FEUILLETON. Door vreemden wil beheerscht. ff humeur met andere machten in den Staat. Het is niet te ontkennen, dat eone ministeriëele crisis op dit oogen blik het eenige middel is om het uiteenvallen van de meerderheid in de Tweede Kamer op het militaire vraagstuk te behoeden, maar wanneer de Regeering eeD conflict wenscht, moet zij het zoeken op zuiver politiek gebied. Moeielijk te vinden is dat zeker, want met uitzondering van de persoonlijke dienst quaestie bestaat de regeeringsgezinde meerderheid in de Tweede Kamer telle quelle nog altijd, zoodat daar geen politiek corflict mogelijk is. En wanneer het waar is, wat in de Regeei'ingskringen verzekerd wordt, dat men in de spoorwegquaestie niet op alle leden der rechterzijde rekenen kan, dan wordt het nog moeielijker om in deze aan de politiek geheel vreemde quaestie een conflict te verwekken met zuiver politieke gevolgen. »Dq poging om de tegenpartij er in te laten loopen en voor de moeielijkheden van den toestand te laten opdraaien, is zeer novice en weinig handigzij schijnt mij te bewijzen dat de Regeering zelve erkent, dat zij de zaken verbroddeld heeft, en geen kans ziet op herstel. In die omstandigheden zou aftreding geen honorable retraitemaar een bekentenis van onmacht moeten heeten." Door de geneeskundige staatscommissie te Am sterdam is bevorderd tot arts de hoer C. J. W a r n- s i n k cand.-arts. Te Utrecht is tot arts bevorderd de heer P. 3. G o 1 u k. Met ingang van 1 Juli a. s. is verplaatst de komm. 2 kl. J. P. V a n B a r t e 1 van Walsoorden naar Hansweert. Door de Antirevolutionaire kiesvereeniging op het eilaad Tolen is tot candidaat voor lid van de Provinciale Staten gesteld de heer Jhr. Mr. J. H. L. van Buren, kantonrechter te Tolen. De verkiezing voor de Tweede Kamer in het district Meppel, tengevolge der benoeming van den haer SmeeDge tot kantonrechter, is bepaald op 24 Juni, eventueele herstemming op 8 Juli. De Staatscommissie voor den land bouw heeft drie langdurige zittingen gewijd aan de behandeling van plaatselijke landbouwtoestanden en zal den 25 Juni de afdeelingswerkzaamheden hervatten. Bij de regeering is in bewerking genomen een wetsontwerp, strekkende om de provinciale wet in overeenstemming te brengen met art 136, 2e lid, der grondwet (ten aanzien der regelen voor de heffing der provinciale belastingen en der vaststellirg van de daartoe betrekkelijke verordeningen). De commissie van rapporteurs over de post- wet kwam Vrijdag reeds bijeeD, naar aanleiding van het afdeeliDgsonderzoek der Tweede Kamer. De betrekking van Nederlandsch Con sul te Antwerpen, open door overlijden van den titu laris, zal niet weder worden vervuld. Aan het centraalbureau der maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen te Utrecht zal op 12, 43, 44 en 46 dezer examen worden gehouden voor surnumerair. Tot dat examen zullen alleen toe gelaten worden pirsonen, die reeds in dienst der Maatschappij zijn, alsmede zoons van ambtenaron, be ambten en werklieden. 43) (Vervolg.) Betty uitte een halfgesmoorden kreet en maakte eene beweging alsof ze wilde vluchten maar als door magnetische kracht gedwongen bleven hare oogen ge vestigd op die van Silantieri, wiens pupillen zich scheren te vernauwen en phosphorisch licht schenen uit te stralen. Steeds den blik op het meisje vestigende kwam hij langzaam op haar toe, de éene hand uitgestrekt en met de vingers in de richting van haar lichaam door de lucht zwaaiend. Betty's blikken werdjn steeds strakker en haar gelaat werd wasachtig bleek. Hare ledematen schenen machteloos te worden. Zij zonk op de knieën en scheen, met het hoofd tegen den wagen gesteund, waarin het kind lag te sluimeren, zelf