1888. N°. 130. Donderdag 1 November. 75s1" jaargang. DE NO VEM BER - VEE VIA HRTE1V UIT DE OUDE DOOS. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. XE «OEN zullen dit jaar gehouden worden op Dinsdagen den 13, 20 en 27 wan die maand. Goes, den 20 October 1888. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 81 October 1888. Volgens de laatste berichten van het Loo blijkt de ongesteldheid van den Koning volstrekt niet van ernstigen aard te zijn geweest en is Z. M. reeds weder hersteld. Naar men aan de Midd Ct meldt, is door Ge deputeerde Staten van Zeeland aan den heer J. G. Ger ritsen, burgemeester van Breskens c. s., concessie ver leend tot het maken van een stoomtramweg langs den provincialen weg van Sluis naar de Belgische grens, in aansluiting met eene eerlang aan te leggen stoom- tramlijn van Brugge over West-Capelle naar hetzelfde punt dier grens. Bevorderd tot commies 2e klasse bij 's rijks be lastingen de commies 3e klasse J. De Vlieger, die met 1 Nov. St. Maartensdijk als standplaats ver wisselt met Middelburg. Naar men ons meldt moet de toestand van den Thomaspolder alles behalve rooskleurig zijn. Door de nadering en toeneming der diepte valt de vooroever voortdurend weg en wordt de toestand zeer zorgwekkend. Door den hoofd-ingenieur van den provincialen water staat is, uit geheel nieuwe metingen en peilingen in 't voorjaar op zijn last verricht, een zeer nette en goede kaart vervaardigd van den mond van den Brakman, waarop duidelijk door genoemden hoofdambtenaar de tegenwoordige verdediging en de middelen tot verdere zeewering en oeververdediging zijn aangegevenook (indien zulks mocht noodig worden) tot behoud van den Paulinapolder, en voorts wat gedaan zou moeten worden tot verdediging indien de Thomaspolder der golven werd prijs gegeven. Zooals men weet zijn beide polders te gelijk bedijkt in 1845 en gescheiden door een zoogen. separatiedijk. Door de vergadering van ingelanden van den Thomas polder is besloten een aanvraag tot calamiteusverkla- riog te doeD, aangezien de uitvoering van een eerste werk tot verdediging de fnanciëole krachten van den polder reeds verre te boven zouden gaan. (M. Ct.) De Standaardnog eens terugkomende op de zaak Fabius-Huber, zegt dat deze heeren of correcter houding hebben aan te nemen, of zedelijk verplicht zijn ontslag te nemen als lid der club. Volgens een gerucht, dat aan het Handelsblad is ter oore gekomen, zou de regeering aan de Staten- Generaal weldra het voorstel doen, Atjeh te ont ruimen en enkel eene bezetting te houden voor den vuurtoren op Poeloe Bras. Ofschoon het moeite kost aan de waarheid van dit gerucht te gelooven, meenen wij het te moeten mede- deelen, omdat het door gewoonlijk welingelichten als geenszins onwaarschijnlijk wordt beschouwd. Men schrijft uit Indië aan de N. R. Ct. Algemeen heevscht hier verontwaardiging over de benoeming van den heer Sol in de Rekenkamer en het bevel aan den Gouverneur-Generaal, om het ver- banningsbesluit van de Tjiomas-heeren in te trekken. Indien dit laatste geen uitstel kon lijden, had men het aangeboden ontslag van den heer Van Rees terstond moeten aannemen en hem laten gaan, na het bestuur aan den vice-president van den Raad van Indië te hebben overgegeven. Maar nu de Gouverneur-Generaal Van Rees, op verzoek van den minister, in 's lands belang is aargebleven, totdat zijn opvolger zou zijn aangekomen, mocht men hem niet op zulk eene ignobele manier vernederen, minder nog om den persoon, dan omdat hij de drager is van het koninklijk gezag in de kolonie. De benoeming van Sol is echter nog minder te veidedigen. Indien Sol werkelijk materiëele