1890, N". 51, Donderdag 1 Mei, 77ste jaargang. liet Sas en de Haven van Goes Staten-Generaal. Behalve aau ons Bureau worden Abonnementen on Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. Be prijs der gewone advertentiën is van 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cont« Bij dirocie opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- ®n doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1S regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag ea Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,7k De concessie tot heffing van rechten voor het ge bruik van is bij Koninklijk besluit van 14 April jl no. 34 met drie jaren, en alzoo tot 1 Mei 1893, verlengd. Goes, den 29 April 1890. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G d W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN, GOES, 30 April 1800. Men verzoekt ons te melden, dat dhr. W. V a n Z u y 1 o n Zondagavond door eene lichte ongesteldheid is overvallen, waardoor hem in de eerstvolgende veer tien dagen het op reis gaan ontraden is. Dienten gevolge zal de voorstelling van sVriend Fritz" alhier, die op 7 Mei a. s. zou plaats hebben, niet doorgaan. Wij vestigen de aandacht van het publiek op de in dit nommer voorkomende advertentie, betreffende eene bespeling van hot orgel der Ned. llerv. kerk alhier op a. s. Vrijdag, des namiddags te 2 uren, door dbr. Van der Kaa. Zoowel om hot kunstgenot als omdat da heer V. d. Kaa hst gebruik zijner oogea mist, wekken wij tot eene talrijke opkomst gaarne op. Gisteren bad alhier de gewone halfjaarlijkbche prijsschieting plaats der Kader v ereeni- g i n g O. K. K. Dj nits'ag was als volgt: Rozenprijs sergt. Versé; Ie prijs dhr. Reijsrse; prijs korpl. De Lange; 3e prijs korpl. Rosier4e prijs sergt. Den Boer5e prijs dbr. Do Back6j prijs sergt. Versé7e prijs korpl. Bartelse; 8a prijs sergt.-maj. Ortelee; 9a prijs korpl. Mijnsb^rgen 10a prijs korpl. Schippers. Een tw etal fraaie prijzen, uitgsloofd door hh. offi eieren, warden b.haald door sargt. Dan Boer en korpl. Bartelse. Een prijs, uitgeloofd voor hb. eere-leden en dona teurs, verwierf de sergeant-instructeur der vereenigmg R. Pasveer. Naar men ons mededeelt heeft dr. J. Koo- m a n Az. ontslag gevraagd uit zijne betrekking van officier van gezondheid bij de dd. schutterij alhier en bestaat de voordracht, ter zijner vervanging opgema kt, uit de heeren J. F. Bax, H. Van Bimmel van Vloten en dr. J. L. Go mans. Voorts zija bij het kader dar dd. schutterij benoemd tot sergeant-majoor de sergeant Ortelee en tot sergeant de koip.raal Dan Boer. Door den majoor-commandant der dd. schutterij alhier, den heer M. J. Soutendam, zal morgen in r>de Prins *-an Oranje" een diner worden aan geboden aan heeren officieren en oud-officieren van zin corps, zulks naar aanleiding van zijne benoeming tot ridder in de orde van den Ncderlandschei Leeuw. Batli. Toen het Zaterdag jl. alhier bekend werd, dat de heer J. W. B e r g a n s i u s, thans Minister van Oorlog, tot Generaal-Mejoor was benoemd, werd door eenige ingezetenen (vroegere speelmakkers en andere bekenden van Z. Exc.) dezer gemsente een adres van gelukwensch aan Z. E. topgezonden, waarop Maandag jl. het volgende, door Z. E. zelf geschreven, vereerend bericht ontvangen werd Aan den heer J. L. Van den Brink te Bath. Z'-er gevoelig voor de mij betoonde belangstelling, botuig ik U en den meda-onderteekenaren, uit mijn jmgd b?kende inwoners van Bath, hartelijk dank voor de gelukwenschan bij gelegenheid van mijne benoeming tot Generaal-Maj )or. J. W. Bergansius, Minister van Oorlog. Waarde. Do heer P. Kakebeeke heeft eervol ontslag aangevraagd als plaatsvervanger Dijkgraaf van don Emanuel- en Valkckenissepolder, alsook van lid van het bestuur van het waterschap >da Valckenissegeul.'' Bij beschikking van Z. E. den minister van marine is de matroos bij het loodswezen te Vlissingen J. C. M e ij n d e r t s op zijn venzoek eervol uit den loodsdienst ontslagen. Zr. Ms. instructieschip ^Nautilus", comm. de kapt.