ook in te slapen. Salantieri trad dicht op haar toe, haar ademhaling werd gejaagder en do oogloden vie'eo over de gebroken oogen neder. Salantieri strekte de hand over baar hoofd uit en bewoog zijne vingers in snellen kringloop alsof hij zaadkorrels over haar uitstrooide. Hoort ge mij" vro»g hij zicht, »zijt gij in staat mijn wil te begrijpen Betty maakte eene beweging alsof zij wilde opstaan. Er kwamen rimpels op haar voorhoofd, haar oogleden trilden en het scheen alsof zij aan de macht, die over haar heerschte, weerstand wilde bieden. De pupillen van Salantieri werden steeds nauwer. Altijd vlugger bewoog hij zijne hand boven Betty's hoofd en eindelijk streek, hij met de toppan zijner vingers zacht langs haar gelaat. »Givoelt gij mijn wil? Zult ge mij gehoorzamen?" vroeg hij. Bitty zonk neg meer itean en elk t'eken van tegen stand verdween van haar gelaat. Zij liet het hoofd zakken, en als een zucht klonk het zecht van hare lippen»Ik gevoel het ik zal gehoorzamen". rLuister dan goed ztide Salantieri. »Ik heb on langs aan den arm der vorstin een bracelet gezien met een prachtig geslepen diamant naderhand niet meer draagt zij dien armband dikwijls uNeen, zeer zelden, het is een familiekleinood, waar aan zij groote waarde hecht en waarvan zij gelooft, dat het een beschermende kracht bezit" antwoordde Betty op een eigenaardiger] toon met een doff ju klank, alsof zij in een droom sprak. Weder kwamen er rimpels op het voorhoofd van het mei'jf en nogmaals scheen zij zich tegen den wil, die hair beheerschte. in verzet te willen komen, maar Salantieri streek eenige malm met de hand snel over Vrijdag werd te 's Gravenhage eene algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging tot bevor dering van de christelijke heiliging van den Zondag, o. a. ter bespreking van de vraag, wat er vanwege het genootschap kon worden gedaan om werklieden op Zaterdag tijdig den arbeid te doen sta ken, ten einde hen in de gelegenheid te stellen op dien dag hunne inkoopen te doen. Uit de bespreking bleek, dat er tegen het tijdig staken van den arbeid op Zaterdag nog al bezwaren zouden bestaan. Men besloot zich tot de van rogeeringswege benoemde En quête-commissie te wenden, ten einde aan deze gegevens te verschaffen met betrekking tot de in de maatschappij bestaande belemmeringen voor de heiliging van den Zondag, terwijl men tot bereiking van het beoogde doel ook samenwerking zal trachten te vorkrijgen met de Vereeniging ter bevordering van de Zondagsrust. Het Utr. Dbd. bevat het weer overzicht over de maand Mei 4890, waarin o. a. het volgende voorkomt De temperatuur als een der hoofdfactoren bij de beoordeeüng van het Wfêr in aanmerking nemende, kan men zeggen, dat de afgeloopen maand een schoone Mei is geweest. De laatste zes dagen, benevens de 43 en 14 en de 24, die te koud waren, de 31 zelfs meer dan 5° C., bonden de gemiddelde temperatuur niet benoden de normale doen dalen. De overige dagen, vooral de 19, de warmste van de maand, die 6.7° te warm was, hebben bewerkt dat de temporatuur 1.7° boven de normale gebleven is. Ds gevreesde zooge naamde ijsheiligen, Mamertus, Pancratius en Sarvatius, 4012 Mei, waarvoor zich ook Frederik de Groote moest buigen, toen zijn oranjerie, te Sans Souci be vroor, hebben ditmaal hun naam niet kannen hand haven, maar zonden ons warm weêr met meest zui delijken wind. De hoeveelheid te Utrecht gevallen regen 29.5 m.M., bleef 20 m.M. beneden de normale. Slechts 8 regendagen, d. w. z. dagen waarop moer dan O 5 m.M. regen is gevallen, kwamen in deze maand voor. Het aantal onweersdagen bedraagt 14, en in het geheel zijn er 644 onweersberichten ontvangen. Hier van hadden er 422 op den 