Kerkelijke Zaken en Onderwijl. Bij de eerste stemming is herbenoemd tot presi dent der Synode van de Ned. Hervormde kerk de heer M. A. Perk, predikant te Amsterdam, tot vice-president de heer 0. H. Ten Harmsen van der Beek, predikant te Valburg. Gekozen is tot secundus van den vice- president de heer A. Maagh Kniphuisen, predikant te Abbekerk. Bij het examen voor de hoofdakte te Breda is geslaagd de heer H. Brakman te Groede. Mej. J. A. Platteeuw Li., geboortig van Wil- helminadorp, thans te 's-Gravenhage, slaagde aliaar voor de hoofdakte bewaarschoolhouderes. Bij Kon. besluit van den 29sten Juni 1890 zijn vastgesteld de regelen voor de rijksnormaallessen, be doeld in art. 12 der wet tot regeling van het lager onderwijs, laatstelijk g-wijzigd bij die van 8 December 1889 Staatsblad no. 175). Het volgende onleenon wij daaraan De cursus der normaallessen is een vierjarige en in vier klassen, elk van éen jaar, verdeeld. Het schooljaar loopt van 1 April tot 31 Maart. Zoo noodig wordt aan de normaalinrichting een voorbereidende klasse toegevoegd. De normaallessen zijn in twee rangen verdeeld, volgens aanwijzing van den minister van binnenland- sche zaken. Da vakken zijn: Nederl. taal, lezen en schrijven, vaderlandscbe geschiedenis, aardrijkskunde, rekenkunde, kennis der natuur, zang, bandteekeneD, gymnastiek, nuttige handwerken voor meisjes, Fransche taal, wis kunde, paadsgogiek. Wie tot de normaallessen wenscht toegelaten te worden moet op 1 April den leeftijd van 14 jaar, voor de voorbereidende klasse den leeftijd van 12 jaar bereikt hebben. Hij legt over: lo zijne geboorte-akte; 2o een of meer getuigschriften, waaronder, zoo hij bij eene lagere school werkzaam is geweest, een getuigschrift van.het hoofd dier school3o een verklaring van ouders of voogden, dat zij voornemens zijn hem voor het onder wijs te bestemmen. Gemengds BeriGhtcn. Gisternamiddag omtreeks half zes woedde boven deze stad een kort doch zeer hevig onweder, waarbij de bliksem sloeg in een boom bij het hofje van S. Van Noordt aan den weg naar Wi.'helminadorp. Ook sloeg de bliksem in de woning van mejuff. Q alhier, zoi,der ODgelukken te veroorzaken. Alleen werd er een stuk uit den muur geslagen. Uit Schor© meldt men ons: Gisteren ontlastte zich te 5 ur(n vlak boven onze gemeente een hevig onweder. Iedereen duchtte dan ook het ergste en deze vrees werd waarheid. Want eensklaps sloeg de bliksem in de woning van den burgemeester, beschadigde de schoorsteentafel, nam vervolgens zijn weg door den schoorsteen, de kenken, waar hij een luciferspotje en een fhsch verbrijzelde, en daarna langs den trap op den zolder, vanwaar hij naast den schoorsteen door het dak ontsnapte, ma kende intusschen in den muur een gat ter grootte van een kinderhoofd en eene rij pannen tegelijkertijd dooreenwerpende. Gelukkig bleef het hierbij, ofschoon de burgemeester zich in de onmiddellijke nabijheid van het gevaar bevond. Een huis op den weg tusschen Tolen en Bergen- op-Zoom wtri door den bliksem getrc-ffdnde klok werd verbrijzild, een meisje viel bewusteloos en een zieke man werd vau het bed geslingerd, terwijl er ook een begin van brand ontstond; te Toltn zelf zijn eeniga boomen ontworteld. Da bliksem is ook geslagen in een in den van Alsteinpolder onder Graauw gelegen magazijn, twee aldaar aanwezige schippers onmiddellijk doodendr. Van een tusschen Domburg en West-Kapelle gele gen hofstede werd da schuur door den bliksem getrof fen en mat deze zijn gebeelen inhoud in asch gelegd. Ia een der villa's op 't duin te Domburg sloeg de bliksem door den schoorsteen tot in de keuken zon der noemenswaardige schade te veroorzaken. Nog vau verscheidene andere plaatsen ontvingen wij berichten van getroffen boomen enz. Donderdagavond is de bliksem nog geslagen in een schuur van den landbouwer Uijl onder Tolen en te Nieuw-Vosmeer in een hooischelf, welke geheel af brandde. Door een windhoos