1890. N°. 32. Zaterdag 15 Maart. J. H. C. HEIJSE. J. H. C. HEIJSE, GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. (MIMI De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent# Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct« Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Aan de Kiezers! liet is ruim twee jaren geleden, dat de kiezers voor de Tweede Kamer werden opgeroepen om ter stembus te gaan, ten einde deel te nemen aan de verkiezing voor een geheel nieuwe ver tegenwoordiging. De nieuwe Grondwet was tot stand gebracht en ingevoerd en voor het eerst zouden wat men toen noemde de //nieuwe" kiezers den stembusstrijd medemaken en daarmede getui genis afleggen van hunne politieke gezindheid. In de eerste plaats en voor verreweg het grootste gedeelte behoorden tot die nieuwe kiezen* zij, wier inkomstenvaak lij de week berekend geheel of nagenoeg geheel door de vervalling der eerste levensbehoef ten worden verzwolgen en voor wie een weinig meer of minder alras eene levensquaestie wordt. En nu was het v<5or twee jaren, meer nog dan nu, een tijd, waarin ieder maar altezeer den druk der heerschende malaise gevoelde en waarin ieder meende, dat verandering allicht verbetering zou zijn. Geen wonder derhalve, dat, toen de antirevo lutionaire partijgangers een handig gebruik maakten van de algemeene ontevredenheid en der menigte voorspiegeldendat, kwam eerst maar hunne partij aan liet roer, de zaken wel beter zouden gaan, zoovelen die partij bij dien merkwaardigen stembusstrijd versterkten, den rug toekeerende aan wat was en heil verwachtende van wat komen zou. Maar toch, de antirevolutionaire leiders begrepen het, er moest hunnerzijds iets meer gedaan worden dan alleen al het kwade der tijden brengen op rekening der liberalen. En toen zag het bekende «program van actie" het licht, die leiddraad voor het toekomstig anti-liberaal bewind, dat verlichting zou brengen van druk, dat veel kwaad zou weg nemen van wat zoogenaamd de liberalen hadden misdreven, dat de rechten der burgers zou doen herleven, dat vooral ook den financiëelen toestand van ons land zou verbeteren en door verlichting van lasten en betere verdeeling daarvan allen in eene betere positie zou brengen. Sinds zijn twee jaren verloopen en nu wij in ons district voor eene nieuwe verkiezing staan, moet natuurlijk bij alle kiezers de vraag rijzen IN er verbetering in den toestand Wat is door de tegenwoordige regeering gedaan om de beloften van 1888 werkelijkheid te doen worden In de eerste plaats dan de financiëele quaestie. Het eerste deel van het program van actie be loofde aan de kiezers vermindering van den druk der accijnzengelijkmaking van den belastingdruk voor de verschillende bestanddeelen van het natio naal vermogenherziening van de tarieven van in- en uit- en doorvoer. Wat deden regeering en volksvertegenwoordiging om deze zaken ten uitvoer te brengen De accijnzen zijn nog dezelfde alft in 1888 en de Minister van Financiën heeft niet onduidelijk te kennen gegeven, dat van hem voorstellen tot vermindering daarvan niet «iju te wachten. Ook hervorming van ons belastingstelsel ligt niet in het voornemen van dezen Minister en de plannen tot wijziging daar van, die thans in de 2e Kamer aanhangig zullen worden gemaakt en die inderdaad ten doel hebben om den kleinen burger te ontheffen, zijn «loor liberale Kamerleden Ingediend De eenige belangrijke verandering ten opzichte van 's lande financiën door de tegenwoordige regee ring en Kamermeerderheid in liet leven geroepen is deze, dat de onderwijswet thans in dier voege is gewijzigd, dat hare uitvoering aan de belasting schuldigen den plicht zal opleggen jaarlijks een paar millioen gulden meer op te brengen Ten opzichte van de tarieven van in-, uil- en doorvoer ls evenmin iets gedaan en omtrent heffing van graanrechten, een punt, dat in het program van actie wel niet met name wordt genoemd, maar waarnaar vooral in deze streken zoo reikhalzend wordt uitgezien, eu dat by