1888. N". 147.
Dinsdag 11 December.
75sle jaargang.
AANBESTEDING
boter- en graanmarkt
Politiek Overzicht.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
cwwr.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regei.
De heer COMMISSARIS des KONINGS in Zeeland
heeft het voornemen op
Woensdag den 12 December a. s.
deze gemeente te bezoeken, en zal aan ieder, die hem
over net een of ander wenscht te spreken, daartoe de
gelegenheid aanbieden ten raadhuize, des namiddags
half idfie ure.
De lijst tot aangifte voor deze audiëntie ligt ter
secretarie
Goes, den 3 December 1888.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W HAMER.
op ZATERDAG den 22 DECEMBER 1888, des na
middags te 1 uur in het Raadhuis van
gemeentewerken en leverantiën
voor 1889,
te weten
lo. het timmerwerk en de levering van touwwerk
2o. het metsel-, stukadoors- eu steenhouwwerk
3o. bet leidekkers-, lood-, zink- en pompmakers-
werk
4>, het smids-, kachel- en slotenmakerswerk
5o. het schilder-, behang- en glazenmakerswerk
6o. het stoffeerders werk
7o. het aard-, kram-, rijs- en glooiingwerk
8o. de levering van grint en grintzand
9o. de levering van borstel- en mandenwerk
alles volgens tarief.
De levering van hst iu de artt 19 en 23 van het
tarief omschreven© wordt niet afzonderlijke aanbe
steed, maar aan verschillende aannemers opgedragen.
Het bestek ligt op de gewone uren in het Raadhuis
ter inzage.
Niet ingevulde tarieven zijn aldaar verkrijgbaar a
0.50 per exemplaar.
Inlichtingen geeft de gemeente-bouwmeester.
Goes, den 8 December 1888
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d W HAMER.
De Secretaris.
HARTMAN.
Wegens het KERSTFEEST zal de gewone
alhier in de laatste week van dit jaar gehouden
worden op
naandag den 24 December.
Goes, den 8 December 1888.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
(INDISCHE BEGROOTING).
Iu meer dan 200 bladzijden van de Handelingen
der Staten-Generaal staat vereeuwigd de welsprekend
heid van da leden der 11a Kamer en van den minister
Keuchenius bij de behandeling der begrooting van
Ned.'Indië voor 1889.
In den regel wordt deze begrooting slechts beschouwd
als eene administratieve, waarbij da quaestie van ver
trouwen in bet ministerieel beleid, althans niet uit
politiek oogpunt, op den voorgrond treedt. Zoo ook
thans. Met uitzondering van den met de hulp der
anti-revolutionairen in de Kamer gebrachten sociaal
democraat Domela Nieuwenhuijsstemden alle leden
voor de begrooting.
Dat bij deze begrooting de omvangrijke a Iministra-
tieve en politieke kennis des ministers ten opzichte
van Indië, daarom nog niet de ware kennis van
land en volk gebleken is, zal niemand ontkennen,
evenmin als deze lof te onthouden valt aan de liberale
leden Levysohn Norman, Bool en zoovele anderen, die
Indië door aanschouwing kennen, en die van hunne
gevoelens deden blijken. Jammer, dat, terwijl zoovele
bevoegden terecht het van hen verwachte woord deden
booren, ook nog loeken op dit gebied zich geroepen
gevoelden een woordje raeê te spreken, en wel ditmaal
een woordje, dat den spreker en den minister moeie-
lijke oogenblikken bezorgen zou.
Dit woordje werd gesproken door den heer Fan
Baar. Het scheen wel, dat de geest van guitigheid
ditmaal niet vaardig was over den heer Haffmans, en
dat, bij gebreke daarvan, eerstgenoemde in die rol
dacht op te treden. Ach, wat bracht hij het er slecht
af! Ia eene eerste rede, op 27 November, maakte de
beer Van Baar de schrandere opmerking, dat hij, als
resultaat van het beheer der liberalen, hier g^en Ja
vanen zag, die paleizen bouwen. Hij zou ze «natuur
lijk ook niet in Indië gaan zoeken"! Niet «natuurlijk"
maar «jammer" zeggen wij. Want deed hij het, hij zou
zeker ook op Java niet veel paleizen van Javanen aan
schouwen. Paleizen in den geest als de heer Van Baar
bedoelt, bouwen de Javanen nu eenmaal niet.