werden behalve eenige hoornen in den Roolandschen polder een geladen hooi wagen opgepikt en ia den watergang geworpaü, ter wijl in den Hikscben polder aan schuur en keet aanmerkelijk schade werd toegebracht. Klaarblijkelijk heeft bet verschrikkelijke weder vrij algemeen in ons land gewoed. Te Rotterdam be gon het tegen 6 aren. E ne sterke duisternis verge zeld van eene soort windhoos veroorzaakte gvoote angst en schade. Uit Londen wordt gemeld: ^Gisteravond is er over Londen een schrikbarend onweder losgebarsten, ge paard met eenen ontzettenden regenval. Door het aan houdend regenachtige weder beginnen de oogsten be dreigd te worden, vooral in Ierland, waar de aardappels op groote schaal verrotten en de oogst van deze veld vrucht vermoedelijk geheel mislukken zal. Ia dat geval zou hongersnood in eenige districten onvermijdelijk zijn". Heinkenszand. Donderdag werden door een arbei der in den Schouwerspolder alhier niet minder dan 8 vischottera tegelijk gezien; wel een bewijs dat de otterg zich in dien t natrek veel ophouden. Op het eiland Tolen begint zich op verschillende akkers de zoo gevreesde aardappelziekte te vertoonen. Omtrent deD persoon van R. De Kok, die, vol gens advertentie in ons nommer van 17 dezer, Zondag 20 Juli a. 8. zijn 90an jaardag hoopt te viereD, meldt men ons da volgende bijzonderheden Op 20 Juli 1800 te Gees geboren, vertrok bij van daar op 11 Aug. 1821 als broodbakkerskuecht na vier jaren opleiding. Ia 1830 werd hij als tamboer ingelijfd bij de gewapende volksmacht, ontstaan we gens de omwentelingen in Bjlgië. Een jaar daarna bevorderde men hem tot sergeant-majoor. Vermits de burgerij de diensten van zijn burgerlijk beroep onmogelijk kon missen, aangezien hij de eenige brood bakker in de gemeente was, bood men der overheid een verzoekschrift aan, waarop hem vrijstelling van dienst werd verleend. Desniettegenstaande verwierf hij het Metalen Kruis van eer. Tot op heden vervult hij nog altijd de betrekkin gen vau stokman in de Herv. kerk te Borsele en bode, belast met het rondbrengen van aanslagbiljetten betrekkelijk hoofdelijken omslag en huur van zit plaatsen, terwijl hij voor den geneesheer (Boogaert) van Driewegen jaarlijks de ronde doet in de gemeente met rekeningen. Dank zij zijn sterk gestel wandelt hij meermalen naar Ellewoudsdijk en Driewegen, respectievelijk heen en terug op denzelfden dag. Met uitzondeiing van het gehoor, dat hij in een typhusiiekte grootendeels heeft verloren, bezit hij al zijn geestelijke en verstandelijke vermogens. R. De Kok is de oudste ingezetene van Borsele. Zaterdagavond was een vrouw te Leiden bezig worteltjas te schrappen, toen iemand kwam om eenig geld. Haar beurs, die zij gebruikt had, bewaarde ze, zoolang ze bezig was, bij het wortelschrapsel in haar schoot, doch vergat die er uit te nemeD, toon zij h iar schort met den inhoud in het water ledigde. Ook de beurs verdween in de diepte met ongeveer ƒ12 aan weekloon van man en zoons. Om grooter gevaren te voorkomen, hebben vele boeren in Friesland het hooi niet in de schuur ge bracht maar op de »hiemiöge" in hoopen geplaatst. Bij broeiing toch baart het hooi in de schuren veel meer gevaar dan buitenshuis. Bij onderzoek is geble ken, dat verschillende hoopen reeds vuur bevatten, zij werden omgezet en het vuur werd gebluscht. Op vele plaat sen bederft de schimmel het hooi geheel, het hooi miste de kracht om te broeien. »Veel liever broei dan schim mel" zoo luidt het oordeel der boeren. Uit een onzer Statenvergaderingen»Nu zal zoo iets onzinnigs, Mijnheer de Voorzitter, wal in niemands hoofd opkomen, zeis niet in het mijne (Historisch) (Vad.) De onsmakelijke reuk van haring blijft lang aau een mes, waarmee dat banket" gesneden is, en deelt zich zelfs mede aan andere voorwerpen, die in den- zalfden bak liggen. Wanneer men het mes (en waar schijnlijk ook wel een vork) met eeu papje van loog en hout- of turfasch