N°. 91. Dinsdag 5 Augustus. FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, soo binnen als buiten Goes, f 1,7&. behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bijdeheeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent* Bij directe opgaaf 7an driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbonde dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct« Aanvragen om en vermelding van lieldegaven 5 cent per regeL GOES, 4 Augustus 1890. Zaterdagavond werd de algemeene vergadering van de vereeniging Volksvermaken gehouden. 17 leden waren opgekomen. De voorzitter, de heer Jonqu'ère, bracht het verslag uit van den toestand der vereeniging. Daaruit bleek, dat het ledental van 358 tot 297 was verminderd, dat er twee f>rst*n waren georganiseerdéén, in vei- eemging met «Euphoaia" bij gelfgri heid van 's Kotings 40jarig jubileum, en een op Sint-Nicolaas, en dat nu het plan bestaat den verjaardag van de Prinses feeste lijk te vieren. De voorzitter drong er op aan, dat alle leden, ieder in zijn kring, zouden meewerken tot ver meerdering van den bloei der vereeniging. Ook riep hij aller steun in, om het feest op 31 Augustus a. s. te doen slagen. De rekening werd nagezien door de hh. Hartman en V. d. Weert en op hun voorstel, onder dankzegging aan den heer Pelle voor het gehouden beheer, goed gekeurd. De rekening toont aan in ontvangst 322,65, in uitgaaf 368,77 en sluit dus met een nadeelig saldo van ƒ46,12. Als men nagaat, dat het jaar be gonnen was met een tekort van 119,05, dan kan de financiëele toestand gunstig genoemd worden. De hh. A. R. Breetvelt en S. J. J. Da Jonge Mulock Houwer werden als bestuursleden herkozen. Gekozen werden verder de hh. J. H. C. Hollmann en C. J. De Wijs, die de benoeming hebben aangenomen. Van de aandeelen in de muziektent werden uitge loot de nos. 5, 35 en 46. Op eena vraag van den heer Van Dellen naar bij zonderheden, het aanstaande Prinsessefeest betreffende, kon de voorz. niet anders antwoorden dan wat in de nieuwsbladen had gestaan. Alles hangt af van den steun der burgerij. Toch kan hij al constateeren, dat bij het rondgaan is gebleken, dat de ingezetenen wel toonen sympathie te hebben met het feest. Daarna werd de vergadering gesloten. Z. M. heeft benoemd tot directeur van het rijks telegraafkantoor te Goes W. F. A. d e R ij k, thans in gelijke betrekking te Edam. Z. M. heeft benoemd tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Nijmegen jhr. A. N. F. Flugi van Aspermont, thans in gelijke betrekking te Breda. Met ingang van 1 S-ipt. e. k. wordt de inge nieur van® de Rijks Waterstaat N. A. M. V a n den T h o o r n te Leeuwarden overgeplaatst naar Amster dam om dienst te doen als sectie-ingenieur bij den aanleg van het Merwede-kaoaal, in plaats van den onlangs overleden ingenieur J. Kluit. Bij beschikking van den minister van financiën is de verificateur J. I. Risseeuw van Vlissingen naar Rotterdam overgeplaatst. Z. M. heeft, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan N. Polderman, als dijkgraaf van het waterschap St. Maartensdijk en de hieronder genoemde personen benoemd tot de betrekkingen en in de wa terschappen achter ieders naam vermeld J. Elenbaas 37) (Vervolg.) «Ik geloof aan geene schuld, graaf" zeide Salantieri, «voor zij bewezen is." »Goed, mijnheer, dat is rechtvaardig en volle ge rechtigheid zal mijne dochter geschieden. In teger- woordigheid van allen, die de zaak kennen, zal zij haar vonnis vernemen, wanneer zij schuldig wordt bevoDden en wij verbinden ons allen te zorgen, dat niemand verder iets van de zaak verneemt. «'t Is waar, wij kunnen niet