Maar wat hij er ook niet vinden zon, dat is de diepe
ellende, de groote armoede, waarin een zeer groot defl
van het Nederlandscha volk verkeert. Wel zou hii, als
hij zich eens de moeite getroostte om een kijkje te
gaan nemen, een in vergelijking met het moederland
dooreen veel meer welvarende bevolking vinden, en
hij zou op zeer vele gedeelten van Java welgestelde
inlanders, gezeten landbouwers, aantreffen, die, door
hunne cultuur-overeenkomsten met Europeaner, dooreen
in veel beteren toestand verkeeren dan da eigen land-
genooten van den heer Van Baar.
Dien toestand te bestendigen, nieuwe hulpbronnen te
helpen verschaffen, ziedaar zaken, waarvoor het beter is
zich intespannen, dan lofzangen aan te heffen op den
minister en vdetzelfs beleid," die den grondtoon vorm
den van des heeren Van Baarss tweede redevoeiing,
op 29 Nov., en waarbij hij in eene wellicht welgemeende
poging om den minister te verheerlijken, dezen in
politieken zin den verkeerden weg op bracht.
Dat de heer Van Baar onze natie een «armzalig
volkje" noemde, willen wij hem zoo euvel niet duiden.
De man heeft er blijkbaar berouw en moeielijke oogen
blikken over gehadwant na ze eerst uit bet officiëel
verslag te hebben doen verdwijnen, is thans een
verbeterblad verschenen, waarin de bedoelde woorden
weer wèl staan, 't Is ook niet aangenaam zich zei ren
als de vertegenwoordiger van een «armzalig volkje"
te moeten beschouwen
Maar minder vergeeflijk was hef, dat hij door het
zoogenaamde christelijk bewustzijn van den minister
op te hemelen, dezen pousseerde in eene richting,
waarin hij zoo weinig noodig heeft om te pas of te
onpis voort te gaan, nl. om vóór alles te toonen,
dat hij is etn man van eene bepaalde streng kei kelijke
belijdenis en overtuiging, welke hij ook als regeerings-
persoou telkens op den voorgrond stelt.
De heer Keuchenius is natuurlijk volkomen vrij om
de doleerende of welke kerk ook toegedaan te zijn,
mits de Minister Keuchenius als bewindsman in acht
neemt, dat het Nederlandsche volk verschillende gods
dienstige gezindten is toegedaan, en dat hij wat de
Javanen betreft, de gewetensvrijheid van Mohamedanen
zoowel als van Christenen behoort te eerbiedigen.
De «fijne délicatesse vis-a-vis den Islam en deszelfs
belijders", zooals de heer Van Baar zich ironisch uit
drukte, blijft een gebiedende noodzakelijkheid tegen
over den vreedzamen Islambelijder, evenzeer als een
krachtig optreden tegen de geloofsuitspattiogen van
hadjis. Eq zeker behoort ook geen minister van Neder
land van de regeeringstafel zoo openlijk partij te kiezen
voor wat hij als privaat persoon op kerkelijk-gods-
dienstig gebied bet beste acht.
De lof van den heer Van Baar nu was oorzaak,
dat de Minister ook nu weer zijne kerkelijk-godsdienstige
gevoelens op den voorgrond deed komen en daardoor
ergernis gaf zoowel aan protestanten als aan katho
lieken en dat hij vooral van de zijde der laatsten eene
ernstige berisping opliep.
De gansche anti-revolutionaire pers, die men in
onzen tijd wellicht beter noemen kan de pers der
christelijk-gereformeerden en der doleerenden, is, met
den heer Lohman aan 't hoofd, in de wéér moeten
komen om de onvoorzichtige uitlatingen van den Minis
ter goed te maken; maar zij, noch de zoete woordjes,
die de heer Keuchenius als excuses aan de katholieken
aanbood, kunnen het verhelpen, dat de Minister ander
maal getoond heeft, wellicht een oprecht doleerend
christen, maar geen staatsman te zijn.
