1890. N°. 60. Donderdag 22 Mei. 77ste jaargang. DE PATENTEN (iOËSCIIË De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f I,75« Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen ^én Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ot« Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. OPENBARE VERGADERING van den Raad der gemeente Goes, op DONDERDAG den 22 MEI 1890, des namiddags te 2fe uren. Goes, den 20 Mei 1890. De Secretaris, HARTMAN Punten van behandeling: I. Notulen. II. Mededeelingen. III. Ingekomen stukken. IV. Rekening en verantwoording der kosten van de dienstdoende schutterij over 1889. V. Rekening van de exploitatie der gasfabriek over 1889 met bestemming van het saldo. VI. Verzoek van J. Fabery Da Jongs om verlich ting van zijne electrische klok voor rekening der gemeente. VII. Verzoek van G. J. Wolters om eervol ontslag als directeur der gasfabriek. over het 4e kwartaal van het dienstjaar 1889/90 kunnen ter Secretarie afgehaald worden, van den 21 tot en met den 29 Mei op eiken werkdag van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren. Goes, den 21 Mei 1890. De Burgemeester van Goes, J. G. d. W. HAMER. GOES, 21 Mei 1890. Men herinnert zich, dat na den val van den Minister Keuchenius de .Standaard-partij bet wilde doen voorkomen alsof de beteekeois van dit politieke feit zou uitgedrukt zijn door de leuze de Islam tegen het ChristendomBij het debat over het verloop der ministriëele crisis in de 2e Kamer werd die leuze van liberale zijde een valsche genoemd en dit werd niet door den Mmiater Mackay bestreden. De Standaard meende, dat eene nadere verklaring van dezen Minister wenschelijk was, nu de liberale partij uit zijn stil zwijgen meende te mogen opmaken, dat ook hij die lenze valsch" noemde; en toen dan ook de memorie van antwoord betreffende hoofdstak X der begrooting en het verslag der Eerste-Kamerdebatten over dat hoofdstuk waren verschenen, lichtte de Standaard daaruit handig eenige zinsneden, waaruit zou moeten blijken, dat de Minister Mackay die leuze niet valsch" heette en zich volkomen homogeen verklaarde met zijn voorganger, den heer Keacheniu*. De N. R. Ct. komt daartegen op in een artikel, waarin het blad in de eerste plaats aantoont, dat de memorie van antwoord, in verband beschouwd met de rede van den minister in de Eerste Kamer, weinig zeggend is. Vervolgens komende op de leus zelve, zegt het Rotterdamsch orgaan, dat wel de minister in de memorie van antwoord heeft verklaard, dat niet hij de leus valsch" had genoemd (wat ook niemand heeft beweerd), maar dat hij in zijne rede van 9 Mei in de Eerste Kamer verklaringen heeft afgelegd, veel sterker getuigende tegen de leuze dan het eene woord valsch". Ten bewijze daarvoor herinnert het blad in de eerste plaats aan deze zinsnede van den minister, in antwoord op een opmerking van den heer Fransen V. d. Putte: »Het is overigens ju<st wat de geachte afgevaardigde zeide, dat in laturen tijd het Indbche bestuur, den minister van koloniën en den gouverneur-generaal, niet kan ten laste gelegd worden, dat zij het zendingswerk moeielijkheden in den weg legden". Als dat erkend moet worden, zegt de N. R. Ct.y blijkt dan niet reeds hieruit, dat de beschuldiging tegen de liberalen inge bracht, als zouden zij het christendom vijandig zijn en in Indië den Islam stellen boven het Kruis, valsch is, en bijgevolg ook de leus, die bij voorbaat was uitge dacht om, wanneer aan het drijven naar eene ont binding ware toegegeven, een agitatie-middel bij de hand te hebben? Da heer Mackay heeft op 9 Mei nog een ander woord gesproken, dat uit dit oogpunt beteekenis heeft. Hij heeft