verhinderen dat er hier en daar zal gefluisterd en gemompeld worden" voegde hij er op treurigen toon bij. «Er zal altijd een sombore vlek blijven kleven op het reine schitterende wapenschild van Kronstein." «En op dat van Hohenwartburg" sprak de vorst, «maar toch zal ik zorg dregen" ging hij met vlam mende blikken voort, «dat men niet te luid fluistert en mompelt. Er is een onfeilbaar middel tegen iederen smet, dien men op het spiegelreine schild mocht willen werpen, dat is bloed, en aan dat zuiveringsmiddel zal het bij den Hemel niet ontbreken." «Doorluchtigheid, doorluchtigheid" riep de pastoor, «bezondig u niet en bedenk dat de Heere heeft ge sproken «Mij is de wrake." De vorst keek somber voor zich. «Welaan" zeide graaf Kronstein met een zwaren zucht, «laten we beginnen." «Nu dadelijk?" riep de vorst. «Mijn beste vader, Mz., gezworen, polder Moggershil, M. Christiaanse, gezworen, de Vrije Polders onder Tolen, A. Wagenma ker, gezworen, de Vrije polders onder Tolen, C Bal. lid van het bestuur, de Valkenissegeul, C. Bal, plaats- j vervangend dijkgraaf, Emmanuelpolder. Ierseke. In de Zaterdagavond alhier onder voor zitterschap van den wethouder Van der Burght ge houden gemeenteraadszitting is de door B. en W. benoemde waarnemende gemeentesecretaris en ontvan ger de heer J. A. Geill van Veere beëedigd. Tot hulpsluismeester aan de Westsluis te Ter- Neuzen is benoemd de heer W. F. M e ij e r, te Hans- weerd, gezagvoerder op de stoomboot varende tusschen Vlake en Walsoorden. (Tem. Ct.) Het N. v. d. D. spreekt het bericht van het Vaderland dat de heer De Veer zal vervangen wor den door dr. Ten Brink, tegen. In de ongesteldheid, waardoor de heer de Veer aangetast werd, is reeds siüds laDg een gunstige keer gekomen, welke van blijvenden aard schijnt te wezen. Prof. C. D. L. H u t, sedert 12 November 1872 hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de Leidsche hoogeschool, heeft, naar wij uit goade bron vernemen, ontslag uit deze betrekking aangevraagd, daar zijne zwakke gezondheid hem niet langer toelaat haar te vervullen. (N. R. Crt.) Een Berlijnsch blad dat omtrent Rusland dik wijls goed ingelicht is, schrijftDe scheidsrechterlijke uitspraak van den Czaar over de Goyana-quaesie kan in het najaar tegemoet gezien worden. Naar men zegt, bestaat er uitzicht, dat Nederland op vele pun ten gelijk krijgt. Op vele punten Als wij maar op het eens punt, waar het op aan komt, gelijk krijgen, zijn wij tevreden. Welk een verbazende uitgebreidheid de uit voer van groenten uit ons land, voornamelijk naar Engeland en Duitscbland, in de laatste dertig jaar heeft verkregen, kan blijken uit het feit, dat de waarde der uitgevoerde artikelen in dien tijd, van 1860 tot nu toe, gestegen is van 2 ton gouds tot ongeveer 18 millioen. Op verzoek van de inspecteurs en adjunct-inspec teurs voor het geneeskundig staatstoezicht worden ter algemeene kennis gebracht do volgende, in hunne vergadering vastgestelde raadgevingen, ter voorkoming van besmetting door long tering. Van elke tien personen, die in Nederland overlijden, sterft éan aan longtering. Ook in andere landen dan het onze is de sterfte aan tering zeer groot, en het is zeer natuurlijk, dat men overal naar middelen heeft gezocht, om de tering, zoo al niet te genezen waar zij reeds bestaat, dan toch haar ontstaan te voorkomen. In de laatst verlcopen jaren nu is het meer en meer duidelijk geworden, dat de tering onder de be smettelijke ziekten moet worden gerangschikt. ge zijt uitgeput van de reis; laten we tot morgen wachten." «Het lichaam moge uitgeput zijn" hernam de graaf, «de geest moet sterk blijven