De katholieke pers hef ft niet onduidelijk van hare
verstoordheid doeu blijken. In de gegeven omstandig
heden kon zij echter nog niet al te streng tegen den
bondgenoot optreden. Maar het gebeurde geeft reeds
een voorproelje van wat er tusschen da verbondenen
plaats grijpen zal, wanneer eenmaal de noodzakelijk
heid van het verbond niet meer bestaat!
Afgescheiden hiervan kenmerkte zich het debat door
kalmte en zaakkennis. Eene poging om op het veld
der volksgezondheid, speciaal wat de vaccine en andere
voorbehoedmiddelen betreft, een terugtred te doen,
werd gelukkig door de groote meerderheid der leden
verijdeld. Maar behoudens dit échec, waarbij de be
ginselen des Ministers nauw betrokken zijn, kwam hij
als overwinnaar uit het strijdperk. De eigenlijke, de poli
tieke strijd werd verdaagd tot het hoofdstuk koloniën.
Veel wetenswaardigs hebben wij, zoowel vau den
Mioigter als van verschillende Kamerleden, vernomen
over de koffiecultuur, de opiumquaestie enz. Wij zullen
onzen lezers een uittreksel hierover sparen. De indruk,
welken wij er na eene aandachtige lezing van hebben,
leidt ons tot de voorspelling, dat al deze dingenook
onder den minister Keuchenius, zullen blijven zooals
ze zijn en dat ook in deze opzichten vorige regeeringen
in het gelijk gesteld zullen worden.
Zoolang ook deze regeering de inkomsten uit de
koffie en het «vloekgeld" van het opium niet onvoor
waardelijk wil en kan prijsgeven, zoolang zal hier en
daar een nieuwe lap op het oude kleed worden gezev,
maar zullen de groote hervormingen, die bij de ver
kiezingen in het vooruitzicht zijn grsteld, al evenmin
kunnen volvoerd worden als vroeger.
De schrale oogst van djze eerste Indische begrooting
onder het nieuwe ministerie is, dat de prijs van de
koffie met 1 per picol wordt verhoogd.
Wij stappen hiermede van de Indische begrooting
af, om den loep der behandeling van de Staatsbegroo-
ting te volgen.
GOESi 10 December 1888.
Het figuurzagen is voor velen eene liefhebberij
en dat is het of was het ook voor J. Hubregtse te
Scheveningen. Daarom besteedde hij een deel van zijn
dag, toen hij 's nachts werkzaam was als machinist,
aan den arbeid met de figuurzaag en zoo vervaardigde
hij iu twee jaren tijds eere prachtige volière, die het
bewijs levert wat men met geduld eu vlijt ook op dat
gebied kan scheppen.
Deze volière bestaat uit 525 stukjes, die alle in
elkander passen, zoodat bij het ineenzetten geen enkel
verbindingsmiddel behoeft te worden gebezigd. Er zijn
volgens opgave niet minder dan 24629 zaagopeningen
in en het geheel is vervaardigd van ahornhout. Het
geheele kunstwerk rust op 24 adelaars en om Netge
bouw (de volière heaft den vorm vau een paleis) loopt
eene balustrade, waarop het fijnste hekwerk is aan
gebracht, dat op zijn beurt versierd is met het Oosten-
rijksche wapen, dat men daarop 24 maal aantreft. Het
gebouw is voorts voorzien van 372 ruitjes van gekleurd
glas, hetgeen des avonds een aardig gez cht oplevert.
Doch wij willen het kunstwerk, dat van heden avond
af in het koffiehuis «de Prins van Oranje" Mlhier te
bezichtigen is, niet verder beschrijven, maar liever onze
stadgenooten opwekken het persoonlijk te gaan bezich
tigen. De entrée-prijs bedraagt slechts 10 cents en
deze kan dus voor niemand een bezwaar zijn. De ver
vaardiger J. Hubregtse is bovendien een oud-Goesenaar,
die thans zonder werk is on nu tracht door het ex-
poseeren van zijn arbeid in zijn onderhoud en dat van
2ijn gezin te voorzien. Wij hopen, dat ook dit laatste
velen tot een bezoek moge aansporen.
