1890. N°. 30.
Dinsdag 11 Maart.
77slt' jaargang.
Voorjaar s- Veemarkt
TE GOES,
DE VERKIEZING
AANBESTEDING,
J. II. c. HEIJSE,
GOESCHE
De uitgave de2er Courant geschiedt Haandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bijdeheeren NIJGH fc VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent*
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal borekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en da daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ot«
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel
Den belanghebbenden wordt herinnerd, dat de eerste
zal gehouden worden op Dinsdag den 15 April 1890.
Goes, den 8 Maart 1890.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Tan een lid van de Tweede Kamer
der Staten-Oeneraal
ter vervanging van den heer jhr mr. A F. De Ssvornin
Lohman, die zijn ontslag als zoodanig heeft genomen,
aal plaatshebben 'óp DINSDAG DEN 18 HAART a e.,
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uren, in
een der zalen van het Raadhuis.
De kiezer, die zijn stembriefje verloren of er geen
ontvangen heeft, kan er eem ter Secretarie bekomen.
Goes, 8 Maart 1890.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
H A R T M A M.
Het bestek en de voorwaarden, waarnaar vanwege
het Departement van Marine op Donderdag den 20
Maart bij inschrijving zal plaats hebben de
van het maken en opstellen van
twee Ijzeren lichtopstanden
voor oeverlicht bij Gorishoek en Wnlpenbnrg zal ter
secretarie der gemeente eiken werkdag van 's morgens
9 tot des namiddags 2 uren ter visie liggen.
Goes, S Maart 1890.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER
In de Zaterdagavond in „de Prins
van Oranje" alhier gehouden vergade
ring van de liberale kiesvereeniging
„Goes" is voor de verkiezing op 18
Maart a. s. met algemeene stemmen
tot candidaat voor het lidmaatschap der
üe Kamer in ons district gesteld de heer
lid van Gedeputeerde Staten van Zee
land, wonende te Zieriksee, die, naar
werd medegedeeld, zich de candidatuur
laat welgevallen.
Ook de verschillende afdeelingen der
kiesvereeniging „Algemeen belang" op
Noord-Beveland hebben den heer Heijse
candidaat gesteld.
Deze keuze der liberalen mag in alle
opzichten eene uitstekende worden ge
noemd, en al is de kans in ons district
voor een liberalen candidaat zeker niet
gunstig, zoo vertrouwen wij, dat, waar
een zoo uitnemend man als de heer
Heijse zich de candidatuur Iaat welge
vallen, al wat liberaal is niet alleen
trouw ter stembus zal komen, maar dat
in stad en dorp, in iedere gemeente
van ons district, onze geestverwanten
zich beijveren zullen deze candidatuur
met alle eerlijke middelen te bevorderen,
en tijd en moeite zullen aanwenden om
ook anderen te overtuigen dat zij, door
hunne stem op dhr. Heijse uittebrengen,
niet alleen handelen in het welbegrepen
belang van ons land en onze provincie,
maar tevens een krachtig protest inle
veren tegen de overheersching van de
Kuyper-partij, die aan eigen eer en
voordeel het algemeen belang ten offer
brengt en tengevolge van welker ramp
zalig drijven alle verbeteringen op maat
schappelijk gebied achterwege blijven.
Snugger.
In De Zeeuw van Zaterdag komt een verslag voor
van de Woensdag gehouden vergadering der antirev.
kiesvereeniging alhier, waarin o. a. de navolgende
curiositeit te lazen staat:
*Een der leden zeide zijn gedachten over
den verraoedelijken inhoud van de verkiezings
artikelen die de Goesche Crt. naar hij ver
onderstelt tegen onzen candidaat (Keuchenius)
zal het licht doen zien.
Spreker voorspelt dat men van zekere zijde
met meer of minder vette letter zal afdrukken
tal van aanhalingen uit de talrijke geschriften
van dezen onverschrokken vaak fel bestreden,
soms zeer scherpen staatsman. Onze kiezers
moeten zich meer bewust worden, dat het niet
aangaat instemming te eischen met iedere met
vette letter gedrukte aanhaling uit redevoerin
gen van een candidaat, doch wel met zijne
.beginselen.
Vooral zal men van die zijde trachten de
Rooraschen tegen ons uit te spelen. Spreker
wenscht geen steun te bedelen doch verwijst
nu alvast tegenover een enkele scherpe uit
lating tegen kerkelijke leerstukken der roomsche
kerk naar wat Keuchenius ook voor den room-
schen staatsburger heeft gevoeld".
