1888. N°. 135. Dinsdag 13 November. 75ste jaargang GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Bij dil nommer behooi'l een bijvoegsel. Het Waterschap „de Breede Watering bewesten lerseke" in 1874 en 1888. Ingezonden Na de waterschappen Walcheren en Schouuten is de Breede Watering het aanzienlijkste waterschap in Zeeland. De gronden daarvan in het midden van Zuid-Beveland gelegen zijnde, verdeeld onder een aantal grootere en kleinere landbezitters en als eigendom van verschillende armen- en kerkenmiddelen den steun vormende van verschillende gemeenten, is de Breede Watering van ingrijpend belang voor de ingezetenen dier gemeenten. Toch ondervindt het, vreemd genoeg, daarvan slechts eene geringe mate van belangstelling, getuigedat men zelfs van de kleinste gemeenten, tot in de geringste bijzonderheden, de belangen in 't openbaar vermeldt en bespreekt, terwijl men van de zoo gewichte belangen der Breede Watering bijna niet gewaagt. Dat gemis aan belangstelling is des te betreurens waardiger, omdat zelfs Ingelanden daarvan niet zijn vrij te pleiten, waarvan het gevolg is gemis van kennis van de ware belangen, dat tot de meest verrassende besluiten kan leiden. Gewenschte belangstelling bij mijne mede-ingelanden op te wekken was 't doel van mijn opstel over de gunstige werking van het hulp stoomgemaal in de Goesche Courant tan 18 Sept. jl. en ook van deze regelen. Het tijdvak, 1874 voorafgaande, was voorzeker het noodlottigste in de laatste hal/e eeuw der Watering. Moet men de oorzaak daarvan voor een gedeelte toe schrijven aan de aanvallen, waaraan het oevervak tnsschen Kattendijke en Wemeldinge was blootgesteld, de schuld ligt ook voor eeo groot deel aan het beleid van de toenmalige directie. Immers wie herinnert het zich niet, dat de toongevende leiders het bestuur van alle gemeen overleg met ingelanden vervreemdden; in de vergaderingen hooghartig iederen goeden raad tot tijdige versterking der geldmiddelen bestreden, en ia plaats van eerst de noodzakelijke uitgaven voor het Water schap te ramen en de benoodigde middelen daarvoor daarna als dijkgeschot om te slaan, de zaak omkeer den en eerst het dijkgeschot vaststelden om daarna de noodige uitgaven in te krimpen, te wringen en zelfs te verwringen. De gevolgen dezer laakbare verkeerde zuinigheid bleven dan ook niet uit. De aanvallen aan den Ooste lijken oever vorderden voorzieningen, die, hoe stelsel loos ook uitgevoerd, schatten gelds kostten. Door tijde lijke geldleeningen en klimmend dijkgeschot werd daarin voorzien. De steenglooiingendie de rijswerken zouden vervangen, werden op bekrompen wijze aange legd en vorderden aanzienlijke sommen voor herstel en onderhoud, waardoor het voorgestelde doel ten deele werd gemist. Aan suatie-verbetering werd niet gedacht en de ge brekkige leidingen en kunstwerken werden slechts ten deele onderhouden, zoodat in 1874 de gronden in den polder voor een groot gedeelte dras stonden. Ei bij dat alles was de schuldenlast vermeerderd, het dijkgeschot van ƒ8 tot ƒ16 per H.A. opgeklom men, terwijl verdere verhoogiog werd geducht. In dien noodlottigen toestand werden opvolgend de toongevende leden der directie vervaDgen. Het ver nieuwde bestuur, den hachelijken toestand, waarin het waterschap verkeerde, overziende, meende een anderen weg te moeten inslaan. Nadat het afdoende middelen tot verbetering had beraamd, werd door het bestuur g'meen overleg met ingelanden wenschelijk geacht en ter voorbereiding van omvangrijke en ingrijpende middelen tot verbetering werden commissiën in het leven geroepen, samengesteld uit leden der directie en uit ingelanden, door welke commissiën de ontwerpen werden onderzocht en rapporten