-luit. ter zee H. G. Hildebrandt, vertrekt den 2 Mei van de reede van Hellevostsluis. Het komt in het laatst van die maand te Nienwediep om nog 6 adelborsten le kl. op te nemen om de reis mede te maken. Daarna vertrekt het naar Christiania en Edin- burg. Tot da état-major van dien bodem behoort o. a. de officier van admin, le kl. D. G. Krol van der Hoek. Naar man verneemt, heeft de burgemeester van IJzendijke zijne aanklacht tegen d»n gemeente-secre taris, over het gabruiken van steenkolen der gvmoente tot verwarming van de secretarie, ingetrokken. Omtrent bet debat over de Surinaamseht quaestia, jl. Vrijdag en gisteren in de Tweede Kamer gehouden, zegt de v*rs!aggc*or vau de N. B. Ct. »Do eindindruk, dien het g«*heele debat heeft achter gelaten, laat z ch aldus vertolkenalleen door zoer eckelo vrienden uit zijnen naasten kring in b'schermirg genomen, werd de gouvern ur daarentegen èn door de regeeriag, èn door dea heer Schaapman e» met hen door het grootzte deel der Kamer losgelaten. Onge twijfeld zal d«-ze hooge ambtenaar, uit de gevoerde debattea zijn licht puttende, de bedoeling van het heden gevallen votum niet miskennen. Door hare houding heeft de Kamer getoond, hoe zij dan ook over de Kolonia'e Staten of de handelingen van som mige harer leden moge denken, de rechten van dat vertegenwoordigend lichaam ongeschonden te willen bandhaven en beschermen." Het College voor de zeevisscherijen heeft in zijn geheel ontslag aan Z. M. den Koning verzocht. »Het is" zegt het N. v. d. D «niet geheel onbekend wat daartoe aanleiding heeft gegeven. Het college voor de visscherijen, hetwelk indertijd is inge steld om de regeering van zaakkundig advies to dienen in alle aangelegenheden, welke op de zaeviescherij betrekking hebben en in verbind daarmede steeds was samengesteld uit rechtsgeleerden, dierkundigen en mannen van de practijk hoeft sinds het op treden van het tegenwoordig ministerie bij herhaling moeten ondervinden, dal zijne adviezen weinig geteld worden on dat de regeering blijkbaar meer waarde hecht aan da persoonlijke meening van den rijks- ad vis-ur voor de zeevisscherijen. Verschillende aan het departement van waterstaat gerichte stukken bleven in den laatsten tijd geheel onbe antwoord en uit allerlei voorvallen heef: zich bij de leden de indruk gevestigd dat de tegenwoordige re geering op de medewerking van het college weinig is gesteld. Terwijl in het najiar van 1889 aan den voorzitter van lipt college door den minister van waterstaat werd opgod. agen de aanstaande conferentie te 's-Gravenhage over de zalmrisscherij op do Maas tusscheu Frankrijk, Bolgië en Nederland te regelen en te leiden, benoemde de minister in het begin van April voor deze confe rentie plotseling drie andere gedelegeerden voor N^der- lani, zond»r den voorzitter vooraf van zijn veranderd? inzichten kennis gegeven en zonder vooraf de meeniog van het college inzake deze conferentie te habben irgev/onnen. Deze handelwijze van den minister nood zaakte den voorzitter aan Z. M. d>n Koning ontslag te vragen als zoodanig en tevens als lid van het college." Z M. hejft bsnnemd: tot gouverneur der Kon. Mil t. Academie den kolonel H. F. C. Harden- berg, commandant van het 3* r«g. infaaterie bij het 3d reg., tot comm. van het korps, den luit.