen ook een soort schietwerktuig,
dat onze landbouwer van een voormalig geweer zelf
gemaakt had. Dat moordend wapen was met los kruit
geladen geweest en door het misschien wat ruw neer
zetten van den zak was het schot afgegaan.
Dit was do eenvoudige oplossing van het raadsel.
De goedaardige landman was geheel van zijn stuk
door de opschudding, welke hij onwillens te weeg
had gebracht.
Misschien kost hem zijn onvoorzichtigheid nog wel
eene bekeuring wegens overtreding van het verbod op
het dragen van wapenen. (L. C.)
Twee vrienden uit Gennep brachten dezer dagen
bij een goeden kennis te K. een bezoek. Al aanstonds
viel het oog op een op de tafel liggende revolver. Op
de verzekering van den eigenaar, dat het voorwerp
niet geladen was, werd het 'door een der personen
die nimmer een dergelijk wapen gezien had
bezichtigd. Op het zelfde oogonblik knalde een schot
en de duitsche pijp, dia zijn kameraad in een der zij
zakken had geborgen, vloog m honderd stukken.
De kogel miste hare verdere uitwerking, de man
kwam met den schrik vrij en behield nog zooveel
tegenwoordigheid van geest, dat hij zijn onvoorzichti-
gen vriend toevoegde: »gij betaolt de piep, manneke,
sonst schick ik oe den deurweerder."
Zonder ons in den theologischen strijd te mengen,
zegt de Arnh. Ctplaatsen we de volgende aanhaling
U't In Nihilisme geen heileen antwoord van Praeco
op Domineepastoor of rabbiom bet staaltje van
eenvoudige repliek, dat er in uitkomt.
Een onzer vrienden, zoo verhaalt de schrijver, maakte
een reis met een stoomboot. Er was een heer in de
kajuit, die veel wist te vertellen in den geest van
het tijdschrift de Dageraad. Da wereld, verhaalde hij,
was vanzelf ontstaan, werd door eigene krachten in
haar gang onderhouden. Het geloof aan een God was
pure dwaasheid enz. veel bijval vond zijn spreken
echter niet. Men word over het algemeen stil, en
niemand scheen den blasphcmeerenden man aan te
durven.
Eindelijk richtte bij zijne vragen naar een oud
vrouwtje en zeide: »Zeg moedertje, zijt gij ook zoo
gek om aan Gid te gelooven
Het vrouwtje antwoordde niet.
Onze vriend, een persoon van phlegraatisch karakter,
toegerust met een degelijk hoofd, word ten laatste op
gelijke wijze aangesproken en antwoordde
»Acb, meneer, wat zal ik u antwoorden. In die
dingen waarvan u spreekt, heb ik weinig ervaring.
Ik bon meer een praktisch mensch. Dat heb ik vooral
opgedaan in Amerika, weet u."
»Daar zijn de menschen bijzonder praktisch, en
houden er meer van nuttig te werken, dan van veel te
praten."
»Laat mij u eens mededeelen wat ik daar gezien
heb. Het was in de omstreken van Chicago." Allen
luisterden aandachtig. De spreker vervolgde
»Op zekeren dag wandelde ik door het veld en
zag een man ijverig graven. Ik, meenende dat hij
naar goud groef, bleef kijken. Eindelijk stootte zijne
spade op hts hards, en verbeeld u mijne verbazing,
mijnheer. De man bracht waarlijk een machine te
voorschijn, een naaimachineen naar die machine
heeft SiDger sedert al zijne machines vervaardigd."
Kerelantwoordde de geleerde heer, ®gij zijt gek,
een naaimachine uit den grond gravendenkt ge mij
zulke dwaasheden op de mouw te kunnen spelden
dNu, mijnheer," hernam mijn vriend, apermitteer
mij dan te vragen, hoe grooter gek of u moet zijn,
die stelt, dat het geheele onmetelijke ruim, met al
zijn wereldbollen, wentelende in de grootste regel
maat, vanzelf zou zijn voortgekomen, terwijl u mij
reeds voor gek verklaart, als ik slechts spreek van
het uit den grond graven van een eenvoudige machine
En wat voor antwoord meent men, dat onze vriend
ontving tot loon Het bestond slechts uit éen woord,
maar dat niet getuigt dat al de leden der ongeloo-
vige richting ook door beoefening van nette vormen,
het geluk van zich en den naaste zoeken te bevor
deren. Het luidde eenvoudig, doch onder de zeer
triviale verwensching van verrek
In den nacht tusschen Maandag en Dinsdag
brak er brand uit in de landbouwschuur van den heer
A. Der Weduwen te Dreischor.
Vijf stuks jong hoornvee, een stier en twee varkens
werden eene prooi der 7lammen.
