FEUILLETON.
Door vreemden wil beheerscht.
ff humeur met andere machten in den Staat. Het is
niet te ontkennen, dat eone ministeriëele crisis op dit
oogen blik het eenige middel is om het uiteenvallen
van de meerderheid in de Tweede Kamer op het
militaire vraagstuk te behoeden, maar wanneer de
Regeering eeD conflict wenscht, moet zij het zoeken
op zuiver politiek gebied. Moeielijk te vinden is dat
zeker, want met uitzondering van de persoonlijke
dienst quaestie bestaat de regeeringsgezinde meerderheid
in de Tweede Kamer telle quelle nog altijd, zoodat
daar geen politiek corflict mogelijk is. En wanneer
het waar is, wat in de Regeei'ingskringen verzekerd
wordt, dat men in de spoorwegquaestie niet op alle
leden der rechterzijde rekenen kan, dan wordt het
nog moeielijker om in deze aan de politiek geheel
vreemde quaestie een conflict te verwekken met zuiver
politieke gevolgen.
»Dq poging om de tegenpartij er in te laten loopen
en voor de moeielijkheden van den toestand te laten
opdraaien, is zeer novice en weinig handigzij schijnt
mij te bewijzen dat de Regeering zelve erkent, dat
zij de zaken verbroddeld heeft, en geen kans ziet op
herstel. In die omstandigheden zou aftreding geen
honorable retraitemaar een bekentenis van onmacht
moeten heeten."
Door de geneeskundige staatscommissie te Am
sterdam is bevorderd tot arts de hoer C. J. W a r n-
s i n k cand.-arts.
Te Utrecht is tot arts bevorderd de heer P. 3.
G o 1 u k.
Met ingang van 1 Juli a. s. is verplaatst de
komm. 2 kl. J. P. V a n B a r t e 1 van Walsoorden
naar Hansweert.
Door de Antirevolutionaire kiesvereeniging op
het eilaad Tolen is tot candidaat voor lid van de
Provinciale Staten gesteld de heer Jhr. Mr. J. H. L.
van Buren, kantonrechter te Tolen.
De verkiezing voor de Tweede Kamer
in het district Meppel, tengevolge der benoeming van
den haer SmeeDge tot kantonrechter, is bepaald op
24 Juni, eventueele herstemming op 8 Juli.
De Staatscommissie voor den land
bouw heeft drie langdurige zittingen gewijd aan de
behandeling van plaatselijke landbouwtoestanden en
zal den 25 Juni de afdeelingswerkzaamheden hervatten.
Bij de regeering is in bewerking genomen een
wetsontwerp, strekkende om de provinciale wet
in overeenstemming te brengen met art 136, 2e lid,
der grondwet (ten aanzien der regelen voor de heffing
der provinciale belastingen en der vaststellirg van de
daartoe betrekkelijke verordeningen).
De commissie van rapporteurs over de post-
wet kwam Vrijdag reeds bijeeD, naar aanleiding van
het afdeeliDgsonderzoek der Tweede Kamer.
De betrekking van Nederlandsch Con
sul te Antwerpen, open door overlijden van den titu
laris, zal niet weder worden vervuld.
Aan het centraalbureau der maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen te Utrecht zal op 12,
43, 44 en 46 dezer examen worden gehouden voor
surnumerair. Tot dat examen zullen alleen toe
gelaten worden pirsonen, die reeds in dienst der
Maatschappij zijn, alsmede zoons van ambtenaron, be
ambten en werklieden.
43) (Vervolg.)
Betty uitte een halfgesmoorden kreet en maakte
eene beweging alsof ze wilde vluchten maar als door
magnetische kracht gedwongen bleven hare oogen ge
vestigd op die van Silantieri, wiens pupillen zich scheren
te vernauwen en phosphorisch licht schenen uit te
stralen. Steeds den blik op het meisje vestigende kwam
hij langzaam op haar toe, de éene hand uitgestrekt
en met de vingers in de richting van haar lichaam
door de lucht zwaaiend. Betty's blikken werdjn steeds
strakker en haar gelaat werd wasachtig bleek. Hare
ledematen schenen machteloos te worden. Zij zonk op
de knieën en scheen, met het hoofd tegen den wagen
gesteund, waarin het kind lag te sluimeren, zelf ook
in te slapen. Salantieri trad dicht op haar toe, haar
ademhaling werd gejaagder en do oogloden vie'eo over
de gebroken oogen neder. Salantieri strekte de hand
over baar hoofd uit en bewoog zijne vingers in snellen
kringloop alsof hij zaadkorrels over haar uitstrooide.
