1890. N°. 13. Donderdag 30 Januari. 77ste jaargang.
De uitgave deier Courant geschiedt Maandag, TToausdag en Vrljdagaroud,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bijdeheeren NIJGH Sc VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkooperg en Postdirecteuren.
Da prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Goboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 48 regels a 1,- berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan i regels beslaande en contant betaald 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Tot en met 31 Januari bestaat de
gelegenheid aan ons bureau tot betaling
van nog verschuldigde abonnements- en
advertentiegelden over 1889. Na dien
datum zullen wij zoo vrij zijn, over het
bedrag per postquitantie te beschikken.
De Administratie.
Het geschil te Suriname.
Omtrent bet geschil tusschen den Gouverneur en
de Staten binden wij nog het volgende vermeld
In de West Indiër van 29 Dec. komt een ingezonden
stuk voor, waarin het bijna ongeloofelijke feit wordt
medegedeeld dat de Raad van Bestuur van 30 Januari
i889 af, toen de nieuwe Gouverneur voet aan wal
zette, tot 40 Dec. toe geen enkele maal vergaderd
heeft. Niettemin zijn in dien tijd zes verordeningen
uitgevaardigd, die zooals het Reg.-reglement voor
schrijft, aan het hoofd bevatten de woorden: «De
Raad van Bestuur gehoord".
Da heer De Savornin Lohman heeft het voorschrift
van het R'g. reglement dus geïnterpreteerd, dat het
voldoende is schriftelijke adviezen in te winnen van
de leden van den Raad van Bestuur afzonderlijk. Op
die wijze zijn echter wel de individuen geraadpleegd,
maar niet de Raad als zoodanig, wat theoretisch en
practisch een groot verschil geeft. En uitdrukkelijk
schrijft het Reg. regl. voor dat de Raad van Bestuur
wordt gehoord nopens alle koloniale verordeningen
alle besluiteo tot uitvoering vao verordeningenalle
aangelegenheden, waaromtrent het bij de wet of al-
gemeene verordening of krachtens koninklijk bevel
moet geschieden; alle andere zaken, waaromtrent de
gouverneur het gevoelen van den Raad wenscht in te
winnen. De Raad moet dan in zijn geheel worden
gehoord; de woorden en de bedoeling zijn duidelijk.
De gewichtige vraag rijst nu, of de verordeningen,
uitgevaardigd zonder dat de Raad is gehoord, wettig
zijn, een vraag te gewichtiger omdat onder die verorde
ningen ook behoort de octrooiverlenging der Surinaam-
sche Bank. Het antwoord lijkt ons niet twijfelachtig.
Deze wetsschennis komt ten laste van een oud
advocaat-generaal bij den Hoogen Raad der Neder
landen. Meent deze gouverneur van Suriname zijn
gezag te kunnen stellen boven de wet De Minister
van Koloniën, zoo hij nog iets aan zijn verleden hecht,
zal weten, wat hem te doen staat.
Wat de Parazaak betreft, blijkt uit de zittirg der
Koloniale Staten van 31 Dec., dat inderdaad de Gouver
neur de vier ambtenareD, leden der Staten, over het
uitbrengen van hun stem heeft onderhouden. De Voor
zitter der Staten, de heer Juda, verliet zijn zetel om
hiertegen te protesteeren. Hij sprak het volgende
«De vertegenwoordiger des Konings heeft gemeend
vier leden van deze vergadering, die tevens afzetbare
ambtenaren zijn, voor de door hen in de Saten uit
gebrachte stem in verhoor te moeten nemen en om
er niets anders en niets meer van te zeggen, om bun
voor te houden hoe zij, naar des Gouverneurs meening,
zich bij de behandeling der motie hadden moeten ge
dragen en in het vervolg zullen hebben te handelen
als leden der Vertegenwoordiging.
Naar mijn innige overtuiging is dit in strijd met
letter en geest van het Regeeringsreglement, en ik
twijfel er geen oogenblik aan, dat, wanneer deze hoogst
treurige gebeurtenis volkomen naar waarheid ter
kennis van de Nederlandsche Regeering wordt gebracht,
deze op de meest ondubbelzinnige wijze zal doen blijken,
dat zij niet gediend is van dergelijke handolingen."