insmeert en vervolgens met een wollen doekje oppoetst, is de lucht geheel vordwenen. Da bezoekers vin een comedietent, ter gelegen heid der kermis te Eindhoven opgeslagen, zijn verleden week aan een groot gevaar ontsnapt. De directie weigerde het werkvolk, dat de tont vervoerd en opge slagen had, te betalen, onder vooiwendsel, dat zij geen geld had. De sjouwerlui, niet van het leiaad&le soort, hadden lang genoeg aangedrongen, doch vor derden niet. Daarop gingen zij heen en keerden met eenige kannen petroleum terug en met het voornemen om geheel den schouwburg aan verschillende kanten tegelijk in brand te steken. Dank zij de wachthebbende vier mai échaussé s werd door de kalme vermaningen, om toch niet zoovele menschenlevens in de waagschaal te stellea, het ge vaar bezworen. Men zou wachten tot na afloop der voorstelling en dan zouden de maiécbaussées voor het werkvolk op betaling aandringen. Zoo geschiedde, doch ia den beginne bleef men weigerachtig. Eerst toen de politie gedreigd had den schouwburg te zullen verlaten, indien niet oogenblikkelijk werd uitbetaald, ontving het werkvolk, dat tegen 14 cent per uur was aan genomen, een bekrompm loon van 8 a 10 cent per uur. De Ter-Neuz. Ct. bericht het volgende omtrent de aanhouding van den pleger van den kerkdiefstal te Aksel. Een zilversmid te Brussel, wien een persoon eecig gesmolten zilver te koop aanbood, waarschuwde de politie, die den man, die zijn adres den zilversmid bad opgegeven, arresteerde. Hij heet Honoré Durocher en is oen Fransch deser teur. Hij is soldaat geweest bij de darde linie. Bij zijn verhoor deelde h!j mee, dat bij gedeserteerd is in Juli vau het vorig jaar, na een belangrijke som ont stolen te hebben aan een luitenant Latnblin, wiens ordonnance hij wis. Hij nam voor 2900 francs aan oMigatién mee, 1000 francs aan juweelen en ongeveer 500 francs aan specie. Van dezen diefstal is thans niets meer over. Eurst ging hij naar Duitschland, waar hij verscheidene maanden bleef, kwam daarna uaar Nederland en ging vervolgens naar België, waar hij nu eens te Brussel, dan weer te Luik, Namen, Philippeville of Dicant verblijf hield en huurde den 2 Juli jl. eene kamer in de rue de l'Escaut to Ant werpen. Toen de vruchten van zijn diefstal waren opgeteerd, nam hij zijn toevlucht tot nieuwe diefstallen. Hij ver anderde voortdurend van woonplaats. Voor 14 dagen was hij weer naar Brussel gekomen en maakte daar kennis met de jocge Louise Eogleben, die hij had overgehaald hem te volgen. Deze droeg bij de arrestatie van D. een gouden collier, zeker een voormalige kerkversiering. liet meisje heeft echter kunnen bewijzen dat zij niet medeplichtig is, ofschoon het halssnoer, dat zij droeg, dit wel deed vermoeden. Durocher heeft haar dat ge schonken, terwijl hij de herkomst voo' haar verborgen hield. Zij wist wel, dat hij deserteur was, maar zij was onbekend met den diefstal. De gearresteerde bekende behalve den diefstal te Aksel er ook een te hebben bedreven in Antwerpen. Hij hield vol geen medeplichtigen te hebben. Hij is den 7en van Antwerpen naar Nederlaod vertrokken zonder bepaald doel. Hij had wel het plan een »goeden s'ag" te slaan maar het kon hem riet schelen waar. Hij was den 8en te Aksel en meende in de kerk wel wat te zullen vinden. Te middernacht is hij door de deur der sacristie, die hij open brak, in de kerk gekomen en bleef er tot 's morgens 4 uran. Hij verbrak da sloten der kasten en maakte zich meester van alle voorwerpen van waardebekers, kelk schotels, enz. llij stal van het altaar Christusbeelden en candelafcres en de sieraden van het beeld van O. L. Vrouw en opende de offerblokken om den inhoud mede te nemen. Bij verschillende juweliers zijn de voorworpen op gespoord, welke Durocher daar verkocht. In de kamer, die de diuf te Antwerpen bewoonde, zijn nog verscheidene van de gestolen voorwerpen ge vonden. Durocher had bijna alles aan stukken