en andere schade heeft geleden door zijne uitzetting, en die schade onverdiend had geleden, had men hem schade loos moeten stellen met eene som geld, welke daarvoor een equivalent opleverde, maar niet met eene hoog bezoldigde betrekking, waarvoor hij n u onmogelijk geschikt kan zijn, en het wellicht later nooit worden zal. De benoeming van jhr. mr. W. H. De Savor- nin Lobman tot kantonrechter te Groningen blijkt bij uitstek eene dier partijbenoemingcJ te zijn, welke in den laatstee tijd veelvuldig voorkomen. Zij is ge schied buiten de voordracht der rechtbank om. De Pr. Gron. Ct. herinnert, dat op de aanbe velingslijst van de rechtbank waren geplaatst de hh. mis. Andreae, Dutry Van Haeften en Folkersma. De heer Lohman was kantonrechter-plaatsvervanger en bekleedt verder nog de functie van secretaris van het college van curatoren van de rijks-universiteit te Groningen. Bij eenen terugblik op het bestuur van den af getreden gouverneur-generaal van Ned.-Indië, den heer Otto Van Rees, zegt de Javabode in een hoofd artikel o. a. het volgende Als ambtenaar had hij zich den bijnaam verworven van koning, als onderkoning was hij de opperste der ambtenaren, die zijne ondergeschikten onmiddellijk terugbracht onder de tucht, waaraan zij door zijn voor ganger 8'Jacob geheel waren ontwend, die de meesten hunner persoonlijk min of meer kende, die op de hoogte was van hunne wenschen en behoeften, die daardoor bijzondere aandacht wijdde aan benoemingen en personeele zaken. Als autocratisch stond hij bekend en streng, tevens als iemand dia niet afkeerig was van gunstbetoon en nepotisme, en zonder twijfel heeft hij ook als gouverneur-generaal zich als zoodanig doen kennen, maar al giDg er bij zijne benoeming eene ril ling door de ambtenaarswereld en al had zijne krachtige hand spoedig de meesten tot hunnen plicht gebracht, toch is van hem geen algemeene zuivering uitgegaan; hij heeft velen bevoorrecht ten koste van anderen, den geheelen staatsdienst hervormd heeft hij niet. Is zijn goede wil misschien ook in dit opzicht afgestuit op den tegenstand van den heer Sprenger Van Eijk, en b hoort een voorstel van deze strekking tot het kleine dertigtal, dat op de bureau's in Den Haag rustig is neergelegd, en dat, ware het algemeen bekend, een anderen dunk van den heer Van Rees zou geven dan nu de meesten hebben Want te ontkennen valt het niet, dat wel degenen, die dadelijk en veel met hem in aanraking kwamen, in hem goede trouw en ernstige zorg voor 's lands belangen opmerkten, maar dat hij zich bij de groote menigte meer om zijne uitstekende bekwaamheden dan om zijne schitterende daden eenen naam heeft gemaakt. Toch is dat oordeel waarschijnlijk onbillijk, en wanneer eenmaal eene betrouwbare ge schiedenis van zijn beheer kan worden geschreven, zal bijna zeker de heer Van Rees onder de landvoogden van Indië geen slecht figuur maken. Door den afstand zullen dan zoovele handelingen, die persoonlijke anti pathie hebben opgewekt en hem de achting van velen hebben doen verbeuren, hare afmetingen verliezen, en zal alleen overblijven het beeld van een gouverneur- generaal, die in moeielijke tijden Indië voor erger heeft weten te behoeden. En zelfs zij, die de voorteekenen meenen te zien eener ontbinding van ons koloniaal bezit, zullen moeten toegeven, dat die ontbinding door den heer Van Rees wel is tegengehouden maar niet verhaastniet zoozeer door hetgeen aan zijn persoon lijk initiatief is te danken, als door de krachtige wijze waarop hij het bestuur voerde." In de door den heer Vermeulen ingediende nota tot reorganisatie van het onderwijs zegt hij dat, wat het middelbaar onderwijs