de verkiezing niet onduidelijk was voor gespiegeld, heeft een katholiek afgevaardigde voor stellen ingediend, maar de regeeriug deed te dien opzichte niets- Ja toch, twee Mi nisters verklaarden er zich openlijk tegen De voorstellen tot organisatie der strijdkrachten, verhand houdende met punt 6, le deel van het program, d. i. afschaffing der plaatsvervanging, zijn na ruim twee jaren, langzamerhand op weg gekomen naar de 2e Kamer. Volgens eene mededeeling van dr A. Kuyper krijgen we dan eene legerorganisatie, waardoor hij, die het ongeluk heeft erin te loten er voor 15 jaar aan boud ia, namelijk 5 jaar soldaat, 5 jaar bij de reserve, 5 jaar hij de landweer. Zou dit vermindering van persoonlijken last kunnen genoemd worden Eu de overige punten van liet program P Wij zullen ze niet alle opnoemen. Alleen deze herziening van het kiesrecht, oprichting van kamers van arbeid, regeling van liet opiumvraagstuk. Van al deze zaken, die heloofd waren, is, thans nu meer dan de helft van den gestelden tijd verstreken is, niet alleen nog niets uitgevoerd, maar er is zelfs nog geen enkel ter hand ge nomen. Be toestand in Indië, de zaken met Atjeli zijn eerder achteruit- dan vooruitgegaan. Ja, door het godsdienstdrijven van den miiiister-Keucheiiius werden die gewichtige aangelegenheden niet alleen op den achtergrond geschoven, maar dreigde zelfs de rust ook op Java verstoord en liet vreedzame werk der zending in groot gevaar gebracht te worden. Een en ander geeft gereede aanleiding oin de kiezers erop te wijzen, hoe men hen in 1888 heeft gelokt met sehoone beloften, waarvan de uitvoering zich laat wachten üet geheele program van actie heeft ten slotte geen ander resultaat gehad dan een duurdere schoolwet en de kans op verzwaring van den militieplicht. Eu wat is nu de oorzaak van de werkeloos heid der tegenwoordige regeeriug Eenvoudig deze, dat de tegenwoordige meer derheid iu de Tweede Kamer bestaat uit twee verschillende kerkelijke partijen, die op vele punten niet kunnen samenwerken. De meeste katholieken zijn voor graanrechten; de meeste antirevolutionairen zijn er tegen. De antirevolutionairen zijn voor de nieuwe leger organisatie met afschaffing der plaatsvervanging; de katholieken zijn er legen. Het gaat zelfs zoover, dat op sommige punten een mil wordt voorgeslagen- De secretaris van den katholieken hond voor Z.- en en N.-Holland stelt voordeden voor de Vrije Universiteit der doleerenden in 't vooruitzicht, als de antirevolutionairen afzien van de afschaffing der plaatsvervanging. Wat de eene partij dus in liet belang der landsverdediging acht, wil de andere partij afkoopen door verheffing van de Vrije Universiteit! Overtuigend blijkt hieruit, dat de algemeene belangen niet verbeteren zullen, zoolang niet eene partij aan liet roer is, die alleen door liet alge meen belang gedreven wordt eu die de bijzondere belangen van een der partijen niet behoeft te ontzien. Wilt gij nu, kiezers 1 den tegenwoordigen toe stand van nietsdoen, van liet voor 's lands belang rampzalige loven en bieden tusselien de twee kerkelijke partijen bestendigen, kiest dan uir. Keuclienius. Maar wij vragen 't u in gemoede, welk nut is er voor onze maatschappen i be be langen van de verkiezing van inr. Keuclienius te wachten Leest de aanbevelingen van hem 1 //Christus belijder en zendingsvriend", dit is liet begin en het einde. Gold liet dan ook de verkiezing van een evangelist of zendeling, voorzeker de keuze ware eene uitnemende's Mans staatsmanswijsheid gaat onder in godsdienstzaken en voor zijne aspiratiëu te dien opzichte moet al het andere wijken. Maar zoo gij iemand eene opdracht wilt geven om uwe landbouw-, uwe nijverheids-, uwe helas- tingbelangen en uwe persoonlijke verplichtingen aangaande militie enz. te behartigen, kiest gij dan daarvoor den evangelist of den zendeling? Of wel den man, die van de genoemde belangen uit nemend op de hoogte is en daarvan hoofdzaak maakt iu een wetgevend lichaam Voorzeker den laatste, en