1890. N°. 71. Donderdag 19 Juni. 7?1" jaargang. BIIVOEGSE cs*e2sc&e&a*— De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woenadag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, ïoo hinnon als buiten Goes, f 1,75* Behalve aau ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad verder ^^5= aangenomen bij deheeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterda bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 6 ©snt per regel. BERICHT. Met 1 Juli a. s. mogen heeren post directeuren geene couranten meer leveren dan tegen vooruitbetaling. De op ons blad door middel van een postdirecteur geabonneerden, die tegen bedoelde voor uitbetaling bezwaar hebben, gelieven zich bij een boekhandelaar of direct aan ons bureau aantemelden, als wanneer de toezending op de gewone wijze, d. i. tegen betaling na een kwartaal of na een jaar, zal geschieden. Tijdige opgave wordt verzocht teneinde vertraging te voorkomen. Voor hulpkantoren (brievengaarders) geldt de nieuwe maatregel niet, zoodat men op het platteland op de gewone wijze bij de brievengaarders geabonneerd kan blijven. Voor lerseke, dat een postkantoor (geen hulpkantoor) is, belast de boek handelaar D. VOGEL zich met de leve ring der tegenwoordige post-abonne- menten. Goes, 1G Juni 1890. De Administratie der Goesche Courant. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Bij het debat over de spoorwegovereenkomsten zette de Minister van financiën de verdediging voort met de betooging, dat de voorwaarden van aankoop der Rijnspoor niet zoo bijzonder voordeelig zijn, waar de exploitatie-Maatschappij reeds vroeger aan de Rijn- spoor voordeelig aanbod deed. Hij noemde den fiuanciëelen toestand een bevredi genden en stelde vooral in het licht, dat het Rijk bij naasting in 1898, aan de Rijnspoor veel meer premie zou moeten betalen. Een officiëus onderzoek der boe ken van de Rijnspoor was reeds een maand geleden ingesteld, waarvan de voorloopige resultaten der Re geering geen aanleiding gaven, den koning te advi- seeren de ontwerpen niet te bekrachtigen. Da Minister kwam tot de slotsom, dat de contrac ten, in onderling verband beschouwd, geen nadeelen en geen zware lasten aan den staat opleggen, terwijl zij evenmin de naasting bemoeielijken. De heer Gleichman verwachtte van die contracten niet de gezonde concurrentie op spoorweggebied, die de Regeering voorspiegelde, en vond den koopprijs onmatig hoog. Ook hij critiseerde tal van posten op de Rijnspoor-balans. Verder voerden nog het woord de heeren Farn- combe Sanders, Mees, Heldt en A. Van Dedem. Rechtszaken. De Arrondiseements-rechtbank te Middelburg ■veroordeelde Dinsdag wegens huisvredebreukQ. T., 25 jen M. G., 18 j., te Kapelle, i6der tot /3 b. 8. 3 d. h. A. G. te Serooekerke (W.) is bij de Maandag voor het kantongerecht te Middelburg gehouden uit spraak in da kerkelijke taak van Serooskerke veroor deeld tot betaling van den gevorderden hoofdelijken omslag en in de kosten verwezen. Het 4-3e Landhuishoudkundig Congres. Vervolg.) Dinsdagmorgen te negen uren zouden de afdeelingen, ieder afzonderlijk, vergaderen maar al spoedig kwam men overeen zich bij elkander te voegen en beurtelings «enige vraagpunten van elke afdeeling te behandelen. Dj heer Cremer van Oosterbeek opende nu de ge combineerde vergadering in de hoop, dat waar hij reeds 42 maal het voorzitterschap eener afdeeling had waargenomen, 13 voor hem geen ongeluksgetal zou zijn. Allereerst kwam aan de orde punt 1 Welke ondervindingen zijn hier te lande opgedaan met het bewaren van inaengeperst groenvoeder in mijt'n (duitschP/essf iraec) wairvan het stelsel van Blunt o. a. beschreven is in het Maandblad voor den Nederlandschen landbouwer, No. 1 en 3 van 1889. Verdient deze wijze van bewaren van groenvoeder aanbeveling? Of zou wellicht volgens een voorstel gedaan in de Landbouw Courant van 7 Maart 1889, het weder uiteenwerpen van het aan erne mijt ge zette groenvoeder, nadat dit een zekere broeiing heeft ondergaan, in sommige omstandigheden nog de voorkeur verdienen. Da heer J. Zijp Kz. leidde de bespreking van dit vraagpunt in en was van oordeel, dat de pers wel nut kan doen, maar te duur is 190). Aan de bespre king namen behalve de inleider nog deel da heeren Stout uit Tie), Heidema van