Hoort ge mij" vro»g hij zicht, »zijt gij in staat
mijn wil te begrijpen
Betty maakte eene beweging alsof zij wilde opstaan.
Er kwamen rimpels op haar voorhoofd, haar oogleden
trilden en het scheen alsof zij aan de macht, die over
haar heerschte, weerstand wilde bieden.
De pupillen van Salantieri werden steeds nauwer.
Altijd vlugger bewoog hij zijne hand boven Betty's
hoofd en eindelijk streek, hij met de toppan zijner
vingers zacht langs haar gelaat.
»Givoelt gij mijn wil? Zult ge mij gehoorzamen?"
vroeg hij.
Bitty zonk neg meer itean en elk t'eken van tegen
stand verdween van haar gelaat. Zij liet het hoofd
zakken, en als een zucht klonk het zecht van hare
lippen»Ik gevoel het ik zal gehoorzamen".
rLuister dan goed ztide Salantieri. »Ik heb on
langs aan den arm der vorstin een bracelet gezien
met een prachtig geslepen diamant naderhand niet
meer draagt zij dien armband dikwijls
uNeen, zeer zelden, het is een familiekleinood, waar
aan zij groote waarde hecht en waarvan zij gelooft,
dat het een beschermende kracht bezit" antwoordde
Betty op een eigenaardiger] toon met een doff ju klank,
alsof zij in een droom sprak.
Weder kwamen er rimpels op het voorhoofd van
het mei'jf en nogmaals scheen zij zich tegen den wil,
die hair beheerschte. in verzet te willen komen, maar
Salantieri streek eenige malm met de hand snel over
Vrijdag werd te 's Gravenhage eene algemeene
vergadering gehouden van de Vereeniging tot bevor
dering van de christelijke heiliging van den
Zondag, o. a. ter bespreking van de vraag, wat er
vanwege het genootschap kon worden gedaan om
werklieden op Zaterdag tijdig den arbeid te doen sta
ken, ten einde hen in de gelegenheid te stellen op
dien dag hunne inkoopen te doen. Uit de bespreking
bleek, dat er tegen het tijdig staken van den arbeid
op Zaterdag nog al bezwaren zouden bestaan. Men
besloot zich tot de van rogeeringswege benoemde En
quête-commissie te wenden, ten einde aan deze gegevens
te verschaffen met betrekking tot de in de maatschappij
bestaande belemmeringen voor de heiliging van den
Zondag, terwijl men tot bereiking van het beoogde
doel ook samenwerking zal trachten te vorkrijgen met
de Vereeniging ter bevordering van de Zondagsrust.
Het Utr. Dbd. bevat het weer overzicht
over de maand Mei 4890, waarin o. a. het volgende
voorkomt
De temperatuur als een der hoofdfactoren bij de
beoordeeüng van het Wfêr in aanmerking nemende,
kan men zeggen, dat de afgeloopen maand een schoone
Mei is geweest. De laatste zes dagen, benevens de 43
en 14 en de 24, die te koud waren, de 31 zelfs
meer dan 5° C., bonden de gemiddelde temperatuur
niet benoden de normale doen dalen. De overige dagen,
vooral de 19, de warmste van de maand, die 6.7° te
warm was, hebben bewerkt dat de temporatuur 1.7°
boven de normale gebleven is. Ds gevreesde zooge
naamde ijsheiligen, Mamertus, Pancratius en Sarvatius,
4012 Mei, waarvoor zich ook Frederik de Groote
moest buigen, toen zijn oranjerie, te Sans Souci be
vroor, hebben ditmaal hun naam niet kannen hand
haven, maar zonden ons warm weêr met meest zui
delijken wind.
De hoeveelheid te Utrecht gevallen regen 29.5
m.M., bleef 20 m.M. beneden de normale. Slechts 8
regendagen, d. w. z. dagen waarop moer dan O 5 m.M.
regen is gevallen, kwamen in deze maand voor.
Het aantal onweersdagen bedraagt 14, en in het
geheel zijn er 644 onweersberichten ontvangen. Hier
van hadden er 422 op den 9 en 142 op den 18
betrekking. De meeste onweders gingen met inslag
gepaard.