zoo gij dus de partij versterken wilt, die er werkelijk naar streeft om de algemeene maatschappelijke toestanden te ver beteren, de partij, die in hare voortschrijding op dien weg alleen door de belangzucht der kerkelijke partijen is gestuit, kiest dan den heer sedert jaren lid van de Provinciale Staten en van het college van Gedeputeerden van Zeeland een man van het woord, maar ook van de daad, een mail van groote werkkracht en begaafd met een helderen blik in de maatschappelijke toe standen en die onze provincie met hare eigenaardige belangen en behoeften door en door kentwat bij dhr. Keuclienius niet liet geval kan zijn. De heer HEIJSE is een man, die getoond heeft liefde te koesteren voor het volkdie niet, als Keuclienius, zelfs zijne partijgenooten vervelen zal door ellenlange en weinig ter zake doende redevoeringen, over aangelegenheden die in hel wetgevend lichaam niet thuis beliooren, maar wiens heldere zaakrijke adviezen in onze Provin ciale Staten terecht gewaardeerd worden. Wel is waar, zou eene verkiezing van den heer Heijse zonder invloed zijn op de tegenwoordige meer derheid in de Tweede Kamer, maar het zou voor de regeering eene vingerwijzing zijn, dat de kiezers resultaten wensclien, resultaten, die, uiet ver meerdering van lastenmaar werkelijke verbete ringen in den bestaande» toestand aanbrengen. Welnu, kiezers 1 er is, zonder dat daaruit om verwerping van de tegenwoordige regeering zou volgen, thans gelegenheid om van uwe zijde te getuigendat uw toestand nog steeds op die ver betering wacht. Legt die getuigenis af door op Dinsdag 18 Maart uwe stem uit te brengen op den heer Zoo men reeds bij u geweest is om den naam van dhr. Keuclienius op uw biljet te zetten, dan moogt gij dien naam gerust doorschrappen en den naam van dhr. HEIJSE er onder of er boven zetten. Zoo gij een nieuw stembiljet wenscht moet de secretaris uwer gemeente u dit geven. Slechts tot vier uren hebt ge Dinsdag J 8 Maart tijd om uw biljet in te leveren wat door u in persoon moet geschieden. Snugger. Iq De Zeeuw van Ziterdag komt een verslag voor van de Woensdag gehouden vergadering der antirev. kiesvereniging alhier, waariü o. a. de navolgende curiositeit te lezen staat «Een der leden zeide zijn gedachten over den vermoedelijke!! inhoud van de verkiezings artikelen die de Goesche Crt. naar hij ver onderstelt tegen onzen candidaat (Keuclienius) zal het licht doen zien. Vooral zal men van die zijde trachten de Roomschen tegen ons uit te spelen. Spreker wenscht geen steun te bedelen doch verwijst nu alvast tegenover ecu enkele scherpe uit lating tegen kerkelijke leerstukken der rooinsche kerk naar wat Keuclienius ook voor den room schen staatsburger heeft gevoeld". Er is dus, volgens eigen erkentenis, meer dan een steekje los aan den heer Keuchenius. Hij is zeer scherp en voor de Roomschen onaannemelijk, omdat hij zich scherpe uitlatingen veroorloofd heeft tegen leerstukken der Roomsche kerk! 1 Nu, wat die uit latingen zijn, dat weien de Rjomschen wel. Zij zullen onmiddellijk eraan deuken, hoe mr. K-ucheuius het Roomsche leerstuk der «Onbevlekte ontvangenis" ge- persifl ierd heeft en hoe hij de Heilige Alliantie" tegen hen heeft uitgespeeld. Wij danken den snuggeren spreker in de antirev. kiesvereeniging en de (even snuggere redactie van de Zeeuw voor de door ons ongezochte mededeeling van wat tegen dhr. Keuchenius is aan te voeren. Minder naïef. In datzelfde verslag lezen wij, dat de voorzitter, jhr. mr. J. J. Pompe Van Meerder voort, met zijn naam dm polilieken leugen dekt, dat Keuchenius uom zijne belijdenisdoor de Eerste Kamer is weggezonden, Dit doet ons leed van iemand als de heer Pompe, die genoeg in de politiek is doorkneed om het beter te weten. Het votum der Eerste Kamer is, blijkens het beloop der zaak, geen vooraf overlegd politiek partijvotum geweest, maar de som van verschillende bijeengevoegde bezwaren der 20 Eerste Kamerleden tegen het regee- ringsbeleid van den minister. De ministriëele