K a p e 11 e. Zaterdag 1 Maart, des voorm. 9 uren
voor Kapalle en Wemeldinge, des voorm. 1012 uren
voor Ierseke en Kruiningen, des nam. 1 lj2 uren voor
Krabbendijke, Schore, Rilland-Bath en Waarde.
Z. M. heeft benoemd tot voorzitter van het be
stuur der waterkeering van het calamiteuze waterschap
Walsoorden A. G, Y, Hombach.
Z. M. de Koning heeft met vernietiging van het
besluit van Gedep. Staten van Zeeland van 6 Sept.
1889, waarbij goedkeuring is onthouden aan een
besluit van den raad der gemeente IJzendijke van
26 Aug. bevorens tot het instellen van eene rechts
vordering tegen C. De Vos, burgemeester, en E. C.
F. Von Leschen en F. J. Calon, wethouders van
IJzendijke, het besluit van den gemeenteraad alsnog
goedgekeurd.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
In de zitting van Woensdag heeft de gemeenteraad
na breedvoerige gedachtenwisseling eene voordracht
aangenomen waarbij bepaald wordt, dat voortaan de
aannemer van gemeente-werken zal worden verplicht
zijne werklieden, ten genoegen van B. en W., te ver
zekeren tegen ongelukken, hun op die werken over
komen.
Met groote instemming zal dit besluit voorzeker
worden vernomeD, te meer daar het met een gioote
meerderheid werd aangenomen, 24 stemmen tegen 6,
en slechts éen stem zich tegen het beginsel verzette.
De quaestie van de theologische faculteit bij onze
universiteit is, alweder om onvoldoende opkomst, tot
een volgende vergadering uitgesteld.
De burgemeester is nog altijd afwezig. Er loopt een
gerucht, en als zoodanig durf ik het dan ook alleen
overbrieven, dat mr. Van Tienhoven het plan zou
hebben opgevat te bedanken. Men heeft dit echter al
zoo dikwijls verteld, dat er ook nu wel reden tot
twijfel blijft. Mocht het waar zijn, dan zou dit besluit
door bijna ieder Amsterdammer worden betreurd.
Uit Indië wordt aan de IV. R. Ct. gemeld, dat
de Gouverneur-Generaal een besluit heeft uitgevaar
digd, dat inlandsche hoofden zich met andersdenkenden
niet zullen hebbeD te bemoeien, zoover den godsdienst
betreft. Voor Java wil dit zeggen zooals blijkt uit
de circulaire aan de residenten, die het besluit ver
gezelde dat de hoofden die de Mohammedaansche
leer zijn toegedaan, de Christenen niet zullen bemoei
lijken. De residenten worden voorts bij deze circulaire
uitgenoodigd, het besluit op de maandelijk3che rapport
dagen bekend te maken, en het door de controleurs
te laten bekend maken op de rapporten der dessa-
hoofden.
Waartoe kan het nut zijn, zoo vraagt men zich
af in die kriDgen de godsdienstige geschillen aan
de orde te brengen, terwijl toch, zooals in de circulaire
zelve gezegd wordt, in de laatste jaren geen voor
beelden zijn voorgekomen, dat het den inlandschen
Christenen wordt lastig gemaakt. Waartoe kan het
dienen dat in al die districten van Java, waar nooit
een inlandsche Christen gezien is, over deze dingen
met de hoofden gehandeld wordt?
Ook is den residenten aangeschrevfn onderzoek te
doen, of de vrijstellingen van de bedrijfsbelasting, die
geestelijken en godsdienstleeraars hebbon, wel behoorlijk
gewettigd zijn; vermits, naar het inzien van den minister
van koloniën, 's lands belang niet gebaat is door de
onbegrensde toeneming van leeraren in den Moham-
medaanschen godsdienst, op welks beoefening zoodoende
eene premie wordt gesteld.
In het binnenland wordt het kerkelijk drijven van
den heer Keuchenius door de ambtenaren met de
grootste bezorgdheid gadegeslagen. Het kan niet anders
dan wantrouwen en onrust wekken onder de bevolking,
en de godsdienstige hartstochten aanwakkeren, die eene
wijze en bedachtzame staatkunde zooal niet eerbiedigt,
althans ontziet.