KarkeSpe ZaSisfs sii Onderwijs.
Gisteravond arriveerde hier met den trein van
8.20 Z. D. H. Monseigneur Bottemanne, bisschop te
Haarlem, die hedenmorgen bij een plechtigen dienst
aan een groot aantal kinderen uit Ilansweerd en Goes
het H. Vormsel toediende. Ter zijner eer woei uit de
woningen der katholieken de vaderlandsche vlag.
Hedenavond vertrekt Z. D. H. naar Middelburg.
Beroepen te Middelburg ds. A. Fetter te Wie-
ringerwaard Stdte Drtisehor dhr. R. J. Üazelhof,
canl. te Blijham te Grijpskerke de heer P. Van
Willemswaard te Schoonhoven, die bedankte voor het
beroep naar Kerkwerve.
Heinkenszaiid. Gistervoormiddag werd de heer J. D
Van Spankeren, beroepen predikant bij de Ned. Herv.
Gem. alhier, in zijn ambt bevestigd door ds. Giltay
van 's-Heer Arendskerke, naar aanleiding van de woor
den uit 2 Cninthen 42 vers 44: »want ik zoek niet
het Uwe, maar U." Des namiddags deed de nieuwe
leeraar zijne intrede, waarhij hij tot tekst had gekozen
haar gelaat tot zij weder ineen zakte.
sGoed" zeide hij, »luister nu. Waar bewaart de
vorstin dien armbanl?'
>In haar kleedkamer in haar juweelkast".
»Hdbt gij toegaDg tot die kleedkamer?"
»Zij grenst aan de kamer, waai in ik met het kind
slaap".
Aanstaanden nacht", ging Salantieri voort, umoet
gij deQ armband uit de juweelkast der vorstin weg
nemen".
Er drong een reutelende toon uit Betty's keel en
hare gelaatstrekken namen eene uitdrukking van ont
zetting aan, maar Salantieri streek nog sterker over
haar gezicht en zijne oogen schoten nog meer stralen.
Zij boog het hoofd opnieuw en weder klonk het als
een zucht, bijna onhoorbaar: »Ja!"
j>Als gij den armband hebt weggenomen moet gij
op deze zelfde plek komen en op mij wachten. Hebt
gij mij begrepen?"
»Ik heb u begrepen; ik zal g«hoo-*zam3n".
»Gij moet vergeten", zeide Salantieri, »dat ik u
bevolen heb dit alles te doen; gij moet uw afkeer
van mij vergeten en haar nooit onder woorden brengen
gij moei alles wat gij gedaan hebt, bekennen, als de
vorst u ondervraagt en er altijd bij blijven, dat gij
alles uit eigen beweging gedaan hobt."
B-tty liet met een diepen zucht h6t hoofd nog lager
ziok^n.
x»Oatwaak nu" vervolgde Salantieri, terwijl hij zacht
met zijne hand voor haar voorhoofd heen en weder
zwaaide, ^ontwaak, ontwaak
Nogmaals liet hij een kouden luchtstroom langs het
gezicht van de slapende gaan,, keerde zich daarna
om en verdween ijlings in de zijlaan, waaruit hij ge
komen was.
Betty stond langzaam uit hare ineengedoken houding
op, opende de oogen en bracht de hand aan het voor
hoofd. Zij keek om zich heen alsof zij moest nadenken
waar zij was. slloe vreemd" sprak ze, x>het schijnt
mij bijna alsof ik g'slapen heb en gedroomd van
ik weet zelf niet wat 1 Hoe is het mogelijk, dat iemand
zoo in gedachten verdiept ban geraken ik heb
zeker aan Vincentios gedacht, dn zoo goed en trouw
hartig met mij heeft gesproken en van wien ik zoo
veel houd, o, zooveel wat zullen wij gelukkig samen
zijnZij lachte, maar niet van harte, en er kwam
een vochtige glans in hare oogen. »De kleine Kurt is
in slaap geraakt" sprak ze met een blik op het kind.
Zij duwde den wagen voort en keerde vlug naar het
slot terug.
D's avonds waren er gasten. De president von Riesen
was er en ook de heer von Meisenberg.
Da kleine Kurt werd binnengebracht en algemeen
bewonderd. Betty was kalm en bijna onversohillig. Toen
Salantieri nadertrad maakte zij g>eno angstige beweging
Handelingen 4 vers 40. Beide keeren woonde eene
groote schare de plechtigheid bij.