gedrags lijn van Keuchenius heeft vele liberalen van hem ver vreemd, die verwachtten, dat ipmand, die als Kamer lid zooveel verbeteringen wilde, die zou uitvoeren zoodra hij minister werd. Maar daarin is men bedrogen; hij heeft veel gesproken, veel geschreven, maar hij heeft niets gedaan. Niet zijne geloofsovertuiging, niet zijne ♦belijdenis" stuitte tegen de borst, maar wel, dat hij haar overal te pas of te onpas bijhaalde, allermeest waar bet voor de rust en voor ons gozag in Indië, zelfs voor de zending zelve, niet anders dan gevaarlijk kon worden. Dit was verzaking van zijne taak als mi nister, die als zoodanig zich buiten geloofszaken moet houden. Deze onderscheiding kent een man als jhr. Pompe wel en daarom doet het ons leed, dat hij, is hot verslag van De Zeeuw juist deze misleidende politiek niet tpgensprak. Zelfs het Dagblad van s-Gravenhagezoker geen liberaal orgaan, zegt van den heer Keuchenius, dat hij als M-nister niets heeft nagelaten, dan poenige bou'ade* tegen bet Mohammedanisme", En iodeidaad zoo is het! Een en ander te zamen, de algemeene politiek dus van Minister Keucheniusen niet zijne s belijdenis" heeft hem doen vallen. Trouwens, er is reden om te vragen in welk opzicht de heer Keuchenius toch zooveel bewondering en ver heerlijking heeft verdiend De heer Keuchenius heeft gedurende zijne gansche loopbaan steeds veel beleden, veel gesproken, veel geschreven, 'maar hij heeft zich nooit een krachtig horvormend Staatsman getoond. Heeft dan wellicht de heer Keuchenius tijdens zijn verblijf in Indië zich asn het mopitevolle en opofferende zendingswerk gewijd, dat thans zoo door hem op den voorgrond wordt gesteld Geenszins. Da heer Keu chenius was in Indië advocaat, was redacteur van eene liberale courant en versmaadde de goad betaalde landsbetrekkingen niet. Als lid van den Raad van Indië genoot hij een traktement van acht-en-twiotig duizend achthonderd gulden 'sjaars, en nog dezer dagen gaf hij in een schrijven aan de Nieuwe Groninger Courant zijne gevoeligheid te kennen, dat de Gouver neur-Generaal Sloel van den Beele hem, na jaren dienst, niet benoemde tot vice-president van den Raad van Indië (traktement 36000,'sjiars). Wij duiden dit den hear Keuchenius geenszins ten kwade. Integendeel, de man had groot gelijk. Hij deed wat zoovelen vi5or en na hem in Indië deden. Maar tegenover de ophemeling van den »CaiistusbeIqder ook ten opzichte van Iadië" mag deze naakte waarheid dan ook wel eens gezegd worden. Nu de heer Keuche nius zóo ijvert voor de zending in Iadië en daarvoor zijne positie als minister misbruikte, zullen vele vrome zialen allicht meenen, dat zulk een ijveraar, die jaren lang ter plaatse was, in dit opzicht een eigen werk zaam verleden had. Er is dus noch reden om te zeggen, dat Keuchenius gevallen is om zijne »belijdenis", noch reden om hem te verheerlijken omtrent zijn verleden op het gebied van bevorderirg van het Christendom. En als dan de heer IC°ucbenius in zijn schrijven aan de N. Groninger zegt, dat «het getal dergenen, die, zich vrienden noe mende van het Kruis vau Christus, genegen zijn zich voor Hem te doen kruisigen, nog zoo klein is", dan is van die genegenheid ook bij den heer K. weinig sprake als hij in hetzelfde schrijven, na zijn val, de Eerste Kamer ervan beschuldigt «den dienst van den M-tmmon hooger te stellen dan de eer van God" en dat dit hooge staatscollege slech s «bezield en gedreven kan worden door aspiratiën van lager lucht". Is dat taal, een christen-staatsman, een «drager vau het Kruis van Cbristu^' kenmerkend? Het Dagblad zegt dan ook terecht, dat in dat schrijven meer «gekrenkte eigenliefde, dan wel de gemoedelijke overtuiging van den Christen-staatsman kenbaar wordt." En verder: «Zoo mr. K, als Afgevaardigd* van Goes, zijn mandaat vooral zal vervullen om den afge treden Minister van Koloniën te wreken, dan zullen de debattendoor zijn wederverschijning in de Kamer

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1890 | | pagina 1