Kerkelijke Zaken en Onderwijl.
Bij de eerste stemming is herbenoemd tot presi
dent der Synode van de Ned. Hervormde kerk de heer
M. A. Perk, predikant te Amsterdam, tot vice-president
de heer 0. H. Ten Harmsen van der Beek, predikant
te Valburg. Gekozen is tot secundus van den vice-
president de heer A. Maagh Kniphuisen, predikant te
Abbekerk.
Bij het examen voor de hoofdakte te Breda is
geslaagd de heer H. Brakman te Groede.
Mej. J. A. Platteeuw Li., geboortig van Wil-
helminadorp, thans te 's-Gravenhage, slaagde aliaar
voor de hoofdakte bewaarschoolhouderes.
Bij Kon. besluit van den 29sten Juni 1890 zijn
vastgesteld de regelen voor de rijksnormaallessen, be
doeld in art. 12 der wet tot regeling van het lager
onderwijs, laatstelijk g-wijzigd bij die van 8 December
1889 Staatsblad no. 175).
Het volgende onleenon wij daaraan
De cursus der normaallessen is een vierjarige en in
vier klassen, elk van éen jaar, verdeeld.
Het schooljaar loopt van 1 April tot 31 Maart.
Zoo noodig wordt aan de normaalinrichting een
voorbereidende klasse toegevoegd.
De normaallessen zijn in twee rangen verdeeld,
volgens aanwijzing van den minister van binnenland-
sche zaken.
Da vakken zijn: Nederl. taal, lezen en schrijven,
vaderlandscbe geschiedenis, aardrijkskunde, rekenkunde,
kennis der natuur, zang, bandteekeneD, gymnastiek,
nuttige handwerken voor meisjes, Fransche taal, wis
kunde, paadsgogiek.
Wie tot de normaallessen wenscht toegelaten te
worden moet op 1 April den leeftijd van 14 jaar,
voor de voorbereidende klasse den leeftijd van 12 jaar
bereikt hebben.
Hij legt over: lo zijne geboorte-akte; 2o een of
meer getuigschriften, waaronder, zoo hij bij eene lagere
school werkzaam is geweest, een getuigschrift van.het
hoofd dier school3o een verklaring van ouders of
voogden, dat zij voornemens zijn hem voor het onder
wijs te bestemmen.
Gemengds BeriGhtcn.
Gisternamiddag omtreeks half zes woedde boven
deze stad een kort doch zeer hevig onweder, waarbij
de bliksem sloeg in een boom bij het hofje van S.
Van Noordt aan den weg naar Wi.'helminadorp.
Ook sloeg de bliksem in de woning van mejuff. Q
alhier, zoi,der ODgelukken te veroorzaken. Alleen werd
er een stuk uit den muur geslagen.
Uit Schor© meldt men ons:
Gisteren ontlastte zich te 5 ur(n vlak boven onze
gemeente een hevig onweder. Iedereen duchtte dan
ook het ergste en deze vrees werd waarheid. Want
eensklaps sloeg de bliksem in de woning van den
burgemeester, beschadigde de schoorsteentafel, nam
vervolgens zijn weg door den schoorsteen, de kenken,
waar hij een luciferspotje en een fhsch verbrijzelde,
en daarna langs den trap op den zolder, vanwaar hij
naast den schoorsteen door het dak ontsnapte, ma
kende intusschen in den muur een gat ter grootte
van een kinderhoofd en eene rij pannen tegelijkertijd
dooreenwerpende. Gelukkig bleef het hierbij, ofschoon
de burgemeester zich in de onmiddellijke nabijheid van
het gevaar bevond.
Een huis op den weg tusschen Tolen en Bergen-
op-Zoom wtri door den bliksem getrc-ffdnde klok
werd verbrijzild, een meisje viel bewusteloos en een
zieke man werd vau het bed geslingerd, terwijl er
ook een begin van brand ontstond; te Toltn zelf zijn
eeniga boomen ontworteld.