9 en 142 op den 18 betrekking. De meeste onweders gingen met inslag gepaard. KarkeSpe ZaSisfs sii Onderwijs. Gisteravond arriveerde hier met den trein van 8.20 Z. D. H. Monseigneur Bottemanne, bisschop te Haarlem, die hedenmorgen bij een plechtigen dienst aan een groot aantal kinderen uit Ilansweerd en Goes het H. Vormsel toediende. Ter zijner eer woei uit de woningen der katholieken de vaderlandsche vlag. Hedenavond vertrekt Z. D. H. naar Middelburg. Beroepen te Middelburg ds. A. Fetter te Wie- ringerwaard Stdte Drtisehor dhr. R. J. Üazelhof, canl. te Blijham te Grijpskerke de heer P. Van Willemswaard te Schoonhoven, die bedankte voor het beroep naar Kerkwerve. Heinkenszaiid. Gistervoormiddag werd de heer J. D Van Spankeren, beroepen predikant bij de Ned. Herv. Gem. alhier, in zijn ambt bevestigd door ds. Giltay van 's-Heer Arendskerke, naar aanleiding van de woor den uit 2 Cninthen 42 vers 44: »want ik zoek niet het Uwe, maar U." Des namiddags deed de nieuwe leeraar zijne intrede, waarhij hij tot tekst had gekozen haar gelaat tot zij weder ineen zakte. sGoed" zeide hij, »luister nu. Waar bewaart de vorstin dien armbanl?' >In haar kleedkamer in haar juweelkast". »Hdbt gij toegaDg tot die kleedkamer?" »Zij grenst aan de kamer, waai in ik met het kind slaap". Aanstaanden nacht", ging Salantieri voort, umoet gij deQ armband uit de juweelkast der vorstin weg nemen". Er drong een reutelende toon uit Betty's keel en hare gelaatstrekken namen eene uitdrukking van ont zetting aan, maar Salantieri streek nog sterker over haar gezicht en zijne oogen schoten nog meer stralen. Zij boog het hoofd opnieuw en weder klonk het als een zucht, bijna onhoorbaar: »Ja!" j>Als gij den armband hebt weggenomen moet gij op deze zelfde plek komen en op mij wachten. Hebt gij mij begrepen?" »Ik heb u begrepen; ik zal g«hoo-*zam3n". »Gij moet vergeten", zeide Salantieri, »dat ik u bevolen heb dit alles te doen; gij moet uw afkeer van mij vergeten en haar nooit onder woorden brengen gij moei alles wat gij gedaan hebt, bekennen, als de vorst u ondervraagt en er altijd bij blijven, dat gij alles uit eigen beweging gedaan hobt." B-tty liet met een diepen zucht h6t hoofd nog lager ziok^n. x»Oatwaak nu" vervolgde Salantieri, terwijl hij zacht met zijne hand voor haar voorhoofd heen en weder zwaaide, ^ontwaak, ontwaak Nogmaals liet hij een kouden luchtstroom langs het gezicht van de slapende gaan,, keerde zich daarna om en verdween ijlings in de zijlaan, waaruit hij ge komen was. Betty stond langzaam uit hare ineengedoken houding op, opende de oogen en bracht de hand aan het voor hoofd. Zij keek om zich heen alsof zij moest nadenken waar zij was. slloe vreemd" sprak ze, x>het schijnt mij bijna alsof ik g'slapen heb en gedroomd van ik weet zelf niet wat 1 Hoe is het mogelijk, dat iemand zoo in gedachten verdiept ban geraken ik heb zeker aan Vincentios gedacht, dn zoo goed en trouw hartig met mij heeft gesproken en van wien ik zoo veel houd, o, zooveel wat zullen wij gelukkig samen zijnZij lachte, maar niet van harte, en er kwam een vochtige glans in hare oogen. »De kleine Kurt is in slaap geraakt" sprak ze met een blik op het kind. Zij duwde den wagen voort en keerde vlug naar het slot terug. D's avonds waren er gasten. De president von Riesen was er en ook de heer von Meisenberg. Da kleine Kurt werd binnengebracht en algemeen bewonderd. Betty was kalm en bijna onversohillig. Toen Salantieri nadertrad maakte zij g>eno angstige beweging Handelingen 4 vers 40. Beide keeren woonde eene groote schare de plechtigheid bij. Kruiningen. De voordracht voor hoofd der school te Hansweerd bestaat uit de heeren J. E. v. d. Slikbe, onderwijzer