Kruiningen. De voordracht voor hoofd der school
te Hansweerd bestaat uit de heeren J. E. v. d. Slikbe,
onderwijzer te Bergen-op-Zoom W. A. P. F. L. Jacobs,
hoofd der school te CadzandC. Hack, onderwijzer
aan de rijks-leerschool te Middelburg en A. Wijn,
onderwijzer aan de rijks-normaallessen te Alkmaar.
In de twaalfde jaarvergadering van de »Unie"
»een school met den bijbel" zijn tot bestuursleden
benoemd de hearen J. E. N. baron Schimmelpenninck
van der Oye, mr. T. P. baron Mackay. S. T. De Jong,
ds. J. W. A. Notten en jhr. mr. II. M. J. Van Aseh
van Wijk.
In een na de vergadering gehouden bestuursverga
dering werden benoemd tot vooi zittor de heer Schim-
melpamiinck van dar Oye en tot penningmeester da
heer Mackay.
Het verlies van de hh. A. F. Da Savornin Lohman
en J. C. Fabius, resp. als voorzitter en penningmeester,
werd zeer betreurd, doch er werd op gewezen, dat er
reden tot dank is, dat zij- beiden thans, zij het op
gansch andere wijze, geroepen zijn, de belangen van
het onderwijs, dus ook der christelijke school, te
behartigen.
Hot voorstel betreffende het vormen van een School
raad werd aangenomen met 52 tegen 7 stemmen.
De Heraut zegt, dat dhr. mr. W. H. do Savornin
Lohman, benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in
de rechtsgeleerde faculteit bij de Vrije Universiteit",
daar niet optreedt als opvolger van zijnen vader, jhr.
mr. A. F. de Savornin Lohman; deze is voor den
duur van zijn ministerschap op non-activiteit gesteld.
STATISTIEK
Comiló tot wering van Sclioolverznim te Goes,
over Mei 4890.
Op de School A waren gedurende deze maand
441 kinderen Onder dezen waren:
125 kinderen, die geen enkelen schooltijd verzuimden,
16 van 110 verzuimen, en
0 t> meer dan 40 verzuimen hadden.
Het gemiddeld verzuim was 0.6 percent op het
geheele aantal scholieren en schooltijden, tegen 1.3
percent over dezelfde maand in 4889.
Op de School B waren 253 kinderen, waaronder
234 zpnder eenig verzuim,
47 die van 410 verzuimen hadden, en
2 met meer dan 10 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 4.4 percent, tegen
1.4 percent over dezelfde maand in 4889.
Op de School C waren 190 kinderen, waaronder
156 zonder verzuim,
45 met 110 verzuimen,
49 met meer dan 40 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 7 6 percent, tegen 4.4
percont over dezelfde maand in 4889.
Op de School D waren 55 kinderen, waaronder
48 zonder eenig verzuim,
4 met 140 verzuimen,
3 boven de 40 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 4.4 percent, tegen 0.4
percent over dezelfde maand in 4889.
Het verzuim op de openbare scholen te zamen van
4 Januari af tot uit. Mei 1890 bedroeg 2.4 percent,
tegen 2.4 percent over 't zelfde tijdvak in 4889.
zooals andt rszij stond als een zoutpilaar naast den
wagen van het kind. De markies keek haar niet aan
en tij slaakte een diepen zucht toen zij zich kon verwij
deren.
De vorstin h;old zich weder veel met luitenant von
Meisenberg bezig en Salantieri verzuimde niet in het
voorbijgaan den vorst daarop opmerkzaam te maken.
Vervolgens knoopte- zij een gesprek met den president
aanzij bracht het op den jongen officier en prees
meermalen zijne goede eigenschappen.
De president bevestigde alles op tamelijk koeien
toon.
Hij is geknipt om een voortreffelijk huisvader te
zijn" zeide de vorstin met eenigen schroom, want zij
verstond de kunst niet hare bedoeling achter een
onverschillig gelaat te verbergen, »hij zou eene goede
partij voor uwe Geertruida zijn".
Sol daten vrouwen hebben oen ongelukkig lot", ant
woordde de president op scherpen toon. »Een soldaat
heeft hier op aaide geen vast kwartier en een officier
mo'st daarom nooit trouwen. Wanneer hij zich met
volle kracht aan zijn dienst wil wijden, moeten hem
geen zorgen voor vrouw en kind kwellen."