aangaat, aan de voornaamste grieven kan worden tegemoet gekomen door een regeling, welke ia hoofdtrekken hierop zou neerkomen. Het middelbaar onderwijs omvat a. Burger-avondscholen met beperkt program, be paaldelijk bestemd voor den handwerkstand. b. Hoogere burgerscholen, alle met vierjarigen cursus, c. Tech nische scholen, onder deze ook begrepen landbouw scholen voorts nieuwe inrichtingen ten bate der nij verheid. De politechnische school wenscht de heer Vermeulen bij het hooger onderwijs te zien overgebracht. De hoogere burgerscholen behooren z. i. te zijn ge meente-instellingen. Het Rijk bepale zich tot toezicht en desnoods tot subsidie. De hoogere burgerscholen zijn allen van vierjarigen cursus. Zij hebben met eenige vereenvoudiging het program der tegenwoordige scholen met driejarigen cursus, met dien verstande, dat de lesuren, welke door toevoeging van een vierde leerjaar gewonnen worden, hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, zullen besteed wor den aan praktisch taai-onderwijs. Het getal der hoogere burgerscholen zou aanzienlijk ingekrompen kunnen worden. Overweging zou ver dienen drie of vier Rijks hoogere burgerscholen te be houden. Aan geen enkele inrichting van openbaar onderwijs behoort bet recht toegekend te worden diploma's uit te reiken, welke aan den bezitter privilegies verschaffen Zoowel aan de universiteit als aan de polytechnische school en de militaire inrichtingen behoort dus een admissie-examen te woiden afgenomen, hetzelfde voor allen, onverschillig, waar de kandidaten hunne oplei ding genoten hebben. Met betrekking tot het hooger onderwijs wordt het volgende opgemerkt: dat bij de steeds klimmende eisch 'n der wetenschap het getal van drie rijks-uni versiteiten te groot is. De lasten, daardoor opgelegd, zullen te zwiar wer den, of wel de inrichting en het ouderwijs aan deze universiteiten zullen niet gelijken tred houden met het hooger onderwijs in het buitenland. Hiertegenover staat, dat door opheffing zonder meer van een of twee rijks-universiteiten locale belangen zouden geschonden worden en de schijn van hardheid en onbillijkh» id niet zou kunnen worden vermeden. Uitkomst in deze raoeielijkheden kan alleen verkregen worden door te breken met het begrip van universiteit in den zin van vijf faculteiten, in ééne academiestad vereenigd. De faculteit der letteren kon veilig worden opgeheven in tweede faculteit der rechten zeer zeker in één de faculteit der wis- en natuurkundige wetenschappen indien de propaedeutische studie der medici naar elders wordt overgebracht, in n, wellicht zelfs in twee academiesteden. Ook behoorden opgeheven te worden de theologische faculteiten. 't Is e ne steiligo waarheid, dat voor den Staat op het gebied der theologische wetenschap geen vaste föiten of waarheden bestaan. De resultaten dier weten schap verschillen geheel naar den aard der kerkgenoot schappen van eene theologische wetenschap in dm strengen zin van het woord, welke stellige, algemeen erkende resultaten heeft aan te wijzen, kan dus moeilijk sprake zijn. Evenals dit thans reeds bij de medische faculteit geschiedt, mogen in het vervolg doctorale of andere diploma's, door de hoogleeraren afgegeven, geen be voegdheden, maar alleen wetenschappelijke graden ver- leenen. Voor de inschrijving als advocaat en om benoembaar te zijn voor eene rechterlijke betrekking zal dus een nieuw examen, op gelijke wijze als het tegenwoordige arts-examen, moeten ingevoerd worden. Bij de overige faculteiten zal de voorgestelde rege ling geen nieuwe examens noodzakelijk maken, indion men ten minste, zooals om verschillende redenen wensche- lijk