Da bliksem is ook geslagen in een in den van
Alsteinpolder onder Graauw gelegen magazijn, twee
aldaar aanwezige schippers onmiddellijk doodendr.
Van een tusschen Domburg en West-Kapelle gele
gen hofstede werd da schuur door den bliksem getrof
fen en mat deze zijn gebeelen inhoud in asch gelegd.
Ia een der villa's op 't duin te Domburg sloeg de
bliksem door den schoorsteen tot in de keuken zon
der noemenswaardige schade te veroorzaken.
Nog vau verscheidene andere plaatsen ontvingen
wij berichten van getroffen boomen enz.
Donderdagavond is de bliksem nog geslagen in
een schuur van den landbouwer Uijl onder Tolen en
te Nieuw-Vosmeer in een hooischelf, welke geheel af
brandde. Door een windhoos werden behalve eenige
hoornen in den Roolandschen polder een geladen hooi
wagen opgepikt en ia den watergang geworpaü, ter
wijl in den Hikscben polder aan schuur en keet
aanmerkelijk schade werd toegebracht.
Klaarblijkelijk heeft bet verschrikkelijke weder
vrij algemeen in ons land gewoed. Te Rotterdam be
gon het tegen 6 aren. E ne sterke duisternis verge
zeld van eene soort windhoos veroorzaakte gvoote
angst en schade.
Uit Londen wordt gemeld: ^Gisteravond is er over
Londen een schrikbarend onweder losgebarsten, ge
paard met eenen ontzettenden regenval. Door het aan
houdend regenachtige weder beginnen de oogsten be
dreigd te worden, vooral in Ierland, waar de aardappels
op groote schaal verrotten en de oogst van deze veld
vrucht vermoedelijk geheel mislukken zal. Ia dat geval
zou hongersnood in eenige districten onvermijdelijk
zijn".
Heinkenszand. Donderdag werden door een arbei
der in den Schouwerspolder alhier niet minder dan 8
vischottera tegelijk gezien; wel een bewijs dat de
otterg zich in dien t natrek veel ophouden.
Op het eiland Tolen begint zich op verschillende
akkers de zoo gevreesde aardappelziekte te vertoonen.
Omtrent deD persoon van R. De Kok, die, vol
gens advertentie in ons nommer van 17 dezer, Zondag
20 Juli a. 8. zijn 90an jaardag hoopt te viereD, meldt
men ons da volgende bijzonderheden
Op 20 Juli 1800 te Gees geboren, vertrok bij van
daar op 11 Aug. 1821 als broodbakkerskuecht na
vier jaren opleiding. Ia 1830 werd hij als tamboer
ingelijfd bij de gewapende volksmacht, ontstaan we
gens de omwentelingen in Bjlgië. Een jaar daarna
bevorderde men hem tot sergeant-majoor. Vermits
de burgerij de diensten van zijn burgerlijk beroep
onmogelijk kon missen, aangezien hij de eenige brood
bakker in de gemeente was, bood men der overheid
een verzoekschrift aan, waarop hem vrijstelling van
dienst werd verleend. Desniettegenstaande verwierf
hij het Metalen Kruis van eer.
Tot op heden vervult hij nog altijd de betrekkin
gen vau stokman in de Herv. kerk te Borsele en
bode, belast met het rondbrengen van aanslagbiljetten
betrekkelijk hoofdelijken omslag en huur van zit
plaatsen, terwijl hij voor den geneesheer (Boogaert)
van Driewegen jaarlijks de ronde doet in de gemeente
met rekeningen.
Dank zij zijn sterk gestel wandelt hij meermalen
naar Ellewoudsdijk en Driewegen, respectievelijk heen
en terug op denzelfden dag.
Met uitzondeiing van het gehoor, dat hij in een
typhusiiekte grootendeels heeft verloren, bezit hij al
zijn geestelijke en verstandelijke vermogens.