geslagen alleen waren nog 3 kelkschotels en eenige Iepels in liun geheel. De van moord beschuldigde Fr. Kohlenbecher te Dusseldorf, voor wiens aenhoudiog door de Pruisische regeering Mrk. 300 is uitgeloofd, is Dinsdagavond te Swalmen gearresteerd en naar Roermond overgebracht. Laatste on telegraphische berichten. lieden hield de Zuid-Bevelandsche Onderwijzers vereniging in De Pi ins van Oranje" alhier hare 54e algemene vergadering, die ook bijgewoond werd door deu heer schoolopziener in het district Goes, mr. C. De Witt Hamer. De schoolopziener in het arrondissement Goes opende de vergadering met eene korte toespraak, waarin hij in de eerste plaats den afgetreden inspecteur, don heer A. Moens, herdacht. Vervolgens herinnerde hij aan da wijziging der onderwijswet, die, zoo zij voor het open baar ondeiwijs goede vruchten kan dragen, dan daar voor dit voordeel kan opleveren, dat, door de in het leven geroepen meerdere concurrentie tusschen bijzon der en openbaar onderwijs, voor da openbare onder wijzers een prikkel gelegen is om hun onderwijs steeds moer in bloei te doen toenemen. Hij spoorde daarom vooral de jongere onderwijzers aan trouw de vergade ringen der gezelschappen bij te wonen en zich aan te sluiten bij het Nedeil. Onderwijzersgenootschap, opdat er een steeds nauwer band gevormd worde tusschen de onderwijzers onderling; want ook hier moet een dracht de grootste macht zijn. Nadat eenige leden der vereeniging den voorzang hadden gezongen en de secretaris de notulen der vorige vergadering had voorgelezen, die werden goedgekeurd, werd dhr. A. R. Breetvelt bij acclamatie herbenoemd als lid der permanente commissie. Vervolgens hadden de gewone huishoudelijke werkzaamheden plaats: ver slag verrichtingen hoofdbestuur, opneming rekening, verslagen der gezelschappen enz., waarna dhr. P. Leijs, hoofd der school te Baarland, eene voorlezing hield, waaraan wij het volgende ontleenen Iu zijn inleidend woord herinnerde de heer Leijs er aan hoe er steeds strijd is gevoerd om het bezit der school. Was vroeger de keik heer en meester in de school, de kerk moest hare plaats ruimen voor den staat. De zoogenaamde neutrale school kwam in de plaats der kerkelijke schoo'. En al wijst spr. met verontwaardiging den smaad af, dien men de openbare school heeft trachten aan te wrijven, hij erkent vol mondig, dat de staatsschool niet voldeed aan da wenschen van een groot deel van 't Nederlandsche volk. Da uitslag van dên strijd tusschen de politieke partijen is bekend: de wet van 1878 is gewijzigd. Spr. hoopt dat dit strekken moge tot bevordering van den vrede tusschen de burgers onderling en tot heil van 't opkomend geslacht. Nu de scherpe kanten van de schoolquaestie op politiek terrein af zijn, moeten wij echter het oog op eene andere zaak gevestigd hou den op den leerplichtwaarover hij eenige oogenblik- ken wenschte te spreken. Op dit terrein kan men niet in botsing komen met eenige politic ka partij, want alle partijen meenen het waarlijk goed met het onder wijs en de opvoeding der j4ugd. Alleen over de vrasg of de zaak voor verwezenlijking vatbaar is, of leer plicht in de praktijk wel uitvoerbaar is, zou verschil van gevoelen kunnen bestaan l Al is het onderwerp niet nieuw, toch is het hoogst belaugrijk, want de belangen der school, de algemeone volksontwikkeling en de zedelijke opvoeding rijn ten nauwste erbij be trokken. De gedachte aan leerplicht moet levendig blijven. De zaak doodzwijgen, zou gelijk staan met een zedelijken moord plegen. Het schoolverzuim is in onze streken zeer groot. Het is de kanker van ons volksondeiwijs, een slag boom voor algemeene ontwikkeling en beschaving, een verwoester der zedelijkheid, een kwelgeest voor den onderwijzer, een bron van veel kwaads. Men heeft getracht hat schoolverzaim te doen verminderen door het uitreiken van beloonicgm en eereblijken, hot maken van uitstapjes en het houden van