Westernieland en Rein- ders van Wageningen. De conclusie wasdat de pers van Blunt meerdere waarde heeft dan de gewone ensilage, doch dat verdere proefnemingen noodzakelijk zijn. Punt 2: Is er ook iets bekend van ondervindingen in ons land opgedaan met het gebruik van machines om hulpmeststoffan uit te strooien Wij noemen Schlör's Düogjrstreuer door de commissie van het proef station voor nieuwe landbouwwerktuigen te Halle aanbevolen en die van Bierema te Usqaert, welke in het Noorden van ons land met succes wordt gebruikt. werd ter bespreking ingeleid door den heer P. B. Bierema te Usquert, die eene verbeterde machine, welke minder kost, heeft doen vervaardigen. Na langdurige bespreking, waaraan, behalve de in leider deel namen de heeren Zijp, Stout en Van den Bosch van Wilhelminadorp, welke laatste nog afbeel dingen liet circuleeren van een op de groote tentoon stelling te Windsor aanwezigen atmosferischen strooier) werd door dm heer Stout toegezegd, dat hij dezen strooier zal ontbieden en verklaarde de heer B erema zich bereid zijn werktuig te zenden naar Hollandsch Noorderkwartierdoor welke landbouwvereeniging onder presidium van den heer Zijp dan eene proef zal worden genomen, evenals dit met Schlör's ma china gedaan is. Nu werd behandeld punt 5 Welke nieuwe mid leien bestaan er tegen door zwammen veroorzaakte ziekten in Landbouwge wassen Op bevattelijke wijze deelde de heer dr. E. Giltsy, leeraar aan de landbouwschool te WageniDgen, eenige door hem genomen proeven mede, om de stuif- en steenbrand in sommige graangewassen te voorkomen, alsmede de verrassende uitkomsten, die daarvan nu reeds, ofschoon de vrucht nog Diet rijp is, te bespeuren zijn. Op verzoek van den voorzitter, ondersteund door eenige leden, verklaarde de inleider zich bereid, om zijne mededeelingen, aangevuld met wat de oogst zal aan den dag brengen, in schrift te stellen en aanhet congresbestuur af te staan, om ze als bijlage bij het verslag op te nemen. Da heer D. Fontein de Jong, voorzitter der 2e af deeling, nam nu dan hamer over, waarna tot onder voorzitter van die afdeeling werd aangewezen de heer J. Zijp Kz. Allereerst werd behandeld pont 23 Zoude het niet aanbeveling verdienen, dat de kleine vereanigingen tot onderlinge verzekering tegen hagelschade, zich in ééne algemeene Nederlandsche Vereeniging oplossen? De heer Fontein de Jong, die de bespreking inleidde en toonde, bijzonder veel werk van het onderwerp ge maakt te hebben, kwam tot de conclusie, dat samen werking van alle bestaande vereenigingen, zonder dat elk van deze hare zelfstandigheid behoeft prijs te geven, dus eene soort van foederatie, gewenscht, maar dat hagelverzekering, vóór alles, noodzakelijk is. Aan het debat werd deelgenomen door de heeren Zijp, Heidema, Cremer en G. A. Vorsterman Van Oyjn van Aardenburg en ten slotte de conclusie van den inleider goedgekeurd. Daarna kwam aan de orde punt 26 Is het wenschelijk dat het Congres bij de Regee ring stappen doe om te bevorderen, dat de Remon tecommissie het publiek in kennis stelle met de gebreken, die zij heeft gevonden aan de voor de Remonte aangeboden paarden, in de verschillende streken des lands? De heer Heidema leidde de bespreking in, door er op te wijzen, dat de minister wel zich bereid heeft verklaard, de gebreken dar aangebodjn paarden aan de eigenaars te doen kennen, maar spr. wenscht een behoorlijk rapport der Remonte-commissie. Hierover ontstond een langdurig debat, waaraan de heeren Boonzager van Kist, Cremer, Zijp, Breebaart en Vorsterman Van Oyin deelnamen. De conclusie was, dat paardenfokkerij voor de remonte geenszins voor den landoouw is aan te be- i velen, en dat het openbaar maken der door de remonte- i commissie in de haar aangeboden paarden ontdekte gebreken, geenszins gewenscht is. Ejd zeer gewichtig en, naar de behandeling, zeer gewenscht vraagpunt kwam nu aan de orde. Hot werd ingeleid door den heer J. P. Westerdijk van Oosterwijtwerd, en luidde: Kloven in Nederland het grondbezit gebreken aan, zoo ja, op welke wijze zou men die kunnen doen verminderen of verdwijnen De heeren Zijp, Stigter van Goes, Breebaart. C. J. II. Van don Broek van Middelharnis, dr. K. H. M. Van der Zande van Leeuwarden, Fontein De Jong en Velthuis voerden het woord en door den inleider