Da *an Brouwershaven naar Heinkenszand ver
plaatste brigadier-majoor titulair der rijksveldwacht
heet niet P. Da Vos, zooals ons werd gemeld, maar
T. Vos.
Door het groot aantal passagiers, dat zich voor
vervoer op crediet naar de Argent ij nsche Repu
bliek heeft aangemeld, zijn de stoomschepen der
Nederl.-Amerik. Stoomvaartmaatschappij daarheen, tot
en met 5 April a. s. bezet, zoodat de eerstvolgende
maanden geen aanvragen tot crediet-vervoer meer
afgegeven worden.
Naar aanleiding van de veis vragen over emi
gratie naar Zuid Afrika en do Vereenigde Staten
van Noord-Amerika schrijft de heer J. Van 't Linden-
hout, directeur der Weesinrichting te Neerbosch, dat
hij emigratie de eenige oplossing acht van het groote
vraagstukop welke wijze is het mogelijk aan de
werkeloozen arbeid te verschaffen De vraag is echter
maar of men wil werken. Het is velen, die in ons
land rondzwerven, niet te doen om werk te zoeken,
maar om dit te ontloopen. Hij vreest wel eens dat
degenen, die als landverhuizer een beter bestaan zoeken,
zich de toekomst in d«n vreemde te rooskleurig voor
stellen. Het land, waar de luiaards met praten en
slapen hun brood winnen, is evenmin in Amerika als
in Zuid-Afrika. Daarbij komt nog, dat in ons land
een zekere kastengeest heerscht; wie timmerman is
wil timmerman blijven en zoo gaat het met den met
selaar, kleermaker, schoonmaker, ja met bijaa elk
handwerk. Hij heeft in Amerika bakkers en smeden
ontmoet, die op hun 25e jaar of op nog lateren leef
tijd beste kleermakers zijn geworden en daar nu ren
rijk bestaan vinden onderwijzers, dia bekwame boeren
zijn en groote farms bewonen, maar zij zijn ook al
daar als knechts begonnen."
Men schrijft ons uit Amsterdam, van Zondag
middag
Zooeven verliet de menigte, die ter vergadering was
getogen naar Maison Strouckenin groote verwarring
de zaal en verspreidde zich, gelukkig zonder verdere
botsing of handtastelijkheden, over het Leidsche Plein.
In het genoemde gebouw was hedenmiddag de groote
protestmeeting van Katholieken uitge
schreven in zake de bestendiging van het wereldlijk
gezag van den Paus. Een groot aantal sociaal-demo
craten had toegangskaarten opgekocht, natuurlijkjmet
het doel de vergadering in het honderd te sturen.
Toen nu de voorzitter, pastoor J. W. Brouwers uit
Bovenkerk aan den Amstel, zijn rede begon en voor
stelde een telegram te zendon namens de vergadering
aan Z. M den Koning, als betuiging vin onderdanig
heid en liefde jegens het huis van Oranje, toen ont
stond er zulk een rumoer, dat m in genoodzaakt werd
de vergadering te sluiten. Een beeld vau den Paus
werd slechts met groote moeite in veiligheid gebracht.