schoolfeesten. Deze lofwaardige pogingen hebben geholpeD. Door samen werking van onderwijzers en velen buiten het onderwijs is het schoolverzuim wel eenigszins te verminderen. Men moet echter tweeërlei schoolverzuim onder scheiden, n.l. hetgeen voorkomt bij werkelijk school gaande kinderen en hetgeen wordt waargenomen als men de lijst van Januari vcor 't geheele jaar tot grond slag neemt. Het eerste bedraagt zelden meer dan 3 pet. en is wel te verminderen. Het tweede bereikt de eer biedwaardige cijfers van 40 en 50 pet. en is bijna niet te doen afaemen. Men moest de procenten e6ns per klasse berekenen en dan zouden zij verontwaardigd zijn, die het goed meenen met de verstandelijke en zedelijke opvoeding, maar nog niet wisten dat het schoolverzuim zulke reusachtige afmetingen had aan genomen. Men moest onderzoeken, hoeveel van de leerlingen bij het voorgoed verlaten der school alle klassen hebben doorloopen; dergelijke statistieke ge gevens zouden waarde bezitten. Alleen het dwing ze om in te gaan" zou een af doend geneesmiddel kunnen zijn. Vele landen in Europa hebben den kinderarbeid beperkt en daardoor zijde lings leerplicht ingevoerd. Oostenrijk, Italië, Engeland, Frankrijk e. a. hebben wetten op den kinderarbeid. In Zwitserland mogen kinderen eerst met hun 14e jaar aan den arbeid. Wij hebben ook een wet op den kinderarbeid, maar deze kan geen invloed uitoefenen op het getrouw schoolbezoek in onze kleistreken. Bij den Pruisischen Landdag is door ce regeering een wetsontwerp ingediend, waarbij leerplicht h ingevoerd tot het volbrengen van 't 14e levensjaar. Wij hebben volgens art. 81 der schoolwet een school plicht voor enkelen en wel juist voor minder bevoor rechte medemenschen. De gemeenteraden hebben voorts het recht verbodsbepalingen omtrent het arbeiden van kinderen beneden 12 jaar vast te stellen. Waar heeft men van deze vergunning gebruik gemaakt In slechts enkele gemeenten. In April jl. werden wij op dit punt verrast: Ovezand had den kinderarbeid beperkt in navolging van Nisse. Ovezand en Nisse diene als voorbeelden gesteld te worden aan de overige gemeenten op Zuid-Beveland. Het is wel is waar nog slechts een kleine stap op den goeden weg, maar het is toch eene beweging in de goede richting. Het vorige jaar scheen de kans gunstig om tot invoering van leerplicht te komen de schoolwet zou herzien worden. Het verslag der commissie van voorbereiding over de gedeeltelijke her ziening der schoolwet gaf echter reeds niet veel hoop. Zou het wederzijds een uitwisselen worden van sub sidie aan 't bijzonder onderwijs en leerplicht 7 Wel het eerste, maar niet het tweede. Voor een deugdelijken leerplicht in ruil zou spr. het bijzonder onderwijs vol maakt wilien gelijk stellen met het openbaar. De eerste vraag van den Staat mag niet zijnx> Waar ontvangt ge onderwijs maar moet luidenont vangt ge onderwijs T" Leerplicht hebben wij noodig, maar met een mini mum leerplicht moeten wij tevreden zijn. Wij moeten volledigen leerplicht vragen tot dOjarigen leeftijd en een beperkten leerplicht van 10 tot 14jarigen leeftijd. Men zou gedurende 6 zomermaanden des morgens en gedurende 6 wintermaanden des avonds 2 uur onder wijs moeten geven aan leerlingen, die door den arbeid verhinderd zijn het dagschoolonderwijs geregeld bij te wonen. Van 10 tot 14jarigen leeftijd zou men öf moeten deelnemen aan de dagschool of aan de morgen- en avondschoolniet aan beide. Bij deze regeling is meteen de verderfelijke invloed weggeromen, door de jongens die alleen 's winters school komen, op het geheele onderwijs uitgeoefend. Ook zij, die geregeld de school bezoeken, hebben te lijden van gestadige eb en vloed in onze klassen. Eerst bij deze regeling van 't onderwijs zou er sprake kunnen zijn van herhalingsonderwijs, bijv. van 'tl4e tot het 16e jaar. Er zou ook gebruik van ge maakt worden. Nu kan men over 't algemeen het bezoeken der herhalingsschool