1890. N°. 79. Dinsdag 8 Juli. EERETEEKEN gebaggerde grond opgeheven de verbodsbepalingen besmettelijke vlekziekte De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woeusdftg en YrfjdagSYonö, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal» zoo binnen als buiten Goes, f l,?5c Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bijdeheeren N1JGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advortentiën is van 15 regels 50 cent, eiko regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht* tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen» niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel" Zij, die verlangen begiftigd te worden met het voor langdurigen werkelijken dienst bij de SCHUTTE RIJ, worden uitgenoodigd, om, met overlegging van een' staat van dienst, waaruit blijkt, dat zij gedurende vijftien jaren en langer voor zich zeiven in werkelijken dienst zijn geweest en zich aanhoudend onberispelijk hebben gedragen, voor of uiterlijk op den i Augustus eerstkomende, zich aantemelden ter secre tarie van de gemeente. Goes, den 5 Juli 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. l>e Secretaris, HARTMAN. Zoolang de voorraad Btrekt is van de gemeente gratis te verkrijgen, indien men zich daartoe bij den Bouwmeester aanmeldt. Goes, den 5 Juli 1890 Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d W HAMER. De Secretaris, HARTMAN Van den 7en Juli 1890 tot den 31 Maart 1891 zijn tegen het vangen, dooden en vervoeren van de BONTE KRAAI, de ROEK, de KAUW, de KËRK- KAUW. de TORENK AU W, de TORENK A, de HUIS- MÜSCH, de RINGMHSCH en do BüOM-, BERG- of VELDMUSCH, zoodat dit, behalve wanneer zij zich bevinden op, aan of in eene woning, of op het daarbij behoorende afgesloten erf, hetzij in tuinen, fruitboom gaarden of kweekerijen, ook op het veld, is vrijgelaten, daar die vogels gedurende gemelden termijn in dit opzicht niet meer als beschermd zijn aan te merken. De bepalingen der wet tot regeling der jacht en visscherij blijven evenwel ten vo'le van kracht, ten gevolge waarvan het dooden der genoemde diersoorten in het veld door middel van schietgeweer allëén mag geschieden door hen die, hetzij in open jachttijd krachtens eene groote jachtakte, hetzij krachtens eene buitengewone machtiging, bedoeld in art 26 van ge noemde wet, bevoegd zijn zich met geladen schietgeweer in het veld te bevinden. Goes, den 5 Juli 1890 De Burgemeester van Goes, J G d. W. HAMER. Blijkens het door den Provincialen Veearts le klasse tot Gedeputeerde Staten van Zeeland gericht advies, wordt door deskundigen als voorbehoedmiddel tegen de onder de varkens aanbevolen, om de hokken zindelijk te houden en om deze en de daarbij gelegen mestvaalt wekelijks een paarmaal te besproeien met water, waarin 1 pet carbolzuur is gemengd. Goes, den 7 Juli 1890. De Burgemeester van Goes. J. G. d. W. HAMER. In Mei van bet vorige j lar heeft men van anti revolutionaire zijde bij de verkiezing voor de Prov. Staten in dit district eene welgeslaagde pogiDg gewaagd om een paar hoogst verdienstelijke leden der Staten tevens leden van Gedeputeerden te doen vallen. Toen werd in plaats van mr. J. C. R. Van der Bilt, die circa 40 jaren onafgebroken het district Goes had vertegenwoordigd en zijne beste krachten aan de be langen onzer provincie gewijd, gekozen jhr. mr. Quarles van Ufford, hurgemeester van Aksel, een man, die weinig of niets nog had gedaan om daaruit te mogen voorspellen, dat hij een degelijk lid der Staten zou worden. Niettemin werd er van antirevolutionaire zijde met kracht op zijne verkiezing aangedrongen en de man word opgehemeld, alsof slechts zijne verkiezing nog ontbrak aan het geluk onzer provincie in het algemeen en dat van het district Goes in het bijzonder. Hij