te Bergen-op-Zoom W. A. P. F. L. Jacobs, hoofd der school te CadzandC. Hack, onderwijzer aan de rijks-leerschool te Middelburg en A. Wijn, onderwijzer aan de rijks-normaallessen te Alkmaar. In de twaalfde jaarvergadering van de »Unie" »een school met den bijbel" zijn tot bestuursleden benoemd de hearen J. E. N. baron Schimmelpenninck van der Oye, mr. T. P. baron Mackay. S. T. De Jong, ds. J. W. A. Notten en jhr. mr. II. M. J. Van Aseh van Wijk. In een na de vergadering gehouden bestuursverga dering werden benoemd tot vooi zittor de heer Schim- melpamiinck van dar Oye en tot penningmeester da heer Mackay. Het verlies van de hh. A. F. Da Savornin Lohman en J. C. Fabius, resp. als voorzitter en penningmeester, werd zeer betreurd, doch er werd op gewezen, dat er reden tot dank is, dat zij- beiden thans, zij het op gansch andere wijze, geroepen zijn, de belangen van het onderwijs, dus ook der christelijke school, te behartigen. Hot voorstel betreffende het vormen van een School raad werd aangenomen met 52 tegen 7 stemmen. De Heraut zegt, dat dhr. mr. W. H. do Savornin Lohman, benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de rechtsgeleerde faculteit bij de Vrije Universiteit", daar niet optreedt als opvolger van zijnen vader, jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman; deze is voor den duur van zijn ministerschap op non-activiteit gesteld. STATISTIEK Comiló tot wering van Sclioolverznim te Goes, over Mei 4890. Op de School A waren gedurende deze maand 441 kinderen Onder dezen waren: 125 kinderen, die geen enkelen schooltijd verzuimden, 16 van 110 verzuimen, en 0 t> meer dan 40 verzuimen hadden. Het gemiddeld verzuim was 0.6 percent op het geheele aantal scholieren en schooltijden, tegen 1.3 percent over dezelfde maand in 4889. Op de School B waren 253 kinderen, waaronder 234 zpnder eenig verzuim, 47 die van 410 verzuimen hadden, en 2 met meer dan 10 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 4.4 percent, tegen 1.4 percent over dezelfde maand in 4889. Op de School C waren 190 kinderen, waaronder 156 zonder verzuim, 45 met 110 verzuimen, 49 met meer dan 40 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 7 6 percent, tegen 4.4 percont over dezelfde maand in 4889. Op de School D waren 55 kinderen, waaronder 48 zonder eenig verzuim, 4 met 140 verzuimen, 3 boven de 40 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 4.4 percent, tegen 0.4 percent over dezelfde maand in 4889. Het verzuim op de openbare scholen te zamen van 4 Januari af tot uit. Mei 1890 bedroeg 2.4 percent, tegen 2.4 percent over 't zelfde tijdvak in 4889. zooals andt rszij stond als een zoutpilaar naast den wagen van het kind. De markies keek haar niet aan en tij slaakte een diepen zucht toen zij zich kon verwij deren. De vorstin h;old zich weder veel met luitenant von Meisenberg bezig en Salantieri verzuimde niet in het voorbijgaan den vorst daarop opmerkzaam te maken. Vervolgens knoopte- zij een gesprek met den president aanzij bracht het op den jongen officier en prees meermalen zijne goede eigenschappen. De president bevestigde alles op tamelijk koeien toon. Hij is geknipt om een voortreffelijk huisvader te zijn" zeide de vorstin met eenigen schroom, want zij verstond de kunst niet hare bedoeling achter een onverschillig gelaat te verbergen, »hij zou eene goede partij voor uwe Geertruida zijn". Sol daten vrouwen hebben oen ongelukkig lot", ant woordde de president op scherpen toon. »Een soldaat heeft hier op aaide geen vast kwartier en een officier mo'st daarom nooit trouwen. Wanneer hij zich met volle kracht aan zijn dienst wil wijden, moeten hem geen zorgen voor vrouw en kind kwellen." De