-kol- W. G. Rompelman, comm. van het instructie- bat. bij het korps poatonniers, tot commandant van het korps, den majoor C. L. VanPesch, van den staf van hat wapin, hoofl der wsrkplaatsen voor draagbare wapenen. De rechterzijde der Kamer zou, naar de Haagsche correspondent van de iV. Gr. Ct. mededeelt, voorna mens zijn de militaire wetten in de tegen woordige bijeenkomst Diet te onderzoeken, en hst daarheen te leiden dat de openbare behandeling eerst plaats had na afloop der verkiezingen in 1891. Voor dien tusschentijd zou men wel een modus vivendi vicdüii. De Ministers van Oorlog en Marine zouden echter verklaard hebben aan dat partijspel goen deel te willen nemen «n vójr de begrooting va» 1891 hun ontslag te zullen nemen, nadat zij de voorstellen zouden hebben ingediend. Naar men verneemt hebben de pogingen om in Den Haag op ta richten eene landbouwbank tot verschaffing van krodiet aan landbouwers tot een gunstigen uitslag geleid. Ta Zaandam zal binnenkort een openbaar debat gevoerd worden tusscheu den heer Domela Nieu we n h u i s en den predikant W. Bax, aldaar, over ®de eischen der arbeiders", welk onderwerp door den heer Domela Nieuwenhuis onlangs daar ter plaatse is behandeld geworden. Als datum is voorloopig vast gesteld de 21 sta Md a. h. Hst lid der Tweede Kamer rar. Verniers van der Loeff neemt in de laatste dagen in beter schap toe. Zijn toestand is nu zeer bevredigend. Uit Leiden verneemt men, dat de gezondheids toestand van den heer II. J. Bool, lid der Tweede Kamer, langzaam vooruitgaande is. Voor eene ernstige wending behoeft op dit oogenblik geen vrees meer te bestaan. Van de Vereeniging tot bevordering der belangsn van ridders van de Mil. Willems-Orde»Meed, Beleid en Trouw" ontringen wij ter opname het onderstaande: ®Nu hoden het 75-jarig bestaan der Militaire Wil lem» Orde herdacht wordt, hebben wij ondergeteeken- den ons tot een comité vcreenigd, om werkzaam te zijn in het belang der Riddeis van die Orde beneden den rang van officier. Wij wenschen hun, wanneer ze uit den militairen dienst treden, het leven in de burgermaatschappij te vergemakkelijkenhen te ondersteunen, wanneer zij buiten eigen schuld in armoede geraken hun behulp zaam te zijn bij het zoeken naar eene betrekking. Wij willen zooveel mogelijk zorgen, dat zij, die in het belang van ons vaderland de eer onzer vlag op hielden en een voorbeeld gaven van zelfopoffering, r.i«t bezorgd behoeven te zijn voor het lot dat hun weduwen on weezen wacht. Iq den aanhef der wet van 30 April 1815 zeide Z. M. koning Willem I, dat de verleeniDg der Orde bijzonder geschikt is tot opwekking en aaokweeking der militaire deugden". Aan de aankweeking der militaire d*ugden heeft elk volk behoefte. De Militaire Willems-Orde houdt oen ideaal omhoog van tucht, onzelfzuchtigheid, plicht, vaderlandsliefde eo eer. Zs geeft wijd.ng aan zekere daden van zelfop.ffjring, die zonder berekening, zonder dat op gevolgen geht wordt, verricht worden alleen omdat ze pl cht zijn, omdat de eer gebiedt. Oaze geëerbiedigde Koning, volkomen instemmende met ons denkbeeld, heeft bereids het Beschermheer schap aanvaard der te stichten vereenigir.g. Hartelijk hopen wij, dat wij ook gesteund zullen worden door onze landgenooten, nu wij uit giften en jaarlijksche bijdragen pogen een fonds bijeen to brengen, om der keurbende van onze Koninklijke Marine en van ons leger, zoowel hier als in de Indiëo, te tooner, dat ons volk den mannen dankbaar is, die de eer der vlag hoog houden. Landgenooten, steekt met ons den ridders der M. W. O. bij hst intreden in de bu-gcrmaatschappij de broederhand toel Amsterdam, 30 April 1890. Luit.