en gereed tot iederen strijd. Laten we daarom dadelijk beginnen, hoe eerder wij beginnen des te eerder is de zaak geëindigd ten goede, zoo God het wil of ten kwade, en moge Hij ons dan de kracht geven om het te dragen Laat de vorstin roepen, mijn zoon." De vorst ging naar de deur, maar Salantieri hield hem terug. «Niet door de bedienden, doorluchtigheid 1" sprak hij; «zelfs niet door uw ouien dienaar, hoe trouw en stilzwijgend hij ook zijn mogemijnheer de pastoor zal ongetwijfeld wel zoo goed willen zijn de vorstin hierheen te geleiden. Dat is een geleide harer waardig". Graaf Kronstein reikte Salantieri zwijgend de hand en drukte die hartelijk. De pastoor verliet de kamer, waarin een diep stilzwijgen heerschte, zoodat men de ademhaling der achtergeblevenen kon hooren. Eindelijk werd de deur weder geopend; de pastoor trad binnen, de vorstin aan den arm geleidende. Zij droeg een grijs morgentoilet, dat hare slanke gestalte in wijde plooien hufde. Haar gelaat was bleek en droeg sporen van vermoeidheid, hare oogen stonden droevig en waren rood gekleurd alsof ze lang geweend had. Hare houding droeg echter het kenmerk van rustige onderwerping aan een onvermijdelijk noodlot. Toen zij graaf Kronstein ontwaarde scheen zij uit hare luste loosheid te ontwaken. Zij liet deü arm van den geeste lijke los en ijlde met uitgebreide armen op haren vader toe. «Vader, vader" riep zij, Goddank, dat u hier zijt, u zult, u kunt uw kind niet verlaten 1" Mochten vroeger vele geneeskund:gen dit hebben o» tkend, thans bestaat omtrent de besmettelijkheid geen redelijke twijfel meer. Er ontwikkelt iish in het lichaam eens teringlijders eene smetstof, door welke anderen kunnen worden besmet. Zij, die de vatbaarheid voor zulk eene besmetting niet bezitten, loopen vrij. Bij hen daarentegen, die er wel vatbaar voor zijn (en hun aantal is zeer groot), ontwikkelt zich de ziekte. Het is juist de erkenning van den besmettelijk en aard der tering, welke leidt tot voorkoming. Men moet zich voor de besmetting in acht nemen. Hoe dit op het tegenwoordig standpunt der wetenschap het best kan geschieden, wenschen wij met korte woorden mede te deelen. Vooraf en tot beter verstand van het volgende diene, dat het gevaar hier verreweg het meest dreigt van de zijde der door de teringlijders opgegeven stoffen (sputa). Ia deze zijn steeds de eigenaardige ziekte kiemen (bacillen der tuberculose) voorhanden. Wij willen hiermede niet zeggen, dat de tering uitsluitend door de opgegeven sputa wordt voortgeplant. Maar van andere wijzen van voortplanting weten wij nog weinig of niets, en de sputa moeten in elk geval voor het allergevaarlijkst worden gehouden. Wij zullen nu opgeven, hoe men zich het best tegen de besmetting van tering kan beveiligen 1. Lijders aan longtering moeten hunne sputa niet op den vloer uitspuwen en zoo min mogelijk in zak doeken opvangen. Die sputa moeten worden opgevangen in overdekte spuwpotjes of kwispedoors, waarin eenig carbolzuurwater vervat is, tot afwering der vliegen, die, op de sputa azende, de daarin vervatte smetstof kunnen overbrengen. 2. De zakdoeken der lijders, onverschillig of zij al dan niet aan huis en bed gebonden zijn, moeten zeer dikwijls voor schoone worden verwisseld. De gebruikte moeten worden gedaan in een pot met eene oplossing van phenylzuor, waarin zij moeten blijven tot zij met heet zeepwater gewasschen en met zuiver water uit gespoeld worden. 3 De beddelakens en kussensloopen, in gebruik van teringlijders, moeten dikwijls voor schoone worden ver wisseld en daarna evenals de zakdoeken worden behan deld. Bij de minste verontreiniging van nachthemden, borstrokken, enz. door sputa, mooten die kleeding- stukken evenzoo worden verwisseld en behandeld. 