voorkomt, het geven van middelbaar, even als dat van hooger onderwijs vrij verklaart en eene wijziging brengt in het artikel der wet op het hooger onderwijs, omtrent de vereischten, die voor de benoeming tot leeraar aan een openbaar gymnasium gesteld worden. Het subsidieeren van bijzondere instellingen van hooger onderwijs sta aan het rijk, de provinciën en de gemeenten vrij. Voor subsidieeriDg van rijkswege komen allereerst, als gemeentelijke instellingen, in aanmerking de pro- gymnasicn en gymnasien. De sollicitanten naar eene benoeming tot deurwaarder dar directe belastingen worden, gelijk wij in ons vorig no. meldden, onderworpen aan een examen, dat over de volgende punten loopen zal: a. geschiktheid om in het Nederlandsch zijne ge dachten mondeling en schriftelijk gemakkelijk mede te deelen; b. kennis van de vier hoofdregelen der rekenkunde in geheelo getallen en tiendeelige breuken en van het stelsel van maten en gewichten c. kennis van de wetten en algemeene voorschriften omtrent de directe belastingen en hare invordering wat de grondbelasting betreft, bepaalt het onderzoek zich tot de voornaamste bepalingen der wet d. kennis van de bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, voor zooveel betreft de ten uitvoerlegging van vonnissen. Het schrijven van eene nette gemakkelijk leesbare hand is een vereischte. Wie tweemaal is afgewezen, wordt niet meer tot het examen toegelaten. Het examen wordt jaarlijks afgenomen door eene commissie. De nieuwe schoolwet, of beter gezegd, de her ziening der schoolwet, is, volgens den resi dentie-briefschrijver van het Z. Dbijna gereed. Bij de openbare behandeling der begiooting zal de inhoud van het wetsontwerp bekend wezen. Indien deze corr. wel geïnformeerd is, dan zal de wijzigingswet aller minst een uittarten! karakter dragen, maar een com promis bevatten, waaraan zelfs liberalen hun steun zullen kunnen schenken. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Bedankt voor het beroep raar de Ned. Herv kerk te Velzen door ds. P. G. Kruijfr te Domburg. Beroepen bij de Ned. Ilerv. kerk te St. Philipsland L. Smit, cand. te Noordwijk aan Zeete Gameren ds. J. A. Van Boven, te O.- en W.-Souburg. Door den kerkeraad der Nederduitsche Hervormde gpmeente te VüssiDgen is, ter voorziening in de vaca ture Klomp, een viertal opgemaakt, bestaande uit de heeren J. Ossewaarde te Sluis, A. II. Den Boer te Muiden, W. Klerrq te Koudekerke en F. E, Daubanton te Heemstede. Rilland-Bath. Zaker tengevolge van de overwinning, die de Rillanders bij de laatste verkiezing voor leden van het kiescollege behaalden, hebben thans de hb. J. Windhorst en J. Walraven, leden van dit college, te Bath, daarvoor bedankt. Rilland-Bath. Tegen 1 Januari zal aan de openbare school te Rilland een derde onderwijzer worden benoemd op een traktement van 400. «rmn r-airrxirrmnrmxian2xi-taijnaKn?3ja*aiiX?n2TZTmnv>virzi? u-.TTO-wammM Landbouw en Veeteelt. De minister van waterstaat enz. heeft afwijzend beschikt op het verzoek van het hoofdbestuur der Maatschappij van landbouw in L:mburg, om een som van tien a vijftien duizend gulden ter beschikking van dat bestuur te stellen, teneinde te worden aangewend tot gemoetkomipg en opbeuring van den kwijnenden landbouw in Limburg. Oude godsdienstvormen. Na wat ik reeds gelegenheid had aangaande maat schappelijke toestanden en instellingen bij onze aloude Zeeuwtjes mede te deelen, zou het me kwalijk passer, omtrent hun godsdienstige denkwijzen het stilzwijgen te bewaren. Immers, de godsdienst van een volk is dikwijls een sterkwerkende oorzaak voor vele daden, die we niet zouden kunnen verklaren zonder