Vooraf ging een discussie, waarin verschillende
sprekers opkwamen tegen het bekende schrijven van
den Gouverneur, als in strijd met de wet en met
de goede vormen. Het eerst sprak de heer Heylidy,
de veteraan der Staten, die in zijn rede verklaarde
zijn ontslag te hebben genomen, omdat hij niet weder
aan dergelijke beleedigingen wenschte bloot te staan.
Aan een particulier schrijven ontleent het Vader
land nog het volgende:
«De Kolonie is zeer ingenomen tegen den Gouverneur.
Iedereen keurt zijn houding ten strengste af. Mee
gelooft in Suriname, dat de positie van den Gouverneur
onhoudbaar is geworden en dat hij spoedig vervangen
moet worden. Van een ontbinding van de Koloniale
Staten is voor het Gouvernement hoegenaamd geen
heil te wachten.
Een vergadering van burgers heeft haar adhaesie
aan de Staten betuigd en besloten een request aan de
Hegeering in het moederland te zenden."
GOES, 29 Jannari 1890.
Omtrent de noodlottige circulaire van den
Minister van Koloniën, die den godsdienst
der Javaansche bevolking aanraakt, schrijft de Haag-
sche correspondent der N. Gr. Ct. het volgende ern
stige woord van waarschuwing
«Al heeft de Minister van Koloniën zich thans weer
voor een oogenblikje heel kalm gehouden en de on
schuldigste woorden gekozen om zijn beleid te ver
dedigen, de laatstelijk in de Tweede Kamer gevoerde
discussie en hrt toen door den heer Keuchenius inge
nomen standpunt leggen m. i. aan de Eerste Kamer
den duren en heiligen plicht op om ons vaderland en
Nederl.-Irdië voor de grootste rampen te behoeden.
Het is thans bovendien uit de in lodië uitgevaardigde
circulaires gebleken, dat de inmenging van de gods
dienstige twistvragen in het koloniaal bestuur als het
ware het doel van de Regeering is; de poging om,
onder den schijn van zorg voor de schatkist met
't oog op de vrijstellingen van betaling van hoofdgeld
den Mohammedaanschen priesterstand te doen beper
ken, in verband met de uitingen van den beer Keu-
checiu6Christus boven Mohammed enzze kan zeer
licht het sein worden voor een godsdienstoorlog, di*,
wat God verhoede in Iadië uitbrekende, met een ver
delging van den laatsten Christen in 'trijk van Insu-
linde zou eindigen. Welnu, ik ontveins 't mij niet
en ik weet dat zeer vele in onze koloniën bekende
mannen, ook niet-liberalen dit gevoelen zijn
toegedaan en met doodsangst op dit punt vervuld
zijn, als de Minister van Koloniën op den tot hiertoe
gevolgden weg voortgaat, voorzie ik binnen enkele
jaren, wellicht reeds spoediger, dat de oorlog tegen
het Europeesch element zal uitbarsten en dat het
voorgoed met «de Compagnie" gedaan zal zijn".
Inderdaad het is onbegrijpelijk dat een man als
Keuchenius, die jarenlang op Java heeft doorgebracht,
eu dus de fanatieke gehechtheid der inboorlingen
aan hun geloof behoort te kennendie het weten
moet, dat aldaar in de laatsto jaren zich bedenkelijke
teekenen van Mohamedaansche woelingen hebben voor
gedaan, het is onbegrijpelijk, zeggen wij, dat die man
het gevaarlijke van zijne geloofsbemoeiingen niet inziet.
Gaat dit zoo voort, dan voorspsllen ook wij een chris-
termoord op uitgebreide schaal. Wat zouden 20 a
30 duizend Europeanen vermogen tegen 20 a 30
millioen Mohamedanen 7 Voor het zoover komt ver
trouwen wij, dat hoogere macht den heer Keuchenius
beware voor den vloek van moeders en vaders, die
den 8madelijken en hartverscheurenden dood hunner
kinderen beweenen, voor de totale vernietiging van
onze betrekkingen tot het schoone Insulinde.