-Ganeraal Jhr. G. M. Verspijck. Iviit.-G.-neraal K. Van der Heijden. Vice-Almraal Jhr. F. De Casemdroot. G neraa'-Majoor J H. RomswinckEL. Mr. G Van Tienhoven. Mr. S. A Vening Meinesz Jnr. Mr. G J. Tn Beelaerts Van Blokland. Mr. J. G. Gleichman. Mr. F. J. M. A. Reekers. Mr. E. N. Raiiusen. G. A. baron Tindal Kolonel F. A. Van Braam IIouckgeest. Luitenant-Kolonel A A. F. Lanzing Majoor J. F. D. Bruinsma. M-joor A. D J. De Man. M*»joor G. De Wijs. Charles Boissevain. Mat betrekking tot het plaatsen op de k i e - zerslijsten van de paters van het Room^ck- khtboliek Instituut te Katwijk, waartoe door de recht bank te 's-Gravenhage last is gegeven, merkt de Gemeentestem op: Vermits in die zaak geene wederpartij in het geschil is, zal de Hooge Raad in doze geen uitspraak te doen hebben, tenzij de procureur-generaal bij dat rechterlijk college zich krachtens art. 27 der kieswet in het belang der wet tegen de beide vonnissen in cassatie mocht voorzien. Wij hopen het inderdaad vin het belang der wet", die o. i. bij beide uitspraken niet behoorlijk in acht genomen is." De Zutph. Cthet bezoak besprekende van den heer Tindal aaa de militaire specialiteiten in het buitenland, om met hen de krijgskundige naaktheid van zijn vaderland in bijzondorheden na te gaan, zegt daaromtrent »Wat ons betreft, wij hebben meer op met Sum en Japhet, die de naaktheid huns vaders met den mantel der lief ie bedekten dan met Cham, die zijn oogen daaraan weidde. Europa rond te reizen om met Van Moltke en andere deskundigen" de militaire zwakheden van zijn vaderland te bekijken, en daarna de treurige slotsom met een juichtoon in de dagbladen bekend te miken, schijnt ons wel zoo erg als de daad van Cham, die voor zoo zoover Genesis ons meedeelt, geen vreemdelingen er bij riep om zijas vaders naakt heid te zien. De heer Tindal mogo ons daarom ten goede houden, dat wij zijne veelvuldige bemoeiingen minder toeschrijven aan do vaderlandsliefde, die hij in zich gevoelt, dan aan de neiging om Rageering en volksvertegenwoordigers schaakmat te zetten, waarvan hij zich geen rekenschap geeft. Ware die neigi g hem niet te sterk geweest, dan moest hij ingezien hebben, dat zijne reis en de daaraan gegeveu publiciteit de achtiüg voor ons land bij den vreemdeling moet doen dalen, den reiziger zelf in een verdacht licht plaatst, den goeden moed en tengevolge daarvan de veerkraebt van het leger vermindert, en eindelijk in de gegeven omstandigheden geen enkele verbetering bewerken, maar alleen veel verbittering wekken haD." Aan do N. R. Ct. wordt uit Barlijn geschreven, dat de kans voor Rotterdam om tot t u s s c h e n- haven in de nieuwe stoomvaartlijn op Oost-Afrika te worden bestemd, weder aanmerkelijk is gestegen. Behalve de Kamer van Koophandel te Mannheim dringen op de keus van Rotterdam zeer aan de Ver- eeniging ter bevordering van do gemeenschappelijke belangen in de Rijnprovincie en Westfalen en de noord westelijke groep der Vereaniging van Duitsche staal- en ijzer-industriëslen. Als a*quivalent wenscht men echter, dat de Rijn op Nederlandsch grondgebied op minstens evenveel diepgang zal worden