en voorstellen in de vergadering van ingelanden uitgebracht. De vruchten van dat welwillend overleg hadden voor het waterschap de gunstigste uitkomsten. Want in 1888 kan men wijzen op een aaneengesloten wijze van verdediging van het meest bedreigde gedeelte van bet oostelijk oevervak en het onderhoud dier werker, terwijl door de op eenen oordeelkundigen en sterken grondslag aangelegde inlegkade het geheele dijkvak tuaBchen Kattendijke en Wemeldinge wordt beveiligd. De dijkverdediging is door beter aangelegde steen- glooiingen zoodanig verzekerd dat die even als bij andere polders met betrekkelijk geringe kosten kan worden onderhouden. De suatiemiddelen zijn krachtig verbeterd, getuigen daarvan de slumerlaging te lerseke en Wemeldingp, de stichtiDg van het hulpstoomgemaal te Kattendijke, het verbeteren der waterleidingen en daarbij behoorende kunstwerken, door welke laatste de zoo hoogst noodige vermeerderde watertoevoer ook naar de zeesluis nabij Hansweerd is verbeterd. Wanneer men bij dit alles nagaat, dat met hand having van het verlaagde dijkgeschot tot 10 per HA. de begrooting van 1888 op 1889 heeft toegelaten 13G00 aan buitengewone werken te besteden en 25000 voor buitengewone aflossing te bestemmen dan mogen ingelanden zich voorzeker in eenen gun- stigen keer van den toestand des polders verheugen en is een woord van waardeerenden dank aan het goede beleid der directie alleszins passend te noemen. Door een samenloop van omstandigheden is het be- grootirgsdienstjaar 18881889 echter als bijzonder voordeelig te noemen en blijft voor den vervolge groote behoedzaamheid wenschelijk. Want zelfs in de eerste jaren heeft men rekening te houden met belangrijke uitgaven. Wel is waar zijn in die begrootiDg reeds opgenomen de belangrijke uitgaven voor subsidie aan het calamiteuse waterschap Willem-Anna en het ge heele onderhoud der waterleidingen voor rekening van den polder overgenomen, welke uitgaven zullen worden bestendigd maar er valt bovendien met zeker heid te rekenen op gaandeweg vermeerderende uitgaven voor de stoombemaling en voor de steeng looiing swer ken. Doch die uitgaven, hoe aanzienlijk ook, gaan de draag kracht van het Waterschap niet te boven. "Van meer bedenkelijken aard is echter de oever van het dijkvak tusschen Kattendijke en Wemeldinge, want in weerwil van de tonnen gouds, daaraan opvolgend besteed, is daarvan nog slechts ongeveer een derde ge deelte van verdedigingswerken voorzieD, terwijl die oevf r nog steeds verontrustend wordt bedreigd en helaas uit verraderlijke grondlagen bestaat. Zooals de toestand thans is zal in verloop van tijd voorziening moeten wor den aangebracht, waarvan de kosten moeielijk te ramen zijn, doch die voorzeker schatten zullen vorderen Om daarvoor gewapend te zijn mag redelijkerwijze het tegenwoordige dijkgeschot Dit-1 worden verlaagd, voor dat de nog aanzienlijke schuldenlast geheel is afgelost. Eensdeels om bij onverhoopte rampen het crediet van den polder zoodanig te versterken dat zoo noodig tot nieuwe geldleeniogen met vrucht kan wor den overgegaan, maar anderdeels en vooral om het dijkgeschot te vrijwaren van groote schokken, die het grondbezit in de Watering onzeker maken en de op brengst voor de ingelanden te zeer zouden drukken. Mocht het mij gelukt zijn door de uiteenzetting van een en ander ingelanlen te hebben voorgelicht dan vertrouw ik, dat mijne raadgeving in deze van nut kan zijn voor het belang van het waterschap. EEN INGELAND. Goes, 8 November 1888. l) Dit artikel was reeds in ons bezit vóór de jongste oeverval plaats had. De juistheid van de bewering, dat zorg voor de toekomst het denkbeeld van verdere verlaging van bet dijkgeschot moet