niet willendaartoe moet men eene zekere mate van ontwikkeling ver kregen hebben. De heer L?ijs besprak hierna den wensch van den heer inspecteur in deze inspectie, om pogingen aan te wenden tot het houden van »vroegschool" in de plat telandsgemeenten. Wij mogen vreezen zei hij dat, waar al of niet deelneming aan deze vroegschool volkomen vrij staat, zij eer nadeelig dan heilzaam zal werken. Weinigen dergenen, die de school 8 a 9 maanden verzuimen, zullen eraan deelnemen, sommigen zullen vroeger de dagschool vaarwel zeggen. Wie onzer tegen leerplicht is en daarom deze vroeg school met haDd en tand aangrijpt als een middel om van 1 erpl cht af te drijven, bedenke vooraf, dat vooral op hem zal worden toegepast: wie meent te drijven, wordt gedreven". Die v/oegschool toch kan en zal ook zijns bedunkens het krachtigste argument worden voor invoering van leerplicht. Na deze uitweiding keerde spr. tot zijn eigenlijk onderwerp terug. Twee uren voor onderwijs konden van 10 tot 14- jarigen leeftijd dagelijks aan den tijd voor arbeid be stemd onttrokken worden. Schoolverzuim heeft in onze streken om de volgende redenen plaatslo. Uit on verschilligheid der ouders voor het onderwijs 2o. De jongens moeten vroeg op een ambacht; 3o. De jongens moeten bij vader, die landbouwer is, vroeg de praktijk van het boeren leeren4o. Do meisjes moeten op broertje of zusje passen5o. De kinderen moeten wat helpen verdienen voor het huishouden. Alleen in de laatste twee gevallen heeft het school verzuim recht van bestaan. De meisjes zouden echter wel van 68 de morgen- school kunnen bezoeken, daar moeder gewoonlijk eerst om 8 uren naar het veld gaat. Alle bezwaar zou boven dien verdwijnen, indien men kon goedvinden alom bewaarscholen te stichten, die nuttige instellingen voor de arbeidende klasse. Maar de vijfde soort verzuimers 7 Zij verdienen wel niet veel, maar dat weinige kunnen de ouders niet missen. Men kent echter in elke ge meente de armen. Zou het niet mogelijk zijn hun deze schade te vergoeden Zijn er geene philantropische vereenigingenzijn er geene kerkelijke armbesturen, die ook gaarne eene bijdrage zullen leveren, wanneer dit kan strekken tot verstandelijke en zedelijke vor ming onzer minder bevoorrechte medemenschen? Spreker eindigde met het bekende Wilden alle menschen wel, Deze aarde waar' een paradijs. Na de lezing van den heer Leijs, die met onver deelde aandacht werd aangehoord, volgde bespreking daarvan. Slechts weinige leden namen daaraan deelover het algemeen was men het vrijwel met den spreker eens. Nadat als spreker voor de volgende vergadering in 1891 de heer Wisse, hoofd der school te Ellewoudsdijk, zich had aangeboden, als wiens plaats vervanger de heer Lybaart van Krabbendijke werd aaügewezen, trad de pauze in. Om twee uur werd de vergadering voortgezet. Da heer Van Schelven van Goes leverde eene geestige bijdrageAanvulling van 't woordenboek op 't woord gemoedsbezwaren, waarna hij nog een sprookje ten beste gaf. De heer Lybaart leidde het punt der bespreking inx> Wordt er aan het leervak Kennis der Natuur wel die zorg besteed, waarop het om zijne belangrijkheid mag aanspraak maken De inleider meende, dat die vraag ontkennend moet beantwoord worden. Alleen wanneer men den leerling meer en beter leert waarnemen en vergelijken mag de zorg voldoende worden genoemd. Na ampele discussie naar aanleiding van dit vraag punt kwam het voorstel van 't bestuur in behandeling »De belangen der begrafenisbeurs zullen uitsluitend onderworpen worden aan het oordeel der leden van die beurs, onder toezicht van den arrondissements schoolopziener. Dit voorstel werd bij acclamatie aangenomen. Na de uitvoering van den nazang bracht de voor zitter zijnen dank aan allen, die de vergadering door hunne bijdrage en door hunne tegenwoordigheid hebben opgeluisterd en sloot de bijeenkomst.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 2