werd geconstateerd, dat door de statistiek nog geen voldoend licht is verspreid, om een beslist ooi deel uit te spreken. De heer Zijp wenschte het punt nog in esne volgende vergadering te bespreken. Na eenig debat word goedgevonden de bespreking voorttezetten in eene buitengewone bijeenkomst, die des avonds te 7 uren zal gehouden wordeD. In die vergadering werd eindelijk na zeer langdurige debatten de volgende conclusie genomen »De vergadering, gehoord de discussiën, verklaart aan het congresbestuur als hare meening mede te deelen, dat gebreken kleven aan het eigendomsrecht en dat onder de middelen tot verbetering behooren a. afschaffing van mutatierechtenen b. wijziging van de gemeentewet, teneinde mogelijkheid te openen ook door de heffiog eener plaatselijke directe belasting van uitwonende eigenarenen stelt voor hiervan mede- deeling te doen aan het landbouw-comité." Te 2 uren werd de eerste algemeene vergadering van het congres in de groote zaal der sociëteit V. O. V. geopend door den voorzitter, den heer G. J. Van den Bosch, met eene rede, waarin hij begon met de ver klaring, dat hij, al had hij de leiding van het congres op zich genomen, niet wenschte beschouwd te worden als deskundig-autoriteit, maar als een eenvoudig land bouwer onder zijne vakgenooten. Het was hem verder een aangename plicht, don leden, uit alle oorden des lands samengekomen, het welkom toe te roepen, vooral ook aan de dames, die door hare tegenwoordigheid blijk gaven, dat ook haar do landbouwbelangen niet onverschillig wareö. Hij braebt haar daarvoor namens do leden zijne dankbare hulde. (Applaus). Vervolgens ging spr. na de groote ontwikkeling, die de landbouw hal ondergaan sedert 1851, toen voor de eerste maal het congres in Zeeland en wèl ook in deze stad werd gehoudeD. Als bewijzen voor die ont wikkeling haalde hij aan de verbeterde ploegen, de zaai werktuigen en vele kleinere werktuigen en de dotschmachines (daarbij herinnerende, dat het vlegel- dorschen als middel tot werkverschaffing toch nog in zwang blijft)het streven naar samenwerking onder de landbouwers, getuigen do vele dorpsvereenigingen, vooral ten doel hebbende den aankoop van kunstmest- stoffjn en zaaigranende verbetering van den vee stapel door invoering van en kruising met vreemde rassende verbeterde verkeersmiddelen en wegen, dank zij de rentelooze voorschotten der provinciënde op richting van stoomgemalen ter verbetering van de suatie. Uit dit alles blijkt, dat de landbouwer begreep, dat stilstand achteruitgang is en dat men steeds voorwaarts moet streven om aan de waarlijk overstelpende con currentie van het buitenland het hoofd te kunnen bieden. Daartoe is vooral ook noodig de ontwikkeling van h^t landbouwonderwijs. Wel hebben we de school te Wageningen en enkele vakscholen voor zuivelbe reiding, doch we missen nog het lager landbouw onderwijs en de weinig kostbare winterscholen, zooals in Duitschland bestaan, de landbouwleeraars, d e in België en Frankrijk over het geheele land verdeeld zijn en nuttige wenken aan de landbouwers geven. Voorts moet de aandacht meer en meer gevestigd worden op de uitbreiding van het bedrijfskapitaal door verbetering van het kredietwezen, de oprichting van groote en kleine kredietbanken, waarbij spr. herin nerde aan de kredietinrichting van Reiffjizen. Te dien opzichte behoort samenwerking hier te lande nog tot de uitzonderingen in vergelijking met Duitschland, waar men tal van Gcnossenschaften telt voor ver schillende doeleiaden. Nog herinnerde spr. aan de staatszorg, die zich in de laatste jaren ook tot den landbouw uitstrekt, zooals blijkt uit de in hst leven geroepen landbouwcommissie, de wet tot wering van knoeierijen in den boterhandel, de subsidiën voor de proefvelden en de zuivelvak- scholen, de oprichting van enkele proefstations en den steun aan de paardenfokkerij verleend. Door een krachtig streven naar verbetering, gesteund door de regeering, kan de lardbouw een goede toe komst tegemoet gaan. Spr, hoopte, dat ook de be sprekingen van dit congres aan de voorbereiding daar toe nuttig mogen zijn. Met deren wensch verklaarde hij het 43e landhuisbo dkucdig congres geopend. Alsnu werd mededeeling gedaan in de eerste plaats van een brief namens Z M. den Koning, waarin wordt dank