AaD het Handelsblad wordt door een koopman
uit L'ssabon het volgende geschreven
«Ik acht mij verplicht u op den afkeer d6i* Portu-
geezen om voortaan Engehch goed te koopen, te wijzen,
opdat de Nederlandsche handel daarmede
zijn voordeel doe. B v. de boterhandel. Geeft men
hier eenmaal de voorkeur voor boter van Cork op,
dan staat niets in den weg waarom niet maandelijks
duizenden vaatj°s uit Holland zouden komen.
«Ook voor andere vakken van handel biedt zich eene
gunstige gelegenheid aan. Portugal voert b. v. groote
hoeveelheden ordinaire katoenen goederen io, voorna
melijk voor Afrika. Vroeger een monopolie van Man
chester, worden zulke goederen ook in Holland ver
vaardigd, b. v. voor Indië en ook voor de Nieuwe
Afrikaansche Handelmaatschappij. Twee stoomboot-
lijnen van Liverpool vinden haar bestaan in het ver
voer van katoenen goederen.
«Ook aardewerk. De groote fabrieken in Maastricht
en Delft kunnen niet spoedig geno°g leveren. Maar er
moeten in Holland nog wel anderen bestaan, die nog
niet met Portugal werken. Ingelegde vruchten en eet
waren van Hollandschen oorsprong komen weinig voor,
maar vallen zeer in den smaak, daar ze niet zoo scherp
zijn als de E^gelsche.
»Er is dus thans eene goede gelegenheid nituwe
artikelen in Portugal in te voeren en daarvoor propa
ganda te maken".
Blijkens het verslag der Eerste Kamer over do
Begrooting van Suriname zal de brief van den Gouver
neur van West-Indië aan de Koloniale Staten een
onderwerp van debat uitmaken. De Commissie van
Rapporteurs heeft gevraagd of de Minister van Kolo
niën het standpunt door den Gouverneur ingenomen
deelt
De h«er Keuchenius zal die vraag wel niet bevestigend
kunnen beantwoorden. De Staten hebben inlichtingen
gevraag! en de Gouverneur kan daarop niet antwoor
den, dat zij «niet noodig zijö." De beslissing omtrent
de roodigheid van eene vraag om inlichtingen hangt
niet af van den Gouverneur, maar van de Staten. Hij
kan alleen weigeren inlichtingen te geven, wanneer
het Staatsbelang dit verbiedt en had de heer Lohman
zich tot dit antwoord bepaald, de Staten zouden er
in moeten berusten, al zagen zij evenmiu als iemand
anders in, dat in het gegeven geval het Staatsbelang
eene mededeeling zou verbieden.
Vooral echter het verwijt, door den Gouverneur
aan de Staten gericht betreffende hunne politieke
handeling, past niet bij de verhouding tusschen Regee
ring en Vertegenwoordiging en nog veel minder de
bedreiging aan leden der Vertegenwoordiging, dat
hunne handeling als zoodanig ten naderie hunner
ambtelijke positie zou strekken.
De heer Lohman heeft zijn geestverwant Keuchenius
eene zware taak opgelegd, wanneer hij verwacht dat
deze hem in de Eerste Kamer verdedigen zal.
Tot zoover de Arnh. Gtwaaraan wij het boven
staande ontleenden.
In zijne memorie van antwoord op het afdeelings-
verslag der Eerste Kamer over de Surinaamsche
begrooting geeft de Min. van Koloniën echter
aannemende dat in de dagbladen met juistheid
is medegedeeld het antwoord van den gouverneur op
het besluit der koloniale Staten betreffende de Para
aangelegenheden, waaromtrent ds minister van den
gouverneur nog geen mededeeling ontving als zijn
oordeel ta kennen, dat de gouverneur ingevolge het
regeeringsreglement bevoegd was om zich van het
geven van inlichtingen aan de koloniale staten te
onthouden, waar hij meende dat de beantwoording
der hem gestelde vragen zou schaden aan de hem
toevertrouwde belangen.
De heer Verniers v. d. L o e f flid der
Kamer voor Rotterdam, gaat niet vooruithij is ernstig
lijdende.
Naar gemeld wordt zal te Amsterdam in het
voorjaar van 1891 een tentoonstelling gehou
den worden ter bevordering der photographic.
Deze tentoonstelling zal internationaal zijn en wordt
georganiseerd door da beide Nederlandsche vereenigin-
gen van amateurs-photograten «Helios on »A. F. V."
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Door hot provinciaal kerkbestuur van Zeeland
is aan den heer A. J. J. Warnsinck, pred. te Kloetinge,
op zijn verzoek, na ruim 48jarigen evangeliedienst, het
eervol emeritaat verleend, in te gaan 1 Februari.