vorstin zweeg. Het gesprek werd afgebroken en zij begon te vreezen, dat de diplomatieke opdracht, die zij voor den heer von Meisenberg en juffrouw von Riesen op zich genomen had, toch moeielijker zou blijken dan zij gedacht had. Voor het overige verliep de avond zeer gewoon en het Was reeds laat toen he.t gezelschap uiteenging. De vorstin was vermoeid en bemerkte daardoor niet, dat Betty bij het nachttoilet stiller was dan anders en afentoe stilstond alsof zij in gedachten verdiept was en moeite had zich iets in het geheugen terug te roepan, wat zij zich met alle geweld wilde herinneren. Y i o r cl e Hoofdstuk, Betly was naar de slaapkamer van den kleinen Kurt g-gaan; daar zat zij langen tijd aan het bedje van het kind, maar zij sloeg weinig acht op het rustig slapende knaspje, het was alsof zij maar altijd door moeite deed zich iets te herinneren of eene gedachte uit to werkeD, die tij niet goed vatten kon en die zij telkens weder kwijt raakte. Af en toe stond ze op, liep onrustig door de kamer op en neder en wrong de handen alsof zo e6n zwaren strijd met zichzelf streed. Dit had zoo ongeveer een half uur geduurd, toen ze eindelijk een vast besluit scheen genomen te hebben. Hare wenkbrauwen fronsten zich, zij drukte de lippen vast op elkander, als door een onwillekeurige be weging viel zij voor het Mariabeeld op de knieën, strekte de handen omhoog en keek angstig naar de Moeder Gods, alsof ze hare hulp afsmeekte. Toen stond ze snol ophet koude zweet parelde op haar voorhoofd, Gemengde Berichten. In deze tijden, waarin schier iedereen meer licht verlangt, mag zeker wel dankbaar herdacht worden een man, die ons dit gedurende 25 jaren zooveel hij kon verschafte. Daarom maken wij er gaarne melding van, dat S. P. Visser alhier morgen (40 Juni) zijn zilveren jubilé zal herdenken als lantaarn opsteker. Den 40den Juni 4865 als zoodanig in dienst getredeü, heeft hij heel wat keeren ons pad verlicht, maar ook tallooze malen in het nachtelijk uur door alle wéér on wind zijne tournée gemaakt, terwijl zijne stadgenooten in diepe rust waren gedompeld. Moge het den man, die in den waren zin des woords zoo veel stormen over zijn hoofd heeft hooren gaan, maar niettemin steeds trouw zijn plicht vervulde, morgen niet aan blijken van belangstelling ontbreken. Kolijnsplaat. Na lang ervan te zijn verschoond gebleven, heeft zich thans weder een geval, en wel van ernstigen aard, van febris typhoïdea in deze ge meente voorgedaan. Iemand, die vóór eenige dagen een uitstapje maakte naar Maastricht en eene wandeling deed in de om streken, bespeurde eensklaps, dat hij in de gangen van den St. Pietersberg was geraakt. Men kan zich lichte lijk zijne groote ontsteltenis voorstellenimmers den weg niet wetende en door de duisternis verhinderd te zien, wist hij niet hoe hij uit zijn toestand zou komen. Op den tast rondgaande had hij meermalen het onge luk zich aan uitstekende punten te stootenalzoo geruimen tijd te hebben rondgedwaald en op zijn ge roep om hulp zoowel in het Hollandscb als in het Fransch bekwam hij geen antwoord. Op een zeker oogenblik dacht hij zijne redding nabij te zijn, hij voelde treden en klom die op, doch viel plotseling door bet stooten van zijn hoofd omlaag, tengevolge waarvan hij zich aan aangezicht, borst en beenen verwondde. Ten lange Uste ontwaardde hij een frisschen lucht stroom en zag hij eene kleine opening die hij na veel moeite bereikte. Een werkman in het veld ziende ar beiden, riep hij dezen en werd hij uit zijn neteligen toestand bevrijd, waarin hij bijna vier uren had verkeerd. Verleden week ontdekte men in een arbeiders gezin te Borsele dat vau een kastje uit het huis een portemonnaie met