gebracht als het Duitsche gedeelte der rivier. Hot voorstel dar afdeeling 's-Gravenhage van de Maatschappij tot bevordering der geneeskunst in zake de vaccinatie, dat in de aanstaande algemeens vergadering dier Maatschappij zal worden behandeld, vindt zijne oorzaak in het antwoord van den Minister van Binnenlandschs Zaken op het voorloopig verslag van hoofdstuk V der staatsbegrooting over 1890, waarin gezegd werd»Het voor en tegen van verplichte vaccinatie zal bij de behandeling d*r herziening van de wet van 4 December 1872 (St.bl. no. 134), die eerlang, naar de ondergeteekenda zich vleit, bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig zal worden gemaakt ter sprake komen." De afdeeling vermoedt op grond der antecedenten, dat art. 17 der wet zal worden opgaheven en geen verplichte vaccinatie in het eerste levensjaar zal worden ingevoerd. De af leeling acht, na de laatstelijk gehouden enquête der Maatschappij van geneeskuade voor de vaccinatie, uitvoerig betoog over het nut der vaccinatie volkomen overbodig; maar zij wenscht dat er op worde gewezen, dat ons land vóór de invoering der genoemde wette lijke voorschriften, bij herhaling door pokken-epidemieën is getrcff?n, o. a. nog in hevige mate van 1870 1873, toen meer dan 20,000 2ijner bewoners aan pokken zijn bezweken, terwijl het, na de invoering dier voor schriften, maer en meer van de ziekte verschoond bleef, zoodat ia 1888 slechts 1 persoon aan die ziekte overleed. De centrale raad van den Sociaal-democratischen Bond heeft den heer C. C r o 11, wegens veischil van gevoelen met den heer Domela Nieuwenhuis, als re dacteur van Recht voor allen ontslagen. Rjeds van den aanvang af nam Croll een ander standpunt in ten aanzien van het staatkundig program der socialisten. Croll stelt het individu boven den staat, terwijl Nieuwenhuis den staat boven het individu stelt. Volgens Croll's opvatting moat de individuëde vrijheid de grondslag zijn van het staatsleven; hij ontkent elk recht van phyrieken dwang en meent dat dwang nooit kan leiden tot den socialistischen geluk staat, dien de leider predikt. Het gemeentebestuur te Rotterdam heeft zijn goedkeuriog gehecht aan een ingediend plan tot het bonwen van een nieuwen schouwburg op hut terrein aan den Coolsinge), waar eenmaal de ouds schouw burg stond. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren is de heer Van de Velde beëedigd, terwijl ingekomen is een ontwerp tot rege ling van den staat van bsleg. Bij het debat over het Surinaamsch conflict achtte de Minister van Koloniën het niet geven van inlich tingen door den Gouverneur gerechtvaardigd, maar de oordeelvellingen over den Gouverneur en later de verhooren hadden achterwege moeten blijven. Dit heeft de Min. den Gouverneur medegedeeld. Beperking van politieke rechten in Suriname ware zeer moeielijk. De heer Smidt stelde een motie voor, constateerende dat de Regeering niet heeft goedgekeurd de hande lingen van den Gouverneur en vertrouwende dat zij zou waken tegen inbreuk van rechten in de koloniale staton. De heer Schaepman stelde een motie voor, alleen constateerende de verklaringen der Regeering en ver trouwen uitende in haar beleid. De motie-Smidt werd verworpan met 46 tegen 35 stemmende motie- Schaepman werd daarna eenparig aangenomen met uitzondering van den heer Domela Nieuwenhuis. De begrooting van Koloniën is ten slotte zonder stemming aangenomen. Haden bevaalslaging over hit we'sontwe'p nopens do vijbeiisbansming.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1