was ijverig, kundig (alsof zijn tegenstander dit niet was) en hij zou de belangen der provincie behar tigen als de beste. De meerderheid der kiezers geloofde het. ThanB zijn we een jaar verder. En hoe brengt nu jhr. Quarles dia voorspelling zijner geestverwanten tot uitvoering? Er moet een nieuwe burgemeester zijn te Noordwijk in de provincie Zuid-Holland en jhr. Qiarles trekt naar Den Haag, solliciteert en bij wordt benoemd. Eén jaar derhalve is hij lid der Staten van Zeeland geweest. Ia dien tijd heeft hij niets gedaan waaruit blijken kan, dat de belangen der provincie door hem behartigd zijn. Gaat hij daarmede nu beginnen en moet zijn vertrek als het eerste bewijs daarvan gelden? Wii weten het niet. Maar wel weten wij, dat van al de mooie praatjes onzer tegenstanders maar al te vaak blijkt niets waar te zijnwel weten we, dat mannen als v. d. Bilt en Bybau, die om geen enkele reden hier behoefden te blijven, onze provincie nooit hebben verlaten, omdat zij belang stelden in haren bloei en hare welvaartwel weten we, dat de geheele verkiezing van jhr. Quarles en van meer anderen niets anders i? dan eene poging om de macht ia handen te krijaj ii ten koste van da degelijkheid en kundigheid van het provinciaal college. We hebben hier weder het bewijs, hoe de goed» gelooü^e kiezers zijn beetgenomen. Zullen zij zelveu het ook gaan bespff-n en begrijpen, dat wat hun van onze tegenpartij wordt aangeboden en voorgezet, lang zoo schoon en degelijk niet is als hun wordt voor gespiegeld GOES, 7 Juli 1890. Hoofdzakelijk tengevolge van het slechte weder kan de opstijging van den heer Léon Maiy met zijn luchtballon aprinses Wilhelmina" niet in allen deele geslaagd heeton. In de eersto plaats toch was het aantal toeschouwers in den tuin der sociëteit V. O. V. niet zeer groot, zoodat financieel de lucht reiziger geen goeien dag heeft gehad, en in de tweede plaats heeft de opstijging ook al tengevolge van het ongunstige weder eerst te half zeven plaatsgehad en heeft de heer Mary de parachute niet kunnen laten dalen. Nuttemin, toen de koene luchtschipper eenmaal de reis ondernam, had de opstijging op schitterende wijze plaats en dreef de ballon in oostelijke richtirg weg. Tusecben 4 en uren gaf het harmoniegezolscbap »Eupbonia" in den tuin der sociëteit een muziekuit voering. Omtrent de nederdaling van den heer Mary meldt men ons uit Kloetinge het volgende: 't Was gisteren tegen den avoad op ons anders zoo stille dorp recht levendig, althans gedurende eenigo oogenbÜkksn. Kan men anders vooral bij regen achtig weder op den tijd dat de scharen kerkgan gers van Goes naar hunne respectiove haardsteden zijn teruggekeerd des Zondags kanonskogels door de straten schieteD, zonder dat men gevaar loopt iemand te raken gister in den laten namiddag bleef er letterlijk geen bestja op haar stoel toen het ge roep klonk: »de luchtbal! de luchtbal!!" Eu ja, zie daar kwam hij aandrijven, statig, majestueus. Maar alras zag men, dat de luchtschipper het anker uitwierp en den ballon snel liet dalen. Ea nu was 't voor den bedaarden aanschouwer ren vermakelijk gezicht, hoe de anders zoo stille in zichzelf gekeerde Zeeuwsche dorpsbewoner, die op Zondag voor niets oog en oor heeft dau voorde keik, den bijbel en het psalmboek, op eens vol geestdrift raakte. Grijsaards, mannen, vrouwen, kinderen, armen, rijker, zieken, gezond-<n, kreupelen en kinderen, die nog nauwelijks loopen had den geleerd, alles snelde, hinkte, hupte door dik en dun, de een op kousen, de ander op muilen, een derde op schoenen, een vierde op eon schoen en een klomp den luchtbal achterna, terwijl het bij poozen water goot. Als het gasthuis brandt j ook als er een luchtbol te zien isleert men de kranken kennen" merkte iemand