Er ontstond een groot gedrang en in verschillende
hoekeu raakte men handgemeen, stoelen en tafels
werden omgetrapt en de politie dreef de menigte met
den wapenstok de deuren uit,
Bij de behandeling der begrooting voor Bq^^B
Zaken deed in de lie Kamerzitting van Zaterdag nog^^^
maals het verbod van invoer van vee uit ons
land in Duitscbland hare intrede in de Kamerdit
maal echter niet onder den weidschen naam van in
terpellatie, maar in den vorm van eene eenvoudige
vraag om nadere inlichtingen, door den heer Schepel
tot de regeering gericht. «Deze zaak is zegt de
verslaggever der N. R. Cf. in zijn Kameroverzicht
inderdaad nog niet tot klaarheid gebracht. Thans
Heek uit da mededeeling van den minister van binnen-
laodsche zaken, dat het transport van vee, onder welk
het verdachte rund voorkwam, reeds op 23 October
had plaats gehad, terwijl pas op 17 November het
geval van ziekte was geconstateerdwaaruit de mi
nister afleidde, dat het dier in elk geval bij het ver
trek uit ons land de ziekte niet had gehad. De mi
nister van buitenlandsche zaken verklaarde van oordeel
te zijn, dat onze gezant te Berlijn in deze zaak zich
geheel had gerechtvaardigd maar toen de heer Schepel
met klem betoogd had, dat naar de gegevens, die hij
kon beoordeelen, dit niet het geval was, haastte de
zelfde minister zich toe te zeggen, dat hij den gezant
alsnog in de gelegenheid zou stellen zich te rechtvaar
digen. Da zaak is ods nog niet klaarverwonderlijk
komt het ons ook voor, dat de regeering niet eens de
plaats van herkomst van het verdachte rund heeft
weten uit te vinden, terwijl de heer Schepel mede
deelde, dat reeds eene week geleden een hem met
name bekend en betrouwbaar persoon zich begeven
had naar den stal, van waar het dier afkomstig
was, en al het vee daar gezond had bevonden. Wij
schorten ons oordeel op, of in deze èa door de regee
ring èn door onzen gezant te Berlijn genoeg is ge
daan, en of de zaak voldoende verdedigd is door het
antwoord hetwelk de minister van buitenlandsche zaken
den heer Viruly gaf, dat de regeering verkregen heeft,
dat het verbod tot Gelderland werd beperkt, en dat
zij met ernst en ijver bij de Pruisische regeering op
geheele opheffing van het verbod zal aandringen".
I. M. heefr, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als 1ste luitenant bij de dd. schutterij te Mid
delburg aan A. W. Berdenis van Berlekom, en bij de
dd. schutterijen benoemd: bij die te Middelburg, tot
lste luitenant P. De Maret Tak, thans2Je luitenant;
tot 2de luitenant G. D. Nagtglas Versteeg, thans schut
ter; bij die te Vlissingen, tot 2-le luitenant A. Van
Raalte, thans sergeanttot 2de luitenant a la suite
K. Stork.
Benoemd tot lid van het bestuur der waterkeering
van het calamiteuze waterschap N.-Bommenede, C. J.
H. Hoogenboom.
Blijkens mededeeling, gedaan in eene door den
schuttersraad te Vlissingen gehouden openbare zitting,
hebben Ged. Staten van Zeeland in hooger beroep te
niet gedaan het door genoemden raad gewezen vonnis
tegen den sergeant D. van de d.d. schutterij te Vlis
singen, die wegens gedrag tegen de onder geschiktheid
en het in minachting brengen van een meerdere iu
rang, was veroordeeld tot degradatie, alsmede tot be
taling der kosten van het tegen hem gevoerde gediog,
eventueel op hem te verhalen bij lijfsdwang.
De uitspraak van Ged. Staten was gegrond op het
feit, dat het bedoelde vonnis n:et in overeenstemming
was met de den veroordeelde gazonden dagvaarding.
Da gemeenteraad van Ter-Neuzen heeft besloten
aan het gewestelijk bestuur te verzoeken, de diensten
der provinciale stoombooten tusschen Ter-
Neuzen en Vlissingen te verbeteren en uit te breiden,
en daartoe alsdan snelvarende booten, evenals de nu
in de vaart zijnde «Walcheren", te gebruiken.
Aan de Memorie van Antwoord betreffen le de
begrooting van Waterstaat is het vol
gende ontleend
Een subsi lie van 3000 wordt aangevraagd als
bijdrage in de kosten van verbetering van de haven
van Philippine.
H;t opnemen van 3de klasse rijtuigen in de snel
treinen naar Vlissingen acht de Min, niet raadzaam.
Een betere regeling van hit verkeer met li t voor
malige vierde district van Zeeland wordt mede over
wogen. De Min. tracht eene regeling te vei krijgen,
waardoor ook voor de spoorwegambtenaren Zondags
rust niet ianger een woord zonder beteekenis zal zijn.
Hij heeft ook voor deze zaak bij de spoor wegdirectiën
een gewenschte medewerking gevonden.
Vooralsnog bestaan er geen termen, om geldelijken
steun van Staatswege aan de commissie voor de
droogmalcng der Zuiderzee toe te zeggen.
Met de beperking vaa den Zondagsdienst op de
postkantoren wordt geregeld voortgegaaa. De toepas
sing van dubbel port voor de op Zondagen te bestellen