Dat enkele bladen of blaadjes onder de leus:
«Christus boven Mohamed" de loftrompet over deze
daden van den heer Keuchenius steken, is slechts aan
hun eigen fanatisme en aan de volslagen onkunde
hunner redacteurs ten opzichte van het betrokken land
en volk te wijten. In hunne onwetendheid begrijpen
die onnoozelen niet wat zij doen. Maar in onze ver
tegenwoordiging hebben zoovelen zitting, die uitnemend
op de hoogte der zaak zijn. Wij vertrouwen, dat zij,
zonder scrupuleus8 berekening van de politieke ge
volgen hier te lande, den heer Keuchenius vrijheid
zullen lat-n zijne denkbeelden op dit gebied in toe
passing te brengen op de wijze als hem goeddunkt,
maar dat den Minister Keuchenius, die onder Z. M.
den Koning en naast den Gouverneur-Generaal gesteld
is om ook over de Mohamedanen rechtvaardig te
heerschen, die den godsdienst zijner onderdanen heeft
te eerbiedigen, en allerminst in zijne hooge qualiteit
daarop pressie mag uitoefenen, dat den Minister als
zoodanig daartoe de gelegenheid worde ontnomen vóór
het te laat zal zijn.
Wij maken onze lezers opmerkzaam op de pu
blicatie in ons vorig nommer betreffende de herzie
ning der kiezerslijsten.
Wie hier ter stede een belastingbiljet voor de per-
soneela belasting over 't jaar 488889 hebben be
taald, waarin zij voor eene huurwaarde van minstens
33 waren aangeslagen, of wie in 1889 hier 10
grondbelasting (met rijks-opcenten daaronder begrepen)
hebben betaald, behoeven zich niet op te geven.
Wel moeten zich opgeven
4. wie over het jaar 488889 hunne personeele
belasting in eene andere gemeente hebben betaald.
Wanneer zij geen remissie hebben gekregen, wat zij
op hun biljet kunnen nazien, worden zij hier kiesge
rechtigd, waarvoor zij eenvoudig dat biljet hebben
over te leggen ter secretarie
2. wie hun tien gulden grondbelastitig over 4889
elders hbben betaald of in verschillende gemeenten te
zamen, of voor bun aandeel in een onverdeeld goed,
waarvoor zij niet afzonderlijk in de kohieren vermeld
staan. Zij hebben over te leggen hunne voor voldaan
geteekende biljetten, en in het laatste geval eene ver
klaring, waarvoor het model ter secretarie verkrijgbaar
is. Wie voor zijne vrouw betaalt of voor zijne kinderen,
wier goederen hij in vruchtgebruik heeft, wordt ook
kiezer
3. de kamerbewoners (lodgers), die niet
zelf personeel betalen, als hun verhuurders, bij wie
zij wonen, zijn aangeslagen voor eene huurwaarde van
66 en hun kwartier ongestoffeerd geschat wordt
op 33 huurwaarde. Zij moeten echter sedert 45
Mei '89 steeds deze zelfde vertrekken bewoond hobben.
Zij motten eene verklaring overleggen, waarvan het
model op de secretaiie kosteloos verkrijgbaar is.
De aangiften moeten geschieden vóór 45 Fobruari.
Zij moeten telken jare weer herhaald worden.
Wij herinneren belangstellenden nogmaals aan
de toofteel voorstelling, die morgenavond in de groote
zaal van het koffiehuis »De Prins van Orarje" door
het gezelschap onder directie der heeren Alex.
Faassen en Co. van de Nieuwe Rotterdamsche
Schouwburgmaatschappij zal gegeven worden.
Na hetgeen wij omtrent het stuk en de acteurs en
actrices mededeelden op gezag van de Rotterdamsche
bladen, kunnen wij ons van verdere aanbeveling ont
houden.
Onder het opschrift Veeartsenijkunde op christe-
lijk-historischen grondslag" schrijft het Vad. het vol
gende
«Dezer dagen werd de niet «bevoegde", maar de,
volgens overgangsbepaling 46, «geadmitteerde empirist"
W. Eeftink, door den Minister Keuchenius ter beschik
king van den Gouverneur-Generaal gesteld, om benoemd
te worden tot «Gouvernements-Veearts" in Ned.-Indië!
Dat «denkend hoofd", in vroeger jaren marskramer
van beroep, is dus de uitverkorene om in Iadië voor
de belangen van den veestapel te waken en in zake
besmettelijke ziekten de autoriteiten te adviseeren.