gezegd: »Wordt de vraag in het algemeen gesteld, waaraan de voorkeur moet gegeven worden, aan het Christendom of den Islam, of men het wen schelijk acht dat de Halve Maan dan wel het Kruis in Indië zegeviere, dan meen ik als zeker te mogen aannemen dat ook in deze Kamer de meerderheid zoo niet alleny het laatste wenschen en het er over eens zijn dat het Christendom hooger staat dan het mahomedanismc"Zoo door iets, dan wordt door deze woorden de geheele beweging in de woalige Februari dagen, met inbegrip van de beruchte leus, als logen- achtig en valsch gebrandmerkt. Om de hartstochten op te zweepen werd beweerd dat de liberalen het Christendom vijandig warendat het votum over Keuchenius gericht was tegen het christelijk beginsel; dat Keuchenius vallen moest om in Indië de Halve Maan te doen zegevieren. En nu komt deze minister getuigen, dat de leden der Kamerdie dat votum uitbrachtenhet Christendom hooger stellen dan het mahomedanismeen niet de zegepraal van de llalve Maanmaar die van het Kruis wenschen. Wanneer de minister Mackay met opzicht tot de leus»de Islam tegen het Christendom" het woord valsch had uitgesproken, zou dit voor het oordeel over Kuyper's bedrijf eene minder groote beteekenis gehad hebben, dan d i t getuigenis van den minister beeft. Inderdaad, als de Minister Mackay met de verkla ring in de Nota: ik heb het woord »va!sch" niet op de lippen gehad, beoogd heeft wij zeggen niet de leiders buiten de Kamer te bevredigen maar althans bun het middel aan de hand te doen om tegenover de volgelingen den schijn te redden, dan is hij in zijn doel geslaagd. Maar meer dan do schijn is er niet gered. Het was de vraag niet, of de minister Mackay iets ter verdediging van zijnen voorganger zon weten aan te voeren; ook niet of hij zich tot zekere hoogte homogeen zou kunnen noemen met dien voorganger. Maar alleen of door zijne verklaringen bij de interpel latie van 12 en 13 Maart al dan niet da uitlegging door de Sfandaard-partij aan het votum van 31 Januari gegeven, was gelogenstraft, en de leus, donr dr. Kuyper uitgedacht, was veroordeeld. Heel de pers, met uitzondering van de calvinistische, had dien indruk ontvangen. Welnu, het is op 9 Mei niet gebleken, dat die indruk onjuist was; zij is integendeel onverzwakt gebleven. Da heer Mackay heeft zijn oordeel, dat een strijd bij de stembus onder die leus noch in het be lang van Nederland, noch in dat van Iudië zou zijn geweest, niet teruggenomen, maar integendeel het bavestigd. Hij heeft opnieuw gelogenstraft, dat Keuche nius gevallen zou zijn omdat hij »den Christus belijdt". En duidelijker zelfs nog dan uit de interpellatie van 12 en 13 Maart, is óók uit de rede van den Minister gebleken, dat de leus was eene leugen achtige leus, en heel het kabaal in de antirevolutionaire pers een valsch spel. Door ds. Van Selms te Kralingen is dezer dagen aan de Voreeniging tot weazen verpleging in Zuid- en Noord-Beveland eene som van 13,25 ge zonden, zijnde een derde gedeelte uit eene collecte, bij gelegenheid van eenige bijbellezingen door hem gebonden. Onnoodig is het te zeggen, dat deze bijdrage der vereeniging zeer ten goede komt, want daardoor toch wordt nog meer de weg geopend om ouderloozen kinderen een good onderkomen te bezorgen. En te meer nu ds. Van Selms niet meer in Zuid-Beveland werk zaam is, wordt deze gift des te hooger op prijs gesteld, omdat hij bewijs geeft zeer ingenomen te zijn met eene vereeniging, die geheel belangloos het zich tot taak gesteld heeft het beklagenswaardig lot van arme weezen aan to trekken. Mochten heeren geestelijken van alle gezindten in Zuid- en Noord-Beveland zich opgewekt