Beroepen te Deventer dr. W. Haverkamp, te
Bergen-op-Zoom.
Heinkensznnd. Tot koster en voorzanger bij de
Ned. Herv. gemeente alhier is benoemd D. Van 't Hof,
die deze betrekking reods sedert geruimen tijd voor
zijn grootvader J. Timmerman heeft waargenomen.
De bisschop te Breda heeft benoemd tot kapelaan
te Groede den heer A. M. Canters, thans kapelaan
te Oostarhout.
Ellcwoudsdijk. Gadep. Staten van Zeeland hebben
beslist, dat een onderwijzer, gekozen tot notabele, niet
behoeft aan te vragen de vrijstelling, bedoeld bij art.
36 der onderwijswet.
Voor de betrekking van onderwijzer aan de o. 1.
school te Dreischor hebben zich aangemeld 22 en voor
die van onderwijzeres 9 sollicitanten.
De So er. Ct. zegt uit goede bron te vernemen,
dat de minister van koloniën het daarheen zal richten
dat de pas in Nederland aangenomen schoolwet, met
inachtneming van locale omstandigheden en de daaraan
verbonden wijzigingen, ook in Nod. Indië ingevoerd
zal worden.
Rechtszaken.
Ter openbare terechtzitting der Arrondissements-
Rechtbank te Middelburg van den 7 Februari 1890
zal worden behandeld de zaak tegen
M. R., 19 jaar oud, koopman te Ierseke, thans
gedetineerd te Middelburg, ter zake dat hij ter open
bare terechtzitting dier Rechtbank dd. 22 November
1889 als getuige onder eede gehoord in de strafzaak
tegen W. Ie B., oud 26 jaar, werkman te Ierseke,
beklaagd van mishandeling, opzettelijk valsch en in
strijd met de waarheid het navolgende heeft verklaard
«ik heb le B. niet zien gooien, ik ben naar den rijks
veldwachter Van Loon, die mij gehoord had over het
gebeurde op 17 October jl. toegegaan om mijne eerste
verklaring aan te vullen en heb toen wel opgegeven
dat ik le B. had hooren zeggen tegen A. D. «geen
namen noemen" hetgeen ik verzwegen had, maar ik
heb toen niet aan den rijksveldwachter opgegeven dat
ik gezien had, dat le B. had gegooid."
In deze zaak zullen vanwege het openbare Ministerie
10 getuigen worden voorgebracht.
Aan den beklaagde is mr. F. N. Van der Bilt,
advocaat te Middelburg ambtshalve als verdediger
toegevoegd.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
II a a «1 <ler gemeente Goes,
op DONDERDAG den 23 JANUARI 1890,
des namiddags te 2 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer, bur
gemeester.
Tegenwoordig 11 leden en de secretaris.
Afwezig met kennisgeving de heeren G. Van der
Hoek en B. M. Den Boer.
I. De notulen der vergadering van den 27 December
a°. p°. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die allen zooveel noodig met goedkeuring voor notifi
catie worden aangenomen
dat de heer dr. Z. Tb. Diehl den 1 Januari jl.
zijne functiën als leeraar der inrichtingen van Middel
baar onderwijs en als directeur der Burger-Avondschool
heeft aanvaard
dat gemelde heer en de heer H. Van Bommel van
Vloten zich de benoeming tot leden van do gezondheids
commissie hebben laten welgevallen en als zoodanig
zijn beëedigd
dat de agent van politie II. Windhorst is bevorderd
van de 2e tot de le klasse;
dat tot klerk aan de gasfabriek is benoemd J. H.
Bart else;
dat aan mej. A. Cornelisse tegen 1 Febr. is ver
leend een eervol ontslag als helpster aan de bewaar
school voor on- en minvermogenden en dat zijn be
vorderd aan die inrichting mej. E. M. Ramondt en
J. P. Steutel, terwijl tot kweekelinge is benoemd
Janna Maria Van de Velde
dat aan A. Okkee eenig hakhout ad 3,12 en
aan A. Tamse eenig onbruikbaar lood ad 0,17
is ver kocht
dat A. Sterk wenscht af te koopen de cijns en de
erfpacht drukkende op grond achter de Brouwersgang,
hetgeen ter behandeling wordt voorbereid.
III. Als ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht
a. Missive van Ged. Staten, dd. 10 Januari no.