R. De Kok is de oudste ingezetene van Borsele.
Zaterdagavond was een vrouw te Leiden bezig
worteltjas te schrappen, toen iemand kwam om eenig
geld. Haar beurs, die zij gebruikt had, bewaarde ze,
zoolang ze bezig was, bij het wortelschrapsel in haar
schoot, doch vergat die er uit te nemeD, toon zij h iar
schort met den inhoud in het water ledigde. Ook de
beurs verdween in de diepte met ongeveer ƒ12 aan
weekloon van man en zoons.
Om grooter gevaren te voorkomen, hebben vele
boeren in Friesland het hooi niet in de schuur ge
bracht maar op de »hiemiöge" in hoopen geplaatst.
Bij broeiing toch baart het hooi in de schuren veel
meer gevaar dan buitenshuis. Bij onderzoek is geble
ken, dat verschillende hoopen reeds vuur bevatten, zij
werden omgezet en het vuur werd gebluscht. Op vele plaat
sen bederft de schimmel het hooi geheel, het hooi miste
de kracht om te broeien. »Veel liever broei dan schim
mel" zoo luidt het oordeel der boeren.
Uit een onzer Statenvergaderingen»Nu
zal zoo iets onzinnigs, Mijnheer de Voorzitter, wal in
niemands hoofd opkomen, zeis niet in het mijne
(Historisch) (Vad.)
De onsmakelijke reuk van haring blijft lang aau
een mes, waarmee dat banket" gesneden is, en deelt
zich zelfs mede aan andere voorwerpen, die in den-
zalfden bak liggen. Wanneer men het mes (en waar
schijnlijk ook wel een vork) met eeu papje van loog
en hout- of turfasch insmeert en vervolgens met een
wollen doekje oppoetst, is de lucht geheel vordwenen.
Da bezoekers vin een comedietent, ter gelegen
heid der kermis te Eindhoven opgeslagen, zijn verleden
week aan een groot gevaar ontsnapt. De directie
weigerde het werkvolk, dat de tont vervoerd en opge
slagen had, te betalen, onder vooiwendsel, dat zij geen
geld had. De sjouwerlui, niet van het leiaad&le
soort, hadden lang genoeg aangedrongen, doch vor
derden niet. Daarop gingen zij heen en keerden met
eenige kannen petroleum terug en met het voornemen
om geheel den schouwburg aan verschillende kanten
tegelijk in brand te steken.
Dank zij de wachthebbende vier mai échaussé s werd
door de kalme vermaningen, om toch niet zoovele
menschenlevens in de waagschaal te stellea, het ge
vaar bezworen. Men zou wachten tot na afloop der
voorstelling en dan zouden de maiécbaussées voor het
werkvolk op betaling aandringen. Zoo geschiedde, doch
ia den beginne bleef men weigerachtig. Eerst toen de
politie gedreigd had den schouwburg te zullen verlaten,
indien niet oogenblikkelijk werd uitbetaald, ontving
het werkvolk, dat tegen 14 cent per uur was aan
genomen, een bekrompm loon van 8 a 10 cent per uur.
De Ter-Neuz. Ct. bericht het volgende omtrent
de aanhouding van den pleger van den kerkdiefstal
te Aksel.
Een zilversmid te Brussel, wien een persoon eecig
gesmolten zilver te koop aanbood, waarschuwde de
politie, die den man, die zijn adres den zilversmid
bad opgegeven, arresteerde.
Hij heet Honoré Durocher en is oen Fransch deser
teur. Hij is soldaat geweest bij de darde linie. Bij zijn
verhoor deelde h!j mee, dat bij gedeserteerd is in
Juli vau het vorig jaar, na een belangrijke som ont
stolen te hebben aan een luitenant Latnblin, wiens
ordonnance hij wis. Hij nam voor 2900 francs aan
oMigatién mee, 1000 francs aan juweelen en ongeveer
500 francs aan specie. Van dezen diefstal is thans
niets meer over. Eurst ging hij naar Duitschland,
waar hij verscheidene maanden bleef, kwam daarna
uaar Nederland en ging vervolgens naar België, waar
hij nu eens te Brussel, dan weer te Luik, Namen,
Philippeville of Dicant verblijf hield en huurde den
2 Juli jl. eene kamer in de rue de l'Escaut to Ant
werpen.