zeer wijsgeerig op, nadat hij zich zelf eerst buiten adem had geloopen en hem de slijkspat- ten tot op den rug zaten, toen hem een kreupel oud mannetje voorbij strompelde. De ballon was intusschen behouden neergekomen op een klaverveld in Abbekinderen van den landbou wer B. v. L en al spoedig door een menigte niauws- gierigen omringd, ook uit Goes herwaarts aangesneld. Een dezer Jaatsten viel flauw door het inademen van het uit den ballon stroomende gas, doch werd spoedig weer bijgebracht. Een uur later was alles tot de gewone diepe rust teruggekeerd. Op initiatief van een drietal oud-leerlingen der H. B. S. werd jl. Zaterdagavond in het koffiehuis »Je Pi ins van OraDje" eene vergadering gehouden van oud-leerlingen der H. B. S. en der B. A. S. eu een drietal afgevaardigden der leerlingen der II. B. S. De opkomst was niet zeer talrijkin het geheel waron 17 personen ter vergadering, behalve dr. Diebl, directeur der B. A. S., die mede uitgenoodigd was do bijeen komst bij te wonen. Nadat dhr. V. d. Mandere, die de vergadering leidde, de aanwezigen had welkom geheeten en met een enkel woord het doel dor samenkomst had uiteengezet, werd met algemeene stemmen besloten het 25jarig bestaan der middelbare scholen te Goes te herdenken en te trachten als blijvende herinnering aan dit zilveren feest een fonds te stichten, uit de renten waarvan jaarlijks éan of meer jongelieden, wier ouders de kosten van schoolgeld en leermiddelen aan de B. A. S. niet kunnen bestrijden, in de gelegenheid zullen worden gesteld die inrichting te bezoeken. Dr. Diehl gaf eenige zeer gewenschte inlichtingen omtrent het bedrag der kosten voor een leerling der B. A. S., die hij per jaar op 10 raamde. Aan alle oud-leerlingen der beide iorichtingen zal eene circulaire worden gericht met het verzoek tot de stichting van het bedoelde fonds te willen mede werken door het verleenen van een grootere of kleinere gift, terwijl verder pogingen zullen worden aangewend tot het organireeren vaa een feestavond op een nader te bepalen dag. Da heereD I. D. Fransen v. d. Putte, Gust. v. d. Iloek en Pii. M. v. d. Mandere werden met de regeling van een eu ai.der balast, met het recht om zich zoo veel andere oud-leerlingen te assumeeren als hun ge- wonscht zal toeschijnen. Mat ingang van 16 Juli a. s. is tot brieven gaarder te 's-Gravenpolder benoemd de heer C. J. Vroegop te Goes. Ierseke. De haer D. Spruit, gemeente-secretaris en ontvanger alhier, heeft zijn ontslag als zoodanig iDgediend wegens zijne benoeming tot plaats jervangend directeur en boekhouder bij de fi ma De Groot en Bolier, oesterkweekers. Aan de universiteit te Leiden is tot arts be vorderd de heer F. II a g egeboort'g van St. Maar tensdijk. Bij het examen voor apothekersbediende te Kam pen is toegelaten dhr. L C. G e i 11, van Bergen-op- Zuom. Z. M. heeft bij de dd. schutterijen, op hun ver zoek, eervol ontslag verleendbij die te Middelburg aan dr. J. C. Bolle, als offic. van gez. 2e kl; we gens woonplaatsverandering bij die te Vlissingen aan S. R e ij n d e r s Hz., als 2e luit. a la suite. Voorts bij de dd. schutterij benoemdbij die te Middelburg, tot ofllc. van gez. 2e kl. J J. B e r d e n i s Van Berlekom; bij die te Kuitenbuig tot cffic. van gez. 3e kl. a la suite J. Ilocke II oogen boom, thans schutter. Benoemd tot burg. der gem. Noordwijk jhr. mr. J. II. J. Quarles Van Ufford, burg. van Aksel, met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. De zomervergadering der Vereeniging van Burge meesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland zal gehouden worden op Donderdag den 10 Juli a. s. des voormiddags te 11 uren in het pavi'joen aan den steiger te Hoedekenskerke. Behalve de afdoening van huishoudelijke werkzaamheden en