Een mooie positie met een mooi tractement, die de
in aantal steeds klimmende veeartsen, aan wier weten
schappelijke opleiding de Staat veel geld ten koste
legt, om hen voldoende te bekwamen, hem zeker en
met recht zullen benijden. De titularis schijnt trouwens
«roeping" te gevoelen om den lande te dienen. Ge
vestigd in de gemeente Oldebroek, verzocht hij, zich
noemende «rijksveearts", om belast te worden met
den veterinairen dienst in de legerplaats aldaar ge
durende den tijd dat geen militaire paarden-arts in
de legerplaats aanwezig is. Misleid door den titel
prijksveearts", liep de inspectie van den geneeskun
digen dienst der landmacht in de fuik, maar de list
werd tijdig ontdekt en de gedane toezeggiogingdtrokken.
Bij het departement van Koloniën moeten dus wel
overwegende redenen bestaan dezen «geadmitteerde"
doch «onbevoegde" in 's lands dienst te nemen. Nu,
naar men zegt, maakt deze «veearts" door geloof goed,
wat hem aan wetenschap ontbreekt. Waarschijnlijk
wordt daarom, in verband met de lang gewenschte
reorganisatie van den veeartsenijkundigm dienst in
lodië, zijn uitzending noodig geacht. Om tot de ker
stening van Indië te komen, mag geen middel, hoe
gering ook, versmaad, en zoo dit uitverkoren vat onder
Keuchenius' leiding er in slaagt enkele zielen te redden,
wat nood dan, zoo duizenden buffils verloren gaan 7"
Z. M. heeft benoimd tot ontvanger der registratie
te Oirschot II. J. Van Lis, thans surnumerair.
Het Haagsche Dagbl. meldt, dat de heer A. A.
Beekaar is benoemd bij den algemeonen dienst van
's rijks waterstaat te 's-Gravenhage, ter vervanging
van den heer H. E. De B r u y d, die benoemd werd
tot chef van weg en werken bij de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij.
Het Nederlandsch Museum te Amsterdam heeft
van den heer jhr. W. M. H. Da Jonge, te Zieriksee,
ten geschenke ontvangeneen zwaard van gerechtig
heid van mr. Joh. De Jonghe of De Jonge, Ambachts
heer van Oosterland, Sir-Jansland en Oostersteyn een
ijzeren helm met beweegbaar vizier, 4ste helft der
47da eeuw, en twee kogelvormen voor 40 kogels.
Lang 48 c.M.
Aan den schenker is de dank der regeering betuigd.
Het hoofdbestuur van don Volksbond, vereeni-
ging tegon drankmisbruik, heeft voor het a s y 1 van
dronkaards 250 beschikbaar gesteld.
De Semaine médicale maakt melding van eene
passage uit een der jongste brieven van Stanley, waar
uit wederom de werkzaamheid der vaccinatie
teg n de pokken blijkt: »De pokken braken uit onder
de Manyema's, en veroorzaakten eene belangrijke sterfto;
terwijl de Zanzibarieten, die vooraf waren ingeënt, van
de ziekte verschoond bleven."
De spoorwegovereenkomsten zijn
bij de Kamer ingekomen. De Rhijnspoorweg wordt
genaast en alle lijnen verdeeld tusschen de Hollandsche
en Exploitatie-maatschappijen, in het meeste belang
der internationale en binnenlandsche verbindingen. De
regeling zal den Staat 45 millioen kosten, waarvoor
eene geldleening ad 3 pet. voor 95 pet. uit te geven
noodig zal zijn. Ten slotte zal de Staat een jaarlijksch
voordeel van 38,000 hebben.
De keizer van Rusland is, naar verzekerd wordt,
door de Nederlandsche en Fransche regeeringen uit-
genoodigd de beslechting als arbiter op zich te nemen
van het tusschen haar gerezen geschil betreffende de
grensregeling van Suriname en Fransch Guyana.
In de gisteren gehouden zitting van de Eerste Kamer
werd door den Minister van Buitenl. Zaken echter
medegedeeld dat, volgens een bij hem ontvangen tele
grafisch bericht, de hooggeplaatste persoon, aan wion
de Nederlandsche en Fransche Gouvernementen de
beslechting wenschten op te dragen van hun geschil
omtrent de grensregeling tusschen Suriname en Fransch-
Guyana, zwarigheid heeft gemaakt om de opdracht
tot arbitrage aan te nemen.