Er is dus, volgens eigen erkentenis, meer dan een
steekje los aan den heer Keuchenius. Hij is zeer
scherp en voor de Roomschen onaannemelijk, omdat
hij zich scherpe uitlatingen veroorloofd heeft tegen
leerstukken der Roomsche kerklNa, wat die uit
latingen zijn, dat weten de Roomschen wel. Zij znllen
onmiddellijk eraan denken, hoe mr. Keuchenias het
Roomsche leerstuk der «Onbevlekte ontvangenis" ge
persifleerd heeft sn hoe hij de «Heiliga Alliantie"
tegen hen heeft uitgespeeld.
Wij danken den snuggeren spreker in de antirev.
kiesvereeniging en de (even snuggere redactie van de
Zeeuw voor de door ons ongezochte mededeeling van
wat tegen dhr. Keuchenius is aan te voeren.
Eq wat betreft dat drukken van enkele saillante
woorden of zinsneden met vette letter, dit hebben wij
geleerd van de Zeeuw en van de verkiezings
manifesten der antirevolutionairen. De antir. kiezers
weten dus nu, dat aan die vette letter in die ver
kiezingsstukken geen waarde is te hechten 1
Minder naïef.
In datzelfde verslag lezen wij, dat de voorzitter,
jhr. mr. J. J. Pompe Van Meerdervoort, met zijn naam
den politieken leugen dekt, dat Keuchenius som zijne
belijdenisdoor de Eerste Kamer is weggezonden.
Dit doet ons leed van iemand als de heer Pompe, die
genoeg in de politiek is doorkneed om het beter te
weten.
Het votum der Eerste Kamer is, blijkens het beloop
der zaak, geen vooraf overlegd politiek partijvotum
geweest, maar de som van verschillende bijeengevoegde
bezwaren der 20 Eerste Kamerleden tegen het regee-
ringsbeleid van den minister. De ministriëele gedrags
lijn van Keachenius heeft vele liberalen van hem ver
vreemd, die verwachtten, dat iemand, die als Kamer
lid zooveel verbeteringen wilde, die zou uitvoeren zoodra
hij minister werd. Maar daarin is men bedrogen; hij
heeft veel gesproken, veel geschreven, maar hij heeft
niets gedaan. Niet zijne geloofsovertuiging, niet zijne
«belijdenis" stuitte tegen da borst, maar wel, dat hij
haar overal te pas of te onpas bijhaalde, allermeest
waar het voor de rust en voor ons gezag in Indië,
zelfs voor d« zending zelve, niet anders dan gevaarlijk
kon worden. Dit was verzaking van zijne taak als mi
nister, die als zoodanig zich buiten geloofszaken
moet houden. Deze onderscheiding kent een man als
jhr. Pompe wel en daarom doet het ons leed, dat hij,
is het verslag van De Zeeuw juist deze misleidende
politiek niet tegensprak.
Zelfs het Dagblad van s-Gravenhage, zeker geen
liberaal orgaan, zegt van den heer Keuchenius, dat hij
als Minister niets heeft nagelaten, dan «eenige boutades
tegen het Mohammedanisme". En inderdaad zoo is het 1
Een en ander te zamen, de algemeene politiek dus
van Minister Keucheniusen ni«t zijne «belijdenis"
heeft hem doen vallen.
Trouwens, er is rsden om te vragen in welk opzicht
de heer Keuchenius toch zooveel bewondering en ver
heerlijking heeft verdiend? De heer Keuchenius heeft
gedurende zijne gansche loopbaan steeds veel beleden,
veel gesproken, veel geschreven, maar bij heeft zich
nooit een krachtig hervormend Staatsman getoond.
Heeft dan wellicht de heer Keuchenius tijdens zijn
verblijf in Indië zich aan het moeitavolle en opofferende
zendingswerk gewijd, dat thans zoo door hem op den
voorgrond wordt gesteld? Geenszins. De heer Keu
chenius was in Indië advocaat, was redacteur van
eene liberale courant en versmaadde de goad betaalde
landsbetrekkingen niet. Als lid van den Raad van
Indië genoot hij een traktement van acht-en-twiotig
duizend achthonderd gulden 'sjaars, en nog dezer
dagen gaf hij in een schrijven aan de Nieuwe Groninger
Courant zijne gevoeligheid te kennen, dat de Gouver
neur-Generaal Sloet van den Beele hem, na 25 jaren
dienst, niet benoemde tot vice-president van den Raad
van Indië (traktement 36000,'sjtars).
Wij duiden dit den heer Keuchenius geenszins ten
kwade. Integendeel, de man had groot gelijk. Hij deed
wat zoovelen vóór en na hem in Indië deden. Maar
tegenover de ophemeling van den «Christusbelijder ook
ten opsichte van Iadië" mag deze naakte waarheid
dan ook wel eens gezegd worden. Nu de heer Keuche
nius zóo ijvert voor de zending in Indië en daarvoor
zijne positie als minister misbruikte, zullen vele vrome
zielen allicht meenen, dat zulk een ijveraar, die jaren
lang ter plaatse was, in dit opzicht een eigen werk
zaam verleden had.