voorkomende zaken zal de bespreking plaats hebben van de mogelijkheid der oprichting van een fonds voor Zealand tot, uitkeering eener jaarlijksche som aan Burgemeesters, Secretarissen en Oatvang-rs der gemeenten, wanneer zij op zekeren leeftijd, buitsn eigen schuld, van hunne betrekking ontheven worden. Gelijk bekend is, werd in de voor jaarsvergadering door de commissie ad hoe, bestaande uit de beeren J. J. Ramondt, wethouier van Goes, Z D. Van der Bilt La Motthe, burgem'ester van 's-Hoer Abtskerke en J. H. O. Dominicus, secretaris van Kruiniogen, hieromtrent rapport uitgebracht en is naar aanleiding van dit rapport hst advies der zustervereenigingen in Zeeland gevraagd geworden. Door den gemeenteraad van Ter-Neuzen is aan de Prov. Staten een adres gericht, verzoekende ver betering in den Prov. stoombootdienstopde Wester-Schelde, voor zooverre dit Ter-Neu zenVlissingen v. v. betreft. (Ter-N. Ct.) Da Maasbode sluit zich geheel aan bij het on gunstig oordeel, door Tijd en Centrum over de o n t- werp-legerwet geveld. x>E>-n enkel» blik in de voornaamste bepalingen der leger wet, schrijft het blad, is voldoende om te doen zien, dat de heer Bergansius zeer aandachtig geluisterd heeft naar het anderhalf dozijn leden, die do Staats commissie hebben gevormd, maar volstrekt doof is geweest, toen anderhalf millioen r. katholieken in ver gadering eu pers hunne meening over het militaire vraagstuk hebben uitgedrukt. Zijne geloofsgenooten hebben eenvoudig voor den minister van oorlog niet bestaan. Geen stom woord over hunne argumenten in zijne Mam. v. Toel.Maar gelukkig is legerwetten schrijven en legerwetten in het Staatsblad brengen nog niet hetzelfde. En de heer Bergansius heeft de zijne zoo geschreveD, dat zij wel niet in het Staatsblad komen zal. Wij zijn nog geen Spartanen, en met dezen verschrikkelijken oorlogsman gaan wij, kalme Nederlanders, niet mee. Niet de r.-katholieken alleen zullen rillen en beven bij dit buitensporige militairisme» en het is gemakkelijk te begrijpen, waarom de Raad van State dit ontwerp door een allerongunstigst oordeel gebrandmerkt heeft. Persoonlijke dienstplicht, jaarlijks 4700 soldaten meer naar de kazerns, 8 jaar dienst in plaats van 5, allerhande voordeelen voor de steden ten nadeele van bet platteland, jaarlijks 11/2 millioen meer op de begrooting (en men weet, dat zulke ramingen altijd tegenvallen), rnein Liebchen, was willst du noch mehr? »Voor ons, r.-katholieken, zijn thans twee dingen broodnoodig, om de invoeringen dezer allerhatelijkste wet te voorkomenop de eerste plaats moeten wij God bidden, dat Hij in Zijne barmhartigheid ons dier baar vaderland voor deze ramp beware en vervolgens moeten wij zoo eendrachtig mogelijk zijn. Wij allen hebben ons verklaard tegen den persoonlijken dienst plicht de verschillen, welke onder ons bestonden, zijn, hopen wij, in de discussie verdwenen, en wij kunnen nu schouder aan schouder optrekken tegen dazen vijand van ons zedelijk en stoffelijk welzijn." Dat de legerwetnu eerst gekomen is, nu de Kamer op het punt staat van uiteen te gaan, schrijft de liberale briefschrijver in de Zaanlandsclie Ct. aan politieke berekening toe. Het zal meevallen, zegt hij, als in het begin van 1891 het voorloopig verslag kan verschijnen. Wordt er een zelfstandige commissie vAn rapporteurs benoemd, die na vaststelling van een leiddraad, als bij de schoolwet, na het onder zoek in de sectiën, met de regeering in overleg treedt, dan wordt het Maart of April, voordat het verslag in het licht kan verschijnen. Ea aangezien de Kamer zeker in April zal uiteengaan met het oog op de Juni- verbiezingen, staat het wel vast als een een psal boven water, dat de stembus zal worden geopend, vóórdat de defensie-voorstellen