4. Het slapen in éau bed met een teringlijder moet volstrekt worden vermeden. 5. Ia hospitalen, in weeshuizen, armhuizen enz. moe- Un afzonderlijke kamers voor teringlijders zijn. 6. Daar ook hot vee aan tering (tuberculose, parel ziekte), kan lijden en de besmetting van het vee onder sommige omstandigheden op den mensch kan worden overgebracht, is het in hooge mate raadzaam, het vleesch gaar te koken en melk niet te gebruiken dan gekookt. 7. Na overlijden of het vertrek van een teringlijder moet de ziekekamer en al wat daarin is, goed worden gereinigd en moeten de door hem gebruikte voorwerpen (bed, beddegoed, kleedingstukken) öf verbrand of be hoorlijk ontsmet en gereinigd worden. Wij gevoelen zeer goed en betreuren het, dat de Hare oogen keken den graaf aan met een smee kenden blik alsof ze van hem verlossing wachtte uit de geestelijke boeien, die haar drukten. De blikken van den ouden maa getuigden van diepe smart, maar toch week de gestrengheid niet van zijn gelaathij strekte de banden afwerend naar zijne dochter uit. Salantieri stond schijnbaar toevallig dicht bij den graaf. Een kort oogenblik slechts schoot er een straal uit zijne oogen naar de vorstin, maar dit oogenblik was voldoende om de boeien te versterken, waaruit zij verlossing zocht. Hare armen zonken slap neder, hare oogen werden even glansloos en hare trekken even mat als te voren. Salantieri trad beleefd op de vorstin toe en deed haar op een leunstoel tegenover den graaf plaats nemen daarna trok hij zich terug achter de vorstin in een hoek van een der ramen, half verborgen acht«r een gordijn. Het moest voor haar immers zeer pijnlijk zijn den vreemdeling hier te zien en graaf Kronstein, die er op gestaan had dat Salantieri tegenwoordig zou zijn als hij zijne dochter ondervroeg, was hem toch dankbaar voor zijn bescheiden terugtreden. Da vorst stond zijwaarts met gebogen hoofd. De pastoor zette zich in de nabijheid van den graaf neder, zijne blikken rustten vol smartelijke deelneming op zijn biechtkind, zooals men een zwaren zieke aanziet op wiens genezing men niet meer durft hopen. Weder heerschte er een oogenblik een pijnlijke stilte, alvorens de graaf met zichtbare inspanning begon «Mijne dochter, ik heb nwen groet moeten afwijzen, omdat ik verplicht ben eerst den weg te zoeken in de duisternis, waarin wij allen verkeeren. Alvorens ik mij verder uw vader kan noemen mobt ik eerst een treu- zoo gewenschte afzondering van teringlijders in zeer vele gevallen, vooral ia de bekrompen woningen van gezinnen uit den arbeidersstand, niet kan worden be werkstelligd. Maar wij gelooven ook, dat in zoodanige gevallen ernstige pogingen, om zooveel mogelijk de bovenstaande laadgevingen op te volgen, verbonden met de meest nauwgezette zorg voor zindelijkheid, veel kannen bijdragen, om het gevaar van besmetting te verminderen. (St.-Ct.) Duitsche landbouwkundigen vestigen thans op nieuw de aandacht op een nieuwe ziekte van den aardappel, «wormrotting" genoemd. Hoewel deze ziekte ongetwijfeld reeds vaak hier en daar voorkwam, wordt zij meestal verward met de gewone door den aardappelschimmel ontstaande ziekte, daar het voor komen der knollen in beide gevallen groote overeen komst heeft. Toch moet de «wormrotting" wel worden onderscheidenzij wordt veroorzaakt door een zeer klein wormpje, tot de parasitische aaltjes (Sylecchus- soorten) behoorende, dat echter ook in andere gewassen alsrogge, haver, boekweit, klaver enz. schijnt voor te komen. Zeker is dat het wormpje een