geld wa& verdwenen. De politie, hiervan onderricht, stelde een onderzoek in en bovond al spoedig dat het vermiste was weggenomen door een dei tienjarigen knaap uit de buurt, die een gulden, welke goed kenbaar was, bij een winkelier had ge wisseld tegen klein geld, waarvan hij een deel had versnoept. De portemonnaie had hij in de gemeente- vaat geworpen. Zaterdag kreeg een der bewoners van de zoo genaamde staart onder Driewegen een onverwacht en vreemd bezoek. Bijna in adamskostuum meldde zich aldaar aan een manspersoon, slechts gekleed met zwembroekje, die in de Westerschelde van een stoom boot was gesprongen ea zwemmende den wal had bereikt. Volgens ïijne verklaring was hij tot de vlucht geleid wegens zware mishandeling. Na zich verkwikt en van eenige kleediug voorzien te hebban begaf hij zicb naar Vlissingen. Een brief, dia op den 19n Maart 1880 van Hellevoetsluis naar Amerika werd venzonden, is na een zwerftocht van ruim 10 jaren, den 2 Juni jl., voorzien van een legio buitenlandsche poststempels, aan den afzender als onbestelbaar ter band gesteld. maar ze schreed vastberaden, maar toch met de be weging van een automaat, naar de deur die toegang gaf naar de kleedkamer der vorstin. Zachtjes opende zij deze en trad, terwijl ze over haar gansche lichaam sidderde, de kamer binnen, waarin slechts het matte licht van een schoonen zomer nacht enkele voorwerpen deed onderscheiden. Hare blikken vestigden zich strak op het kostbaar ingelegde kastje, waarin de vorstin hare juweelHn bewaarde. Zij liep naar de toilettafel, waar op een kristallen schaal tusschen eenige rirgen en haarnaalden een kunstig bewerkt sleuteltje lag. Zij nam dit in de hand, waarbij zij op nieuw en cog heviger dan te voren begon te beven, stak het in het slot van het kastje en opende, na het tweemaal te hebben omgedraaid, de deur, die in zware koperen hengsels draaide. In verschillende vakjes stond een groot aantal étuis. Betty scheen hare strakke, glanslooze oogen niet noodig te hebben om tusschen al die doozen in een hoekje een ouderwetsch zakje van verschoten blauwe zijde met bandjes van gouddraad te vinden. Zij nam het zakje eruit, terwijl hare blikken steeds strakker werden en hare lippen zich nog vaster op elkander sloten, deed de kust weder dicht, legde het sleuteltje op zijne plaats en verliet even stil als zij gekomen was en met dezelfde werktuigelijke bewe ging de kamar. Bij het licht van het nachtlampje in de slaapkamer van den kleine opende zij het zakje en haalde er een kunstig bewerkten gouden armband uit, waarin een bijzonder fraai geslepen diamant fonkelde. Zij sidderde toen de veelkleurige stralen van den steen in hare oogen schitterdenzij knikte verscheidene malen met het hoofd, stak den armband weder in het zakje en verborg hem daarna zorgvuldig onder haar hoofd kussen. Nadat zij dit gedaan had, scheen het alsof zij uit eene soort verdooving ontwaakte. Zij ademde diep, keek verwonderd om zich heen, ijlde naar het ledikant van den knaap en drukte voorzichtig om hem niet te wekken een kus op zijn voorhoofd. Hare oogen vulden zich met tranen, die langzaam over hare wangen big gelden en zachtkens we6nend stond ze nog langen tijd bij het bedje. »Kurt, mijn lieve Kurt" fluisterde zij, x»God zegene u en neme u in zijne bescherming, wanneer ik het niet meer zal kunnen doen. En niet alleen u maar ook uwe moeder en de geheele vorstelijke familie God behoede haar altijd!" In stille onderwerping boog zij hat hoofd als ging zij gebukt onder een onverbiddelijk en allesbeheer- schend noodlot en zocht daarna haar eigen legerstede op, waar zij weldra in een diepen slaap viel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 2