Toen de vruchten van zijn diefstal waren opgeteerd,
nam hij zijn toevlucht tot nieuwe diefstallen. Hij ver
anderde voortdurend van woonplaats. Voor 14 dagen
was hij weer naar Brussel gekomen en maakte daar
kennis met de jocge Louise Eogleben, die hij had
overgehaald hem te volgen.
Deze droeg bij de arrestatie van D. een gouden
collier, zeker een voormalige kerkversiering.
liet meisje heeft echter kunnen bewijzen dat zij niet
medeplichtig is, ofschoon het halssnoer, dat zij droeg,
dit wel deed vermoeden. Durocher heeft haar dat ge
schonken, terwijl hij de herkomst voo' haar verborgen
hield. Zij wist wel, dat hij deserteur was, maar zij was
onbekend met den diefstal.
De gearresteerde bekende behalve den diefstal te
Aksel er ook een te hebben bedreven in Antwerpen.
Hij hield vol geen medeplichtigen te hebben. Hij is
den 7en van Antwerpen naar Nederlaod vertrokken
zonder bepaald doel. Hij had wel het plan een »goeden
s'ag" te slaan maar het kon hem riet schelen waar.
Hij was den 8en te Aksel en meende in de kerk wel
wat te zullen vinden.
Te middernacht is hij door de deur der sacristie,
die hij open brak, in de kerk gekomen en bleef er
tot 's morgens 4 uran.
Hij verbrak da sloten der kasten en maakte zich
meester van alle voorwerpen van waardebekers, kelk
schotels, enz. llij stal van het altaar Christusbeelden
en candelafcres en de sieraden van het beeld van O. L.
Vrouw en opende de offerblokken om den inhoud mede
te nemen.
Bij verschillende juweliers zijn de voorworpen op
gespoord, welke Durocher daar verkocht.
In de kamer, die de diuf te Antwerpen bewoonde,
zijn nog verscheidene van de gestolen voorwerpen ge
vonden. Durocher had bijna alles aan stukken geslagen
alleen waren nog 3 kelkschotels en eenige Iepels in
liun geheel.
De van moord beschuldigde Fr. Kohlenbecher te
Dusseldorf, voor wiens aenhoudiog door de Pruisische
regeering Mrk. 300 is uitgeloofd, is Dinsdagavond te
Swalmen gearresteerd en naar Roermond overgebracht.
Laatste on telegraphische berichten.
lieden hield de Zuid-Bevelandsche Onderwijzers
vereniging in De Pi ins van Oranje" alhier hare 54e
algemene vergadering, die ook bijgewoond werd door
deu heer schoolopziener in het district Goes, mr. C.
De Witt Hamer.
De schoolopziener in het arrondissement Goes opende
de vergadering met eene korte toespraak, waarin hij
in de eerste plaats den afgetreden inspecteur, don heer
A. Moens, herdacht. Vervolgens herinnerde hij aan da
wijziging der onderwijswet, die, zoo zij voor het open
baar ondeiwijs goede vruchten kan dragen, dan daar
voor dit voordeel kan opleveren, dat, door de in het
leven geroepen meerdere concurrentie tusschen bijzon
der en openbaar onderwijs, voor da openbare onder
wijzers een prikkel gelegen is om hun onderwijs steeds
moer in bloei te doen toenemen. Hij spoorde daarom
vooral de jongere onderwijzers aan trouw de vergade
ringen der gezelschappen bij te wonen en zich aan te
sluiten bij het Nedeil. Onderwijzersgenootschap, opdat
er een steeds nauwer band gevormd worde tusschen
de onderwijzers onderling; want ook hier moet een
dracht de grootste macht zijn.