die uiting van hun geest en gemoed in het oog te vatten. Als men nagaat op welke plaatsen in ons vaderland om het zoo eens te noemen het meest aan godsdienst gedaan werd, dan treft het, dat de zetels, de brand punten op eilanden te vinden zijn en wel in de eerste plaats op onze Zeeuwsche eilanden. Geen wonder, voor waar In elk godsdienststelsel tracht men allereerst te verklaren, hoe en vanwaar de wereld ontstaan is. Dit is een bij uitstek lastige vraag, maar zooals het gewoonlijk gaatals men nog zoo goed als niets weet, beproeft men zijn krachten aan het allermoeielijksto. De oudste bedienaars van den godsdienst zagen even wel ook reeds duidelijk in, dat deze zaak alles behalve vaststond. Zelf voelden ze bij hun uitleggingen, dat deze toch eigenlijk met geen of zeer weinig bewijzen voldoende te staven waren. En toch moesten ze natuur lijk met alle macht beproeven het geloof daaraan bij het volk ingang te doen vinden en staande te houden, anders waggelden de fondamenten, waarop hun gansche gebouw steunde. Zij hulden zich dus in een geheim zinnigheid, die een onderzoek van buiten zooveel mo gelijk moest belemmeren. De plechtigste handelingen, waardoor ze zich met de goden in verbinding steldeD, mochten slechts door het oog van zeer enkele ingewijden worden aanschouwd. Welke plaatsen waren daarvoor nu geschikter dan eilanden, die moeielijk te genaken en te verlaten waren De bewoners daarvan Kwamen zelden in aanraking met anderen, althans de aller- vroegstenwrijving en aanraking, waardoor nieuwe denkbeelden konden ontstaan, waren er dus niet. De eerbied, dien m°n buiten Zeeland voor dozestre* k had, verliest z'ch dan ook in den nacht der tijden. Reeds toen de Franken zich hier hadden gevestigd, zeide men, dat de oudste bewoners aan dezen geen schatting moesten betalen wegens hun heiligheid. Zij hadden nl., zooals ik vroeger reeds zeide, de taak om de zielen der gestorvenen 's nachts in snelvarende booten naar het land der Britten overtebrengen. Zoo'n veerman kreeg door hoogere openbaring den last in zee te staken; hij deed dit, hoewel zijn schuit niets bevatte. Zoodia hij echter in het ruime sop begon te komen, werd zijn vaartuig al meer en meer bevolkt hij kon zijn passagiers wel niet zien, maar merkte toch aan den meerderen diepgang, dat het vol raakte. Soms stak niet meer dan een handbreed van het boord boven water uit. Was hij tot kort aan de overzij ge naderd, dan vertrokken zijn reisgenooten weer even stilletjesde boot rees meer en meer, zoodat ze einde lijk leeg was. Gezellig was zoo'n uitstapje zeker niet. Dit heele verhaal is natuurlijk alleen aan een vrucht bare phantasio te danken. Want toen de Franken voor het eerst aankwamen, vonden ze niemand, die hun van dit oude gebruik iets kon oververtellen. Toch is van den toenmaligen godsdienst op andere wijze wel zoo veel bekend geworden, dat we er ons een oordeel over kunnen vormen. A's oppersten god vereerde men Teutates, vader d. s volks hij was de uitvinder van alle kunsten en de beschermer van den handel en de reizigers. Iiesus, d. i. de schrik, was de oorlogsgod het kostbaarste ge deelte van den krijgsbuit, alsmede dieren cn menschen, die in den strijd gevangen werden, moesten aan hem worden geofferd. Bel of B?len, de zon, was de god der geneeskunst, wiens feest jaarlijks op den 25en Decem ber gevierd werd. Taranis, do donder, was de god des hemels en van den bliksem, Dis of Dit die van de aarde en den nacht. De Kelten zeiden, dat zij van dezen god afstamden, en daarom rekenden zij den tijd niet bij dagen, maar bij nachten. Behalve deze hoofd-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1