gevoelen dit schoone voorbeeld na te volgen, om hunne talenten ook tot dit edele doel aan te wenden Gewis zou het beginsel van menschenliefde daardoor gehnldigd worden. Zooals bekend is, vraagt deze ver eeniging niet, welken godsdienst de ouders onzer weezen beleden hebben, maar vindt zij zich geroepen ongeluk kige menschen te helpen. Maandag werd to Borsele door Ingelanden van den Koningspolder eene vergadering gehouden tot behandeling der rekening, begrooting en ingekomen stukken en tot vervulling der vacaturen in het bestuar wegens gewone aftreding te ontstaan. Uit de rekening bleek dat een goed slot aanwezig was van 40,43'/2 Na goedkeuring van het beheer en de verantwoording werd de begrooting vastgesteld in ontvang en uitgaaf op 389,88. Wegens meerdere behoefte aan delfwerk en herstelling van heulen moest hel dijkgeschot worden verhoogd met 0,15 tot 3,75 per hectare. Tot dijkgraaf benoemde do vergadering op nieuw den heer L. Rottier en tot zijn plaatsvervanger den heer B. op 't Hof. Onder de ingekomen stukken behoorde een brief van burgemeester en wethouders van Driewegen, waarin het verzoek werd gedaan om ten behoeve der kosten van teruggaaf van een renteloos voorschot voor het bestraten van de wegen leidende van het dorp Drie wegen naar den zeedijk van Borsele ter verkrijging van een steiger aan den staartnol in laatstgeraelde plaats, gedurende veertig jaren eene bijdrage van 0,10 per hectare en per jaar te verleenen aan de gemeente Driewegen. Na ernstige overweging besloot de ver gadering in ongunstigen zin. Z. M. heeft benoemd: met ingang van 6 Juni a.s., tot burgemeester van Zoutelande, W. H. De Bruyn van Melis- en Mariekerke, en tot burge meester van Biggekerke, L. Simonse; met ingang van 1 Juli 1890, tot commies der posterijen van de 4b kl. K. A. Van L a n g e r a a d Jr., thans surnumerair der posterijen, die met dien datum is overgeplaatst naar Alkmaar. Kolijnsplaat. In de vergadering van de ingelanden van den Oud-Noord-Bevelandpolder, ge houden den 19 Mai 11., bleek uit de rekeningen ver antwoording dat de ontvangsten in het afgeloopen dienstjaar 1889/90 26118,82 bedragen hebbenende uitgaven 25492 52, zoodat het batig saldo 626,30 bedraagt. Als geldbelegging is 4000 in de reservekas gestort. Het dijkgeschot werd vastgesteld op 15 per H.A. De begrooting voor het dienstjaar 1890/91 bedraagt in ontvang en uitgaaf 37250. Voor den aftredenden gezworen den heer M. De R. gt Sr. van Kats, werd het volgende drietal opge maakt1. dhr. M. De R gt Sr., 2. dhr. P. Verhulst, 3. dhr. J. Heijboer, allen van Kats. Maandag werd te Amsterdam de jaarlijksche ver gadering gehouden van de vereeniging »Het Neder- land8che Rundvee-Stamboek". Blijkens het verslag van den secretaris, den heer P. F. L. Waldeck, bedroeg het ledental in het vorig jaar 1332; het aantal ingeschreven runderen 643, nl. 212 stieren en 431 koeien; in het bijboek voor jong vee werden 22 stuks ingeschreven. De rekening van 1889 sluit bij een ontvangst van 6992 en een uitgaaf van 5395 met een voordeelig saldo van 1595wegens inschrij vingen van vee in de stamboeken werd 3005 ontvangende uitgaven ten behoeve van de inzending van vee enz. naar de tentoonstelling te Parijs bedroegen ƒ939. NameDs de daartoe benoemde commissie werd mede gedeeld dat de heer J. Koopman te Beemster bekroond was voor de inzending van den besten melkstaat, welke uitspraak door de vergadering werd gesanctioneerd. logekomen was een schrijven van een belangstellend lid, die een prijs van 100 beschikbaar stelde voor de beste beantwoording van deze vraag: eene duidelijke omschrijving van de beste wijze, waarop gedurende