Nadat eenige leden der vereeniging den voorzang
hadden gezongen en de secretaris de notulen der vorige
vergadering had voorgelezen, die werden goedgekeurd,
werd dhr. A. R. Breetvelt bij acclamatie herbenoemd
als lid der permanente commissie. Vervolgens hadden
de gewone huishoudelijke werkzaamheden plaats: ver
slag verrichtingen hoofdbestuur, opneming rekening,
verslagen der gezelschappen enz., waarna dhr. P. Leijs,
hoofd der school te Baarland, eene voorlezing hield,
waaraan wij het volgende ontleenen
Iu zijn inleidend woord herinnerde de heer Leijs
er aan hoe er steeds strijd is gevoerd om het bezit
der school. Was vroeger de keik heer en meester in
de school, de kerk moest hare plaats ruimen voor
den staat. De zoogenaamde neutrale school kwam in
de plaats der kerkelijke schoo'. En al wijst spr. met
verontwaardiging den smaad af, dien men de openbare
school heeft trachten aan te wrijven, hij erkent vol
mondig, dat de staatsschool niet voldeed aan da
wenschen van een groot deel van 't Nederlandsche
volk. Da uitslag van dên strijd tusschen de politieke
partijen is bekend: de wet van 1878 is gewijzigd.
Spr. hoopt dat dit strekken moge tot bevordering van
den vrede tusschen de burgers onderling en tot heil
van 't opkomend geslacht. Nu de scherpe kanten van
de schoolquaestie op politiek terrein af zijn, moeten
wij echter het oog op eene andere zaak gevestigd hou
den op den leerplichtwaarover hij eenige oogenblik-
ken wenschte te spreken. Op dit terrein kan men niet
in botsing komen met eenige politic ka partij, want
alle partijen meenen het waarlijk goed met het onder
wijs en de opvoeding der j4ugd. Alleen over de vrasg
of de zaak voor verwezenlijking vatbaar is, of leer
plicht in de praktijk wel uitvoerbaar is, zou verschil
van gevoelen kunnen bestaan l Al is het onderwerp
niet nieuw, toch is het hoogst belaugrijk, want de
belangen der school, de algemeone volksontwikkeling
en de zedelijke opvoeding rijn ten nauwste erbij be
trokken. De gedachte aan leerplicht moet levendig
blijven. De zaak doodzwijgen, zou gelijk staan met
een zedelijken moord plegen.
Het schoolverzuim is in onze streken zeer groot.
Het is de kanker van ons volksondeiwijs, een slag
boom voor algemeene ontwikkeling en beschaving, een
verwoester der zedelijkheid, een kwelgeest voor den
onderwijzer, een bron van veel kwaads. Men heeft
getracht hat schoolverzaim te doen verminderen door
het uitreiken van beloonicgm en eereblijken, hot maken
van uitstapjes en het houden van schoolfeesten. Deze
lofwaardige pogingen hebben geholpeD. Door samen
werking van onderwijzers en velen buiten het onderwijs
is het schoolverzuim wel eenigszins te verminderen.
Men moet echter tweeërlei schoolverzuim onder
scheiden, n.l. hetgeen voorkomt bij werkelijk school
gaande kinderen en hetgeen wordt waargenomen als
men de lijst van Januari vcor 't geheele jaar tot grond
slag neemt. Het eerste bedraagt zelden meer dan 3 pet.
en is wel te verminderen. Het tweede bereikt de eer
biedwaardige cijfers van 40 en 50 pet. en is bijna
niet te doen afaemen. Men moest de procenten e6ns
per klasse berekenen en dan zouden zij verontwaardigd
zijn, die het goed meenen met de verstandelijke en
zedelijke opvoeding, maar nog niet wisten dat het
schoolverzuim zulke reusachtige afmetingen had aan
genomen. Men moest onderzoeken, hoeveel van de
leerlingen bij het voorgoed verlaten der school alle
klassen hebben doorloopen; dergelijke statistieke ge
gevens zouden waarde bezitten.