buitensluiten, wordt door het ongeval treffind bewezen. Red. Schiedam. Er moet weldra in het hoofdkiesdistrict Schiedam eene Kamerverkiezing plaatshebben. Op 6 Maart jl. kwam de liberale candidaat in horstemming met den Katholiek en niettegenstaande den ijver, waarmede dr. Kujper c. s. hunne geestverwanten vóórpredikten, dat zij bij de herstemming op den Katholiek moesten stemmen, behaalde de liberaal de overwinning Men bad dus aan de anti-revolutionaire zijde de kiezers nog niet zoo in de macht, dat zij precies deden wat hun hoofdman zeide. Toch moet de overwinning ditmaal door de rechter zijde worden behaald, want aldus beweren sommi gen om die reden is de zetel door de regeering vacant gemaakt door de benoeming van mr. Patijn tot advocaat-generaal bij den Hoogen Raad. Men zal het thans beproeven door van Katholieke zijde op den anti-revolutionair te stemmen. Wel hebben de Katholieken als de sterkste der beide anti-liberale partijen meer recht op een afgevaardigde dan de anti revolutionairen, maar er zijn onder de laatsten nog te veel onwilligen om op een Katholiek te stemmen. Hun aantal vermindert volgens de Maasbode wel, m. a. w. de weerbarstigen worden wel volgzamer en meer gedwee, maar men durft het er toch niet mede wagen. Daarom moet nu een anti-revolutionair gekozen worden om later, wanneer de rechterzijde genoegzaam ver sterkt is en het er dus op een zetel meer of minder niet aankomt, nog eens te beproeven of de anti-revo lutionairen op een Katholiek willen stemmen. Wordt er nu van liberale zijde gesproken van een monsterverbond en politiek geknoei bij de anti-liberalen, dan gaat er in de clericale pers een storm van ver ontwaardiging op en betoogt men van die zijde de zelfstandigheid der anti-revolutionaire en der Katholieke partij op grond, dat zij elk een eigen program hebben. Maar die strijd voor eigen beginselen gaat dan toch geheel op in de leusweg mat den liberaal 1, als men ziet, dat er van programs eenvoudig geen sprake meer is en men de vraag Katholiek of anti-revolutionair alleen stelt, waar die beide partijen elkander onderling den zetel kunnen betwisten. Spreken wij echter van een monsterverbond", dan no^rat de Standaard ditveen infame leugen". Aan welke zijde is echter de leugen het grootst Provinciale Staten van Zeeland. Zitting van Vrijdag 9 November 1888. Vervolg en slof.) 3o. Voorstel van Ged. Staten om een renteloos voor schot te verleenen van 3000 aan de gemeentebesturen van Wemeldinge, Kattendijke en Kapelle, voor wegver- betering. De heer Van Lijnden zou dezen weg, die een ver binding vormt tusschen twee gemeenten, de een aan een haven, de ander aan den spoorweg gelegen, op welken weg zware vrachten vervoerd worden, meer dan 2.50 M. breed willen zien. De heer Buleux wijst er op, dat de beide gemeen ten, die het hier geldt, zeer gedrukte financiën hebben, en dat bovendien een grintweg van 2.5 M. voldoende is, daar de ondergrond van den weg zeer vast is, zoo dat alleszins termen bestaan tot inwilliging van het verzoek. Het voorstel wordt aangenomen met 25 tegen 6 stemmen, die van de heeren Van Lijnden, Van der Beke Callenfels, Risseeuw, Hennequin, Suijders en Dronkers. (De heeren Oggel, Lantsheer, Moes, Sipkes en Van Waesberghe Janssens hebben de vergadering verlaten.) 4o. Voorstel van Ged. Staten tot wijziging en nadere vaststelling van het reglement op de tramwegen. De verschillende artikelen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna het geheele reglement met alge- meene stemmen op nieuw wordt vastgesteld. De heeren Hammacher, Risseeuw, Van Houte, Wal ter en Fruijtiei1 verlaten de vergadering. 