De vorstin zweeg. Het gesprek werd afgebroken en
zij begon te vreezen, dat de diplomatieke opdracht,
die zij voor den heer von Meisenberg en juffrouw von
Riesen op zich genomen had, toch moeielijker zou
blijken dan zij gedacht had.
Voor het overige verliep de avond zeer gewoon en
het Was reeds laat toen he.t gezelschap uiteenging.
De vorstin was vermoeid en bemerkte daardoor niet, dat
Betty bij het nachttoilet stiller was dan anders en
afentoe stilstond alsof zij in gedachten verdiept was
en moeite had zich iets in het geheugen terug te roepan,
wat zij zich met alle geweld wilde herinneren.
Y i o r cl e Hoofdstuk,
Betly was naar de slaapkamer van den kleinen
Kurt g-gaan; daar zat zij langen tijd aan het bedje
van het kind, maar zij sloeg weinig acht op het rustig
slapende knaspje, het was alsof zij maar altijd door
moeite deed zich iets te herinneren of eene gedachte
uit to werkeD, die tij niet goed vatten kon en die zij
telkens weder kwijt raakte. Af en toe stond ze op,
liep onrustig door de kamer op en neder en wrong
de handen alsof zo e6n zwaren strijd met zichzelf streed.
Dit had zoo ongeveer een half uur geduurd, toen
ze eindelijk een vast besluit scheen genomen te hebben.
Hare wenkbrauwen fronsten zich, zij drukte de lippen
vast op elkander, als door een onwillekeurige be
weging viel zij voor het Mariabeeld op de knieën,
strekte de handen omhoog en keek angstig naar de
Moeder Gods, alsof ze hare hulp afsmeekte. Toen stond
ze snol ophet koude zweet parelde op haar voorhoofd,
Gemengde Berichten.
In deze tijden, waarin schier iedereen meer
licht verlangt, mag zeker wel dankbaar herdacht
worden een man, die ons dit gedurende 25 jaren
zooveel hij kon verschafte. Daarom maken wij er gaarne
melding van, dat S. P. Visser alhier morgen (40
Juni) zijn zilveren jubilé zal herdenken als lantaarn
opsteker. Den 40den Juni 4865 als zoodanig in dienst
getredeü, heeft hij heel wat keeren ons pad verlicht,
maar ook tallooze malen in het nachtelijk uur door
alle wéér on wind zijne tournée gemaakt, terwijl zijne
stadgenooten in diepe rust waren gedompeld. Moge
het den man, die in den waren zin des woords zoo
veel stormen over zijn hoofd heeft hooren gaan, maar
niettemin steeds trouw zijn plicht vervulde, morgen
niet aan blijken van belangstelling ontbreken.
Kolijnsplaat. Na lang ervan te zijn verschoond
gebleven, heeft zich thans weder een geval, en wel
van ernstigen aard, van febris typhoïdea in deze ge
meente voorgedaan.
Iemand, die vóór eenige dagen een uitstapje maakte
naar Maastricht en eene wandeling deed in de om
streken, bespeurde eensklaps, dat hij in de gangen van
den St. Pietersberg was geraakt. Men kan zich lichte
lijk zijne groote ontsteltenis voorstellenimmers den
weg niet wetende en door de duisternis verhinderd te
zien, wist hij niet hoe hij uit zijn toestand zou komen.
Op den tast rondgaande had hij meermalen het onge
luk zich aan uitstekende punten te stootenalzoo
geruimen tijd te hebben rondgedwaald en op zijn ge
roep om hulp zoowel in het Hollandscb als in het
Fransch bekwam hij geen antwoord. Op een zeker
oogenblik dacht hij zijne redding nabij te zijn, hij
voelde treden en klom die op, doch viel plotseling door
bet stooten van zijn hoofd omlaag, tengevolge waarvan
hij zich aan aangezicht, borst en beenen verwondde.
Ten lange Uste ontwaardde hij een frisschen lucht
stroom en zag hij eene kleine opening die hij na veel
moeite bereikte. Een werkman in het veld ziende ar
beiden, riep hij dezen en werd hij uit zijn neteligen
toestand bevrijd, waarin hij bijna vier uren had verkeerd.