Alleen het dwing ze om in te gaan" zou een af
doend geneesmiddel kunnen zijn. Vele landen in Europa
hebben den kinderarbeid beperkt en daardoor zijde
lings leerplicht ingevoerd. Oostenrijk, Italië, Engeland,
Frankrijk e. a. hebben wetten op den kinderarbeid.
In Zwitserland mogen kinderen eerst met hun 14e
jaar aan den arbeid. Wij hebben ook een wet op den
kinderarbeid, maar deze kan geen invloed uitoefenen
op het getrouw schoolbezoek in onze kleistreken.
Bij den Pruisischen Landdag is door ce regeering een
wetsontwerp ingediend, waarbij leerplicht h ingevoerd
tot het volbrengen van 't 14e levensjaar.
Wij hebben volgens art. 81 der schoolwet een school
plicht voor enkelen en wel juist voor minder bevoor
rechte medemenschen. De gemeenteraden hebben voorts
het recht verbodsbepalingen omtrent het arbeiden van
kinderen beneden 12 jaar vast te stellen. Waar heeft
men van deze vergunning gebruik gemaakt In slechts
enkele gemeenten. In April jl. werden wij op dit punt
verrast: Ovezand had den kinderarbeid beperkt in
navolging van Nisse.
Ovezand en Nisse diene als voorbeelden gesteld te
worden aan de overige gemeenten op Zuid-Beveland.
Het is wel is waar nog slechts een kleine stap op
den goeden weg, maar het is toch eene beweging in
de goede richting. Het vorige jaar scheen de kans
gunstig om tot invoering van leerplicht te komen
de schoolwet zou herzien worden. Het verslag der
commissie van voorbereiding over de gedeeltelijke her
ziening der schoolwet gaf echter reeds niet veel hoop.
Zou het wederzijds een uitwisselen worden van sub
sidie aan 't bijzonder onderwijs en leerplicht 7 Wel het
eerste, maar niet het tweede. Voor een deugdelijken
leerplicht in ruil zou spr. het bijzonder onderwijs vol
maakt wilien gelijk stellen met het openbaar. De
eerste vraag van den Staat mag niet zijnx> Waar
ontvangt ge onderwijs maar moet luidenont
vangt ge onderwijs T"
Leerplicht hebben wij noodig, maar met een mini
mum leerplicht moeten wij tevreden zijn. Wij moeten
volledigen leerplicht vragen tot dOjarigen leeftijd en
een beperkten leerplicht van 10 tot 14jarigen leeftijd.
Men zou gedurende 6 zomermaanden des morgens en
gedurende 6 wintermaanden des avonds 2 uur onder
wijs moeten geven aan leerlingen, die door den arbeid
verhinderd zijn het dagschoolonderwijs geregeld bij te
wonen. Van 10 tot 14jarigen leeftijd zou men öf moeten
deelnemen aan de dagschool of aan de morgen- en
avondschoolniet aan beide. Bij deze regeling is
meteen de verderfelijke invloed weggeromen, door de
jongens die alleen 's winters school komen, op het
geheele onderwijs uitgeoefend. Ook zij, die geregeld
de school bezoeken, hebben te lijden van gestadige
eb en vloed in onze klassen.
Eerst bij deze regeling van 't onderwijs zou er
sprake kunnen zijn van herhalingsonderwijs, bijv. van
'tl4e tot het 16e jaar. Er zou ook gebruik van ge
maakt worden. Nu kan men over 't algemeen het
bezoeken der herhalingsschool niet willendaartoe
moet men eene zekere mate van ontwikkeling ver
kregen hebben.
De heer L?ijs besprak hierna den wensch van den heer
inspecteur in deze inspectie, om pogingen aan te
wenden tot het houden van »vroegschool" in de plat
telandsgemeenten. Wij mogen vreezen zei hij
dat, waar al of niet deelneming aan deze vroegschool
volkomen vrij staat, zij eer nadeelig dan heilzaam zal
werken. Weinigen dergenen, die de school 8 a 9
maanden verzuimen, zullen eraan deelnemen, sommigen
zullen vroeger de dagschool vaarwel zeggen.