5o. Voorstel van Gedep. Staten aangaande da voor dracht van de algemeene vergadering van het water schap Schouwen tot wijziging van het reglement voor dat waterschap. De heer Hoogenboom zal tegen het voorstel stemmen. Het aantal stemgerechtigden, wonende in gemeenten, die op meer dan een uur afstand van Zieriksee liggen, maakt het z. i. noodig, ook in een dier gemeenten golegenheid tot stemmen te geven, evenals in Wal cheren het geval is. De heer Buteux verdedigt het voorstel met het oog op het geringe aantal stemgerechtigden, dat van den tweeden stemdag gebruik maakt. Na repliek van den heer Hoogenboom wordt het voorstel aangenomen met i8 tegen 7 stammen, die van de heeren Stevens, Lucasse, De Smidt, Hoogen boom, Van Berlekom, Bolle en Brevet. 6o- Voorstel van Ged. Staten om afwijzend te be schikken op het adres van den Raad van Nisse om subsidie voor genees- en verloskundige hulp. Zonder beraadslaging aangenomen met algemeene stemmen. 7o. Voorstel van Ged. Staten om een subsidie te verleenen aan de in Mei 1889 te houden tentoonstel ling van Zeeuwsche Nijverheid, groot ƒ300. Aange nomen alsvoren. 8o. Vo >rstel tot wijziging der begrooting voor 1889 Nadat dit voorstel is gewijzigd, door er het zooeven gemelde subsidie aan toe te voegen, wordt het zonder beraadslaging aangenomen met algemeene stemmen. Nadat de vergadering zich niet genegen heeft ver klaard langer bijeen te blijven, en de resumtie der notuleu en de uitvoering der besluiten aan Ged. Staten heeft opgedragen, wordt de vergadering door den Voorzitter in naam des Konings gesloten. GOES, 12 November 1888. Het trichineus varkensvleesch, waar van wij in ons vorig no. gewaagden, is Vrijdagnamid dag onder behoorlijk toezicht verbrand. Naar wij vernemen is een tweede varken, op denzelflen mestput gemest, mede trichineus bevonden, onteigend en wordt ook dit onschadelijk gemaakt. Dit lot zal vermoedelijk ook te beurt vallen aan een paar kattei, die tijdens het slachten van het eerste varken zich aan eenige rauwe stukjes te goed deden. Ook de mest in den mestput moet vernietigd worden. De vorige maal is het gebleken, dat verbranden daar van met groote moeielijkheid gepaard gaat. Begraven van den mest schijnt echter niet afdoende, om lat het gevaar dan blijft bestaan, dat ratten den grond open- woelen en door het azen op den in den mest aan wezigen afval de kans voor verspreiding van trichinen weder vermeerderen. Naar het schijnt is nog geen besluit omtrent de wijze van vernietiging genomen, maar helt men over tot het denkbeeld om caibol en ongebluschte kalk daarbij toetepassen. Gelijk man weet geschiedt de onteigening ten koste van het Rijk. De oorzaak waardoor de bewuste varkens met tri chinen zijn bezet geworden, schijnt ook thans weder in de looierij gezocht te motten worden. De eigenaar voedde namelijk zijn varken zoo nu en dan ook met het vleesch van bunsings en andere dieren, van de looierij afkomstig 1 Dat dit verkeerd is blijkt nu en men zal voorzichtig doeD, voortaan zijne varkens niet met dierlijken afval te voeden, indien men geene vol komen zekerheid heeft omtrent de zuiverheid daarvan. Afgescheiden hiervan komt het ons voor, dat het nu geconstateerde geval eene groote geruststelling voor liefhebbers van varkensvleesch oplevert. Men ziet het nu, dat, bij de ingevoerde keuring het kwaad gevonden en dus de noodlottige gevolgen voorkomen worden. En menigeen, die in den aanvang de door ons gemeentebestuur op dit punt in het leven geroepen verordening eene bron van groote kwelling noemde, zal moeten erkennen dat zij hoogst nuttig werkt en eene bron van groote gerustheid is. Immers door de verplichte keuring kan men nagenoeg zeker zijn, dat het in consumptie gebracht wordend var kensvleesch vrij is van