Er is dus noch reden om te zeggen, dat Keuchenius
gevallen is om zijne «belijdenis", noch reden om hem
te verheerlijken omtrent zijn verleden op het gebied
van bevordering van het Christendom. Eq als dan de
heer Keuchenius in zijn schrijven aan de N. Groninger
zegt, dat «het getal dergenen, die, zich vrienden noe
mende van het Kruis van Christus, genegen zijn zich
voor Hem te doen kruisigen, nog zoo klein is", dan
is van die genegenheid ook bij den heer K. weinig
sprake als hij in hetzelfde schrijven, na zijn val, de
Eerste Kamer ervan beschuldigt «den dienst van den
Mammon hooger te stellen dan de eer van God" «n
dat dit hooge staatscollege slechts «bezield en gedreven
kan worden door aspiratiën van lager lucht".
Is dat taal, een christen-staatsman, een «drager
van het Kruis van Christus" kenmerkend?
Het Dagblad zegt dan ook terecht, dat in dat
schrijven meer «gekrenkte eigenliefde, dan wel de
gemoedelijke overtuiging van den Christen-staatsman
kenbaar wordt."
En verder«Zoo mr. K., als Afgavaardigde van
Goes, zijn mandaat vooral zal vervullen om den afge
treden Minister van Koloniën te wreken, dan zullen
de debattendoor zijn wederverschijning in de Kamer
meer winnen in lengte dan in aantrekkelijkheid en
in die bezielingwelke van het Evangelie der liefde
uitgaat
En toch zullen de argelooze kiezers in het kies
district Goes dezer dagen in den naam van Evangelie
en belijdenis overreed worden om Keuchenias te stem
men Toch zal de huichelarij weder hoogtij vieren en
zullen de werkelijk geloovige zielen door gewetenlooza
politieke stemmenwervers met den toorn Gods bedreigd
worden als zij niet op Keuchenius stemmen.
Arm Evangelie, arme belijdenis, die op zoo treurige
wijze ontheiligd en verlaagd worden tot werktuigen
voor wereldsche doeleinden!
GOES, 10 Maart 1890.
Van De Standaard, die gedurende de gansche
week altijd des avonds in ons bezit is, kwam nu reeds
twee keeren achtereen het des Zaterdags uitgegeven
wordende no. des Zondags aan.
Is dit in verband met bevordering van de Zondagsrust?
Tot lid van het bestuur der liber. kiesvereeniging
«Goes" is Zaterdag gekozen da heer G. H. K a k e -
b e e k e.
Bij kon. besluit is bepaald dat de s t e m -
briefjes, ter verkiezing van een lid der Tweede
Kamer in het hoofdkiesdistrict Goes, op
Dinsdag 18 Maart en, in geval van herstemming op
Dinsdag 1 April in te leveren, zullen geopend worden
respectievelijk op Donderdag 20 Maart en Donderdag
3 April a. s.
Het tweede adres ter ondersteuning van het
wetsvoorstelBahlmannbetreffende het heffen
van graanrechten, dat in no. 21 der Goesche
Courant is opgenomen, werd in de vorige week, door
meer dan honderd laadbouwers onderteekend, aan den
Voorzitter der Tweede Kamer der Staten-Generaal
gezonden.
De Roomgch Kath. Kiesvereeniging
alhier vergaderde Zaterdagavond in het koffiehuis van
dhr. Krügergde bijeenkomst was slechts schaarsch
bezocht. Na ampele bespreking werd, naar men ons
mededeelt, besloten een schrijven te richten aan mr.
L. W. C. Keuchenius, met verzoek zich te willen ver
klaren omtrent zijn gevoelen over algemeenen en al
gemeen persoonlijken dienstplicht.
Na daarop antwoord ontvangen te hebben, zal de
kiesvereeniging beslissen hoe verder te handelen. Nog
werd een bestuur gekozen, bestaande uit de heeren
M. A. Stieger, W. Thewes en P. J. Van de Ven.
Door Ged. Staten van Zeeland is aan de heeren
A. Van Damme, M. Verburg en C. N. v. d. Heijde
te Wissenkerke vergunning verleend tot het plaatsen
van een weegbrug in de nabijheid der haven van
Geersdijk, gem. Wissekerke. MCt
Kolijnsplaat. Vrijdagavond hield de afdeeling «Ko-
lijnsplaat" der liberale kiesvereeniging «Algemeen
belang" eene vergadering naar aanleiding van de a. s.
verkiezing van een lid der Tweede Kamer voor het
district Goes. Er waren 21 leden tegenwoordig, be
halve nog een drietal leden der afdeeling «Kats". Met
algemeene stemmen werd besloten tot het stellen van
een candidaat en werd daartoe eenstemmig gekozen
de heer J. H. C. H e ij 8 e van Zieriksee, lid van Ged.