85/27, waarbij goedgekeurd wordt teruggezonden het
2e suppletoir kohier van den II. O. over 1889. Aan
den Ontvanger ter invordering uitgereikt.
b. Missive van hetzelfde college, dd. 17 Januari
no. 148/30, tot toezending van een besluit, houdende
vaststelling der rekening van ontvangsten en uitgaven
dor gemeente over 1888. Voor notificatie aangenomen.
c. Verslag van de openbare gezondheidscommissie
over 1889, dat bij het jaarverslag van de gemeente
zal worden opgenomen.
d. Rekening der commissie voor de Nieuwjaarsbe-
deeling, bedragende in ontvangst f 281,95 in uit
gaaf 279,24, en alzoo sluitende met een saldo van
2,71. Onder dankbetuiging aan de commissie, goed
keurend, voor notificatie aangenomen.
IV. Aan de orde is: wijziging der verordening
voor de openbare gezondheidscommissie.
Het ontwerp der nieuwe verordening, nader gewij
zigd overeenkomstig de opmerkingen van de gezond
heidscommissie, wordt gelezen en na artikelsgewijze
behandeling in zijn geheel vastgesteld.
V. Thans komt aan de orde de benoeming van
een geneeskundige der gemeente, tengevolge van het op
verzoek verleende eervol ontslag aan dr. J. Kooman Az.
Door Burgem. en Weth. wordt voorgedragen de
heer J. F. Bax, arts te Spannum.
De heeren Kakebeeke en Houwer worden uitgenoo
digd als stemopnemers te fungeeren.
De heer Bax wordt met algemeene stemmen benoemd.
VI. Wordt gelezen het volgende rapport en voor
stel van B. en W.
In Uwe vergadering van 25 Juni 1889 werd mede
deeling gedaan dat van het 42e landhuishoudkundig
congres, toen te Bergen-op-Zoom gehouden, de aan
vrage was ingekomen of Goes ook het congres in 1890
zou willen ontvangen. Aan die mededeeling werd toe
gevoegd, dat Burg. en Weth. wel tot een toestemmend
antwoord genegen waren, «maar dat, aangezien er
ook in eenigen vorm de financiën der gemeente bij
zullen betrokken,zijn, de raad in dezen mo-'t beslissen".
Wij werden toen gemachtigd te antwoorden, dat Goes
bereid was tot ontvangst van het congres, onder in
wachting ter gelegener tijd van da noodige voorstellen
betrekkelijk de financiëele regeling.
Werkelijk zal, zooals in de vergadering van 1 Augus
tus 1889 is kenbaar gemaakt, het 43e congres dit
jaar te Goes gehouden worden, en het bestuur van
dat congres vraagt nu een subsidie van ƒ500 tot ge
deeltelijke bestrijding der kosten.
Wij gelooven, dat de gemeente zedelijk verplicht is,
het congres te steunen, niet alleen op giond der be
reidverklaring tot ontvangst, maar ook uit aanmerking
van de voordeelen, die het voor de ingezetenen kan
opleveren. Doch juist om die voordeelen, waarop het
congresbestuur in zijne aanvrage de aandacht vestigt,
msenen wij, dat in do eerste plaats do ingezetenen,
voor wien hot congres voordeelen zal afwerpen, geroe
pen zijn om door bijdragen het welslagen der zaak te
bevorderen, waartoe zij, naar wij ons overtuigd houden,
d*s gevraagd,.bereid zullen worden bevonden. Daarbij
komt, dat rekening moet gehouden worden met den
fiiancieelen toestand der gemeente.
Op grond waarvan wij U meenen te moeten voor
stellen aan het bestuur van het 43e landhuishoud
kundig congres een subsidie van drie honderd gulden
te verleenen, te voldoen uit den post voor onvoorziene
uitgaven op de begrooting voor 1890.
De fiaanciëele commissie, in wier handen dit voor
stel is gesteld, was niet eenstemmig in haar advies
Terwijl de voorzitter zich wegens de bekende treurige
omstandigheden in zijnen huiselijken kring onthou
den heeft van kennisneming en beoordeeling, rap
porteert de heer Jonqu ère, dat hij, rekening houdende
met den fioanciëelen toestand der gemeente, zich met
het voorstol van B. eo W. vcreenigt en meent tot
aanneming daarvan te mogon adviseeren. Da heer
Kakebeeke, eveneens gaarne rekening houdende met
de fiaanciëele draagkracht der gemeente, meent toch
eene enkele bedenking te moeten opperen. Wanneer
de gevraagde som van 500 niet wordt toegestaan,
zal de begrooting van het bestuur van het congres
zeker besnoeid moeten worden, en zal daarvoor onge
twijfeld de post Feestelijkheden" het eerst in aan
merking komen. Het zijn juist de feestelijkheden ge
durende den tijd van het congres, die de verdiensten
de» gemeentenaren zullen moeten aanbrengen. Daar B.en
W. in hun rapport zich beroepen«dat zij, die de
voordeelen geni-ten, ook in de eerste plaats verplicht
zijn tot geldelijke bijdragen", veroorlooft de heer K.