De brand wordt toegeschreven aan het broeien van
het hooi. Alles was tegen brandschade verzekerd.
Maandagochtend is uit de gracht te Zutfen nabij
het gerechtsgebouw opgehaald het Kik eener dienst
bode te dier stede. Niet ver van deze plaats werd
gevonden de politiemuts van een huzaar.
Korten tijd later is gevankelijk naar de kazerne
gebracht de huzaar H. B., de vrijer der ongelukkige,
die zich in den Hoven had schuil gehouden. Aan zijn
uniform ontbraken politiemuts en atila.
Maandagavond zes uur is het perceel 308, Amstel
bij de Achtergracht te Amsterdam, waarschijnlijk door
uitwijking van de muren ingestort. Het perceel, eigen
dom van en bewoond door den heer Schagen, was
bijna voltooidalléén waren eenige werklieden nog
bezig in het benedenhuis. De heer Schagen woonde
met zijn echtgenoote tijdelijk op de zolderverdieping
en op het oogeablik der instorting bevond zich in
gezelschap der vrouw een kind van een der buren. Met
donderend gekraak stortte de massa steen en balken
ineen en daar men wist dat onder den bouwval eenige
personen moesten bedolven liggen, haastte men zich de
brandweer te waarschuwen. Deze begon spoedig met
het werk der ontruiming en smaakte de voldoening om
spoedig eenige werklieden, vervolgens juffr. Schagen en
het kind van onder het puin te voorschijn te halen. Als
door een wonder waren allen slechts in lichte mate ge
deerd. De gekwetste werklieden werden naar het gast
huis gebracht, juffrouw Schagen vond bij de buren
zorgvuldige verpleging en de kleine werd aan de
ouders teruggegeven. Men vermoedde, dat de 7ijarige
metselaar Burgerhout, die in het huis werkzaam was,
nog onder het puin bedolven moest liggen. Zijn lijk
is dan ook gevonden.
De Justice maakt de opmerking, dat Keizer
Wilhelm, uit vrees voor minder hartelijke ontvangsten,
geen der hoofdsteden bezoekt van de Vorsten, aan
wien hij een bezoek brengt.
De Koning van België ontvangt hem te Ostende,
Koningin Victoria op Wight. Dit komt omdat men
te Brussel manifestaties zou te duchten hebben gehad
en omdat het Kabinet van Londen niet veel lust had
om de kosten der receptie te dragen. En te Peters-
borg zal de Keizer zich ook wel niet wagen.
Een correspondent van de lndépendance had te
Ostende een interview met een officier des Keizers.
Deze verklaarde, dat het bezoek aan den Koning van
België eenvoudig een beleefdheidsbezoek was; dat het
volgend jaar Spanje zou worden bezochtdat er voor
het oogenblik geen sprake was van een bezoek aan
Parijs, maar wie weet wat gebeuren kan. De Keizer
wil den vrede en zou alles doen om dien te bewaren.
Indien een reis naar Parijs niet werd opgevat als een
uittarting, maar als een bewijs van den wensch om
in vrede met Frankrijk te leven, zou de Keizer niet
aarzelen daarheen te gaan.
Te Fontaine-le-Port, bij Fontainebleau, werd een
zestier-jarig seminarist, die als alle jaren bij den pas
toor Léger logeerde, bij het baden in de Seine door
den stroom medegesleept. De zoon van de dienstbod®
des pastoors, een jongmeosch van 22 jaar, sprong hem
na, maar verdween op zijn beurt. Gelijk lot wedervoer
den hoer Léger, een man van 45, die zich geheel ge
kleed te water begaf om de anderen te redden. De
drie lijken zijn gevonden.
De vorige maand werd een groote, zwarte slang,
vier voet lang, in de Bank van Chell, Soil Co. te
Carthage, in Illinois, gedood. De Bank bevindt zich in
een der voornaamste straten der stad, maar toch had
niemand de slang de bank zien binnengaan. Het beest
had twee groote pskken banknoten opgeslokt en was
op het punt om met bet geroofde te verdwijnen.