geduchte en zeer gevaarlijke vijand van den aardappel is, wiens verbreiding de landbouwer zooveel mogelijk moet te keer gaan. In de Psychologische Bladen wordt er aan her innerd, dat de vader van mr. I. Hoek, den schoon zoon van mevr. B u 1 k 1 e y, het magnetisme beoefende. Nu zou mr. Hoek, volgens het Dagbladzijne kin deren hypnotiseeren en zoodoende maken tot wat hij wil dat zij worden zullen. Hoever dit laatste waar is, kunnen wij, zegt de Ps. BIbezwaarlijk be- oordeelen. Wanneer men echter nagaat, dat er in de laatste procedure tegen mevrouw Bulkley te Freiburg gevoerd, doorloopend sprake is van eene geheimzinnige hand, die vervaischte brieven en telegrammen afzendt en in het algemeen van een zeer gecompliceerd samen weefsel van leugens, vervaischte brieven en dépêches, van een geheimzinnigen moordaanslag op den verde diger van mevrouw Bden heer Soldati te Lugano, van welke moordaanslag de politie thans reeds gedu rende ruim anderhalf jaar de daders tevergeefs zoekt, e. t. q dan wordt het vermoeden hoogst plausibel, dat, 't zij door mr. Hoek alléén, betzij door nog andere helpers of liever sujetten, het hypnotisme met goed gevolg tot het bereiken van allerlei doeleinden wordt aangewend. Het spreekt vanzelf, dat wij deze meening slechts als eene veronderstelling uitspreken die oas echter zeer aanneembaar en zelfs waarschijnlijk voorkomt. Gaat men van de hierboven uitgesproken veronder stelling uit, dan laat zich ook vei klaren of ten minste begrijpen, hoe d$ heer Hoek die, gelijk bekend is, evenals zijn vader een zeer sterk magnetiseur is, zoo vele personen reeds vroeger precies heeft doen hande len gelijk hij wilde. Thans weder blijkt ten duide lijkste, hoe de procureur-generaal te Freiburg i. B. geheel het slachtoffer is geworden vin den biologee renden invloed van mr. H. Het gevolg hiervan is, dat de akte van beschuldiging, door hem tegen de schoon moeder van dea heer H. geslingerd, een samenweef sel van bedrog en leugen is. rigen, moeilijken plicht vervullen." Zij knikte herhaaldelijk met het hoofd als om hare instemming te betuigen met de noodzakelijkheid, waarop haar vader doelde. «Het is mijn plicht", ging de graaf voort, «als rechter op te treden tengevolge van eene aanklacht, die uw eebtgeaoot tegen u heeft ingebracht en die behandeld zal worden in den kring van hen, die hier tegenwoordig zijn." De vorstin richtte zich op en keek haren gemaal met wijdgeopende oogen aan. Zij scheen uit haar stoel te willen opstaan en tot hem te willen ijlen, maar uit de schaduw van den duisteren hoek waar Salan tieri stond schoten diens oogen vuur hij had de hand ter hoogte van de borst opgeheven en hij strekte de toppen der vingers in hare richting uit. Niemand lette op hem. Hij was half achter de gordijnen verborgen en aller blikken waren in angstige spanning op de vorstin gericht. De vorst, die thans voor het eerst zijne vrouw aanzag, scheen diep ge troffen ook hij maakte eene bewegmg alsof hij haar wilde naderenhij strekte zijn arm uit als om hare hand te vatten, maar eensklaps zonk zij weder in haar stoel terug, haar hoofd zakte weder op haar borst en met smartelijke onderwerping keek zij haar vader aan. «Spreek, mijn zoon" zeide de graaf, «doo uwe aan klacht hooren en gij, mijne dochter, zeg onbevreesd wat ge tot uwe verontschuldiging hebt in te brengen gij moogt niet onverhoord veroordeeld worden." Hij wenkte den vorst met de hand. «O, mijn Goi" zeide deze, «het is mij schier on mogelijk datgene uit te spreken, waarvoor ik roeds terugschrikte toen het nog slechts als een flauw ver-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1