zich de vrijheid er op te wijzen, dat op de brgrooting
van het congres reeds een post van 500 voor vrij
willige bijdragen is uitgetrokken. Daarom kan hij zich
niet met het voorstel van B. en W. en ook niet met
het gevoelen van zijn medelid vereenigen.
Da heer Ochtman vraagt het woord en zegt, dat,
wat gelukkig slechts zelden voorkomt, thans is voor
gevallen, namelijk, dat er geen homogeniteit in het
college van dagelijksch bestuur ten oprichte van het on-
derwerpelijk punt bestond. Spr. is daar in de minderheid
gebloveD, maar wil nu beproeven de meerderheid van
d*n Raad op zijne zijde te krijgen. Hij stelt als amen
dement op het voorstel van B. en W. voor, gunstig
te beschiaken op de aanvrage van het bestuur van
het landhuishoudkundig congres en dus eene som van
f 500 als bijdrage in de kosten van het congres uit
'de gemeentekas beschikbaar te stellen. Toovallig deel
uitmakende van het bestuur van het congres heeft
spr. zelf medegewerkt aan het doen der aanvrage en
kan hij mededeelen, dat het cijfer niet los aangegrepen
is, maar zijn ontstaan te danken heeft aan de met
zorg opg- maakte begrooting van ontvangsten en uit
gaven. Bij die begrooting zijn de ontvangsten ruim,
de uitgaven miniem geraamd. Zoo is gerekend op den
verkoop van 200 congresk aarten en op eene bijdrage
ad 1000 van de provincie, welke laatste nog verre
van zeker is, daar de beslissing hieromtrent moet
vallen, als het congres reeds tot de geschiedenis be
hoort, daar de zaak eerst in de Staten-vergaderiDg van
Juli moet behandeld worden. Voorts is niet minder
dan 520 geraamd voor bijdragen van particulieren
en deze moeten hoofdzakelijk komen van de leden der
Afdeeling Heinkenszand van de Maatschappij van land
bouw. Spr. gelooft, dat de Raad zal moeten toestemmen,
dat alles zeer nauw is berekend. En welke argumenten
stellen B. en W. nu tegenover de aanvrage? «Dat de
gemeentenaren flink in de beurs moeten tasten, en
dat rekening moet worden gehouden met den financi-
eelen toestand der gemeente." Spr. heeft die vraag
ernstig overwogen en de begrooting voor 1890 na
gegaan doch hij vindt, dat die begrooting vrijheid
geeft, om de aanvrage in haar geheel in te willigen.
Vroeger is voor de algemeene vergaderingen der Maat
schappij van landbouw niet zooveel toegestaan en spr.
heeft daartoe zelf medegewerktmaar thans is het
iets geheel anders. Wat is de geschiedenis Het ge
meentebestuur heeft met algemeene stemmen gewenscht,
dat het congres te Goes zal gehouden worden.
Men moge nu niet volmondig het practisch nut van
de coDgiessen erkenneD, men zal toch moeten toe
stemmen, dat als uit geheel Nederland mannen van
erkende bekwaamheid naar hier komen, om vragen
en stellingen van landhuishoudkundigen aard te be
handelen, de gemeente daarvan zeker reflet ondervindt
en daardoor zeker cachet bekomt, in dezen tijd niet
ongewenscht. Goes treedt hierbij op als gastvrouw en
heeft als zoodanig verplichtingenzij behoort die op
waardige wijze te vervullen. Bovendien waar de Raad
met algemeene stemmen besloot het congres in deze
gemeente te ontvangen en het tegenwoordige congres-
bestuur op hare aanbeveling is benoemd, getuigt het
dan wel van veel waardeering voor dat bestuur, aan
wien eene zware taak is opgedragen, om op hare eerste
aanvrage om financiëele hulp, die toch voor het wel
slagen van het congres onmisbaar is, een paar honderd
gulden te beknibbelen. Waar spreker meent aange
toond te hebben dat de gevraagde f 500 werkelijk
benoodigd zijn ziet hij met vertrouwen de beslissing
op zijn amendement te gemoet.