betuigd voor de toezending van eeu programma en de beste wenschen worden geuit voor het welslagen van he1; congres. De voorzitter stelde voor aan Z. M., die in 1851 hier het congres bijwoonde en dit zeker thans weder zou gedaan hebben als Zijne gezondheid dit veroorloofde, daar Hij altijd getoond heeft hoog belang te stellen in deze hoofdbron onzer volkswelvaart, een adres van hulde te zenden. (Applaus.) Verder waren nog ingekomen brieven van da Mi nisters van Binn. Zaken, van Waterstaat, Handel en Nijverheid en vai Oorlog en van den oud-mini8ter Heemskerk, houdende bericht, dat zij verhinderd zijn aan de uitnoodiging tot bijwoning van het congres gevolg te geven enkele brieven van het vorig con gresbestuur ter begeleiding van missives: lo. van den min. van oorlog, waarin deze verklaarde, dat de re geering de opleiding van hoefsmeden steunt door aan 17 jongelieden de gelegenheid te geven in dat vak een cursus bij te wonen en aan 8 miliciens Nan de bereden artillerie om zich aan de hoefsmidsschool te Amersfoort in dat vak voor de burger-maatschappij te bekwamenvan den mir, van Buit. Zaken, hou dende opgave van verschillende kantoren van invoer voor planten en gewassen uit België, met verzoek om mededeeling of men nog meerdere stations zou ver langen, en zoo ja, welke. (Verzonden naar de le af deeling). 3o. Brief van den heer De Waard over de verbetering van heidegronden. (Verzonden naar de le afdeeling). 4o.t Brief van den heer Van Schouwen over de proefvelden. (Verzonden naar de gecombineerde ver gadering). Op dit oogenblik trad de eere-voorzitter van het congres, jhr. mr. De Brauw, Commissaris des Konings in deze provincie, de zaal binnen, die door den voor zitter welkom werd geheeten, daarbij eraan herinne rende hoe Z. II. EG. den landbouw een warm hart toedraagt (applaus.) Jhr. mr. Da Brauw begon mat zijne excuses aan te bieden, dat hij zoo laat kwam, doch hij kon niet den geheelen dag hierheen komen en hij wist boven dien, dat het congres een voorzitter b^zat, die geen eere-voorzitter naast zich beh09fJe. Hij verklaarde ove rigens een groot voorstander van den landbouw te zijn, dazen tak van bestaan in het algemeea en vooral voor Zeeland in 't bij «onder een warm hart toe te dragen en uitte zijne beste wenschen voor het wel slagen van dit congres. De agenda vervolgende deelde de voorzitter nog mede dat Zwolle, de bakermat van Sloet, den stichter der congressen, zich bereid had verklaard het congres het volgend jaar te ontvangen, nadat Venloo en Roer- mond hadden bedankt. Hierna werd deze eerste vergadiring gesloten. Des avonds gaf het harmoni «gezelschap vEuphonia" in de sociëteit V. O. V. een welgeslaagd concert. Jammer, dat het ongunstige weder het noodzakelijk maakte dit ia de groote zaal te geven, waardoor ook de voorgenomen verlicht ng van den tuin niet kon doorgaan. Da zaal leverde niettemin, dank z«j de goede zorgen van den heer E. Van den Bosch, die haar keurig had versierd, een aangenamen aanblik op. Het publijk was aanvankelijk niet talrijk, doch later toen de avondvergadering was afgeloop8n, geraakte de zaal tamelijk wel bezet. Aan het einde van de pauze stelde de heer Z. D. V. d. Bilt La Motthe een dronk ii op Z. M. den Kooi ig, waarmede de aanweii?en met geestdrift i istemlen, terwijl de muzi >k het Wijn Neêrlandsch bloed speelde. Hedenmorgen te 9 uren vjrgaderden de afdeelingen elk afzonderlijk. Ia de le afdeeling kwam aan de orda punt 13, luiitnde Beweegt zich de veefokkerij niet in eene gevaar lijke richting, door bijaa uitsluitend op groote melk productie te werken, en wat kan worlen gedaan om ook een groot vetgehalte te verkrijgen, hetwelk mat het oog op den verkoop der malk aan de boter- fabrieken en op den uitvoer van fokvee naar het buitenland steeds meer op den voorgrond treedt Dit punt werd ingeleid door den heer E. Van den Bo3ch te Goes, terwijl aan de discussiën deelnamen de heeren Rtnkes Borger, Broekema, prof. Miyjr, dr. V. d. Sande en Cremer. Als conclusie werd aangek nomen, dat de vergadering van gevoelen is, dat m >er moet worden gewerkt op veredeling van het vee, ter verkrijging van grooter vetgehalte bij de melkproductie» zooais dit ook ia andere laaden het geval is.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina bijlage 1