Wie onzer tegen leerplicht is en daarom deze vroeg
school met haDd en tand aangrijpt als een middel om
van 1 erpl cht af te drijven, bedenke vooraf, dat vooral
op hem zal worden toegepast: wie meent te drijven,
wordt gedreven". Die v/oegschool toch kan en zal
ook zijns bedunkens het krachtigste argument worden
voor invoering van leerplicht.
Na deze uitweiding keerde spr. tot zijn eigenlijk
onderwerp terug.
Twee uren voor onderwijs konden van 10 tot 14-
jarigen leeftijd dagelijks aan den tijd voor arbeid be
stemd onttrokken worden. Schoolverzuim heeft in onze
streken om de volgende redenen plaatslo. Uit on
verschilligheid der ouders voor het onderwijs
2o. De jongens moeten vroeg op een ambacht;
3o. De jongens moeten bij vader, die landbouwer is,
vroeg de praktijk van het boeren leeren4o. Do
meisjes moeten op broertje of zusje passen5o.
De kinderen moeten wat helpen verdienen voor het
huishouden.
Alleen in de laatste twee gevallen heeft het school
verzuim recht van bestaan.
De meisjes zouden echter wel van 68 de morgen-
school kunnen bezoeken, daar moeder gewoonlijk eerst
om 8 uren naar het veld gaat. Alle bezwaar zou boven
dien verdwijnen, indien men kon goedvinden alom
bewaarscholen te stichten, die nuttige instellingen voor
de arbeidende klasse. Maar de vijfde soort verzuimers 7
Zij verdienen wel niet veel, maar dat weinige kunnen
de ouders niet missen. Men kent echter in elke ge
meente de armen. Zou het niet mogelijk zijn hun deze
schade te vergoeden Zijn er geene philantropische
vereenigingenzijn er geene kerkelijke armbesturen,
die ook gaarne eene bijdrage zullen leveren, wanneer
dit kan strekken tot verstandelijke en zedelijke vor
ming onzer minder bevoorrechte medemenschen?
Spreker eindigde met het bekende
Wilden alle menschen wel,
Deze aarde waar' een paradijs.
Na de lezing van den heer Leijs, die met onver
deelde aandacht werd aangehoord, volgde bespreking
daarvan. Slechts weinige leden namen daaraan
deelover het algemeen was men het vrijwel met
den spreker eens. Nadat als spreker voor de volgende
vergadering in 1891 de heer Wisse, hoofd der school
te Ellewoudsdijk, zich had aangeboden, als wiens plaats
vervanger de heer Lybaart van Krabbendijke werd
aaügewezen, trad de pauze in. Om twee uur werd de
vergadering voortgezet. Da heer Van Schelven van
Goes leverde eene geestige bijdrageAanvulling van
't woordenboek op 't woord gemoedsbezwaren, waarna
hij nog een sprookje ten beste gaf. De heer Lybaart
leidde het punt der bespreking inx> Wordt er aan het
leervak Kennis der Natuur wel die zorg besteed,
waarop het om zijne belangrijkheid mag aanspraak
maken De inleider meende, dat die vraag ontkennend
moet beantwoord worden. Alleen wanneer men den
leerling meer en beter leert waarnemen en vergelijken
mag de zorg voldoende worden genoemd.
Na ampele discussie naar aanleiding van dit vraag
punt kwam het voorstel van 't bestuur in behandeling
»De belangen der begrafenisbeurs zullen uitsluitend
onderworpen worden aan het oordeel der leden van
die beurs, onder toezicht van den arrondissements
schoolopziener.
Dit voorstel werd bij acclamatie aangenomen.
Na de uitvoering van den nazang bracht de voor
zitter zijnen dank aan allen, die de vergadering door
hunne bijdrage en door hunne tegenwoordigheid hebben
opgeluisterd en sloot de bijeenkomst.