zijn behandeld. Daarom is het, meent de briefschrijver, te doen. De indiening der wet getuigt van moeddie moed is echter, volgens den schrijver, niets dan een schijn- vertooning. Door het gekozen oogenblik voor de indie ning der legerwetten is de schijn gered van vrees voor de clericalenmaar tevens de mogelijkheid afgesneden, dat de wet nog vóór de verkiezingen van 1891 in werking komt. Dj zitting der Tweede Kamer begon Vrijdag met een belangrijk incident, waarvan in ons Kamer-telegram slechts met een enkol woord melding werd gemaakt. De Minister van Binnen!. Zaken, de heer De Savornin Lihman, erlangde op zijn verzoek het woord. Aanleiding daartoe vond hij in het gezegde waar mede Donderdag de heer Domela Nieuwenhuis zijne rede eindigde. Aan de Mnisters-tafel was het ei it verstaan, maar naar aanleiding van hetgeen de ver slagen bevatten, heeft de Minister den heer Nieuwen huis gevraagd, wat hij gezegd heeft, waarop de heer Nieuwenhuis schriftelijk verklaard heeft gezegd te hebben, dat de Minister ook een oproermaker is ge noemd, dat de Minister en hij elkander dus niets te verwijten hebben en dat, meen ie de Minister daarin een persoonlijk feit te vinden, hij dat zelf moest weten. De Minister nu achtte het hoog noodig op die aan tijging te antwoorden. Als zij persoonlijk door den heer Domela Nieuwenhuis ware geschied, zou hij er niet op antwoorden, maar hetgeen hij gezegd heeft, wordt hem sinds jaren in poli ieke en kerkelijke cou ranten ten laste gelegd. Steeds heeft de Minister daarop gezwegen. Maar nu de aanvoerder van de socialisten ook in deze Kamer dat woord gebruikt, zou het, onweersproken blijvende, als een fait acquis kunnen aangemerkt worden, alsof de Minister werkelijk een rustverstoorder ware geweest en r,u wenscht hij te constateeren ten aanhoore der geheele natie, dat hij zich nooit schuldig heeft gemaakt aan rustverstoring, noch in private, noch in openbare betrekking. Steeds heeft hij het christelijk beginsel gehuldigd, dat verzet streng moet Worden afgekeurd. Dat wil hij hier con stateeren en als nu de beschuldiging voortaan weer mocht worden uitgesproken dan hoopt de Minister, dat het in zoodanigen vorm zal geschieden, dat de Minister het voor den rechter zal kunnen brengen als Minister des Konings mag hij zich toch in zulk een hatelijk daglicht niet doen stellen. Is hij weder als Minister afgetreden, dan zal hij zich aan zilke aantijgingen niet storen, maar als het tijdens zijn Ministerschap hier weder gebeurt, dan zal hij 't voor den rechter brengen, niet om zich te wreken, maar om te doen constateeren da onwaarheid. Naar aanleiding hiervan zegt de verslaggever van het Vaderl. o. a. »'t Is wel eenigszins zonderling, dat men een per soonlijk feit ontdekt, na zich beslap9n te hebben, maar het toont in elk geval, dat de heer Lihman, sedert bij de groene banken heeft verlaten voor de groene tafel, nog nht de onaandoenlijkhei i deelachtig is geworden, die de staatsman bij langdurige uitoefening van 't gezag van zelf erlangt, 't Is overigens waar schijnlijk, dat 's Ministers verzet tegen een uiting van den heer Nieuwenhuis meer over diens hoofd heen tot anderen buiten de Kamer was gericht. Zoover ons bekend, is rustverstoring" of onrust stokerij" geen juridisch bogrip. Het is dus geen straf baar feit, maar ook de gevallen kunnen aanwezig zijn, dat het wekken van onrust of het verstoren van rust bij al te rustige toestanden eerder geprezen dan gelaakt dient te worden. Wij kunnen echter begrijpen, dat de heer Lobman opkwam tegen gelijkstelling van hetgeen l hij ooit heeft gedaan met het verstoren der orde of mat het opwekken tot feitelijk- heden, gelijk vaak van socialistische zijde geschiidt.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1