Aan de telegrammen van den correspondent der
limes te Buenos-Ayres, gedagteekend van 3 en 4
dezer, is het volgende ontleend
Het blijkt al duidelijker, dat de feitelijke overwin
ning aan de oppositie zou gebleven zijn, indien president
Celman zijne belofte tegenover generaal Roca en dr.
Pellegrini, van onmiddellijk na het herstel der orde
te zullen aftredeD, gehouden had. De pogingen echter
van die beide mannen, om hem deze belofte te doen
naleven, zijn tot dusver vergeefsch gebleven.
Zij die met Celman's belofte en tevens met de vast
beraden houding van Roca en Pellegrini bekend waren,
verlangden van mij dat ik aan de Times zou tele-
grafeeren dat Celmans aftreden zeker was. Deze ver
antwoordelijkheid wees ik af.
Ik herhaal dat de uitzichten voor de toekomst
volslagen afbangen van de gedragslijn welke Celman
zal gelieven te volgen.
Nadat Celman er niet in slaagde, eenen enkelen
minister uit de provincie te verkrijgen, heeft hij der
stad Buenos-Ayres allerlei voorrechten aangeboden,
feitelijk neerkomende op autonomie. Da bevolking
echter, verbolgen en dreigend, wil van niets weten
dan van Celman's aftreden.
De officieren, die onlangs tegen elkander vochten,
hebben zich verbroederd en verklaren dat in het ver
volg de troepen elkander niet meer bestrijden zullen.
Da zee-officieren aan den kant der oppositie worden
kalm in hunne commando's gelaten. De toestand hier
is weergaloos en schier ougeloofeliik.
Toen Alexander Jacques 42 dagen gevast had,
was hij nog zoo flink, dat hij aanbooi tegen 1000
pd. st. meer nog 10 dagen te vasten. Het bestuur
van het Westminster Aquarium nam het aanbod niet
aan. waarop Jacques zich vergenoegde met een zeer
dikken heer, die tot de toeschouwers behoorde, op te
tillen.
MüncheD, de hoofdstad der bierbrouwers, heeft
bepaald geleden onder den invloed der influenza en
toont voor het eerst sedert vele jaren een verminde
ring der bierproductie aan. In het boekjaar 1889/90
hebben de 31 brouwerijen der stad 2,583,136 hecto
liter bier gebrouwen, dit is 3101 hectoliter minder
dan in het vorige jaar, waarin 227,844 hectoliter
meer gebrouwen werd dan in het boekjaar 1887/88.
Van de groote brouwerijen hebben alleen Löwenbrüu
en Angustinerbriiu meer gebrouwen dan verleden jaar.
Eerstgenoemde produceerde in het laatste jaar 462,546
H.L., d. i. meer dan eenige andere brouwerij in München
of geheel Duitschland.
Een ijsberg-ontmoeting. Een der passagiers van
de oNormannia", het nieuwste schip van de Hamburg-
Amerikaansche lijn, verhaalt de aanvaring met een
dr ij venden ijsberg als volgt:
Wij bevonden ons 300 mijlen oostelijk van Kaap
Race, toen een dichte mist opkwam, die het uitzicht
zoo goed als onmogelijk maakte. De misthoorn klonk
met korte tusschenpoozen, om toevallig naderende
schepen te waarschuwen, en eene. aanvaring te vermij
den. De kapitein Hebich bevond zich op de brug, de
wachten in den mastkorf werden tot bijzondere voor
zichtigheid aangemaand, en een officier op den boeg
geposteerd, om, voor zoover de mist het toeliet uit
te kijken. Tegen 5 uur des avonds, terwijl de meeste pas
sagiers zich aan tafel in de eetzaal bevonden, merkte
plotseling de wachthebbende officier op korten afstand
een resuachtigen ijsberg op, dien de nevel tot dusver
verborgen had, en waarschuwde de kapitein, die op
't zelfde oogenblik het gevaar zag en met groote tagen-
woordigheid van geest den stuurman door de spreek
buis het bevel gaf het schip zijwaarts te wenden en
den ingenieur in de machinekamer het signaalvollen
stoom" gaf. Beiden gehoorzaamden dadelijk, en het