Verleden week ontdekte men in een arbeiders
gezin te Borsele dat vau een kastje uit het huis een
portemonnaie met geld wa& verdwenen. De politie,
hiervan onderricht, stelde een onderzoek in en bovond
al spoedig dat het vermiste was weggenomen door
een dei tienjarigen knaap uit de buurt, die een gulden,
welke goed kenbaar was, bij een winkelier had ge
wisseld tegen klein geld, waarvan hij een deel had
versnoept. De portemonnaie had hij in de gemeente-
vaat geworpen.
Zaterdag kreeg een der bewoners van de zoo
genaamde staart onder Driewegen een onverwacht en
vreemd bezoek. Bijna in adamskostuum meldde zich
aldaar aan een manspersoon, slechts gekleed met
zwembroekje, die in de Westerschelde van een stoom
boot was gesprongen ea zwemmende den wal had
bereikt. Volgens ïijne verklaring was hij tot de vlucht
geleid wegens zware mishandeling. Na zich verkwikt
en van eenige kleediug voorzien te hebban begaf hij
zicb naar Vlissingen.
Een brief, dia op den 19n Maart 1880 van
Hellevoetsluis naar Amerika werd venzonden, is na
een zwerftocht van ruim 10 jaren, den 2 Juni jl.,
voorzien van een legio buitenlandsche poststempels,
aan den afzender als onbestelbaar ter band gesteld.
maar ze schreed vastberaden, maar toch met de be
weging van een automaat, naar de deur die toegang
gaf naar de kleedkamer der vorstin.
Zachtjes opende zij deze en trad, terwijl ze over
haar gansche lichaam sidderde, de kamer binnen,
waarin slechts het matte licht van een schoonen zomer
nacht enkele voorwerpen deed onderscheiden. Hare
blikken vestigden zich strak op het kostbaar ingelegde
kastje, waarin de vorstin hare juweelHn bewaarde. Zij
liep naar de toilettafel, waar op een kristallen schaal
tusschen eenige rirgen en haarnaalden een kunstig
bewerkt sleuteltje lag. Zij nam dit in de hand, waarbij
zij op nieuw en cog heviger dan te voren begon te
beven, stak het in het slot van het kastje en opende,
na het tweemaal te hebben omgedraaid, de deur, die
in zware koperen hengsels draaide.
In verschillende vakjes stond een groot aantal
étuis. Betty scheen hare strakke, glanslooze oogen
niet noodig te hebben om tusschen al die doozen in
een hoekje een ouderwetsch zakje van verschoten
blauwe zijde met bandjes van gouddraad te vinden.
Zij nam het zakje eruit, terwijl hare blikken steeds
strakker werden en hare lippen zich nog vaster op
elkander sloten, deed de kust weder dicht, legde het
sleuteltje op zijne plaats en verliet even stil als zij
gekomen was en met dezelfde werktuigelijke bewe
ging de kamar.
Bij het licht van het nachtlampje in de slaapkamer
van den kleine opende zij het zakje en haalde er een
kunstig bewerkten gouden armband uit, waarin een
bijzonder fraai geslepen diamant fonkelde. Zij sidderde
toen de veelkleurige stralen van den steen in hare
oogen schitterdenzij knikte verscheidene malen met
het hoofd, stak den armband weder in het zakje en
verborg hem daarna zorgvuldig onder haar hoofd
kussen.
Nadat zij dit gedaan had, scheen het alsof zij uit
eene soort verdooving ontwaakte. Zij ademde diep,
keek verwonderd om zich heen, ijlde naar het ledikant
van den knaap en drukte voorzichtig om hem niet te
wekken een kus op zijn voorhoofd. Hare oogen vulden
zich met tranen, die langzaam over hare wangen big
gelden en zachtkens we6nend stond ze nog langen tijd
bij het bedje.
»Kurt, mijn lieve Kurt" fluisterde zij, x»God zegene
u en neme u in zijne bescherming, wanneer ik het
niet meer zal kunnen doen. En niet alleen u maar
ook uwe moeder en de geheele vorstelijke familie
God behoede haar altijd!"
In stille onderwerping boog zij hat hoofd als ging
zij gebukt onder een onverbiddelijk en allesbeheer-
schend noodlot en zocht daarna haar eigen legerstede
op, waar zij weldra in een diepen slaap viel.
(Wordt vervolgd.)