De heer Kakebeeke verklaart, met referte aan zijn
rapport als lid der financiëele commissie en onder
instemming met het door den hoer Ochtman aange
voerde dat hij vóór diens amendement zal stemmen.
De Voorzitter licht het voorstel van de meerderheid
van B. en W. toe. Hij brengt gaarne hulde aan den
verdediger van de aanvrage van het congresbestuur
hij stemt toe dat de gemeente als gastvrouw zich
waardig moet voordoendoch hij wenscht te doen
uitkomen, dat het besluit bij B. en W. niet genomen
is dan na rijpe overweging, dat de Iandbouwver-
eeniging de kosten, althans grootendeels, moet dragen
en dat de gemeente de zaak alleen moet steunen.
En nu is de meening van de meerderheid van B. en
W., dat in de bestaande omstandigheden eene bijdrage
uit de gemeentekas van 300 in evenredigheid is
met de kracht der gemeente. Spr. wil gaarne aan
nemen, dat het congresbestuur meer noodig heeft
maar vroeger is voor algemeene vergaderingen van de
landbouwmaatschappij altijd 100 gegeven dit bedrag
wordt thans verdrievoudigd. En nu merkt de heer
Kakebeeke in zijn advies als lid der financiëele com
missie wel op, dat de post voor feestelijkheden zal
moeton worden besnoeiddoch spr. stelt daartegen
over, dat de bijdragen voor het welgelukken van het
congres niet enkel de zaak van de gemeente, maar
vooral die van de landbouwers is. Spr. twijfelt niet
of een beroep op de bereidwilligheid van deze zal
gewis rensseeren en de inwoners dezer gemeente door
hunne vrijwillige bijdragen zullen het bewijs leveren
dat zij begrijpen hoezeer hun belaag bij het welslagen
van het congres is betrokken.
De heer Ochtman voert nog aan, dat de afd. Hein
kenszand de zaak krachtig steunt, want dat zij zich
garante heeft gesteld voor de eventueele tekorten. Er
wordt naar spr. meeniDg wel wat te veel gedacht aan
feestelijkheden. Men kan het congres niet hebben,
zonder dat er iets praktisch aan verbonden is, wat
het ook uit een wetenschappelijk oogpunt belangrijk
maakt, bijv. tentoonstellingen, wedstrijden op landbouw
gebied etc. Hij geeft nog enkele cijfers aan, die het
leeuwenaandeel uitmaken van de uitgaven en die uit
sluitend voor het nuttige bestemd zijn. En waar nu
de kosten van het congres geraamd worden op 4050
en slechts '/8 daarvan aan de gemeente als gastvrouw
gevraagd wordt, gelooft spr. dat deze aanvrage be
scheiden is en eene gunstige beschikking moet erlangen.
De Voorzitter zegt nog ter vermijding van misver
stand te moeten aanvoeren, dat hij het congresbe
stuur niet verdenkt van onbescheidenheid, en dat hij voor
zich gelooft, dat het bestuur rekening zal houden met
den fioanciëelen toestand der gemeente.
De heer Quist vraagt, hoeveel wel voor feestelijk
heden op de begrooting van de kosten van het con
gres is uitgetrokken
De heer Ochtman antwoordt: circa 1000.
De heer Quist vindt dit nog al voel.
De heer Ochtman drukt er nogmaals op, dat de
gemeente Goes als gastvrouw plichten tegenover het
congres te vervullen heeft en dat eene bijdrage van
f 500 niet te veel is en wijst er bovendien op dat
feestelijkheden bij dergelijke congressen onmisbaar zijn.
Evenals de heer Quist het zijn gasten zoo aangenaam
mogelijk maakt is het de plicht van het gemeentebe
stuur om, waar van alle deelen des lands vreemde
lingen binnen hare veste komen, dezen na den arbeid
eene aangename afwisseling te bezorgen.
De Voorzitter zegt (nadat niemand meer het woord
verlangt) het amendement in rondvraag te zullen
brengen, eü, wordt dit verworpen, het voorstel van
B. en W. als aangenomen te zullen beschouwen.
Het amendement wordt met 8 stemmen verworpen.
Voor de heeren Kakebeeke, Lambrechtsen en Ochtman,