Staten van Zeeland. Ook 9 leden der afdeeling «Kats"
hebben genoemden heer canlidaat gesteld.
Tot vice-president der afdeeling werd gekozen de
heer J. W. M. v. Elzelingen.
Daarna werden nog besproken de aenhangige Pen
sioenwet door Jonkh. W. J. De Jonge, en van de
ingediende belastingvoorstellen van de heeren Borgesins
c. s. inzonderheid de inkomstenbelasting door den
Voorzitter, terwijl de heer J. H'ijboer van Kats het
voorstel Bahlmann in sake de heffing van graanrechten
ter sprake bracht.
De gemeenteraad van Bruinisse heeft het voor
stel tot vergrooting der haven in zuid-oostelijke rich
ting met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. De begrooting
bedraagt plm. f 24,000.
Bij kon. besluit is, met ingang van 15 Maart
a. s., benoemd tot burgemeester der gem. Zaandijk,
P. K. P. J. V a n S 1 o t e n burg. van Hoofdplaat,
met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde
betrekking.
In een te Middelburg gehouden vergadering van
aandeelhouders in de «Middelburgsche Maatschappij
van Stoomvaart" is besloten om den bouw van twee
nieuwe booten op te dragen aan de firma Wilton te
Rotterdam.
De Liberale Unie heeft Zaterdag, na be
handeling van enkele wijzigingen, het Haishoudelijk
Reglement in eene langdurige geheime zitting vastge
steld. In de openbare vergadering werd behandeld
het praealvies van de Commissie iu zake de belasting
voorstellen van den heer Borgesius c. s. Met algemeene
(69) stemmen werd eene motie van den heer Levy
aangenomen, waarin ingenomenheid wordt betuigd met
het initiatief der voorstellers van genoemd ontwerp,
gelijk ook met het grondbeginsel, in de ontwerpen
vervat, nl.: invoering van een Rijksinkomstenbelasting
met progressie.
Zaterdag is het adres van den Ned. Vrou
wenbond, waarbij verzocht wordt de sluiting van
bordeelen enz., aan de Tweede Kamer verzonden.
De belangrijkste beslissing, Vrijdag in de Tweede
Kamer gevallen, is zeker, dat ook aan de weduwen
en w e e z e n van burgerlijke ambtenaren, die vóór
den 10 December 1888 zijn overleden, op wachtgeld
gesteld of gepensionneerd, een p e n s i o e n zal worden
uitgekeerd, indien de ambtenaren althans na den 1
April 1836 zijn aangesteld.
Het bedrag van het weduwenpensioen is in het al
gemeen niet groot. Het is gesteld op een vierde van
het traktement, dat laatstelijk tot grondslag voor de
pensioenberekening der ambtenaren heeft gestrekt.
En dit bedrag wordt voor de weduwen van reeds
gestorven of gepensionneerde ambtenaren slechts voor
tweederden genoten, dus voor een zesde van de jaar
wedde, die voor den ambtenaar tot grondslag van da
berekening van zijn pensioen diende. Terwijl in het
algemeen het weduwenpensioen niet meer kau bedragen
dan 600, wordt dit cijfer voor de zoogenaamde
oude weduwen op 400 gebracht.
Groot is dus in elk geval de ondersteuning niet.
De Kamer heeft echter, door het amendement der
heeren Van Delden c. s., met de aanzienlijke meer
derheid van 65 tegen 16 stemmen aan te nemen, blijk
gegeven van den ernst om aan een schreeuwende on
rechtvaardigheid, die in het regeeringsvoorstel lag
opgesloten, te ontkomen, zonder de geheele in be
handeling zijnde regeling in gevaar te brengen.
(B. N.)
Wegens zijne benoeming tot Minister van Binnen-
landsche Zaken heeft jhr. mr. A. F. De Savornin
Lohman ontslag genomen als voorzitter en bestuurslid
van de Unie «Een school met den bijbel."
Toen de heer Lohman de portefeuille van Bin-
nenlandsche Zaken van zijn voorganger had overge
nomen, hield hij een toespraak tot de ambtenaren
van zijn departement, waarin hij zeide«Verandering
van Ministers komt dikwijls voor, maar zelden gebeurt
het, dat een Minister zoo gaarne wenscht te treden
in de voetstappen van zijn voorganger als ik." De
rede ademde groote gematigdheidzal de heer Lohman
ook door zijn daden toonen, dat hij in gematigdheid
Mackay zal evenaren? (Vad.)