Door den minister van financiën is bepaald, dat
surnumerairs, benoemd tot ontvanger, voor reizen tot
het aanvaarden dier betrekking geen kosten in reke
ning brengen, ook dan niet wanneer zij, om de eene
of andere reden, het kantoor, waartoe zij zijn benoemd,
nog eenigen tijd a's surnumerair moeten waarnemen.
Het hoofdbestuur der Vereeniging ter bevordering
van de Nederlandsche visscherij heeft zich
tot de regeering gewend met het verzoek, dat aan
onze consulaire agenten worde opgedragen hunne aan
dacht te wijden aan da oestercultuur en den oester-
handel in de plaatsen waar zij gevestigd zijn, en hunne
bemoeiingen daaromtrent in hunne verslagen mede te
deelen.
Blijkens bij het departement van buitenlandsche
zaken ingekomen bericht zijn de gezagvoerders van
schepen, ook vreemde, die naar de haven van Londen
komen, voortaan verplicht aan de Britsche overheid
(in casu den medical officer of health of the district)
kennis te geven van het voorkomen van besmettelijke
ziekten aan boord.
"Van deze verplichting zijn alleen vreemde regeerings-
vaartuigen vrijgesteld. {St. Ct.)
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
Ia de zitting van gisteren word het algemian dabat
over de staatsbegrooting gehouden.
De heer Van Royen achtte de afschaffing van
schadelijke accijnzen mogelijk zonder een equivalent,
mits bezuinigd wordt op Oorlog en Marine. Hij waar
schuwde tegen de partiëele wijziging van het kies
stelsel vóór 4891 met het oog op de pogingen van
verleden jaar om deze Kamer om te zetten hij dringt
aan op een billijke uitvoering der schoolwet en dor
arbeidswethij achtte de plaatsing van een magazijn
voor dynamiet te Groningen onnoodig en keurde sterk
af de godsdienstige politiek van den Minister van
Koloniën, tegen wiens bigrooting hij zal stemmen.
De heer Van Lier verdedigde het dankbeeld om
de helft van den accijns op wijn en gedistilleerd on-ier da
gemeente te verdeelen naar het zielental met terug
neming van het 4/5 van het parsoneel.
De heer Alberda drong aan op evenredige verdoe-
ling der lasten, gelijkheid van rechten voor de vrouw
ook in zake van het onderwijs en bestreed den Mi
nister van Koloniën.
De heeren Van der Breggen en Van Swinderen
drongen aan om te letten op de belangen van hat
platteland, vooral met het oog op de plannen van
den Minister van Financiën tot verhooging van de
grondbelasting.
Da heer Rengers achtte de toezeggiag omtrent da
indiening der defensiewetten niet geruststellend.
De Minister van Financiën zeide de belangen van
het platteland niet te zullen uit het oog verliezen,
maar hij wees er tevens op dat de landbouwers door
hunne vrijstelling van de patentbelasting reeds bevoor
deeld worden.
De Minister van Binn. Zaken verdedigde den Mi
nister van Koloniën, die men minder moest beoordeelen
naar zijne woorden dan naar zijne daden. Ilij verdedigde
voorts de meening, dat Nederland als Christelijke natie
verplicht was voor de verbreiding van het Christendom
onder de Heidenen te zorgen.
Na sluiting van het algemeen debat werdan de
hoofdstukkenHuis des Konings, Hooge Collegiën van
Staat en Buitenlandsche Zeken mat eenparige stemmen
aangenomen.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Da heer C. Snel, predikant te St. Laurens, heeft
het beroep naar Groote Liadt aangenomen.
Op initiatief van de hh. C. F. B th«, dr. Helder,
F. T. L. Müller, jhr. Röjll. J. Van Schelven, J. D.
Helper Sasbrugger en T. C. Van der Vliet, had te
Zierikzee eene bijeenkomst p'auts van belangstellenden
in de oprichting ejner afdeehng van den NaJerlandschen
Protestantenbond.
Na uiteenzetting van doel en werkkring van den
Bond door den heer Muller en na verschillende dis
cussen, werd tot da oprichting eener afdeeling besloten.
Een reglement werd vastgesteld, en de zeven genoemde
heeren als bestuur gekozen. Ean 90tal personen traden
als leden toe. (N. R. Ct.)