trichinen. Wordt daarbij streng de raad gevolgd, om in geen geval het varkensvleesch rauw te etenmaar slechts wanneer het behoorlijk gekookt of gebraden is, dan meeneu wij met gerust heid te kunnen zeggen, dat niemand zich het gebruik van varkensvleesch behoeft te ontzeggen uit vrees voor trichinen. Bij deo Vrijdag jl. gehouden schietwed- s t r ij d van wege de kadervereeniging der dd. schut terij alhier werden de eerste vier prijzen achtereen volgens behaald door korpl. Dan Boer, sergt. Reiierse, korpl. Hartog en korpl. Delnaaij. De rozenprijs, een prachtige meerschuimen tabaks pijp, door hh- officieren beschikbaar gesteld, werd gewonnen door sergt. De Buck. De N. R. Ct. spreekt een warm en behartigens waardig woord ten gunste eener betere orga nisatie der liberalen in het land. Na de Maart-verkiozing werd de noodzakelijkheid daarvan gevoeld, maar sinds dien is men bijna overal weer ingesluimerd. Noodig is gemeenschap te zjeken met, voorlichting te geven aan de kiezers, niet alleen in verkienogstijd. De kiesvereenigingen moeten het hare deen om haar ledental uit te breiden en haar beginselen ingang te doen vinden. Voor machteloosheid ea wanhoop is geen reden bij de mogelijkheid, die in vele twijfel achtige districten bestaat, dat de kans zal keeren, en bij de ervaring, dat het samengaan der kerkelijke par tijen teleurstelling baart. Krachtige middelen om pro paganda te maken (dat de Liberale Unie, van welke men niets meer hoort, verzuimt) zijn het gesproken woord, waarvan meer gebruik moet worden gemaakt, en de pers, vooral kleine geschriften eu de kleine dag bladpers, die bij de tegenstanders veel meer bloeit en veel meer steun vindt dau bij ons. Wij hebben gegronde redenen om te meenen, dat van i> verzuim" der Liberale Unie geen sprake is. IntegendeelRed. G. Ct. In een te Amsterdam gehouden vergadering der R -K. kiesvereeuiging werd het vraagstuk der w e r e 1 d- lijke macht van den Paus ter sprake gebracht en gaf de Voorzitter, mr. Farensbach, een geschied kundig overzicht van de rechten van den Pauselijken stoel op Rome. Dr. Vermeulen, lid der Kamer, verkreeg daarna het woord. Hij verwachtte, dat het herstel der wereld lijke macht eerder van de Katholieken, dan van de R^geeringen te wachten zou zijn. Na een kort debat werden twee resolution, aan den Paus te richten, aangenomen, waaiiu 1o. d-^ kiesver- eeniging haar kinderlijke liefde en verknochtheid aan den Paus betuigt, ouder protest dat hem nog immer die wereldlijke macht werd onthouden die onmisbaar is voor zijn hooge waardigheid; en 2o. de wemch wordt geuit dat dit protest algemeene instemmirg mocht vinden bij alle Katholieken in geheel Nederland. Op een vraag of deze kiesvereeniging zich al=nu aan het hoofd der beweging t«n gunste van de rechten van den Pauselijken Stoel zal stellen, antwoordde de voorzitter, dat aanvankelijk eene afwachtende houding zal worden aangenomen. Men schrijft aan Het Vaderland: Toen ik in uwe courant h^t bericht las, dat de acceptant en verdere houders van een acceptatie bebost waren, omdat het zegelrecht door twee zegels met twee handteekeningen voldaan was, heb ik mij tot den Minister van Financiën gewend om in lichtingen of een houder van een wissel of orderbrief ingeval van onregelmatig of te weinig voldaan recht opnieuw ten volle moet zegelen. Ik ontving daarop het volgende antwoord: »dat ingeval wiss-ls ontoereikend gezegeld zijn, op volgende houders volstaan kunnen met de voldoening van het te min betaalde recht. Daar zelfs vakmannen het daarover niet altijd eens zijn, is het misschien van publiek belang, dit bericht onder uwe mededeelingen op to nemen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1