zes maanden de hoogste gemiddelde en laagste hoeveel heden molk en de qualiteiten daarvan blijkens het vetgehalte van 30 koeien, kan worden geconstateerd. Do vergadering besloot die prijsvraag uit te schrijven, waarna zij de rekeniDg van het vorig jaar, alsmede de begrooting over 1890 sluitend tot een bedrag van 5297 goedkeurde. Van de afdeeling Zeeland kwam in behandeling een voorstel, om bij de uitloving van premiën voor de best gehouden melklijsten niet alleen de 6 opstellers der beste lijsten, maar ook een grooter getal even goede of bijna even goede aan te moedigen, verder den naam des fokkers in het stamboek te drukken en de melk- opbrengsten respect, de melklijsten als bijlage io het Rund veestamboek op te nemm. Dit voorstel werd overeenkomstig het ongunstig praeadvies van het hcofdbt stuur, dat geea genoegzamen waarborg vond voor de vertrouwbaarheid der cijfers in de melklijsten om ze in het stamboek op te nemen, verwoipan. Wel vereenigde zich de vergadering met het denkbeeld van het hoofdbestuur om de melklijsten, tegen welks inhoud hei dagelijksch bestuur geen be zwaar maakt, in de mededeelingen en berichten der vereeniging op te nemen. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering werd Groningen aangewezen. Het denkbeeld is geopperd om ter herinnering aan den veldslag op de Mookerheide in 1574, en ter eere van de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau, die bij dien veldslag sneuvelden, een eenvoudig gedenkteeken op te richten. De oproeping gaat uit van een commissie, van welke o. a. lid is ds. A. J. Meerburg Snarenberg, te Ileumen, Malden en Mook. Zij deelt mede, dat het Z M. den Koning behaagd heeft HDs. ingeromenheid met dit plan te betuigen. Den 16q Mei is de lijst gesloten van adspiranten, die voor eene plaatsing als cadet bij de Kon. Mil. Academie in aanmerking wenschen te komen. In het geheel hebben zich voor eene dergelijke plaatsing 243 jongelieden aangemeld. Het aantal opengestelde plaatsen bedraagtbij het leger hier te landeinfanterie 22 cavalerie 8 artil lerie 6genie 4totaal 40bij h9t leger in Ned - Indiëinfanterie 22cavalerie 3 artillerie 4genie 3totaal 32totaal van beide legers 72. Gisteren had te 's-Hage de overhandiging plaats van het geschenk aan den heer mr. L. W. O. K e u- c h e n i u swaarvoor op initiatief van de Standaard bijdragen waren bijeengebracht. Deze bijeenkomst had plaata in het Hotel des lndes, en tot de deputatie uit de deelnemers behoorden o. a. de heerendr. A. Knyper, jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman (minister) en H. De Wilde. De toespraak bij de overhandiging van het geschenk werd gehouden door dr. A. Kuyper, die er op wees hoe geenszins eene politieke demonstratie bedoeld was, maar alleen het schenken van een bewijs van broedei- lijke sympathie voor de kloeke en cordate wijze waarop de heer Keuchenius èn als lid der Kamer èj als Ministsr voor de belijdenis van den Christus was op gekomen. Deze toespraak werd door den heer Keuchenius op hartelijke wijze beantwoord. Het geschenk bestaat uit eene gebeeldhouwde boeken kast met twee caiyatiden, voorstellende geuzenfiguren, op de zijde en waarboven het borstbeeld iD brons van mr. Groen van Prinsterer prijkt, opzettelijk vervaar digd door den beeldhouwer Bart van Hove te Amster dam. De boekerij zelve bestaat uit eene verzameling van geschriften van getuigen des Heeren" uit alle eeuwen en alle landen, met uitsluiting van nog levende schrijvers. Al deze werken zijn in antieke banden gebonden en over vier planken verdeeld. Onder deze vier planken is eene diepe lade aangebracht, waarin links een keurig gebonden exemplaar van den bijbel ligt, en rechts een album met de namen der schenkers en een catalogus. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Te Oo3terland is beroepen de heer A. M. Bloem, cand. te Beekbergente Oudelande de heer A. F. Cb. Pont, cand. te Utrechtte Stavenisse de heer F. Ch. Geerling, cand. te Utrecht. Bedankt voor het beroep naar Borsele door den heer A. J. Roozemeijer, cand. te Arnhem. Naar wij vernemen wordt Dinsdag den lOan Juni te Middelburg verwacht Z. D. H. monseigneur C. J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem, teneinde het H. vormsel toe te dienen. (M. Crt.) Aan de gemeente Oudelande is een buitenge woon subsidie van /800 verleend, krachtens art. 49 der wet op het lager onderwijs. Aan de Schoolwereld van 15 dezer schrijft X., met medeweten en instemming van drie zijner collega's, onder meer het volgende: »Dezer dagen hebben alle R. K. pastoors van hunne bisschoppen een omzendbrief ontvangen. Ia dit stuk wordt allen pastoors, rectors en kapelaans gelast van hunnen bekenden invloed op het volk gebruik te maken, om naast de bestaande openbare school eene bijzondere te erlangen. In dit stuk wordt bevolendat op kleinere plaats jes, waar de oprichting onmogelijk blijkt, de pastoor moet trachten te weten te komen, welke boeken in de openbare school worden gebruikt, en dat hij alles heeft aan te wenden, om ze vervangen te krijgen door R. K. werkjas. Verder wordt de wenk gegevendat de pastoor van elk dorp of van elke stad streng toezicht heeft te houden op den handel en wandel van elk openbaar onderwijzer in zijne parochie." Rechtszaken. Het Openb. Min. bij hat gerechtshof te 's-Hage heeft Maandag conclusie genomen in de onlangs ver melde zaak van een notaris, die door de rechtbank te Middelburg veroordeeld werd tot het afhggen van rekening en verantwoording omtrent het in zijne han den gestelde geld, uitmakende de vaderlijke nalaten schap die een zoon van zijn moeder had opgevorderd, ten gevolge waarvan de notaris 8500 zou te betalen hebben. De conclusie strekte: dat, met vernietiging van het vonnis, alsnog ovengenoemde geldsom op de rekening van den appellant zal voorkomen voor uitgaaf. Uitspraak 23 Jnni. Buitenlandse!» Overzicht. De voorzitter der Dnitsche rijksdag-commissie voor de leger wet had den rijkskanselier den wensch mede gedeeld van eenige leden dier commissie, om inlich tingen aangaande den staatkundigen toestand te ont vangen. De rijkskanselier heeft schriftelijk geantwoord dat hij tot zijn leedwezen geene belangrijke inlichtingen daaromtrent kon geven. Bijzonder wat het drievoudige verbond aangaat kon hij niet anders dan herhalen het geen algemeen bekend is, namelijk dat het verbond onveranderd in wezen en er in de betrekkingen der verbonden mogendheden onderling hoegenaamd niets veranderd is. In de Belgische Kamer van Vertegenwoordigers is door de heeren Paul Janson, llouzeau de Lehaye, Hanssens en Gasse een wetsontwerp ingediend tot ver zekering van arbeiders tegen ODgelukken. Hot hoofd beginsel der wet is, dat de ondernemers of patroons hunne werklieden moeten verzekeren tegen ongelukken, dezen bij den arbeid overkomen, wanneer die onge lukken niet bet gevolg zijn van onvoorzichtigheid of ernstig verzuim van de zijde der werklieden. Voor doza verzekering zullen zich de ondernemers of patroons van eenzelfden tak van nijverheid onderling verbinden; zij zullen echter ook hunne werklieden bij reeds be staande maatschappijen kunnen verzekeren, mits deze in handen van den Staat eene waarborgsom storten van minsters honderdduizend francs, waar ojr haur

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1